14

• • • • 70,8% bezoekt nooit een bibliotheek 54,4% bezoekt nooit een boekhandel 16,7% kijkt nooit televisieprogramma’s in het Papiamentu 30,4% kijkt nooit televisieprogramma’s in het Nederlands Zie voor een uitsplitsing van deze percentages naar geboorteland en opleidingsniveau het uitgebreide onderzoeksverslag op www.lezenenschrijvenbonaire.org. In groep 1 worden in de gezinnen verschillende talen gesproken, maar de taal die verreweg het meest wordt gesproken is Papiamentu (81,3%). In groep 2 wordt het meest een combinatie van Papiamentu en Nederlands (75%) gesproken. In groep 3 wordt aangegeven dat er het meest in het Engels in het gezin wordt gesproken (44.4%) In groep 4 wordt het meeste in het Papiamentu gesproken (44,4%) gesproken. 2.4.2 Taalcontact en taalgebruik binnen het werk Van de deelnemers geeft 78% aan betaald werk te verrichten. 48,9% van de deelnemers geeft aan dat op het werk het meest Papiamentu wordt gesproken, 22,9% van de deelnemers geeft aan dat dit Nederlands is. 2.4.3 Taalbeheersing Er is gekeken naar activiteiten die te maken hebben met het praktische gebruik van het Papiamentu en het Nederlands. Als deelnemers aangeven een of meerdere activiteiten niet in het Papiamentu te kunnen uitvoeren wordt dit als een teken van onvoldoende taalbeheersing gezien. Gevraagd is welke van de onderstaande activiteiten de deelnemer kan uitvoeren in het Papiamentu en of ze deze kunnen uitvoeren in het Nederlands. 1. Het lezen van een medicijnvoorschrift 2. Het schrijven van een sollicitatiebrief 3. Voorlezen van kinderen 4. Boeken lezen 5. Officiële brieven lezen 6. Handleidingen lezen 7. Boekingen doen op internet 8. Belastingaangifte doen 9. Ondertiteling lezen bij televisieprogramma's Voor leesvaardigheden en schrijfvaardigheden is gebruik gemaakt van can-do-statements die zijn afgeleid van de niveaus die de OESO hanteert in onderzoek naar taalvaardigheden (zie verdere uitleg in het uitgebreide onderzoeksrapport). Voor leesvaardigheid zijn de volgende can-do-statements gebruikt: 1. Ik kan eenvoudige zinnen in het Papiamentu/Nederlands begrijpen. 2. Ik kan korte eenvoudige teksten in het Papiamentu/Nederlands lezen. 3. Ik kan specifieke informatie in alledaagse tekst in het Papiamentu/Nederlands vinden. 4. Ik kan korte, eenvoudige brieven in het Papiamentu/Nederlands begrijpen. 5. Ik kan teksten in het Papiamentu/Nederlands begrijpen die bestaan uit alledaagse of aan mijn werk gerelateerde woorden. 6. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in het Papiamentu/Nederlands in brieven begrijpen. Geletterdheid op Bonaire CPS Onderwijsontwikkeling en advies 12

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication