16

Bijna alle 318 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland Afvalwater worden nu wekelijks bemonsterd. En de waterschappen en het RIVM gaan die frequentie nog verder opvoeren. Peter Verlaan (Aa en Maas) “Vroeger liet de keizer zijn ontlasting al ontleden. Dan wist men hoe het met de keizer ging.” het aanschaffen van meer bemonsteringsapparatuur en het opleiden van bemonsteraars. Zoals je begrijpt zijn er strenge veiligheidsvoorschriften voor het werken met rioolwater. En er is logistiek heel wat te regelen voor zoveel bemonsteringsmomenten, inclusief transport, ook naar onbemande zuiveringen. Tot slot is er capaciteit nodig op de laboratoria. Om hierin te investeren en die infrastructuur op te zetten voor dagelijkse, langjarige bemonstering, moeten we ook zeker weten dat we dit langjarig gaan gebruiken. Ik geloof dat de extra inzet die we nu doen voor de bemonstering op coronavirusdeeltjes, een opmaat kan zijn naar het verder uitrollen en verbreden van het rioolwateronderzoek. Zodat we ook op andere infectieziektes kunnen gaan monitoren en (sociale) trends in beeld brengen. De potentie van ‘Big Brown Data’ wordt nog lang niet volop benut.” Verlaan plaatst wel kanttekeningen: “Technisch kan er heel veel, maar we moeten dan wel ook het debat over ethiek goed voeren: wat kom je van mensen te weten en hoe gaan we daarmee om? Daarbij komt: de waterschappen slaan nu op de trom omdat wij veel potentie zien in het uitbreiden van rioolwateronderzoek, maar enige bescheidenheid past ons. Wij zijn experts in het zuiveren van afvalwater, en verzorgen dus ook de bemonstering. Maar de info die eruit te halen valt analyseren en duiden, dát is niet onze expertise. Dat is de rol van de kennisinstituten, zoals het RIVM, KWR en universiteiten.” Locaties vergelijken Ook Ana Maria de Roda Husman ziet veel potentieel in het uitbreiden van de bemonstering: “Je kunt uiteindelijk iets zeggen over de gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking. Maar ook voor het coronavirus willen we het onderzoek verfijnen. We willen gaan proberen om op basis van het aantal virusdeeltjes te berekenen hoeveel uitscheiders er in een regio zijn. Dit zijn dus mensen, al dan niet met klachten, die het virus kunnen verspreiden. Daarvoor moeten we wel goed weten waar het rioolwater op een meetpunt vandaan komt en wat de samenstelling is. Als we op de juiste manier corrigeren naar op een bepaald meetpunt aangesloten inwoners en debiet, hebben we ook een maat om locaties met elkaar te vergelijken. Op dit moment kunnen we wel over de tijd trends van één locatie vergelijken, maar niet tussen locaties. Het maakt ook verschil of je op de rioolwaterzuivering bemonstert, waar het rioolwater van een grotere regio samenkomt, of meer specifiek bij putten op locaties. Voor ziektes als polio bemonsteren we soms op specifieke locaties, bijvoorbeeld bij scholen of een asielzoekerscentrum. Ik zie zeker potentie voor nog breder bemonsteren in de toekomst. Ook om terug te kunnen kijken. Dat kan nuttig zijn als er bijvoorbeeld een nieuw virus opduikt. Als je monsters bewaart dan kun je razendsnel terugkijken wanneer het virus waar precies haar intrede heeft gedaan. Eind januari was de sequentie van het genetisch materiaal van het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 al bekend. Hadden we toen al een breder systeem van bemonsteren gehad, dan hadden we het direct kunnen detecteren.” Potentie “Dat we bijdragen aan het in beeld brengen van trends van het coronavirus is heel mooi” zegt Mark van der Werf. “En de potentie van ‘Big Brown Data’ gaat over meer dan alleen virussen en de volksgezondheid. Ze zijn dus mogelijk ook breder interessant dan alleen voor het ministerie van VWS. De link met het ministerie van Justitie zit bijvoorbeeld in drugsgebruik of terrorisme en medicijnresten zijn ook interessant voor Infrastructuur en Waterstaat, voor gegevens over de waterkwaliteit. Wij blijven als waterschappen graag hierover in gesprek met het RIVM en de ministeries.” 16 WATERFORUM NR 6

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication