9

fotografie: Miquel van Studio Encode, Arnhem SUSTER test CO2-absorptietechnologiën op pilotschaal “Na succesvolle proeven in het lab bij TNO werden wij in 2019 ingeschakeld om de technologie op grotere schaal onder reële condities te testen. In januari 2020 voerden we de laatste proeven uit”, vertelt directeur Bert Heesink van SUSTER in Enschede. “We voegden eerst CO2 aan een luchtstroom toe. Vervolgens brachten we het gas in de warmtewisselaar annex reactor in contact met een waterige monoethanolamine (MEA) oplossing, een veelgebruikt oplosmiddel voor CO2 in kostenbesparing en minder milieubelasting.” Tijdens de testen bleek de rigiditeit van de plate-&- shell warmtewisselaar nog wel een aandachtspunt. Aan de ene kant van het apparaat bevindt zich het koelmiddel, en aan de andere kant de MEA-oplossing met CO2 . De druk moet hetzelfde zijn om te voorkomen dat de platen gaan bewegen en ervoor te zorgen de beschikbare ruimte in de reactor/warmtewisselaar te klein wordt. “Hier hebben we veel werk aan gehad. Uiteindelijk hebben we toch een aantal proeven kunnen uitvoeren. Hierin toonden we duidelijk aan dat we door intrinsiek te koelen de modelreactie konden sturen.” De installatie waarin de plate-&-shell warmtewisselaar is getest kan 400 liter per uur oplosmiddel en 65 m3 per uur CO2 houdend gas verwerken. Het geteste apparaat is ongeveer twee meter hoog, tachtig centimeter breed en twintig centimeter diep. Het gaat om een modulair systeem dat bedrijven kunnen opschalen door meer platen tussen de wanden te klemmen waarbij de diepte van het apparaat toeneemt. Het resultaat van de proeven is niet alleen van belang voor chemiebedrijven, stelt Heesink. Ook de farmaceutische of voedingsmiddelenindustrie kan er haar voordeel mee doen. “Bedrijven uit deze sectoren die bijvoorbeeld met enzymen werken, willen de temperatuur in hun productieproces goed kunnen beheersen. Het betekent dat ze vrijkomende reactiewarmte meteen willen afvoeren om de kwaliteit van hun producten positief te beïnvloeden.” Het voordeel van het nieuwe en compacte apparaat is dat het twee functies combineert: koelen (of verwarmen) en een chemische reactie. Hoe verklaart Heesink de terughoudendheid van bedrijven, zoals Huntsman en Dow, om de veelbelovende technologie ook daadwerkelijk toe te passen? De hoge kosten voor de bouw van een apparaat op industriële schaal spelen volgens hem zeker een rol. Daarnaast kiezen bedrijven eerder voor bewezen technieken in plaats van een nieuwe techniek te proberen. “Het hogere management vindt het afbreukrisico vaak te hoog. Met conventionele technologie kunnen ze immers ook CO2 absorberen. Het kost dan weliswaar meer staal, maar de bedrijven weten dan ook zeker dat het werkt.” -absorptie. Zo hebben we laten zien dat het mogelijk is om de absorptiewarmte direct na vrijkomen af te vangen en de CO2 -absorptiecapaciteit van de unit te vergroten. En dat resulteert Bert Heesink van Suster Elektrificatie van de krakers kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan de beoogde CO2 van de chemische industrie... -reductie Heesink: “De druk moet hetzelfde zijn om te voorkomen dat de platen gaan bewegen en ervoor te zorgen de beschikbare ruimte in de reactor/warmtewisselaar te klein wordt.” 9

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication