1 Ledenblad nr 88 – november 2018 jaargang 8 De wereld is diep Maar ook En dieper dan de dag zich dacht. Secretariaat Pictores Beauvoorde: Marie-Cécile Clerinx tel 058 51 52 96 of GSM 0476 752 404 , Dijkweg 5 8670 Oostduinkerke. Bezoek onze Website: www.pictores.be Ons Atelier Gouden-Hoofdstraat 44 Beauvoorde / elke woensdag open Inhoudstafel 1. Voorwoord 2. Art and Fear - Kunst en Angst (12) 3. Citaten (21) 4. Ons aller Illias (3) 5. Gehoord, Gelezen, Gezien (15) 6 Properzia de’Rossi en haar Perzikpitten 7. Het Tempelgebied van Paestum in Magna Graecia 8. ‘Vreemde’ maar Boeiende composities 9. Schildercursus Aristides (6) 10. Kernenergie 1. Voorwoord BUREN BIJ KUNSTENAARS -Wij herinneren onze lezers aan het evenement ‘Buren bij Kunstenaars’. Naar jaarlijkse traditie doet ook de groep BEAUVOORDSE PICTORES hieraan mee. Je kunt ons bezoeken in ons atelier, Gouden-Hoofdstraat 44 te Beauvoorde en in het Mariaheem daar vlak tegenover, Wulveringemstraat 2A op vrijdag 19, zaterdag 20 en zondag 21 oktober telkens van 14u tot 18u. ²ééééééééééééééééééééééééé wordt gratis digitaal toegestuurd aan circa 900 adressen in Vlaanderen en Nederland
2 Hartelijk Welkom namens Yanick Van den Broeke, Paul Van de Walle, Marie-Cécile Clerinx, Peter Standaerd, Werner Vandecasteele, Frans en Marleen Herpelinck, Craeymeersch Arseen, Maes Marcel, Vanbelle Marie-Thérèse -De POPERINGSE BRESSCHILDERS stellen eveneens ten toon: -Jan Matton in De Galoye, Dikkebusstraat 131 Loker op zaterdag 20 en zondag 21 oktober van 10u tot 18u -Marie-Thérèse Notebaert in OC Cieper, Brugseweg 309 Ieper op zaterdag 20 oktober en zaterdag 21 oktober van 10u tot 12u en van 13u tot 18u -Norbert Demeester, Jenny Pittillioen, Carine Vanmeenen en Willy Valcke in ’t Pensionaat, Abeleplein 8a Watou op vrijdag 19 oktober van 16u tot 18u zaterdag 20 en zondag 21 oktober van 10u tot 12u en van 13.30u tot 18u zaterdag 27 en zondag 28 oktober van 10u tot 12u en van 13.30u tot 18u Hartelijk Welkom. 2. KUNST EN ANGST (12) ( uit het Engels met titel ‘Art and Fear’ ISBN 0-9614547-3-3 Schrijvers: David Bayles en Ted Orland vertaald door Marleen Herpelinck Deel IV Hoofdstuk VIII Conceptueel werken De antwoorden die je krijgt hangen af van de vragen die je stelt. Thomas Kerlin Schrijver Henri James stelde ooit voor bij de analyse van een kunstwerk drie vragen te stellen. De eerste twee waren ontwapenend op de man af: Wat wil de kunstenaar realiseren? Slaagde hij hierin? De derde vraag is grappig:
3 Was het de moeite waard? Enkel de eerste twee vragen kwamen aan bod. Zij richten zich tot de kunst op een niveau dat ook gebruikelijk is in de reële wereld. Ze nodigen je uit je in te leven in het perspectief en de ervaringen van de maker en hoe hij zijn werk ziet. In het kort vragen ze naar een reactie op het werk zelf zonder het te zien door de bril van vooropgezette gedachtensystemen als het Behaviorisme (heeft met psychologie te maken), het Feminisme, het Postmodernisme of wat ook. Het is echter de derde vraag – Was het de moeite waard? - die uiteindelijk een onmetelijke ruimte opent. Wat betekent dat iets de moeite waard is? Zijn er in de kunst problemen die interessanter zijn dan andere? Meer ad rem? Meer betekenisvol? Meer uitdagend? Elke hedendaagse kunstenaar worstelt met die vragen. Ideeën en Technieken Provocerende kunst daagt niet enkel de toeschouwer uit maar even zo goed de maker. Kunst die te kort schiet doet dat niet omdat de kunstenaar er niet in slaagde de uitdaging te beantwoorden, maar wel omdat er gewoon nooit een echte uitdaging was. Denk aan olympisch duiken. Je kunt geen top score bekomen met perfecte duiksprongen vanaf de rand van het zwembad. De beloning voor een perfecte uitvoering die in het bereik van velen licht, is erg mager. Perfectie in de kunst minder belangrijk achten komt erg vreemd over gezien het feit dat perfectie in zoveel andere domeinen wel nagestreefd wordt. Niettemin houdt de discipline ‘zwaanduiken’ (onmiddellijk voorover duiken) nog altijd stand omdat ze olympisch streng gereglementeerd moet verlopen. In de 100 meter sprint gaat het eremetaal niet naar wie ergens er een heel bijzondere loopstijl op na houdt, maar wel naar wie eerst over de meet komt. Anne Truitt schrijft in haar dagboek: ‘Een jurist en een dokter werken naargelang ze opgeroepen worden. Een loodgieter en een timmerman weten vooraf wat ze zullen moeten doen als op hen beroep wordt gedaan. Zij hebben het niet nodig vooraf werkwijzen uit te vinden, de wetmatigheden van hun beroep te achterhalen en zich uiteindelijk te moeten exposeren aan een publiek. Het is dan ook duidelijk dat als kunstenaar actief zijn niet gemakkelijk is. En inderdaad veel kunstenaars gaan er ook niet ten volle voor. Wie zonder risico wil werken zoekt uitdagingen die duidelijk omschreven zijn en niet al te moeilijk te realiseren, eerder technische uitdagingen. Het onderliggend probleem is niet dat er iets verkeerd is aan de aanpak van zo’n technisch probleem maar zo’n keus spant eigenlijk de kar voor het paard. We vergeten al vlug de namen van kunstenaars die zeer getrouw de regeltjes volgen. Wij herinneren ons des te beter wie kunst maakt die regelscheppend is.
4 Terzijde opgemerkt: technische standaarden hebben er een handje van weg zich als esthetische normen voor te doen. Zo is er een algemeen akkoord onder fotografen dat het een echte uitdaging is foto’s te maken met veel diepzwart en tegelijk zeer subtiele grijswaarden. Maar deze stelling drong zich tenslotte zo aanmatigend op dat landschapsschilders van de Westkust tenslotte dachten dat het niet anders kon of mocht. Uiteindelijk was er alleen nog maar aandacht voor die enkele techniek: subtiele tonaliteit was uiteindelijk het enige streefdoel. Iets gelijkaardigs overkwam de 20eeuwse symfonische muziek. Onder invloed van een obscure harmonietheorie ontwikkelde zich deze tot een andere genre ( jazz) en dit bleef voortaan definitief hangen in de ritmes van toen. De toeschouwer voelt zich misschien niet zo emotioneel betrokken bij het tot stand komen van een kunstwerk. Hij ziet in kunst de technische virtuositeit van de maker en inderdaad dit levert werk op dat mooi is, elegant … en vrij van interpretatie. De kunstenaar echter is telkens emotioneel betrokken bij de keus van de richting waarin hij moet werken. In vergelijking met andere uitdagingen is het de technische problematiek niet te verwijten dat ze te moeilijk is, wel dat ze te gemakkelijk is. Kunstenaars zullen zelf dit niet gemakkelijk toegeven gezien de vele uren die ze besteden aan de opbouw van hun ‘gietvormen’ en composities wat de pointe blijft van van hun onderlinge artistieke discussies. Maar waar het aanleren van een techniek moeilijk en tijdrovend is, is het nog altijd gemakkelijker een vooraf beschreven doel te bereiken en een goed antwoord te geven dan in een nieuwe vorm een nieuwe gedachte uit te drukken. Het is gemakkelijker de voet van een engel te schilderen op het werk van een ander dan voor jezelf uit te vinden welke engelen in jezelf huizen. Indien techniek werkelijk het belangrijkste zou zijn in de kunst dan zouden we op de eerste plaats als model in het wasmuseum het beeld plaatsen van die gevangene in San Quentin die tachtig jaar van zijn leven eraan besteedde om met tandenstokers een perfecte repliek te bouwen van de Eiffeltoren (op zijn manier wel plezant om te zien). Maar zo werkt het niet in de kunst. Eenvoudig gezegd: in kunst zijn ideeën belangrijker dan techniek. Jazeker is er een verschil tussen kunst en ambacht – hoe juist het ook is dat beide termen ondergesneeuwd zijn door allerlei onduidelijke definities. Hierdoor is het quasi onmogelijk een duidelijk onderscheid tussen beide te maken. Denk aan ambacht en dan denk je wellicht aan meubels gemaakt door Sam Maloof of handgemaakte pronkkledij uit de Renaissance of nog aan andere zaken van voor de industriële revolutie. Denk je aan kunst dan denk je aan Oorlog en Vrede, aan Beethovens Concerto, aan de Mona Lisa. Zowel in kunst als in ambacht kom je mooie dingen tegen, merkwaardige zaken, soms zelfs nuttig en bij nader toezien is het onderscheid perfect duidelijk. Maar, is de Mona Lisa echte kunst? Wat zeg je dan van een perfecte kopie van de Mona Lisa? Deze (zo listige) vergelijking trekt de aandacht
5 op he feit dat het erg moeilijk is, misschien wel onmogelijk, een kunstwerk op zichzelf te beoordelen: ‘dit is kunst’ of ‘dit is ambacht’. Dit onderscheid maken gelijkt op het vergelijken van twee verschillende werken gemaakt door één zelfde persoon. Feitelijk is kunst niet in de dingen zelf te zoeken maar wel in het verband tussen de dingen. Het is bijvoorbeeld conceptueel moeilijker twee kunstwerken te vergelijken dan twee ambachtelijke werken. Kunst is minder bewerkt maar zeker veel meer innovatief dan ambacht. De verschillen tussen vijf Steinway vleugelpiano’s, ambachtelijk van uitzonderlijk niveau, zijn klein in vergelijking met de verschillen tussen vijf Pianoconcerten van Beerthoven die je op die instrumenten kunt uitvoeren. Een ambachtelijk werk is gemaakt naar een vooraf bepaalde vorm, soms een erg moeilijke vorm die jarenlange opleiding vraagt om die vorm te kunnen realiseren. Het is verrassend vast te stellen dat de echt waardevolle violen gebouwd werden in één korte periode door slechts enkele vioolbouwers die niet ver van elkaar woonden. Dat alles in een afgelegen Italiaans dorpje, drie eeuwen terug. Wat Antonio Stradivarius en zijn helpers realiseerden illustreert een groot verschil tussen ambacht en kunst: in ambacht is perfectie mogelijk. In dit opzicht is er een nauwe verwantschap tussen Westers ambacht en de Oosterse opvatting van kunst. In Oosterse culturen zet de kunst plichtsgetrouw een traditie voort van een geëerde oude Meester. In het Westen kiest men voor afgeleide verwante werken. Het is eigenaardig dat de meeste kunstwerken met de tijd evolueren van kunst naar ambacht. Op dezelfde manier als verbeelding vertrekt van één enkele visie en ze vervolledigt, zijn de vondsten van de kunstenaars heel vroeg pril aanwezig maar duurt het een leven lang om die vondsten uit te werken en te raffineren. Zo zegt ook het ZEN-spreekwoord: ‘Voor de beginner openen zich vele wegen, voor wie onderweg is, zeer weinig.’ Op gelijk welk punt langs dit pad is het als kunstenaar je taak het ambachtelijke tot zijn limieten te drijven – je er niet door te laten vangen. De val is de perfectie. DE ENIGE REDEN WAAROM ELK VAN JE WERKEN VAN ZIJN VOORGAANDE MOET VERSCHILLEN IS DAT OP DE WEG NAAR KUNSTENAARSCHAP TELKENS NIEUWE EN ORIGINELE VERGEZICHTEN MOETEN GEOPEND WORDEN. HET VERSCHIL TUSSEN KUNST EN AMBACHT LIGT NIET IN DE WERKTUIGEN DIE JE HANTEERT MAAR IN DE VISIE DIE DIE HANDEN DIRIGEERT. VOOR DE AMBACHTSMAN IS HET AMBACHT EEN DOEL OP ZICHZELF. VOOR WIE KUNSTENAAR WIL ZIJN IS HET AMBACHT EEN MIDDEL OM EEN VISIE UIT TE DRUKKEN. AMBACHT IS DE ZICHTBARE KANT VAN KUNST.
6 3. Citaten (21) CITATEN... WIE IS WIE? (21) Ter inleiding Originaliteit of oorspronkelijkheid leunt dicht aan bij creativiteit. Sedert vooral de negentiende eeuw is originaliteit een grote conditio sine qua non geworden om kunst met een ernstige "K" af te leveren. "Originaliteit is echt belangrijk", aldus de in 1962 geboren Canadees-Amerikaanse acteur Jim Carrey. Oorspronkelijkheid impliceert ook zelfstandigheid : de kunstena(a)r(es) moet zijn of haar persoonlijkheid in volle vrijheid kunnen ontwikkelen om zo met eigen visies over theorie en praktijk voor de dag te komen. "Originaliteit begint in onze reactie op de loop der dingen, met name op die dingen die ons hard treffen." Zo schreef de Amerikaanse socioloog Charles Cooley (1864-1929). Zijn landgenoot Ralp Waldo Emerson had enige tijd voordien volgende definitie neergepend : "Wat is originaliteit? Het is zichzelf zijn en nauwkeurig verslag uitbrengen van wat men ziet en is." Bijdrage 21 : vijf citaten in verband met ORIGINALITEIT 21.1 "Gezochte originaliteit is een veel nagestreefde ongerijmdheid." (Cornelis Johannes Wijnaendts Francken) C.J. Wijnaendts Francken, zoon van een Rotterdamse predikant, leefde van 1863 tot 1944. Hij doctoreerde in de plant- en dierkunde en werd leraar. Naderhand vatte hij aan een viertal buitenlandse universiteiten verdere studies aan : ethiek, filosofie en psychologie. Hij huwde in 1897 met een vrouw die actief was in de strijd voor gelijke rechten. Kort nadien werd hij lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Maar het paar ging later uiteen. Cornelis Johannes ontwikkelde zich intussen meer en meer tot auteur. Daarbij bestreek hij een breed gamma aan thema's, zelfs over alpinisme (één van zijn hobby's). Hij realiseerde in 1933 zelf een verzameling van een groot deel van zijn geschriften. Twee jaren nadien stelde hij in het kader van de hogervernoemde Maatschappij een speciale tweejaarlijkse literatuurprijs in : de Dr. Wijnaendts Francken-prijs. De titels van zijn werken tonen de sectoren waarin hij zich specialiseerde. Denken wij maar aan 'Het boeddhisme en zijn wereldbeschouwing' (1897), of 'Psychologische omtrekken' (1900) of 'Inleiding tot de wijsbegeerte' (1905). In 1933 werd hij omwille van zijn literaire bijdragen gelauwerd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Deze orde bestaat nog altijd, dateert van 1815 en heeft als
7 doel verdienstelijke mensen (onder andere op vlak van kunsten en wetenschappen) een onderscheiding te bezorgen. Ridder is de derdegraads rang in de orde. 21.2 "Onze originaliteit danken we grotendeels aan het stempel dat de tijd op onze gevoelsbelevenissen drukt." (Charles Baudelaire) De geboren Parijzenaar Charles Pierre Baudelaire (1821-1867) komt in zo wat alle cursussen literatuur voor. Hij verloor vroegtijdig zijn vader en leefde nadien met zijn (nieuwe) stiefpa permanent op gespannen voet. Studeren duurde niet lang en weldra ging Baudelaire de zwerverstoer op. Stijgende schulden dwongen hem tot vast werk in de journalistiek, onder meer als kunstcriticus. In de jaren 1840 startte hij zijn meest gekende dichtbundel 'Les fleurs du mal' (veel later, in 1857, verschenen) en ontwikkelde hij een stevig atheïsme en een progressieve politieke houding. Onder invloed van de in 1849 overleden Amerikaanse schrijver-dichter Edgar Allen Poe (amper 40 jaar oud) werd hij gematigder en zocht hij in de poëzie vooral het aspect 'schoonheid'. Decadentie en zwartgalligheid typeerden deze grote Franse dichter. Zo was de titel van zijn in 1869 verschenen bundel veelzeggend : 'Le spleen de Paris'. Met de term 'spleen' wordt in de letterkunde een soort lichte depressieve gemoedstoestand bedoeld, typisch voor de gevoelsvolle romantiek. Niet te verwonderen dat hij ook lichamelijk aftakelde en uiteindelijk in zijn geboortestad vroegtijdig overleed : in 1867 was hij amper 46 jaar oud. Maar zijn poëzie overleefde wel : vaak als symbolistisch afgeschilderd, waarbij inhoud en vorm één geheel vormden. Maar in feite was Baudelaire veel meer kenmerken rijk, dit onder andere van romantiek over realisme tot modernisme. 21.3 "Originaliteit is niet te zien in enkele woorden of zelfs in zinnen. Originaliteit is de optelsom van het denken van een man in zijn schrijven." Singer) (Isaac Bashevis Eigenlijk heette deze Poolse schrijver Isaac Hertz Singer. Geboren in 1902 ging hij in 1923 terug naar zijn geboortestad Warschau om er te werken voor het Jiddische tijdschrift van zijn broer. Jiddisch is een Germaanse taal die de Hebreeuwse letters gebruikt zonder verder met deze laatste verwant te zijn. Enkele miljoenen Joden hanteren deze taal. Als gevolg van het opkomende Duitse antisemitisme na 1933 trok hij naar de VS en werd er journalist. Hij ontwikkelde er een veelzijdige literaire activiteit : romans, autobiografische geschriften (memoires) , toneelwerken, kinderverhalen. Zijn Pools verleden, de holocaust, de botsing tussen progressief en conservatief, de tegenstelling geloof-ongeloof en nog andere thema's bezorgden hem een ruim lezerspubliek. Zijn roman 'Satan in Goray' betekende in 1935 zijn grote doorbraak. In de jaren 1960 verwierf hij faam met twee sterke romans : 'The manor' (1967) en 'The
8 estate' (1969). Niet te verwonderen dat hij onderscheiden werd met de Nobelprijs voor Literatuur (1978). In 1983 was Barbara Streisand de centrale figuur bij de verfilming van zijn kortverhaal 'Yentl'. 'Schaduwen aan de Hudson' was zijn laatste grote roman (1998). Hij was dan reeds enige tijd overleden te Miami in de Amerikaanse staat Florida (1991). Singer werd vooral gewaardeerd omdat hij zich ondanks zijn PoolsJoodse afkomst toch op universele thema's richtte. 21.4 "Originaliteit is zelfstandigheid: men kan oude gedachten origineel en nieuwe zeer onzelfstandig onder woorden brengen." (Ernst Hohenemser) De fijnzinnige Duitse schrijver Ernst Hohenemser werd geboren te Mannheim in 1870. Hij was een veelzijdig geïnteresseerde jongeling die naast rechten ook filosofie en esthetica studeerde. Uiteindelijk haalde hij aan de universiteit van Heidelberg zijn grootste promotie met zijn eindwerk over de wijsbegeerte van zijn landgenoot Gottfried Wilhelm Leibniz. Deze laatste was één van de belangrijkste filosofen van de zeventiende eeuw (1646-1716). Met zijn optimistisch rationalisme wordt Leibniz beschouwd als een beïnvloeder van de Verlichting in de achttiende eeuw. Maar Hohenemser toonde zich op veel vlakken beslagen en richtte zich meer op meer op de kunsten en de letterkunde. Hij werd tot ver buiten zijn land bekend voor zijn gigantisch verzamelwerk 'Aphorismen' dat in 1918 verscheen. Naderhand kreeg Hohenemser een nieuwe roeping : hij voelde zich aangetrokken tot het vertalen van Latijnse auteurs (zoals onder meer Ovidius), ging te Rome wonen en publiceerde er naast zijn vertaalwerk ook meerdere reisgidsen. Maar uiteindelijk waren het vooral zijn aforismen die hem onvergetelijk maakten. Nog enkele bekende voorbeelden? "Het boek is de vriend van de lezer, maar de lezer is de vijand van het boek.", of : "Wie gezag wil hebben, moet voor alles kunnen zwijgen.", of : "Niemand beklaagt zich over de onrechtvaardigheden waaraan hij voordelen heeft." en : "Een goede gedachte past in ieder wijsgerig stelsel." Ernst Hohenemser overleed in 1954 op 84-jarige leeftijd in zijn geboortestad Mannheim. 21.5 "Originaliteit : proberen te doen zoals iedereen zonder daarin te slagen." (Raymond Radiguet) De Franse auteur Raymond Radiguet was amper 20 jaar toen hij einde 1923, geveld door buiktyfus, te Parijs overleed. Op dat ogenblik was zijn faam als dichter-schrijver reeds gevestigd. In 1923 maakte hij nog de publicatie mee van zijn roman 'Le diable au corps'. Dit werk, bij ons vertaald als 'Van de liefde bezeten', geraakte vlug in de schandaalsfeer omwille van het uitgewerkte thema : de relatie tussen een vrouw van wie de man aan het front verblijft en een jonge student. Na zijn dood verscheen nog een tweede roman (1924) : 'Le bal du comte d'Orgel' waarin hij op een fijngevoelige
9 wijze een driehoeksrelatie als onderwerp behandelde. Tijdens zijn korte leven leerde Radiguet meerdere dichters, kunstenaars, schrijvers, musici en denkers kennen. Zo had Jean Cocteau meteen door wat voor een literair goudhaantje Radiguet wel was. Die twee stichtten trouwens in 1920 het tijdschrift 'Le Cocq'. Van de bijzonder jong gestorven Fransman zijn een viertal gedichtenbundels overgebleven : van 'Les joues en feu' (1920) en 'Devoirs de vacances' (1921) maakte hij de publicatie mee, terwijl 'Vers libres' en 'Jeux innocents' na zijn dood verschenen. Stef Declerck, Poperinge 4. Ons aller Illias (3) Vertaling Ben Bijnsdorp 1, 223 - 244: Verbaal geweld voortgezet. Achilles (Peleïde) vaart uit tegen Agamemnon (Atreïde) Peleus' zoon sprak daarop weer in krenkende taal tot de Atreïde en bracht zijn toorn niet tot bedaren: "Zuipschuit met je hondsogen en je hertenhart, 230 nooit durf je het aan om met het krijgsvolk je te wapenen tot de oorlog of een hinderlaag te leggen samen met de beste Grieken: dat schijnt jou je dood te betekenen. Nee, jouw voorkeur gaat er naar uit in het scheepskamp der Grieken geschenken af te troggelen van wie jou maar tegenspreekt, 235 een volkuitzuigend vorstje ben je, omdat je over slappelingen heerst; maar reken maar, Atreïde, dat je nu voor het laatst hebt gehoond. Bij deze verzeker ik je met een grote eed erbij: bij deze scepter hier, die nooit meer bladeren en twijgen zal krijgen, nu hij eenmaal zijn tronk in de bergen verlaten heeft, 240 en niet meer zal opbloeien - het mes heeft hem immers rondom ontdaan van zijn blad en zijn bast: en nu dragen de zonen der Grieken hem in hun handen als rechters die de verordeningen handhaven onder de hoede van Zeus; dit zal werkelijk een dure eed zijn: ooit zal het gemis van Achilleus de zonen der Grieken overvallen
10 ja allen: maar dan zal jij niet in staat zijn te helpen ook al knaagt het aan je, wanneer velen ten prooi vallen en sneuvelen door de moordende Hektor: dan zal jij je hart openrijten in woede dat je de beste der Grieken niet respecteerde..." 1, 245 - 284: Nestor probeert te bemiddelen. 250 - Zo sprak de Peleïde, en smeet de scepter met zijn gouden knoppen tegen de grond en zelf ging hij weer zitten. En van zijn kant bleef Agamemnon tieren. Maar kalmerend stond in hun midden Nestor op, aanvoerder der Pyliërs met heldere stem, Uit zijn mond placht een stemgeluid te komen, zoeter dan honing, hij had al twee generaties overleefd van sterfelijke mensen, 255 die eerder waren geboren en met hem mee opgroeiden in het verheven Pylos, nu was hij vorst over het derde geslacht: hen welgezind nam hij het woord en sprak in de bijeenkomst: "Ach toch, heus een groot onheil treft het land van de Grieken: reken maar dat Priamos en zijn zonen 260 en ook de andere Trojanen in hun vuistje zullen lachen, als zij dit alles zullen vernemen over het geruzie van jullie twee, die toch uitsteken boven de andere Grieken in beraad en in strijd. Luister toch: jullie beiden zijn jonger dan ik, want ik ging al om met belangrijker mensen dan jullie 265 en toch versmaadden die mij nooit. Want nog niet maakte ik mannen mee, en zal dat niet meer beleven, van een statuur als Peirithoös en Druas, de krijgsheer, en Kaineus en Exadios en de godgelijke Polyfemos en Theseus, Aigeus' zoon, opwegend tegen de onsterfelijken: 270 zij waren de krachtigsten van de mensen op aarde, de krachtigsten, ja, en zij streden tegen de sterksten, tegen wilde bergbewoners en rekenden definitief met hen af. Werkelijk, ik ging met hen om, gekomen uit Pylos, van ver uit een afgelegen streek, zij hadden mij zelf ontboden. 275 en ik nam mijn eigen plaats in de strijd in: tegen die geweldenaars zou wel niemand het op durven nemen van wie nu leven;
11 maar zij namen mijn adviezen ter harte en gaven gehoor aan mijn raad: dus ook jullie moeten dat doen, want dat is het beste. Jij, ook al ben je nog zo machtig, neem hem hier het meisje niet af, 280 maar laat het zo, nu de zonen der Grieken haar als eergave schonken; en jij, zoon van Peleus, houd op de vorst te provoceren met tegenwerking, nog nooit immers werd een scepterdragende vorst, aan wie Zeus roem schenkt, een gelijke eer deelachtig. En als je de sterkste bent (een godin was je moeder) hij is toch je meerdere, omdat hij meer onderdanen heeft. Atride, bedaar je emoties, en ik vraag je: laat je woede varen tegenover Achilleus, die toch voor alle Grieken een groot bolwerk betekent in de verderfelijke oorlog. 1, 285 - 317: Achilleus dreigt zich buiten de oorlog te houden . -Maar ten antwoord sprak tot hem de machtige Agamemnon: "Ja, dat zei jij, grijsaard, allemaal terecht, maar deze man wil zich boven alle anderen plaatsen, allen wil hij tiranniseren, allen knechten, allen zijn wil opleggen, maar ik denk dat één iemand zich daar niet in zal schikken! 290 Ook al hebben de eeuwige goden hem dan een geducht krijger gemaakt, staan zij hem daarom toe schimpend te schelden?" - Hem viel de stralende Achilleus daarop in de rede: "Werkelijk zou ik een lafaard en nietswaardig heten, als ik voor jou zou wijken in alle gedrag, dat jij aangeeft: deel die bevelen maar aan anderen uit maar leg mij niet je wil op; 300 want ik, ik ben niet van plan naar jouw pijpen te dansen. Ik zeg je trouwens nog iets anders, knoop dat goed in je oren: met m'n vuisten zal ik niet met jou een gevecht aangaan om het meisje, met jou niet, noch met 'n ander, nu jullie me afpakken wat je me gaf, maar van de rest wat ik heb bij m'n snelle, donkere schip, 305 daarvan zal niemand tegen mijn zin ook maar iets stelen; kom op, probeer het maar dan zal iedereen hier zien hoe snel jouw donkere bloed om mijn lans gutsen zal." - Zo stonden zij tegenover elkaar in een woordentwist, en ontbonden de vergadering bij de schepen der Grieken.
12 310 - Peleus' zoon, nu, liep naar de tenten bij de evenwichtige schepen en met hem de zoon van Menoitios en hun vrienden; maar Atreus' zoon liet een snel schip de zee in trekken en koos daarvoor twintig roeiers, en bracht een offer aan boord voor de godheid, en aan boord liet hij Chryseïs met haar mooie wangen 315 plaatsnemen en als leider stapte de listenrijke Odysseus in. - Toen zij nu ingescheept waren, bevoeren zij de vochtige paden, maar Atreus' zoon beval de strijders zich te reinigen; zij deden dat en spoelden het vuil af in zee; en aan Apollo brachten zij zuivere offers van stieren en geiten langs het strand van de onafzienbare zee en kronkelend in de rook steeg de vetdamp naar de hemel. 5. Gehoord, gelezen, gezien (15) Het weten of overwegen waard... of niet? Ter inleiding Wie belangstelling heeft voor cultuur staat ook open voor de maatschappij en de wereld waarin hij of zij leeft. In deze rubriek 'Gehoord, gezien, gelezen' speuren wij sedert vorig jaar interessante berichten over die leefwereld op. Wij vermelden daarbij uiteraard telkens onze geschreven bron en de oorspronkelijke auteur. 15.01 TENTOONSTELLING ADRIAEN BROUWER. In 'Knack' verscheen een kleine naamloze voorstelling van de tentoonstelling over Adriaen Brouwer die te Oudenaarde loopt tot 16 december 2018. De titel was : 'Tussen Rubens en Rembrandt : Adriaen Brouwer, meester van emoties'. "Het Museum van Oudenaarde en de Vlaamse Ardennen (het MOU, Markt 1) organiseert van 15 september tot en met 16 december 2018 een prestigieuze tentoonstelling gewijd aan het leven en werk van de 17de-eeuwse Oudenaardse schilder Adriaen Brouwer. Voor de eerste keer zullen de werken van Adriaen Brouwer te zien zijn in Oudenaarde, de geboortestad van de kunstenaar. Adriaen Brouwer was een van de belangrijkste Vlaamse schilders uit de barokperiode en werd geboren in Oudenaarde in circa 1604 als zoon van een kartonschilder van Oudenaardse wandtapijten. Ondanks zijn roem in eigen tijd geniet Brouwer vandaag (nog) niet de
13 bekendheid van tijdgenoten als Rubens of van Dyck." Voor meer info : adriaenbrouwer.be. 15.02 VOEDSELVERGIFTIGING. In haar artikel ‘Hap maakt ziek’ had Elise Rummens het in ‘Leef’ over het verschijnsel ‘voedselvergiftiging’. Enkele ideeën hieruit : “Een voedselvergiftiging is een maag-darmontsteking door iets te eten dat besmet is met een bacterie, virus, parasiet of gifstof (toxine). Vaak zijn bacteriën de boosdoener. Ze zijn al in rauw voedsel aanwezig, maar maken je meestal niet ziek. Als je iets te lang of te warm bewaart, kunnen ze zich vermenigvuldigen en kun je ziek worden. Ze kunnen ook in je eten belanden door beperkte hygiëne. Is een virus of parasiet de oorzaak, dan komt dat meestal door een slecht handhygiëne, hoesten of niezen. Ook toxines afkomstig van bacteriën of schimmels kunnen je ziek maken. Doorgaans krijg je klachten binnen de 24 uur. Je kunt buikpijn, krampen of diarree krijgen, misselijk zijn of braken. Soms voel je je duizelig, heb je hoofdpijn, spierpijn of koorts. In uitzonderlijke gevallen kun je last krijgen van bloederige, slijmerige diarree. Hoe kun je het voorkomen? Was je handen voor je eten aanraakt en na een toiletbezoek. Vervang regelmatig handdoeken, vodden en sponsjes. Hou je keuken en je materiaal proper. Was rauwe groenten en fruit. Gebruik apart materiaal voor vlees en vis en voor groenten. Zorg dat eten goed warm is en helemaal gaar. Bewaar etenswaren fris. Ontdooi niet op kamertemperatuur en zet restjes na uiterlijk twee uur in de koelkast. Bewaar ze afgedekt en niet langer dan twee dagen. Maak de koelkast geregeld proper. Bewaar producten niet langer dan drie maanden in de diepvries. Laat etenswaren niet in de warmte staan.” 15.03 KINDERRECHTENCOMMISSARIAAT TWINTIG. Midden 2018 bestond het commissariaat voor kinderrechten twintig jaar. In 'Kerk en Leven' vertelde Patrick Verstuyft hierover het volgende : "Dinsdag 16 juni 1998 was de eerste werkdag van de eerste Vlaamse Kinderrechtencommissaris, Ankie Vandekerckhove. Zij legde de fundamenten van het Kinderrechtencommissariaat waarop Bruno Vanobbergen vanaf 2009 voortbouwde. Zoals decretaal bepaald, zal Vanobbergen in 2019, na twee mandaten van vijf jaar, op zijn beurt de fakkel doorgeven. De taak van de kinderrechtencommissaris bestaat erin onder meer toe te zien op de naleving van het internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind en op te treden 'als vertolker van de rechten, de belangen en de noden van het kind'. Daarin staat die commissaris niet alleen. Vanobbergen hierover : "In ons ombuds- en advieswerk ontmoeten we mensen en organisaties uit het onderwijs, de
14 jeugdhulp, de sport, de opvang en begeleiding van vluchtelingen, die voor kinderen en jongeren belangrijk zijn." 15.04 DE MARETAK. Een plant die tot de verbeelding spreekt, aldus Ludo Hugaerts een aantal jaren geleden in 'Plus Magazine' : "De wintergroene maretak leeft als een halve parasiet in hoge bomen, vooral in populieren, berken en hoogstamfruitbomen. De plant vormt een bol van takjes en lederachtige blaadjes en vestigt zich in de scheuren en gaten van boomstammen. De gastheerboom moet zijn water- en zoutenvoorraad delen, maar heeft verder niet veel last van zijn gasten. Eigenlijk is de soort nog altijd een even vreemd wonder als in de tijd van de druïden. Zo is al vaak geprobeerd om ze uit zaad op te kweken in potgrond, maar dat is nog nooit gelukt. En in de winter blijft een kale boom met bollen groene maretak een vreemd gezicht. Vooral omdat de plant juist dan bloeit en bessen krijgt, terwijl de rest van de natuur dood is. Dat moet dus wel een heilige en beschermende plant zijn, dachten de Kelten en de Germanen. Op de midwinterzonnewende (omstreeks 21 december) moest de druïde in een eik klauteren om met een gouden sikkel maretakken af te snijden. Daarna slachtte hij een offerdier voor Freya, de godin van de vruchtbaarheid, dompelde hij de maretak in water en besprenkelde hij de mensen en het vee om ze te beschermen tegen ziekten en onheil." 15.05 LATERE SCHOOLSTART, BETERE RESULTATEN. Middelbare scholen die pas om halfnegen of later starten, hebben hogere aanwezigheidscijfers en slaagpercentages. In 'Eos' wist Liesbeth Gijsel er meer over : "Vlaamse middelbare scholen kunnen, als ze dat willen, al om acht uur 's ochtends starten met de lessen. Zo krijg je veel slaperige pubers in de schoolbanken. Of net niet, als die zich liever nog eens omdraaien in bed en daardoor de bus naar school missen. Vanaf de puberteit verandert het bioritme, waardoor tieners pas laat in slaap vallen en 's morgens niet uit bed raken. In de Verenigde Staten wijst een experiment uit dat middelbare scholen die hun startuur verschuiven naar halfnegen of later daarmee de aanwezigheidsgraad en de resultaten van hun leerlingen opkrikken. Twee jaar na de wijziging behaalde gemiddeld 88 procent van de leerlingen hun diploma. Voordien was dat 79 procent. De studie omvatte 30.000 leerlingen en 29 middelbare scholen. Ook bij ons gaan stemmen op om de middelbare school later te laten starten. Andere experts menen dan weer dat dit weinig zal uithalen, omdat tieners al snel hun ritme zullen aanpassen en nog later naar bed zullen gaan. Een tussenoplossing zou erin bestaan examens en toetsen niet in het eerste lesuur te plannen, maar later op de dag, wanneer de leerlingen al wat wakkerder zijn."
15 15.06 WEEKEND IN SAINT-OMER. Onder de titel 'Frankrijk op zijn Vlaams' hield Renilde Bleys voor 'Check' halt te Saint-Omer (Sint-Omaars). De opening van haar bijdrage : "Referenties naar de Vlaamse verbondenheid zijn nooit ver weg in dit deel van Frankrijk. Dorpjes met een Vlaamse naam, wapenschilden met een Vlaamse leeuw, familienamen die verwijzen naar Vlaamse voorouders en heel wat café- en straatnamen met een Vlaamse ondertoon. In de tiende eeuw was Saint-Omer en omgeving bezit van de graven van Vlaanderen en bloeide er de lakenindustrie. De eerste graaf (Boudewijn) lag begraven in de abdij van Saint-Bertin, nu niet meer dan een ruïne, maar wat er staat, getuigt dat het ooit een bijzonder imposant gebouwencomplex is geweest. De abdij gold als een van de meest invloedrijke in Noordwest-Europa. Fraaie restanten van de mozaïekvloeren en tegels zijn te zien in het Sandelinmuseum. Voor een stadje met 15.000 inwoners is dit een behoorlijk rijk museum. De kelder met de middeleeuwse artefacten, de voet van een kruisbeeld met ingelegd email dat door kenners als een absoluut topstuk wordt omschreven, heel veel keramiek, oude wapens en een bijzondere collectie van oude pijpen. Van het museum is het slechts enkele passen naar de gotische kathedraal, momenteel deels in de steigers, waar behalve een Rubens ook de graftombe van Sint-Erkembodo te vinden is. Op de tombe heel veel kinderschoentjes, daar geplaatst door ouders die de heilige aanroepen wanneer hun kleintje moeilijkheden heeft bij het (leren) lopen. 15.07 PIONIERENDE PRIVEDETECTIVES. In de rubriek 'Maatschappij' in het Nederlandse 'Quest Braintainment' had Mark Traa het over de allereerste detectives : "In 1833 opende Eugène François Vidocq in Parijs 's werelds eerste particuliere recherchebureau : Le Bureau des Renseignements (Het Bureau voor Inlichtingen). Vidocq, die zelf bepaald geen schoon strafblad had, werkte onder meer met exveroordeelden om oplichters te kunnen ontmaskeren. Omdat het bureau het vaak niet zo nauw nam met de regels, had Vidocq het veelvuldig aan de stok met de politie. Toch zou hij worden beschouwd als een grondlegger van de criminologie. Vidocq gebruikte bijvoorbeeld als eerste gips om voetafdrukken te bewaren. 's Werelds grootste en bekendste detectivebureau was het Amerikaanse Pinkerton, opgericht in 1850. Het werd snel beroemd nadat het een aanslag op de president Abraham Lincoln verijdelde in 1861. Pinkertons agenten vormden op den duur de omvangrijkste 'privépolitiemacht' ooit. Het recherchebedrijf werd op grote schaal ingehuurd door het bedrijfsleven. Ze werden ingezet om stakingen in bedrijven te ondermijnen, maar bijvoorbeeld ook om voortvluchtige misdadigers te vinden en om de president te beveiligen." Stef Declerck, Poperinge
16 6. De Enige Vrouw in Renaissance’s Bekendste Kunsthistorische Verslaggeving: Properzia de’ Rossi Karen Chernick Properzia de’ Rossi, Grassi Family Coat of Arms at the Museo Civico Medievale, Bologna, c. 1510-30. Courtesy of Irene Graziani at the University of Bologna. Detail of St. Peter in Properzia de’ Rossi, Grassi Family Coat of Arms at the Museo Civico Medievale, Bologna, c. 1510-30. Courtesy of Irene Graziani at the University of Bologna. Een eigenaardig zilveren voorwerp schittert tussen allerlei geëxposeerde genealogische attributen en sieraden uit Muranoglas in Bologna’s Museo Civico Medievale. Portrait of Properzia de’ Rossi in Giorgio Vasari, Le vite de’ più eccellenti pittori, scultori e architettori, Firenze, 1568. Courtesy of Irene Graziani at the University of Bologna.
17 Het behoort bij de familie De Rossi onder de benaming ‘Wapenschild van de Familie Grassi’ (ca. 1510–30), een familiestuk uitgewerkt in filigraan, ingelegd met 11 vierkante stenen waarop langs de ene kant de apostelen uitgesneden zijn en langs de andere kant vrouwelijke heiligen. Kunsthistorici bewonderen de fijn uitgewerkte sculpturen maar kunsthandelaars taxeren ze niet naar grote waarde. Bewuste stenen zijn van de soort die we aantreffen in perziken, pruimen, en kersen. Beeldhouwen in fruitpitten werd in de Renaissance inderdaad beoefend al kwam dit niet zo heel veel voor. Gelijkaardige kleinschalige kunstwerkjes kan men gaan zien in het Grünes Gewölbe museum in Dresden en in het Museo degli Argenti in Firenze. In de vroege 16° eeuw in Italië was de’ Rossi de enige artieste die gekend was om haar vaardigheid met vruchtpitten als medium. Als persoon was ze al even uitzonderlijk als de materialen die ze bewerkte in het begin van haar kunstenaarsloopbaan. Er zijn maar schaarse details gekend over de’ Rossi. De meeste tijd van haar 40-jarig leven (1490-1530) bracht ze door in Bologna, waar veel vrouwelijke Renaissancekunstenaars woonden. Waarschijnlijk begon ze haar carrière met beeldhouwen in vruchtenpitten uit financiële noodzaak – de gebruikelijke materialen bleken te kostelijk te zijn. Later echter werkte ze in marmer en tenslotte zette ze zich aan het etsen. “Wegens haar grillig en tegelijk zeer toegewijd karakter begon ze in perzikpitten te snijden,” schreef de Italiaanse kunsthistoricus Giorgio Vasari in zijn canonieke verzameling van biografieën van Renaissancekunstenaars, Levens van de Meest bekende Schilders, Beeldhouwers en Architecten (1550). “Ze slaagde hierin zo goed en met een zo groot geduld dat het werkelijk uitzonderlijke stukken werden, de moeite ze te behouden niet enkel voor de subtiliteit van het werk maar ook voor de levendigheid die ze in die kleine figuurtjes legde en de delicatesse waarmee ze deze componeerde.” Het Wapenschild van de Grassi Family is een van de enige twee overblijvende werken van de’ Rossi. Naast haar perzikstenenkeus als materiaal, onderscheidde ze zich als enige vrouw onder 142 kunstenaars via een hoofdstuk aan haar gewijd in Vasari’s eerste editie. (De tweede editie, gepubliceerd in 1568, behandelde wat meer vrouwen maar dan alleen in een aanhangsel aan de Rossi’s biografie en andere hoofdstukken betreffende mannelijke artiesten.) Haar vermelding door Rossi was zeer uitzonderlijk want tegelijk met haar waren zowat 25 vrouwelijke artiesten professioneel bezig in Italië. “Vrouwelijke artiesten kwamen niet veel voor maar vrouwelijke beeldhouwers waren echt uitzonderlijk” schreef Babette Bohn die hoogleraar was in de kunstgeschiedenis aan de Texas Christian University en het boek schreef Women Artists, Their Patrons,
18 and Their Publics in Early Modern Bologna. “Vasari vernoemde haar in zijn werk eerder als curiositeit, als anomalie die toch enige aandacht verdiende.” Hij classeerde de’ Rossi als een buitenbeentje, maar hedendaagse onderzoekers zijn er nu meer op belust details uit haar loopbaan uit te vissen waar hij overheen gekeken heeft. “Over Properzia de’Rossi’s [artistieke] ontwikkeling is jammer genoeg weinig bekend,”schreef Irene Graziani, hoogleraar in de kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Bologna en mede-auteur van Properzia de’ Rossi: Una scultrice a Bologna nell’ eta di Carlo V (2008). “Hoe ze leerde etsen is ook al mysterieus.” “Het echte mysterie,” zegt Bohn, “is niet zozeer waarom ze goedkope, gemakkelijk te bereiken fruitpitten verkoos, maar wel hoe ze leerde beeldhouwen en in staat was in marmer te kappen.” Vasari verwaarloosde details te vermelden over de’ Rossi’s opleiding, dit niettegenstaande het feit dat hij gewoon was deze informatie toe te voegen aan de beschrijving van een artistieke levensloop. Zelf vergeet hij te vermelden hoe ze ertoe kwam van haar vruchtpittentechniek over te stappen naar voldragen marmerwerken die haar opgedragen werden om de voorgevel te versieren van de Basilica di San Petronio in Bologna, zonder uit te leggen hoe ze hiertoe de nodige bijzondere vaardigheid kon verwerven. Properzia de’ Rossi, Joseph and Potiphar's Wife at the Basilica di San Petronio Museum, Bologna, 1525-26. Courtesy of Irene Graziani at the University of Bologna.
19 Van deze in opdracht gemaakte sculpturen wordt slechts een toegeschreven aan de’ Rossi: Jozef end e Vrouw van Putiphar Wife (1525–26). Dit bas-reliëf beschrijft in marmer het verhaal waarin Jozef als slaaf ontsnapt aan avances van de vrouw van zijn eigenaar. Graziani interpreteerde deze sculptuur als een evidentie dat de’ Rossi haar inspiratie kreeg van andere kunstenaars. Hij doet hierbij beroep op de bekende ritmische opeenvolgingen van verticalen en diagonalen bij Rafaël, op de tederheid in de werken van Correggio en op de anatomisch correcte aan Michelangelo verwante afwerking van de armen. “Het is reeds een werk in moderne stijl”, verklaarde hij,” typisch voor de synthese waaruit een beeldhouwer zijn expressie opbouwt door verschillende modellen te versmelten en aldus iets persoonlijks te maken.” Vasari, van zijn kant, bekeek het sexistisch en verklaarde het reliëf als een autobiografische expressie van de’ Rossi’s onbeantwoorde liefde van een onbekende jonge man. Bij het aanvullend onderzoek van Vasari’s biografie van de’ Rossi, vond men een spoor van nieuwe informatie uit onverdachte bron: de criminele verslagen van Bologna. De’ Rossi moest tweemaal voor het gerecht verschijnen: eerst voor een haar toegeschreven beschadigen van de tuin van haar buurman en later voor aanranding van een andere kunstenaar (die zij verf in het gezicht wierp en hem de ogen probeerde uit te krabben). “Zij was, schijnt het, een talentvolle helleveeg in haar tijd” schreef Fredrika Jacobs, een emeritus kunstgeschiedenisprofessor aan de Virginia Commonwealth University gespecialiseerd in de Italiaanse Renaissance. In acht genomen, hoe zeldzaam in die 16° eeuw vrouwen waren die zich bezig hielden met beeldhouwen, is het niet moeilijk ons in te beelden dat de’ Rossi op zijn minst een soort rebel was. Vasari was zeker niet de enige onder de Renaissancekunst historici die geloofde dat het sierlijke vrouwenlichaam zich niet leende tot wat een fysiek vereist bij het kappen in marmer. “Alles samengenomen,” gaf hij toe in een toevoegsel aan het einde van het de’ Rossi’s hoofdstuk, “haar marmeren beelden tonen aan wat zelfs een vrouw vermag als ze maar talent bezit en vaardigheid.” 7. Het Tempelgebied van Paestum in Magna Graecia Met hoog gespannen verwachtingen die zeker niet beschaamd werden trokken wij op vakantiereis naar Paestum. Paestum is een Oudgrieks tempelgebied bezuiden Napels. Ons werd verteld dat dit het best bewaarde is van wat nog te zien is van de Griekse bouwkunst.
20 Geschiedenis Het zuiden van Italië + de kusten van Sicilië werden ‘Magna Graecia’ (Groot-Griekenland) genoemd wegens de vele stadstaten er gesticht door Griekse kolonisten In de 7° eeuw v.o.t. werden Doriërs door Achaiers uit Sybaris verdreven en stichtten een nieuwe nederzetting: Poseidonia dat later Paistos werd en tenslotte Paestum. Die Doriërs waren kolonisten op het Italiaanse schiereiland en feitelijk afkomstig uit het zuidelijk deel van Griekenland: de Peloponnesos, waarin Sparta de belangrijkste stad was. Achaiers waren ook Grieken maar dan afkomstig uit de streek rond Athene. De Doriërs kennen we als eerder ruwe vechtersbazen, de Achaiers hadden meer cultuur maar voerden niettemin een jarenlange oorlog tegen de KleinAziatische stad Troje. Een Griekse kolonie op Italiaanse kust is vlug gezegd maar hier zien we dan toch dat Grieken erg verschillend kunnen zijn. Dit is ook het geval met Paestum dat weldra Sybaris overtrof. In de loop der eeuwen kwam echter de ene bevolkingsgolf na de vorige overheersen of/en assimileerde zich met de gevestigde inwoners. Na de Grieken kwamen de Italiaanse Lucaniërs en nog eens (273 v.o.t.) later de Romeinen. De Lucaniërs werden vergriekst, de Romeinen hielden vast aan hun eigen taal en oefenden natuurlijk de macht uit. Maar anderzijds namen ze de Griekse cultuur over met inbegrip van hun godsdienst. Het Tempelgebied: werd overstroomd en door planten overgroeid en pas in de 18° eeuw herontdekt. Het omvat burgerlijke gebouwen, tempels en een prachtig museum. 1. De Heilige Weg: loopt over heel de lengte van het tempelgebied. Hij is goed geplaveid en de legende vertelt dat Jason en zijn gezellen (de Argonauten) hier zouden geland zijn en een tempel gebouwd hebben ter ere van de Argive Hera (vrouw van oppergod Zeus) die over de schepelingen op hun avontuurlijke tocht zou gewaakt hebben. Tempels en Heilige Weg
21 2. Het Heroon (ἥρως = held): een klein, deels ondergronds monument dat klassiek was voor Griekse nederzettingen en waarin een held, meestal de stichter van de stad begraven werd. 3. De Heratempel (Basilica) : werd lange tijd als een burgerlijk gebouw aangezien van het type Basilica. De Basilica lag altijd aan het forum van de Romeinse stad. Zij had op de eerste plaats een commerciële functie: het was een gewoonlijk drieledige markthal, bankgebouw en beursgebouw. Daarnaast werd de basilica gebruikt voor de rechtspraak. De vondst van allerlei offergaven en votiefbeeldjes verwijst echter naar Hera, de echtgenote van Zeus. 4. De tempel van Poseidoon (Rom. Neptunus): Deze tempel heeft ons hart gestolen: de Dorische (lomper dan de Ionische) zuilen zijn enorm en dragen nog delen van een tweede verdieping. De zeegod Poseidoon (met zijn drietand) zou weerom gewaakt hebben over Jason en het Argosschip. Vandaar de tempel uit dankbaarheid.
22
23 5. De tempel van Pallas Athena Lans- en schilddragend, gehelmd en geboren uit het hoofd van Zeus, is zij de godin van de zuiverheid (zie de blauwe zuivere Griekse luchten), maar ook van de wijsheid en van oorlog en vrede. Soms wordt de tempel toegeschreven aan de godin Ceres van de vruchtbaarheid. 6. Het Ekklesiasterion De volksvergaderingen grepen plaats in open lucht.
24 7. Het Museum Beschadigde maar ook veel intacte voorwerpen werden in de tempels gevonden ondermeer de metopen van de tempelfries. Metopen zijn basreliëfs afgewisseld met triglyfen-zie fig hieronder
25
26
27 8. ‘ Vreemde ‘ maar Boeiende Composities Postconceptuele Kunst – de categorieën voorbij ‘Veel hedendaagse goede werken ontstaan in het domein van de media. Dit is niet toevallig…We staan aan het begin van een klassenloze maatschappij waarbij opdeling in strenge categorieën echt overbodig wordt.’ Dirk Higgins, ‘Intermedia’ 1965 ‘Musea zijn graven geworden. Alles in het museum geeft een indruk van op sterven na dood. Gedaan met de schilderkunst, het beeldhouwen en de bouwkunst, maar de kunstpraktijk vervolgt haar weg. Kunst vervalt in een verbazende inertie.’ Robert Smithson, ‘Some void Thoughts on museums’ 1967 Maar zoals het ondertussen gegaan is blijkt dat er geen klassenloze maatschappij op handen is en kunst nestelt zich helemaal niet in verbazende inertie. Wij illustreren dit aan de hand van Robert Smithsons eigen werk: ‘Spiral Jetty’. Spiral Jetty betekent ‘spiraalvormige pier’ en het gaat hier niet over een of andere kronkelende aardworm maar wel degelijk over een origineel kunstwerk, een bouwsel waarlangs men een eind de zee in kan wandelen: een pier. Voor de constructie van de Spiral Jetty dumpte Smithson 7000 ton aan zwarte rots, aarde en zoutkristal in het sterk vervuilde meer. Dit monumentale werk is uitgegroeid tot het symbool van de kunstvorm land art De inspiratie hiervoor haalde Smithson bij de Slangenheuvel, een precolumbiaans Indiaans monument in Ohio. De pier is 457 meter lang en ongeveer 4 meter breed. Spiral Jetty gezien vanop Rozel Point Filosofie Een pier in spiraalvorm is evenzeer in tegenspraak met zichzelf als een rechte kurkentrekker, het ontwerp houdt daarom een surrealistisce ironie in. Een bezoeker kon vanaf de oever vertrekken en zo een eind in het meer wandelen. Lopend op de spiraal keerde hij in steeds kleiner wordende cirkels terug om uiteindelijk tot stilstand te komen. De vorm van het werk is raadselachtig, de spiraal suggereert een pulserende beweging die tegelijkertijd uitdijend en inkrimpend is. Robert Smithson zei ooit over dit werk: “uitkijkend over de site, kreeg ik tot aan de horizonten de indruk dat een onbeweeglijke cycloon de ruimte vervulde en scheen heel het landschap als door een aardbeving aangegrepen . Een sluipende aardbeving scheen zich in stilte uit te breiden als in één
28 wervelende beweging. De ruimte roteerde in ontzaglijke cirkels en in dat alles kwam tot mij de sugggestie van de Spiral Jetty. Niets, noch andere inspiraties, noch andere concepties liken zich te kunnen handhaven ten aanzien die overweldigende indruk. Mijn wisselende indrukken van een vast en tegelijk dynamisch gegeven overweldigden mij en wat vast is en vloeibaar wervelde door elkaar.” Smithson beschrijft zijn werk dus als een immobiele cycloon, een slapende aardbeving. Beide duiden op een grote activiteit die tot stilstand is gekomen. Vervolgens heeft de artiest het over hoe het idee voor dit werk is ontstaan, namelijk vanuit de locatie zelf. Hij beschrijft deze als een radarwerk dat zichzelf insluit in immense rondingen. Volgens Smithson zou hieruit de mogelijkheid tot een spiraalvormige pier ontstaan zijn. In de laatste zin van het citaat (My dialectics of site and nonsite whirled into an indeterminate state, where solid and liquid lost themselves in each other.) wordt het samenspel van het kunstwerk en het water eromheen aangehaald. Een staat waarin het vaste en het vloeibare hun betekenis verliezen. Geschiedenis Dit is ook letterlijk gebeurd. Door stijging van het waterniveau en werken aan een naburige dam is de Spiral Jetty volledig onder het water verdwenen. Men kan het nog wel door het water heen zien (de vervuiling is dus sterk teruggedrongen) en op zeldzame momenten wanneer het werk even opduikt boven de oppervlakte. Kunstkritische Betekenis van Robert Smithson Op de eerste plaats breidde hij het veld uit van de sculptuurdiscipline (enlargment of the realm of sculptural space). Dit maakt het automatisch moeilijk zijn werk te plaatsen. Dus vragen we ons af, als zijn werk niet te situeren is, is het dan soms niet zo dat de klassieke indeling van de beeldende kunsten (schilderkunst, beeldhouwkunst, architecturale kunst) een voorbijgestreefde notie is. Dit beweert trouwens ook Smithson: ‘De indeling van kunst in schilderkunst, beeldhouwkunst en bouwkunst is zeer ongelukkig. Elk van deze categorieën is zich meer en meer aan het opsplitsen tot een ware stortvloed van veelheid. Er zijn zowat veertig verschillende vormen van formalistische kunst en honderd varianten van expressionisme te noemen. De musea geraken heirdoor in het nauw gedrevenen dat willen ze zeker niet. In categorieën indelen is een middel, geen doel op zichzelf en als zodanig is het ook maar tijdelijk nodig.’ Het is niet zo dat kunstcritici en – filosofen niet tegemoet gekomen zijn aan het probleem van postconceptuele kunstwerken die zich moeilijk laten classificeren.
29 Rosalind Krauss, in de voetsporen van de Amerikaanse kunstcriticus Clement Greenberg gebruikte reeds in 1979 het uiterste van haar semiotische (zie internet: semiotiek) principes om die zeer specifieke werken te kunnen plaatsen en omschrijven (‘Sculpture in the expanded field’). Met hem ontstond een nieuwe kunstvorm slechts van ver verwant met beeldhouwkunst: de Land Art. Land art of Earth Art is een stroming in de beeldende kunst ontstaan in de jaren 60 van de 20e eeuw, waarbij kunstenaars ingrijpende, kunstzinnig bedoelde, ingrepen aanbrengen in een landschap door het graven van grachten en kuilen, het aanleggen van ophopingen op akkers en weiden en het geordend storten van keien op een wateroppervlak. Men wil daarbij de menselijke aanwezigheid duidelijk uitdrukken en stellen dat de mens door de omgevingsverandering de natuur in bezit neemt. Een in het Nederlands ook wel gebruikte benaming is landschapskunst. Partially Burried Woodshed Gedeeltelijk Onderkomen Houtschuurtje Spiral Jetty Spiraalvormige Pier Robert Smithson verongelukte toen hij met zijn vliegtuigje op prospectie was naar geschikte landschapssites.
30 9. Schildercursus Juliette Aristides (6) Hoofdstuk Vier - KLEUR Edgar Degas, De schilder Albert Melida 1864 Degas schept een dynamische spanning door de onbewogen uitdrukking van zijn zwager Melida te combineren me een enerverende achtergrond. Hij zorgt voor een eenheid met het oranje dat hij door de hele afbeelding laat terugkomen, bijvoorbeeld onder de ogen en in de das. William Turner, De Brand in de Parlementsgebouwen, 1834. De brug en de menigte zorgen voor tegenwicht bij de intensiteit van de vlammen. Met kleuren en donkere accenten leidt Turner de blik in een S-vormige arabesk door het schilderij. De donkere menigte vormt een boog die in verbinding staat met de brug, welke naar het vuur wijst. De gloed van de vlammen die uitstraalt naar de menigte maakt de cirkel rond. Antonio Lopez Garcia, Main Street 1974-1981 Genuanceerde,neutrale grijstinten leveren deze ongrijpbare atmosfeer op die je vaak ziet in de stad. Aristides schrijft: ‘Mijn zoektocht (doorheen technieken en materialen) heeft me geleerd wat misschien vanzelfsprekend lijkt: het resultaat hangt af van de kunstenaar, niet het palet. Een geweldig schilder kan van elk palet een uitstekend schilderij maken; een onervaren kunstenaar kan een uitgebreid
31 palet hebben met de allerbeste kleuren en nog een troebele brij produceren.’ Licht valt in als een mengsel van golven die normaal verschillende frequenties hebben (frequentie= aantal trillingen per seconde). Volgens de frequentie verschilt de kleur van het licht. Het meeste licht wordt door de voorwerpen waarop het invalt geabsorbeerd. Een deel wordt teruggekaatst dwz een kleur of een deelmengsel van kleuren wordt teruggekaatst en valt in ons oog. • Zeer opmerkelijk is dat voorwerpen zelf geen kleur hebben. Zelf de rode lippenstift is niet rood: ze slorpt het meeste invallende licht op en kaatst enkel die lichtfrequentiegolf terug die bij ons de indruk ‘rood’ opwekt. Zelf in ons oog komt geen rood licht terecht wel de met rood corresponderende golf. De lichtprikkel gaat naar allerlei centra in de hersenen en daar worden we ons bewust van een indruk die we ‘rood’ noemen. ‘De aarde is kleurloos en alleen de mens denkt dat hij kleuren ziet!’ Wanneer wij zwart schilderen brengen we pigmenten op ons doek die alle lichtsoorten opslorpen en niets weerkaatsen. Wanneer wij wit schilderen brengen we pigmenten op ons doek die al het invallend licht weerkaatsen. Wanneer wij een kleur schilderen slorpt het pigment alle licht op met uitzondering van één weerkaatste lichtkleur. - Kleur en kleurscha keringen hebben uiteindelijk met hersens te maken: als je schilderij zonder waarnemer ten toon (?) is gesteld, heeft ook het schilderij geen kleur. Een waarnemer die aan Daltonisme (kleurenblindheid) lijdt, kan maar een beperkt aantal kleuren ervaren. Een normaal mens en een kleurenblinde kunnen onmogelijk een kleurendiscussie voeren: hetzelfde schilderij dat zelf geen kleur heeft, ontwikkelt verschillende kleurindrukken in beider hersenen. - Schilderen, met kleurpigmenten werken is moeilijk. Wij staan versteld voor de virtuositeit van de klassieke schilders. Wij hebben de indruk dat moderne kunstenaars er dikwijls op los knoeien. Een van de vele verklaringen is dat de explosie van de gamma moderne kleurpigmenten het moderne schilderen enorm bemoeilijkt. De resultaten kunnen uitstekend zijn maar ook bar slecht. Het hanteren van de vroegere beperkte methode gaf de kunstenaars een grote vrijheid om zich bijvoorbeeld meer toe te leggen op vorm en inhoud. De moderne schilder staat met veel meer technische hulpmiddelen die hij moet leren beheersen en bovendien een oneindige schat aan informatie waardoor hij dikwijls
32 het bos niet meer ziet door de vele bomen die in de weg staan. De beginnende schilder kunnen wij enkel aanraden monochroom te starten en lange tijd een beperkt kleurenpalet te gebruiken. Elementaire beginselen van kleur 1. De kleurendriehoek Van binnen naar buiten: primair: rood, blauw,geel secundair: door menging van primaire kleuren violet, groen, oranje tertiair: door menging van primair en secundair rv / bv / bg / glg / glo / ro ° Hier reeds maken we het onderscheid tussen verzadigde (= zuivere) en onverzadigde (= onzuivere kleuren). Dit onderscheid is moeilijk en zeer technisch. Volgens een onjuiste maar benaderende definitie is een zuivere of verzadigde kleur een ongemengde kleur. Onzuiver of onverzadigd is dan een gemengde kleur. Nochtans kan oranje (gemengd uit rood en geel) een zuivere verzadigde kleur zijn. Praktisch: alle kleuren uit de frisse kleurencirkel hierboven zijn zuivere (verzadigde) kleuren. 2. De kleurencirkel met onverzadigde (onzuivere) kleuren zuiver __ onzuiver ---In deze kleurencirkel liggen de complementaire kleuren tegenover elkaar en zijn van buiten naar binnen door geleidelijke toevoeging van zwart onzuiver geworden.In het midden krijgen ze uiteindelijk een grijze gemeenschappelijke tint in het (meest neutrale en minst verzadigde) punt. °Zuivere (verzadigde) kleuren zijn blijde kleuren maar bij overdrijving kan je schilderij een kleurenkermis worden. °Onzuivere (onverzadigde) kleuren zijn meer ingetogen kleuren, sfeerkleuren. Bij overdrijving komt je schilderij somber over.
33 °Is het je doel stemmige grijzen te maken dan meng je complementaire kleuren (rood/groen-blauw/oranje/geel/violet) °Draag er zorg voor niet lukraak te mengen noch met wit (om te verhelderen), noch met zwart (om te verdonkeren): op de duur krijg je een vuil schilderij. 3. Kleuren mengen Dit moet je systematisch doen telkens een mengprobleem zich voordoet. Zorg dat je een wit blad papier bij de hand hebt en een stevige glasplaat. Op die glasplaat, boven op het papier construeer je reeksen met kleine dopjhesz verf. 1.Stel dat je op een bepaald ogenblik oranje lichter of donkerder wil maken (mengen met wit of zwart). Je start met oranje uit de tube (meestal zuivere, dus verzadigde kleur) met hoge stralingskracht. naar rechts voeg je toenemende hoeveelheden zwart toe, naar links toenemende hoeveelheden wit. 2. Stel dat je twee verschillende kleuren wil mengen, bijvoorbeeld oranje en groen Je start met uiterst links 100% oranje en je voegt in enkele stappen groen bij tot je halfweg de reeks gelijke hoeveelheden groen en oranje hebt-vervolgens vervolledig je de reeks met minderende hoeveelheden oranje en toenemende hoeveelheden groen tot uiterst rechts 100% groen. 3.Tijdens dat mengen moeten we vooral oog hebben voor die kleuren die zich goed laten mengen (goed oplosbaar in het verdunnend middel dat we gebruiken) en andere die dekkend zijn en meestal ongewenste resultaten opleveren. De oplosbaarheid en het dekkend vermogen worden aangeduid op de verftubes met de volgende symbolen. Denk niet dat deze techniek een te zware opdracht is. Heel vlug zal je een kleurenkennis opdoen waarvoor je versteld zult staan.
34 Umberto Boccioni, Signora Virginia 1905 Boccioni heeft hier het divisionisme toegepast, een vorm van optisch kleuren mengen die doet denken aan het Franse pointillisme. De kleuren worden naast elkaar in korte, strakke streekjes op het doek gezet, zodat ze zich voor he toog vermengen. Thomas Eekins, Zeilen, circa 1875 Als je het zeil en de onderste helft van het schilderij bedekt, is het tafereel koel blauw. Dek je de bovenste helft af, dan overweegt een warm bruin. Die combinatie trekt de aandacht.
35 10. Kernenergie Informatie van enkele maanden terug Bij de analyse van het beton van het plafond van Tihange 3 stelde Engie Electrabel niet alleen betondegradatie vast. Tests gaven ook "afwijkingen van het staal van het gewapend beton, aanwezig sinds de bouw van het gebouw" aan. Een deel van het staal werd niet geplaatst zoals voorzien, en dit zou potentieel nefast kunnen zijn voor de sterkte van het gebouw. "We veronderstellen dat het staal verschoven is bij het gieten van het beton", zegt een woordvoerster. Er wordt nu berekend of de weerstand van het gebouw nog voldoende is, bijvoorbeeld bij een vliegtuiginslag. Het Federaal Agentschap voor de Nucleaire Controle (FANC) is op de hoogte. "De reactor zal pas kunnen herstarten wanneer de analyses zullen aantonen dat de sterkte gegarandeerd is." Engie stelt momenteel nog 30 september voorop als datum van de herstart, maar dat kan nog veranderen. Uit ‘De Standaard’ recent: 'Een donderslag bij heldere hemel.' Zo omschreef minister Marghem maandag de aankondiging van Electrabel dat de kerncentrales Tihange 3 en 2 niet zouden heropstarten in september en oktober, maar pas in maart en juni volgend jaar. Daardoor zal in november enkel Doel 3 draaien. 'Electrabel heeft een grote verantwoordelijkheid. We gingen er van uit dat de kerncentrales deel zouden uitmaken van het nucleaire park, maar van de ene dag op de andere blijkt dat niet zo te zijn. Dat is extreem cho-que-rend', legde de minister uit. In dit ledenblad zwegen we één vol jaar en nu de verkiezingen voorbij zijn nemen we de draad op. Erg moeilijk is dit niet: de kranten kunnen het niet meer wegcensureren. Electrabel en de twijfelachtige politieke opties van onze regeringen (meervoud) liegen de goede gemeente voor met eufemismen die de waarheid geweld aandoen.
36 -De betonrot heeft nu al zowat alle Belgische (en buitenlandse?) kerncentrales aangevreten, ook die van de overkoepeling van de kernreactoruimten. Voeg daaraan toe constructiefouten in de koepel van het reactorgebouw. De herstellingswerken ook in de kernreactieruimte zijn langdurig en gevaarlijk titanenwerk en….zijn die al begonnen? -Wij lezen dat die betonrot te wijten is aan constructiefouten en onvoldoende bewapening. Verantwoordelijken (bouwfirma’s en eigenaars) houden zich erg stil. Waren die constructiefouten gekend? gecontroleerd? geprotesteerd? Zijn keuringen uitgevoerd of werden ze …vergeten? Moeten die constructeurs en verantwoordelijken niet gestraft worden? -‘Stilgelegd voor onderhoud’ is het misdadig eufemisme na elke NOODSTOP. Heractivering van deze kerncentrales wordt op korte termijn (dagen) in het vooruitzicht gesteld maar ondertussen liggen ze al maanden (jaren?) stil. De voorgenomen sluiting zou de energieproductie in gevaar brengen. Wat nu als de reddende nucleaire engel zijn vleugels verbrandt heeft. -En wie moet dit alles betalen? Nu al worden de electriciteitsfacturen bijgewerkt….door wie eigenlijk verantwoordelijk is….! Wij meenden dat gebeurlijke verliezen door een firma normaal eerst afgenomen worden van de genoten winsten.
1 Online Touch