4

L a n g g e l e d e n , toen Salland nog woest was, leefde er een jongen die Waldeman heette. Waldeman hield erg veel van het bos, en sprak zelfs de taal van de dieren, de bomen en de planten. En omdat het bos ook van Waldeman hield, voelde Waldeman zich sterk; onoverwinnelijk. Hij wist dat hij met hulp van de natuur àlles kon, en noemde zichzelf daarom geen Waldeman, maar Waldeman-kàn. 'Ik ben Waldeman’, riep hij dan, ‘Waldeman-kán!’ '

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication