27

Afvalwaterzuivering Erik Roesink (NX Filtration) “Aan een schonere auto­industrie worden miljarden uitgegeven, waarom doet Nederland dit dan niet voor onze watertechnologiesector?” Goud in handen Ton van Remmen verwacht met zijn Advanox technologie nog eens 50 procent minder energie te gaan verbruiken, omdat het permeaat uit de nanofiltratie weinig kleurstoffen bevat. Daarmee komt zijn energieverbruik dicht in de buurt bij dat van een ozonbehandeling. Extra voordeel is dat het effluent geschikt is voor hoogwaardiger hergebruik. Volgens Van Remmen hebben waterschappen hiermee goud in handen: “Met deze hybride oplossing heb je het over een verwijderingsrendement van 95 tot 99 procent van alle organische micro’s. Het rwzi-effluent is zo schoon dat het een alternatief is voor het gebruik van drinkwater en grondwater in de landbouw en de industrie. Nu in Nederland droogte een serieus probleem is geworden, komt de inzetbaarheid van rwzi-effluent steeds vaker ter sprake. Een extra zuiveringsstap lost dus niet alleen een milieuprobleem op, maar ook een beschikbaarheidsprobleem.” Op de vaak gehoorde vraag of UVC beter is dan ozon, geeft Van Remmen een genuanceerd antwoord: “Als waterhergebruik geen optie is en er zit weinig bromide in het afvalwater, dan kan ozon een oplossing zijn. In andere gevallen, zoals bij hoge bromidegehalten, kan UVC een betere keuze zijn.” Wat hem betreft is het doseren van actiefkoolpoeder geen serieuze optie. “Het doseren mag dan wel goedkoop zijn, maar het is alleen een verplaatsing van het probleem. De micro’s hechten aan het kool en komen in het zuiveringsslib terecht. Wat doe je daar dan mee? Ozon en UVC breken de vaak complexe molecuulstructuren echt af. Waarbij UVC nog een extra voordeel heeft omdat het ook de bacteriën, virussen en genetische resten afbreekt.” Midden in een coronapandemie moet dat extra voordeel volgens hem toch sterk aanspreken. Full scale Het liefst zouden de drie mkb-bedrijven direct op een rwzi aan de slag willen. Roesink denkt aan een installatie met een capaciteit van tenminste 100 kuub per uur. “Dan hebben we een schaalgrootte waarmee we kunnen laten zien dat onze hybride oplossing op full scale werkt. Onze voorkeur gaat uit naar een ‘hot spot’ rwzi, waar het verwijderen van medicijnresten een hoog milieurendement heeft, en een rwzi die dicht bij een industrieterrein ligt, waar het zeer schone effluent zonder al te hoge infrastructurele kosten kan worden hergebruikt.” Borgerink hoopt dat de vele pilots bij de waterschappen nu snel gaan leiden tot de bouw van grotere installaties. “We moeten niet langer onze ogen sluiten voor de problematiek van morgen, zoals antibioticaresistentie en microplastics. Er moeten nu echte oplossingen komen. Opschalen is juist nu relevant.” Hij weerlegt het argument dat membraanfiltratie en UVC complexe technieken zijn. Beide worden in de watersector wereldwijd al volop toegepast. “Bij ieder watervraagstuk hoort een bepaalde techniek. Eerst had je microfiltratie en omgekeerde osmose, nu komt daar met holle-vezelnanofiltratie een nieuwe, selectievere techniek bij. Wij willen graag laten zien dat onze hybride oplossing op echte schaal werkt. Als mkb-bedrijven kunnen we zonder een eerste full scale installatie niet verder en missen we de aansluiting bij internationale ontwikkelingen.” Roesink stipt tot slot de bezwaren aan van het hogere energieverbruik en de hogere kosten. Het argument van het hogere energieverbruik wuift hij weg als een onterechte obsessie van waterschappen. “Er is voldoende groene energie voorhanden om de CO2 -uitstoot toch laag te kunnen houden”, aldus Roesink. De stijgende kosten, en daarmee de zuiveringslasten, onderkent hij wel. “Ik schat dat onze oplossing de zuiveringslasten met 20 procent zal verhogen. Per Nederlander is dat ongeveer 10 tot 15 euro per jaar. Aan een schonere auto-industrie worden miljarden uitgegeven, waarom doet Nederland dit dan niet voor onze watertechnologiesector? Het is toch te gek voor woorden dat we de aanpak van ‘hotspot’ rwzi’s voor ons uitschuiven, terwijl de Nederlandse watertechnologie nu al oplossingen biedt?” Rob Borgerink (Jotem) “We moeten niet langer onze ogen sluiten voor de problematiek van morgen zoals antibioticaresistentie en microplastics. Opschalen is juist nu relevant.” Veel gepraat over micro’s Over organische microverontreinigingen in oppervlaktewater wordt aan beleidstafels veel gesproken. Zo is er bijvoorbeeld het geneesmiddelendossier. De overheid, de zorgsector en de farmacie voeren met elkaar overleg om de hoeveelheid medicijnresten in het oppervlaktewater terug te dringen. Zo’n bronaanpak moet de zorg en de farmacie bewuster maken van de milieuproblemen die hun geneesmiddelen veroorzaken en dat moet ze aanzetten zelf stappen te ondernemen. Maar het overleg houdt een extra zuiveringsstap op onze rwzi’s tegen. Immers, zo luidt de redenering bij beleidmakers, het kan de farmacie weerhouden in dure maatregelen te investeren als ze weten dat hun medicijnresten er op rwzi’s toch worden uitgehaald. Naast de discussie over microverontreinigingen wordt ook steeds meer gesproken over de verspreiding van virussen, antibioticaresistentie en microplastics. Rwzi’s halen die niet uit het rioolwater en ze dragen daarmee bij aan de verdere verspreiding ervan. Het goede nieuws is dat als het effluent wel vergaand zou worden gezuiverd, er heel schoon water overblijft, dat als bron kan dienen ter vervanging van drinkwater en grondwater. Met drie opeenvolgende droge zomers en de watertekorten heeft het dossier er een nieuw argument bij. En de technieken om het rwzieffluent extra te zuiveren, dienen zich aan. WATERFORUM SEPTEMBER 2020 WATERFORUM NOVEMBER 2020 27

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication