8

Onderweg bogen berken en beuken zich naar hem toe en ruisten: 'Díe kant, díe kant, Waldeman-kan!' Waldeman liep verder en kwam een bosmier tegen, die hulpeloos vanaf de grond naar hem riep. 'Help mij, help mij, Waldeman-kàn!' , piepte de mier. 'Dwaallicht heeft me laten verdwalen. Wanneer ik de weg naar mijn volkje niet vind, zal ik sterven!' Waldeman hield van alle dieren, dus ook van de kleine bosmier. Hij liet de mier op zijn hand klimmen en hield haar in de lucht. Zo kon de mier ver kijken, en vond ze de weg naar haar mierenvolk terug.

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication