Dorine onmoette de mens achter de vluchteling dead’. En ze maakt een gebaar met haar hand langs haar keel. Ik slik. Ik denk onbewust meteen aan Jente, onze dochter, die ook twaalf is. Hoe zou dit zijn voor haar en ons gezin als dit ons overkwam? Of stel, je moet ineens je grote broer of zoon missen. Niet even, maar járen. Ik sprak jongens, als onze zoon Kars (18), van 16-20 jaar. ...Vluchtelingenkinderen leuke tijd bezorgen met spel... Dorine Kooiman was met een groep van twaalf personen uit Rafaël Gemeenschap Giessenlanden een week in vluchtelingenkampen in Griekenland. Doel van de reis: kinderen door sport en spel en creativiteit een leuke tijd bezorgen. Na die week overwon ze haar podiumangst en vertelde over haar ervaringen in de zondagse dienst. Dit is haar verhaal over een soort cultuurschok. ‘Ik hou eigenlijk helemaal niet van op een podium staan, en zeker niet heel spontaan, daarom heb ik maar wat op papier gezet, en mijn podiumangst aan de kant gezet, omdat ik jullie als gemeente toch deel wil maken van ons en mijn verhaal. Ik kan vertellen wat we gedaan hebben met de kids daar, beleefd hebben als team, gehoord hebben van de vluchtelingen…maar wat vooral blijft hangen bij mij is dat dit over jou en mij zou kunnen gaan. Iedereen zoals we hier zitten. Neem mijzelf: Thimo en ik hebben een goede baan een mooi huis, vier kids, die allemaal naar school gaan of studeren, vakantie hebben. Het is voor ons, te vaak, zo vanzelfsprekend denk ik nu. Ik denk echt wel aan mijn medemens/mijn naaste, maar ik realiseer me nu dat dat toch vaker gereserveerd en met vooroordelen gepaard gaat en ging dan ik dacht, zeker ten aanzien van de vluchtelingen. Want dan ontmoet je op je reis ineens de mens achter de vluchteling: ouders, kinderen, jongeren, die vijf jaar geleden in Syrië, leefden zoals jij en ik nu. Ik zie in de kampen gebroken en uiteengerukte gezinnen en hoor de verhalen. Zoals in het kamp in Drama (en ja, hoe toepasselijk kan een plaatsnaam zijn…). Ik knutsel een frisbee met een meisje van twaalf jaar, Mona heet ze, een beetje Engels sprekend omdat ze dat in Syrië op school had geleerd. Ze is hier met haar moeder, broertje en zusje. En waar is je vader, vraag ik. Denkend dat die vast al in Duitsland of zo zal zijn….want dat is toch wat je hoort, een familielid, vooral een man, gaat vooruit en laat zijn gezin overkomen naar Europa. Het klinkt zo logisch… Maar Mona antwoordt: ‘He is mort/ Al drie jaar alleen op pad, omdat ouders hen lieten gaan om hun leven hopelijk te sparen en alsnog een toekomst te hebben. o o Ik zie het gemis van ouders, broers en zussen. Niet wetende of ze elkaar ooit weer zullen ontmoeten. o Jongens geschaad in hun identiteit, bedreigt door IS, omdat ze geoordeeld werden om wie ze waren, met wie ze omgingen. Zomaar ineens… is daar die groep die jou (be)oordeelt en zegt dat jij niet goed bent. o Hun beste vrienden gedood bij een bombardement op de universiteit en zelf soms net door toeval ontkomen. o Werkend voor minimaal loon om een boottocht te betalen. Wat soms pas na een derde poging lukte. o Al drie jaar geen school meer, soms geen diploma’s meer als bewijs, door vernietiging in hun thuisland. o Bijles willen volgen op een lokale school vlakbij het kamp en dan zijn ouders van het gastland tegen, uit angst voor slechte invloed op hun eigen kids. o Jongens logischerwijs onzeker over hun nabije en verre toekomst. Ineens snap ik dan hoe belangrijk het hebben van een telefoon dan is, 15 Missie en zending
16 Online Touch Home