0

1 Ledenblad nr 91 – februari 2019 jaargang 9 De wereld is diep Maar ook d d d ²ééééééééééééééééééééééééé En dieper dan de dag zich dacht. d l l d d l Secretariaat Pictores Beauvoorde: Marie-Cécile Clerinx tel 058 51 52 96 of GSM 0476 752 404 , Dijkweg 5 8670 Oostduinkerke. Bezoek onze Website: www.pictores.be Ons Atelier Gouden-Hoofdstraat 44 Beauvoorde / elke woensdag open Inhoudstafel 1. Voorwoord 2. Als in een donkere Spiegel (1) 3. Citaten (24) 4. Ons aller Ilias (6) 5. Gehoord, Gelezen, Gezien (18) 6. Een schets: kritiek gevraagd 7. 8. Schildercursus Aristides (9) 9. Kernenergie 1. Voorwoord We starten een nieuwe vervolgserie: commentaar bij ‘Als in een donkere spiegel – De kunst in de Moderne Filosofie’ door Frank Van de Veire. Wij kochten dat boek, jawel een boek over kunstfilosofie: 356 blz. De ‘redactie’ houdt het koppig vol: de vele mensen in Vlaanderen en Nederland die met kunst bezig zijn, d ‘Vreemde’ maar Boeiende composities

2 zien dat al te veel slechts als een hobby. Kunst moet daarentegen je leven vullen en zin geven. Tachtig jaar terug waren miljoenen in een wereldoorlog betrokken. Nu schilderen we in plaats van op elkaar te schieten. De adressenlijst in het vade- mecumboekje van ‘Buren bij kunstenaars’ is indrukwekkend lang… In onze jeugd waren er in ons stadje vier goede schilders. Zin geven is absoluut nodig. Er is zoveel zin reeds kapot gemaakt , er is zoveel nepzin verkondigd. Er zijn zoveel mensen gesneuveld voor die nepzin. Wereldreligies gaan over de kop, duizenden zinzoekende mensen verdrinken in ‘Mare Nostrum’ (Onze Zee = de Zee van Rome= de Oorsprong van onze Cultuur=een cultuur van medemenselijkheid). De cultuur van diezelfde zee schonk ooit zin aan de mensheid. Nu is die zee een techniek geworden voor een endlösung van zogenaamde ‘opdringerige profiteurs’. Daar zijn wij medeverantwoordelijk voor. Mensen die wij verkiezen, bevelen reddingsacties stop te zetten, maken het zinzoekende sukkelaars doelbewust moeilijk. Nieuwe werelden worden ontdekt, exploten waarmee de ontdekking van Amerika gewoon niet kan vergeleken worden. De moderne technieken van genetische manipulatie zijn beloftevol, gewoon sensationeel. En wij, kunstenaars, doen alsof onze neus bloedt: we zijn bezig met onze ‘hobby’… Wij zullen samen dit kunstfilosofischboek lezen. Tot een aaneensluitende samenvatting zal het wel niet komen. Dit gaat onze krachten te boven. We zullen het boek samen lezen als een werkboek, als van uit een bron naar persoonlijk denken over kunst. De inhoud zal ons meer mens maken, ons een stapje laten zetten naar zingevende kunst en zinvol mens zijn. De ‘redactie’ zal hier en daar fragmenten samenvatten, uit (proberen te ) leggen, illustreren. De ‘redactie’ staat open voor opmerkingen positief en negatief. Onze mailbox bleef tot dusver deprimerend leeg…..doe er iets aan, reageer ! Een donkere spiegel was ooit een zwartgemaakte spiegel om een zwartwit spiegelbeeld te maken van een kunstwerk in wording. Het werd gebruikt om de vormgeving te beoordelen. Voortaan doen we het anders: digitaal wordt een foto in een handomdraai in zwartwit omgezet. Deze ondertitel staat dus voor de noodzaak over iets te gaan nadenken, in dit geval over kunst als een totaalbegrip te beoordelen. Frank Van de Veire is filosoof en kunstcriticus. Hij doceert aan de Academie voor Beeldende Kunst te Gent.

3 2. ALS IN EEN DONKERE SPIEGEL ( Frank Van der Veire ISBN 978 90 5875 0570) Woord Vooraf Een persoonlijk esthetisch oordeel komt zowel bij het kunstminnend publiek als bij de kunstenaars zelf, onder de druk te staan van commentaren in de media die stilaan ergernis opwekken. Wat curatoren van tentoonstellingen ons laten lezen is meestal een chaotisch allegaartje van ideeën divers bijeengesprokkeld uit de kunstgeschiedenis, de sociologie, filosofie en psychoanalyse, dit zonder veel verband, oppervlakkig, ijdel. VdV. heeft het over nepfilosofen die koketteren met wijsgerige begrippen zodat het handige passe-partouts worden om te bewijzen dat men tot de art-world behoort. Wel is het waar dat wie kunst beoordeelt dit doet van uit het intellectueel klimaat van zijn tijd. Het intellectueel klimaat ,voor iedereen verschillend en waaruit wij oordelen, illustreren wij met kunst uit drie ver van elkaar verwijderde periodes: een oude Kruik, een schilderij van Rubens, een werk van Auerbach De oude Kruik De maker heeft wellicht geen kunst voor ogen gehad, wel een gebruiksvoorwerp. In deze moderne tijd kijken we daar helemaal anders naar: er is veel kans dat deze kruik als bloemenvaas of gewoon decoratief op zichzelf een plaatsje krijgt op een salontafel. Omdat we als opslag van vloeistoffen meer interessante (minder mooie) mogelijkheden hebben gaat de esthetische kruikvorm meer doorwegen in onze waardering. De Kruisafneming van Rubens Het is niet onwaarschijnlijk dat onze kleinkinderen zich vragen zullen stellen bij dit schilderij: wie zijn die mensen? Zou dit een oudgriekse voorstelling kunnen zijn?

4 Hoe bekeek Rubens het: van uit gelovige vroomheid ? Van uit religieus-politiek opportunisme (had hij weerom een punt gemaakt als goede katholiek? had hij een dikke verkoopsom voor ogen?) Hoe bekijken wij het? Wat vinden we er mooi aan(een goede kleur- en vormcompositie alleszins)? Portret – Frank Auerbach Zo portretteerde Auerbach de dames en heren uit zijn vriendenkring in Londen. Met onze beoordeling zijn we compleet in de war. We grijpen naar een context: de Joodse kunstenaar ontsnapte als kind aan de crematoria van Ausschwitz waar zijn ouders wel vermoord werden. Is dit schilderij de weergave van een trauma hieromtrent? Waarom noemen we dat nog kunst? Wat betekent het werk voor de kunstenaar zelf en wat voor ons? En Vooral: wat is deze Pottenbakker, deze Renaissanceschilder, deze schilderende Jood gelijk overgekomen bij het maken van hun werk? Hebben ze iets van een gemeenschappelijke emotie ervaren dat we als een gevoel voor ‘kunst’ kunnen duiden? Kunstfilosoof Walter Benjamin (1892-1940) noemt het oppervlakkig gezwets van zijn collega’s kunstcritici, een ‘jargon’ (dieventaaltje). Tevergeefs zoeken we onze definitie van kunst bij de Kunstgeschiedenis. We stellen vast dat deze bij voorkeur teruggrijpt naar mooie ordentelijke syntheses van kunst uit het verleden. De begrippenchaos van de postmoderne tijd (‘conceptuele’kunst bijvoorbeeld) schrikt haar af, laat staan dat ze zich zou wagen aan een definitie van kunst. Van der Veire gaat ervan uit dat kunstgeschiedenis zichzelf legitimeert dwz dat een intuïtieve kennis van wat kunst is zoals die blijkt uit een traditioneel oordeel van een overgrote meerderheid van kunstminnaars, volstaat. Kunst zou dan zowaar iets met democratie te maken hebben. Maar zelf als een uitgesproken (expliciete) definitie niet nodig is heeft de kunstgeschiedenis wel haar grote verdiensten: zij verzamelde een schat van gegevens over kunstwerken,

5 kunstenaars, zelfs stijlen. Meteen beschreef ze de vele contextuele invloeden die voor kunst belangrijk waren. Denk aan de Contrareformatie en de stortvloed van religieus werk tijdens de Renaissance, denk aan de politieke invloed van Keizer Napoleon III op de Romantische schilderkunst, het Impressionisme en ontluikend Expressionisme (de keizerlijke salons). Hoe moeilijk het ooit kan worden, we mogen ons niet laten afschrikken door het eindeloos telkens opnieuw nadenken (reflecteren) over wat naar kunst verwijst. Het ‘onbereikbare’ laat zich niet gemakkelijk benaderen, laat staan dat we het ooit ten volle zullen begrijpen. De tocht daar naartoe is zeker ook al de moeite waard. VdV. zegt dat we nooit genoeg over kunst kunnen reflecteren. ’Kunst bevat sinds lang een reflexieve component en nodigt dus uit tot reflectie, over de kunst zelf, en meteen ook over de mens’. (reflectie =nadenken over) Wij vinden de tekst erg boeiend omdat hij nu en dan originele verrassende inzichten bijbrengt. Kunst zou niet enkel esthetisch genot beogen maar een inleiding zijn tot nadenken (reflecteren) over onze eigen rol als mens. De conceptuele kunst die we gelukkig nog mogen meemaken past hier wel aardig bij. In deze kunstvorm staat niet de schoonheid op het voorplan maar wel een hersenprikkelende uitnodiging om het grootse Kunstgeheim te ontraadselen wellicht via kleine fragmenten: de kleine kunstenaarshand is echter vlug gevuld…Bij lezing reeds van dit Woord-Vooraf voelen wij ons als archeologen die onder een kleine steen grootse dingen ontdekken. In dit boek brengt Van der Veire veertien filosofen naar voor met een samenvatting van hun magistrale bijdrage. Hij kiest dus voor een historische benadering maar dan toch niet als een encyclopedische samenvatting. Hij respecteert ze in hun eigen kunstfilosofische ideeën. Hij heeft het niet over hun wederzijdse beïnvloeding. Wij hebben de indruk dat hij het aan de lezer overlaat die ideeën te registreren, in zichzelf te laten bezinken en zoals het een goede lezer betaamt, tot een eigen conclusie te komen. ’Ik heb aannemelijk willen maken dat de manier waarop Kant, Hegel, Nietzsche en anderen het probleemveld van de kunst hebben aangesneden, nog steeds de grond vormt van waaruit wij denken, spreken en discussiëren over kunst…Het gaat er dus niet in de eerste plaats om deze denkers aan te hangen of te verwerpen, maar om via hen klaarheid te scheppen in ons eigen denken.”.

6 3. Citaten (24) CITATEN... WIE IS WIE? (24) Ter inleiding Verleden, heden en toekomst : een trio dat behoort tot het leven van elke mens. Normaal betekent verleden : 'de tijd die voorbij is'. Maar is die tijd wel helemaal voorbij? De Duitse fysicus-schrijver Georg Christoph Lichtenberg (1742-1799) bracht bovenstaande drie elementen bijeen : "Het tegenwoordige, door het verleden bevrucht, baart de toekomst." En de Engelse auteur Eric Blair, meer bekend als George Orwell, (1903-1950) verklaarde : "Degene die het verleden controleert, controleert de toekomst. Degene die het heden controleert, controleert het verleden." De Amerikaanse dichteres Emily Dickinson (1830-1886) formuleerde haar idee heel concreet : "Het verleden is geen pakje dat men weg kan leggen." Dat blijvende karakter had de Romeinse schrijver Ovidius (43 v.C. - 17 n.C.) ook al op het oog met zijn uitspraak : "De daad is het verleden, het teken ervan blijft." De Amerikaanse president George W. Bush (geboren in 1946) daarentegen zag het anders : "Ik denk dat we er allemaal over eens zijn : het verleden is voorbij." Maar de Russische revolutieleider Vladimir Lenin (1870-1924) pende reeds vroeger in dat verband een andere opinie neer : "Het verleden is het deeg dat gekneed wordt voor het brood dat vandaag op tafel komt." Bijdrage 24 : vijf citaten in verband met het VERLEDEN 24.1 "Wie ook van het verleden geniet, leeft dubbel." (Martialis) De Romeinse schrijver Martialis leefde in de eerste eeuw van onze tijdrekening (40104). Hij zou geboren zijn op de iden van maart (=15 maart), vandaar 'Martialis'. Maar wat waren zijn originele benamingen? Hij groeide als jongeling op in Noord-Spanje en kende er een zorgeloze jeugd. Hij verliet evenwel zijn vaderland omdat hij mikte op een loopbaan te Rome. Daar kwam hij in contact met andere schrijvers en geleerden en vond hij er stilaan de nodige 'patroni', de sponsors van toen. Via publieke literaire voorleesbijeenkomsten kreeg hij meer en meer bijval. Vooral het genre 'epigrammen' of 'puntdichten' maakte hem populair. Die kwamen nogal spottend over en beschreven de concrete realiteit, vaak spitsvondig afgesloten met een pointe. Allerlei randtypetjes kwamen daarbij aan bod. Via die beschrijvingen zocht hij succes, want : "Hij is geen schrijver, wiens gedichten niemand leest." Iets anders zou zijn 'Liber Spectaculorum' geweest zijn, door de keizer besteld met het oog op de plechtige opening van het

7 Colosseum te Rome. Uiteindelijk keerde Martialis naar Spanje terug. Weg van de grootstad kon hij zich daar nog moeilijk aanpassen. Hij overleed er in 104 na Christus. 24.2 " Waarom angst hebben voor de toekomst? Was het verleden dan zo mooi?" (Friedrich Heer) (Cultuur)historicus Friedrich Heer (1916-1983) werd geboren tijdens de Eerste Wereldoorlog te Wenen. Reeds op jonge leeftijd verklaarde hij zich vijand van het nationaal-socialisme en het pangermanisme die volgens hem zijn land van uit naziDuitsland 'besmetten'. Het jaar 1938 vergat hij nooit meer : afgestudeerd aan de universiteit, maar ook opgepakt door Oostenrijkse nazi's. Dit laatste had bij hem een omgekeerd effect. Hij richtte immers een verweergroep op die personen van uit diverse strekkingen, zoals katholieken en communisten, verzamelde. Zelfs tijdens zijn dienstplicht probeerde hij tot verzet te komen. De eerste jaren na 1945 leidde hij het weekblad 'Die Furche', maar meer en meer spitste hij zich toe op het schrijven en op het lesgeven (ook aan de Weense universiteit). Zo kende 'Gottes erste Liebe. Die Juden im Spannungsfeld der Geschichte' van 1967 veel bijval. Meerdere malen werd hij gehuldigd voor zijn werk. Vooral de 'Medaille van de hoofdstad Wenen in goud voor belangrijke journalistieke en academische prestaties' in 1976 deed hem plezier. Het jaar nadien volgde het 'Oostenrijkse erekruis voor wetenschap en kunst, 1e klas'. Zijn laatste grote publicatie was 'Der Kampf um die Österreichische Identität' (1981). In 1983 overleed Heer in zijn geboortestad. 24.3 "De beste profeet voor de toekomst is het verleden." (George Byron) George Byron of Lord Byron was een Engelse dichter die in 1824 op 36-jarige leeftijd te Mesolongi stierf tijdens de Griekse opstand tegen de Turken. Zijn privé-leven was verre van voorbeeldig met onder andere verhoudingen van diverse aard en een opeenstapeling van schulden. Zijn eerste dichtbundel (als universiteitsstudent te Cambridge) werd zwaar afgekamd, maar dat deerde hem niet. Hij reisde veel rond en publiceerde in 1812 zijn bekendste werk : 'Childe Harold's Pilgrimage'. Daarin schetste hij een beeld van zichzelf als losbandige jongeling die zijn geluk in het buitenland ging zoeken. Maar de Engelse kritiek hield aan (vandaar : "Men kan nog beter een vrouw of een grafschrift geloven dan een criticus vertrouwen."), zodat hij zich in Zwitserland ging vestigen. Daar ontstond vanaf 1819 'Don Juan', een niet volledig afgewerkt geheel van zestien satirische zangen. In dit meesterwerk spaarde hij zijn cynisme niet en kloeg hij de wantoestanden in zijn vaderland aan. Tijdens zijn reizen had hij de Griekse cultuur en bouwwerken leren waarderen. Dat zette hem ertoe aan in 1823 zich te engageren in de Griekse vrijheidsstrijd. Het jaar daarop echter werd moeraskoorts hem fataal. Zijn lichaam werd naar Engeland overgebracht. Maar een rustplaats in de Poets' Corner van Westminster Abbey kreeg hij niet. Daarvoor was het leven van Byron te weinig voorbeeldig geweest... "Ik ben zo veranderlijk, alles op zijn beurt en

8 niks langdurig – ik ben zo'n vreemde melange van goed en kwaad.", zo omschreef hij eens zichzelf. 24.4 "Wie zich het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te beleven." (George Santayana) De in Spanje geboren Jorge Santaya (1863-1952) verhuisde op jeugdige leeftijd naar de Verenigde Staten. Later was hij ook te vinden in Engeland, Frankrijk en Italië. Hij schreef uitsluitend in het Engels. Aanvankelijk produceerde hij poëzie. Maar weldra schakelde hij over op wijsgerig werk waarin hij eigenzinnig zijn tijd van toen aanpakte. Zo was 'The Life of Reason' (1906) zijn eerste hoofdwerk, waarin hij het rationele vermogen van de mens in vraag stelde. Twee citaten uit dit werk : " Het gezin is een van de meesterwerken van de natuur." en "Geen dwingelandij zo hatelijk als een anonieme tirannie van het plebs." In 1925 verscheen 'Dialogues in Imbo'. Een uitspraak hieruit : "De jonge man die nooit geweend heeft, is een barbaar en de oude man die niet wil lachen, is een dwaas." Hij pleitte ook voor een terugkeer naar de waarden van de Griekse cultuur. 'Platonisme and the Spiritual Life' van 1927 was daarvan een uitvloeisel. In 1935 verscheen 'The Last Puritan', zijn enige roman, die uitgroeide tot een bestseller. De contradictie levensgenieter tegenover puritein werd hier op een cynische wijze uit de doeken gedaan. "Amerika is een jong land met een oude mentaliteit.", aldus deze filosoof-schrijver. 24.5 "Een groot verleden is een plicht voor de toekomst." (A.C.S. Wallis) Adèle Sophia Cordelia Opzoomer (pseudoniem : A.S.C. Wallis), geboren te Utrecht in 1856, groeide op in een familie van meerdere professoren. Literatuur en schilderkunst interesseerden haar van jongs af aan. Ze was amper negentien toen ze haar eerste gedicht publiceerde : "Der Sturz des Hauses Alba" in 1875. In het Duits dan nog, maar dat was het gevolg van een tijd internaat aldaar. Twee jaren later volgde haar eerste roman (in het Nederlands) over Margaretha van Parma. Dat leidde naar het vroege erelidmaatschap van de 'Maatschappij der Nederlandse Letterkunde'. Via haar relatie én huwelijk met een Hongaarse theoloog, een student van haar vader, leerde ze ook de taal van diens land. Zo volgden er enkele vertalingen. Intussen verzorgde ze bijdragen voor meerdere tijdschriften, onder meer voor 'De Gids', en gaf ze zelf ook poëzie en proza uit. "Het is de ongewilde ironie die vaak het snijdendst is.", was een andere vaststelling van haar. Met 'De koning van een vreugderijk' sloot ze in 1913 haar actieve literaire loopbaan af. A.S.C. Wallis overleed te Rotterdam einde december 1925. Sindsdien kregen meerdere straten in Nederland haar naam toegewezen. Stef Declerck, Poperinge

9 4. Ons aller Ilias (6) Vertaling Ben Bijnsdorp 1,428 - 487: Cryseïs terug naar haar vader. 430 - Na deze woorden vertrok zij en liet hem daar achter met wrok om de vrouw met mooie leest, die hij hem gewelddadig had afgenomen tegen zijn wil. 435 - Maar Odysseus bereikte intussen met het heilige offer Chryse. Toen zij dan binnen de diepe haven waren gekomen, streken zij de zeilen en legden ze op het donkere schip, en zij lieten de mast dalen in de mastvang door de stagen te vieren, snel, en zij roeiden met riemen het schip naar de ankerplaats 440 en zij wierpen de ankerstenen uit en belegden ze aan de achtersteven. Ook zelf stapten zij uit in de branding van de zee, en zij haalden het offer voor de vertreffer Apollo van boord; en ook Cryseïs verliet het zeedoorklievende schip. Haar leidde de listenrijke Odysseus daarop naar het altaar 445 en gaf haar in handen van haar vader met de woorden: "Chryses, vorst Agamemnon zond mij uit

10 om uw dochter te brengen en een heilig offer aan Apollo te brengen voor de Grieken, om uw meester gunstig te stemmen, die nu al zoveel jammerlijke rampen op hen afzond". 450 - Met deze woorden droeg hij haar over, en verheugd nam hij zijn dochter in ontvangst. Snel stelden zij het heilige offer voor de god op rond het mooi gebouwde altaar, en zij wasten hun handen en namen de gerstekorrels op. Namens hen bad Chryses luid met de handen geheven: 455 "Aanhoor mij, god met de zilveren boog, die Chryse bescherming biedt en het zeer goddelijke Killa en met kracht heerst over Tenedos: waarlijk, gij hebt mijn gebeden tevoren verhoord mij ter wille, en het Griekse leger geteisterd. Vervul dan ook nu mij deze wens: 460 keer nu dan eindelijk de afschuwelijke ondergang voor de Grieken". - Zo sprak hij het gebed uit en hem verhoorde Foibos Apollo. en toen zij nu gebeden hadden en het offergerst uitgestrooid, trokken zij eerst de koppen der dieren omhoog en keelden en vilden ze, en toen sneden zij de schenkels uit en wikkelden ze in vet 465 dat zij dubbel klapten en zij legden er rauwe stukken vlees op; de grijsaard brandde het op hakhout en plengde er fonkelende wijn op,

11 en jonge mannen hanteerden naast hem de vijftandige vork. Nadat zij de schenkels hadden verbrand en de ingewanden gegeten, hakten zij de rest in kleine stukken en staken die aan de speten 470 en braadden ze toegewijd; dan trokken ze alles eraf. Toen zij met dat werk klaar waren en de maaltijd hadden bereid, aten zij, en hun honger werd gestild met een maaltijd naar behoefte. Maar toen zij hun verlangen naar drank en spijs hadden gestild, vulden helpers de mengvaten tot de rand toe met wijn, 475 en zij reikten allen een beker aan als begin van het ritueel te beginnen. Zij, de zonen der Grieken poogden de hele dag door met gezang de god gunstig te stemmen door het zingen van een mooie paiaan, zang en dans voor de vertreffer: die hoorde het aan met genoegen. Toen de zon onderging en de avondnevel opkwam, 480 legden zij zich te slapen bij de achtersteven van het schip. - Bij het aanbreken van de vroeggeboren, rozevingerige dageraad, zetten zij direct koers naar het wijdse legerkamp van de Grieken; en de vertreffende Apollo zond hen een gunstige wind; zij zetten de mast overeind en ontplooiden de witte zeilen, 485 en de wind duwde midden in het zeil, en om de steven van het schip in zijn vaart klotsten de sprankelende golven luid; het snelde over de golving en voltooide de tocht. Maar toen zij gekomen waren bij het wijdse legerkamp van de Grieken,

12 trokken zij het donkere schip op het land, 1,488 - 530 Thetis wendt zich tot Zeus. 490 - Maar hij, hij wrokte, gezeten bij de snelle schepen, de godgeboren zoon van Peleus, snelvoetige Achilleus. Noch bezocht hij meer de roembrengende bijeenkomst 495 noch mengde hij zich ooit in de oorlog, nee, hij kwijnde weg, daar inactief, terwijl hij gedurig het krijgsgeschreeuw miste.... - Toen dan de twaalfde dag daarna aanbrak, toen kwamen inderdaad de eeuwige goden naar de Olympos, allemaal, onder leiding van Zeus; en Thetis vergat niet het verzoek 500 van haar zoon: zij dook op uit de golving van de zee en vroeg in de ochtend ging zij op naar de wijde hemel en de Olympos en zij trof de wijddonderende zoon van Kronos, in afzondering gezeten op het hoogste punt van de Olympos met veel bergruggen. Zij zette zich bij hem neer en pakte hem met haar linkerhand 505 bij de knieën en met haar rechter vatte ze hem bij de kin, in een smeekgebaar en zij sprak tot haar heer, Kronos' zoon, Zeus: "Vader Zeus, als ik onder de onsterfelijken ooit jou tegemoet ben gekomen in woord of in daad, vervul mij dan deze wens: geef eerherstel aan mijn zoon, die het eerst van allen moet sterven:

13 510 nu schoffeerde hem de heerser der mensen Agamemnon, want eigenmachtig ontnam die hem zijn eergeschenk. Straf hem, Olympische listenbedenker, Zeus: geef deTrojanen zolang de overhand totdat de Grieken mijn zoon zullen straffen en hem zijn eer compenseren". 515 Zo sprak zij, maar de wolkenverzamelaar Zeus sprak geen woord, maar bleef lang zwijgend zitten; en zoals Thetis zijn knieën omvat had zo klemde zij zich aan hem vast en drong nog eens aan: "Doe mij nu toch een belofte en knik mij toe of weiger; immers jij hoeft niet bang te zijn, opdat ik wel weet 520 hoezeer ik onder allen de minst geëerde godin ben". Zeer verontwaardigd sprak toen tot haar de wolkenverzamelaar Zeus: "Heus, rampzalig is het dat jij mij tot ruzie zult brengen met Hera, wanneer zij mij sart met honende woorden: zij sneert altijd toch al op mij in het gezelschap der goden 525 en beweert dat ik in de strijd aan de kant van de Trojanen sta. Maar maak nu dat je wegkomt opdat Hera niets merkt, mij zal dit wel ter harte gaan, er uitvoering aan te geven: nu, ik zal je toeknikken, opdat je me vertrouwt: dat is toch onder de onsterfelijken mijnerzijds het grootste teken, 530 immers onherroepelijk is voor mij, onomkeerbaar en onloochenbaar

14 en definitief, waar ik mee instem met een hoofdknik". Dat zei Kronos' zoon en hij knikte haar toe met zijn donkere brauwen, en de lokken golfden neer van het onsterfelijke hoofd van de heer en hij liet de grote Olympos beven. 5. Gehoord, gelezen, gezien (18) Het weten of overwegen waard... of niet? Ter inleiding Wie belangstelling heeft voor cultuur staat ook open voor de maatschappij en de wereld waarin hij of zij leeft. In deze rubriek 'Gehoord, gezien, gelezen' speuren wij interessante berichten over die leefwereld op. Wij vermelden daarbij uiteraard telkens onze bron en de oorspronkelijke auteur. 18.01 BAREND VAN ORLEY. In 'Check' kondigde André Grosemans onder de titel 'Voor de eerste keer' de unieke tentoonstelling aan rond de Brusselse renaissanceschilder Barend (of Bernard) van Orley (1487-1541) : "Bernard van Orley neemt een fundamentele plaats in in het artistieke leven van Brussel gedurende de eerste helft van de zestiende eeuw. Hij schilderde religieuze taferelen, maar werkte ook aan de hoven van Margaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije. Verder ontwierp hij tapijten en glasramen. De kunstenaar had het vermogen om de meest moderne stromingen van zijn tijd op een persoonlijke en inventieve manier op te nemen. Het is de eerste keer dat de werken van van Orley worden samengebracht. Toen er nog eens een tentoonstelling georganiseerd werd, was het 1942 en die is wegens de oorlog ongemerkt voorbijgegaan." Deze belangwekkende expo is te bezoeken van 20 februari tot en met 26 mei in het Paleis voor Schone kunsten te Brussel, maar niet op maandag (zie : www.bozar.be). 18.02 LEVEN EN WERKEN ALS HOLBEWONER. In 'Knack' had Stefanie Van Den Broeck het over de nieuwe trend van eten (het paleodieet) en nu ook van werken (de paleo-arbeid). Terug naar vroeger dus : "Vroeger was alles beter. Het gevoel is populair onder conservatieve politici, maar ook onder paleo-aanhangers. U kent hen vooral van hun dieet. Ze grijpen terug naar de

15 gewoontes van onze voorouders, en eten alleen wat toen voorhanden was. Lees : groenten en fruit, noten, vlees en vis. En dus geen rijst of pasta, en al zeker geen geraffineerde suikers. Of dat nu gezond is of niet, daarover is al genoeg inkt gevloeid. Maar echte paleo's gaan nog een stukje verder. Zij nemen niet alleen het voedsel van hun voorouders over, maar ook hun levensstijl. Ze gaan zonder schoenen op pad, kruipen in bed als de zon onder gaat, en wassen zich met koud water. Helaas geldt voor de meeste paleo's wel nog dat ze gewoon hun boterham moeten verdienen. In de oertijd bestonden er nog geen landschapsbureaus, dus ook daar moesten ze iets op vinden. Et voilà : de 'paleojob' was geboren. Een van de inspiratiebronnen is het boek 'Uncivilised Genes' van de Britse archeoloog Gustav Milne. Hij omschrijft hoe we onze levensstijl en stedelijke omgeving kunnen aanpassen aan onze prehistorische geschiedenis." 18.03 MUSICEREN IN GEVANGENSCHAP. In 'Uit het Erasmushuis' vertelde Herlinda Vekemans in haar bijdrage 'Onvrije wisselwerkingen' het volgende over de Franse toondichter Olivier Messiaen : "Hoewel Olivier Messiaen 60 jaar lang organist was in de Trinitékerk in Parijs, bleef ook hij niet gespaard van de gewelddadige uitwassen van de twintigste eeuw. Op 15 juni 1940 viel Verdun in handen van de Duitse bezetter en werd Messiaen, al aangesteld als organist maar in het leger ingelijfd als medisch hulpje, krijgsgevangen genomen. Na een zeventig kilometer lange voetmars zuidwaarts wordt hij in juli naar het krijgsgevangenkamp Stalag VIII-A in Silezië (Polen) getransporteerd. Onderweg maakt hij kennis met medegevangen clarinettist Henri Akoka en cellist Etienne Pasquier. Bij aankomst was Messiaen ziek en verzwakt en verbleef hij een maand in de ziekenboeg, maar zijn verdere krijgsgevangenschap belette hem niet door te gaan met componeren. Een sympathiserende Franssprekende officier voorzag Messiaen van het nodige materiaal. Toen er ook nog een violist in het kamp kwam, Jean Le Boulaire, waren er vier musici en was de compositie, repetitie en uitvoering van een kwartet niet langer ondenkbaar. De kampofficieren zorgden voor een piano. De première van het 'Quatuor pour la fin du temps' vond plaats in een kampbarak op 15 januari 1941. In weerwil van Messiaens bewering na zijn gevangenschap waren er geen vijfduizend aanwezigen, maar slechts enkele honderden." 18.04 BARBECUECULTUUR. In de rubriek 'Keukenpraat' zocht Tine Bral in 'Check' naar een antwoord op de vraag 'Hoe hou je barbecueën zo gezond mogelijk?" : "Bij langdurig grillen of grillen in een vlam ontstaan er kankerverwekkende HCA's (heterocyclische amines). Begin dus pas met grillen als er geen vlammen meer zijn en de kolen een grijs aslaagje hebben, en hou de baktijd kort. Toch pech? Snij de

16 aangebrande delen weg, zo verwijder je een groot deel HCA's. Pas ook op met aardappelen en brood roosteren : bij het verhitten van zetmeelrijk producten tot boven 120°C ontstaat het even kankerverwekkende acrylamide. Gebruik je een houtskoolbarbecue, dan komen al van bij het aansteken schadelijke PAK's (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) vrij. Misschien minder 'echt', maar wel gezonder, is dus een gas- of elektrische barbecue. Hou het verder gezond door in voldoende groenten te voorzien en maak gekochte sausjes 'lichter' door er enkele lepels yoghurt door te mengen." 18.05 ELEKTRISCHE RECORDBREKER. In de rubriek 'Techniek/Auto' in het Nederlandse 'Quest Braintainment' had Anne Vegterlo het over het begin van elektrisch rijden : "Is elektrisch rijden iets van de laatste tijd? Nee hoor, de voorloper van de elektrische auto werd in 1835 gemaakt door de Groningse scheikundige en uitvinder Sibrandus Stratingh. Hij bouwde een soort driewieler met elektromotor. Pas jaren later ging het echt hard met de elektrische auto. In 1899 haalde de Belgische autocoureur en -bouwer Camille Jenatzy zo'n 106 kilometer per uur met zijn elektrische auto. Dit was het eerste voertuig ter wereld dat sneller ging dan 100 kilometer per uur. Om die snelheid te kunnen halen, moest Jenatzy twee grote, zware accu's meenemen. Die leverden samen 68 pk. Om het gewicht te compenseren, kreeg de auto een aerodynamische torpedovorm en gebruikte Jenatzy lichte materialen zoals aluminium. Het record hield drie jaar stand. Daarna verbrak de Franse coureur Léon Serpollet het met een stoomauto." 18.06 GERENOVEERDE CITADEL. In 'KW Weekend' stelde Nancy Boerjan in haar artikel 'Toerist koning in Namen' dat de renovatie van de citadel te Namen een stap vooruit betekende voor het plaatselijke toerisme : "De citadel wist het voorbije jaar niet wat haar overkwam. Een deel van het ondergrondse gangenstelsel - de indrukwekkende erfenis van de talloze belegeringen die de strategisch gelegen stad door de eeuwen heen onderging - werd ingrijpend gerestaureerd en voorzien van 3D-animaties en geluidseffecten die duidelijk maken welk huzarenstuk dit bouwwerk echt wel is. Er zijn rondleidingen voorzien van april tot eind september, waarbij je ook individueel kunt aansluiten. Op dezelfde site als die van de citadel vind je ook het nieuwe bezoekerscentrum Terra Nova, in de oude kazerne. Dat centrum schetst de vele Europese conflicten die hier werden uitgevochten en de ingrijpende gevolgen daarvan op het leven in de stad vroeger en nu."

17 18.07 WERKVERSLAAFD. "Een op de vijf Belgen is verslaafd aan werk." titelde William Visterin in 'Mark Magazine' : "Bijna een op de vijf Belgen (17%) is een workalcoholic en dus verslaafd aan zijn werk. Dat blijkt uit onderzoek van Securex bij 1.552 Belgische werknemers. Securex onderscheidt vier types werknemers : workalcoholics, gewone, dwangmatige en harde werkers. Werkverslaving wordt vaak onterecht gezien als positief. Twee op de drie workalcoholics zeggen dat hun werk een negatieve invloed heeft op hun gezondheid. Ze ervaren heel wat meer stress en zien de kans op een burn-out toenemen. Bij dwangmatige werkers ziet de helft zo'n negatieve invloed. Bij harde en gewone werkers is dit slechts een op drie. Hard werken alleen is niet genoeg om een workalcoholic te zijn. Het is vooral de sterke, onbedwingbare en oncontroleerbare drive om hard te werken." Hermina Van Coillie, HR-researchexpert bij Securex : "In tegenstelling tot wat men zou verwachten, zijn workalcoholics niet noodzakelijk meer gemotiveerd om te werken dan hun collega's. Ze zijn wel anders gemotiveerd. Omdat zij uitgaan van het negatieve gevoel dat ze 'moeten' werken, zijn hun prestaties van mindere kwaliteit." Stef Declerck, Poperinge 6. Een Schets: Kritiek gevraagd Veel betere amateurkunstenaars wensen dolgraag kritiek te ontvangen op hun werken maar… zijn niet bereid zelf eens de nek uit te steken. Nog eens: alles gebeurt naamloos, zowel het aangeboden werk als de gevoerde kritiek. We deden beroep op een gevestigde (uitstekende) kunstenaar om toch nog dit project een kans te geven. De kritiek van deze kunstenaar is beknopt en hebben we aangevuld met een paar ‘redactionele’ opmerkingen. Kritiek: ‘Het is altijd gevaarlijk om enkel aan de hand van een digitaal beeld maar iets te denken. Het gaat om een verkleining of vergroting, een kopie waarvan de

18 kwaliteit nooit in te schatten is. We zijn het natuurlijk zo gewoon geraakt en we kunnen razendsnel scannen. En we vormen ook snel een mening. Hetzelfde voor jouw nieuwe rubriek. Het beoordelen van een beeld via de digitale weg kan maar is niet ongevaarlijk. Er zijn zeker parameters die we kunnen bekijken. Maar die mening is enkel en alleen voor het digitale beeld en heeft geen uiteindelijke waarde naar het fysieke werk dat totaal anders ervaren kan worden. Bij deze een poging om een digitaal beeld te interpreteren en er constructieve kritiek bij te schrijven.’ Positief - Een realistisch ogende schets met heel wat evenwicht in de basis proporties. - De speelse schriftuur geeft een zekere spontaneïteit aan het geheel. Negatief - Meer diepgang in de uitdrukking kan de tekening krachtiger maken. - Afhankelijk van de doelstelling, kan er gewerkt worden aan suggestie van diepte in de tekening. Andere kritische inzendingen: - De witte vlek op de re wang zou beter op de li wang staan??? En de diepte van de li oogkas en li neusvleugel iets donkerder zetten. - Die tekening vond ik mooi, maar spreekt me niet aan zoals een tekening van Modigliani doet, die veel minder lijnen bevat en dus puurder is, en ook minder dan Egon Schiele die dan weer ruwer en expressiever is. Ik bemerk ook dat als het de bedoeling is een levensechte weergave te geven dat het met de weergave van de lichtinval wat beter kan. In ieder geval kan ik dit niet, waarmee ik je gelijk geef dat wij onszelf net te hoog inschatten. ‘Redactioneel’ Wij onderschrijven deze kritiek. Het werkje is feitelijk een zeer vlugge schets in enkele minuten. Vandaar het spontane. Inderdaad kan de tekening krachtiger worden, in dit geval door een grotere variatie van arcering waaruit groter contrast en diepte zouden resulteren. Deze arcering is arm want grotendeels eentonig in dezelfde schuine richting. In de hals is de slagschaduw ‘vreemd’.

19 Nog eens Kritiek gevraagd: frans.herpelinck@skynet.be 7. ‘ Vreemde ‘ maar Boeiende Composities Origineel werk van John Singer Sargent

20 onze verbeterde uitsnijding. Dit schilderij van John Singer Sargent getuigt van een prachtige schilderstechniek maar is tegelijk weinig doordacht gecomponeerd. Negatief is: - de centrale plaats van de figuur = een aanfluiting van de gulden snede die op zijn minst enige asymmetrie vereist. - door die centralisering verschuift de aandacht van de figuur naar het (al even heerlijk geschilderd) landschap in de achtergrond. De figuur van de wandelende dame zou toch het belangrijkst moeten zijn. - de even grote landschapsfragmenten links en rechts benadrukken de dynamiek van een beweging, ten nadele van de figuur op zichzelf. - en zelf als we ons kunnen verzoenen met de vlakverdeling van Sargent zouden we de twee landschapsfragmenten moeten omwisselen. Het rechtse fragment is het sterkst belichte achtergrondgedeelte. Welnu de belichting komt duidelijk van links. Onze uitsnijding lost veel op maar inderdaad ten koste van de bewegingsdynamiek die we hier toch niet zo nodig vinden: een kuierende dame is toch geen hardloper… ***Met Photoshop hebben we ons aan verdere aanpassingen gewaagd:

21 1.Verwisseling links en rechts van achtergrondfragmenten 2.Gecombineerd met uitsnijding *** Wel moeten we toegeven dat in het oorspronkelijk werk de donkere achtergrondpartij links de belichting op de figuur door sterk contrast versterkt. 8. Schildercursus Juliette Aristides (9) DEEL III – TIJDLOZE PRAKTIJKEN Hoofdstuk Vijf – DE WERKWIJZE VAN DE SCHILDER Wat Aristides hieronder beweert is zeker voor een deel waar. Zij zoekt het genie van de kunstenaar in grote zorg en afwerking van het kunstwerk, dus grotendeels in de professionaliteit waarmee klassieke schilderijen gemaakt zijn. Ze maakt daar geen geheim van. Daarom komt het wel een beetje geforceerd over wanneer ze beweert dat een op en top volgens het klassiek systeem gemaakt werk lijkt te zijn ‘ in één klap afgedrukt door een machtig Genie’. Er bestaat toch ook nog andere kunst waar de expressie het haalt op verfijnde techniek om nog niet te spreken van conceptuele kunst bijvoorbeeld.

22 Moderne expressionistische schilders leggen enige slordigheid aan de dag die weliswaar vrucht is van rijp overleg en studie. Die slordigheid, noem ze losheid, vrijheid, vereist ook een wordingsproces. Er is een wezenlijk verschil tussen het resultaat van de zgn ‘slordigheid’ van de geroutineerde kunstenaar en het onhandig opbrengen van verf door een beginneling. Spontaneïteit en originaliteit staan in onze cultuur in hoog aanzien als tekenen van echtheid, het kenmerk dat ware kunst onderscheidt van de bredere volkse cultuur. Die echtheid was voor vroegere kunstenaars niet los te maken van grote aandacht, intelligentie en strategie die verwacht werden bij het ontwerpen en construeren van een bouwwerk. Aristides verkiest in dit hoofdstuk een beschrijving te brengen van de meer klassieke werkwijze. Ze hoopt op een ‘nieuwe Renaissance’, een terugkeer naar het klassieke. Maar, merkt ze zelf op, ook de moderne schilder doet zijn profijt met de klassieke technieken. Zij vermeldt het maken van voorbereidende schetsen, gericht op vooral de figuurfragmenten n tevens ook planning van vorm- en kleurcompositie . Het is inderdaad waar dat een overigens goed geschilderd werk in en chaos kan resulteren als alle planning ontbreekt. Aristides zelf geeft een voorbeeld waar een gedeeltelijk minder uitgewerkte achtergrond gecombineerd aan een zorgvuldige voorgrond mits compositieplanning een uitstekend resultaat opleveren. Ernest Meisonnier – De Barricade 1848 (De’Communards’) Met gepassioneerde hartstocht geschilderd, draagt de nochtans vaag uitgewerkte achtergrond linksboven door contrast met de gedetailleerde voorgrond bij tot het opdrijven van het dramatisch karakter van het werk. Bij de briljante meesterwerken uit het verleden lijkt het vaak of ze moeiteloos tot stand zijn gekomen, maar in feite danken zij hun status aan hun perfectie in compositie, tonaliteit, kleur, uitvoering en gevoel. Achter elk meesterlijk schilderij schuilt de gedetailleerde opbouw van het schilderproces.

23 Juliette Aristides citeert verder nog Andrew Wyeth (1917-2009) Wij denken dat sommige moderne fijnschilders van stillevens dezelfde kwaliteit vertonen. - De werkwijze waar Aristides voor staat bestaat op de eerste plaats uit een reeks snelle tekeningen waaruit geleidelijk de vormcompositie tot stand komt. - Vervolgens komt een nauwkeurige tekening om tot de juiste proporties te komen. - Vervolgens een aantal waarde- en kleurschetsen (toonwaarden = varianten van een zelfde kleur ivm licht en schaduw) - De volgende stap is een onderschildering die de compositie en de toonwaarden vastlegt. - Tenslotte een overschildering naar het eindresultaat toe. Op de volgende bladzijden tonen wij enkele werken van grote meesters en werktekeningen of/en schilderschetsen die eraan zijn voorafgegaan. In ons maartnummer wordt dan informatie gegeven over de methodes om die te realiseren. Ter Illustratie: 1.Compositiestudie, werktekening, geschilderde schetsen van Géricault in voorbereiding op ‘Het Vlot van de Medusa’ een gebeurtenis uit zijn tijd (1819).

24 2. Werktekening en voltooid werk van ‘Habeas Corpus (‘De Vrijgeleide) door Bo Bartlett (2006)

25 3. Studies, werktekeningen, schilderschetsen en eindwerk voor ‘Overvloed’ (1978) van Andrew Wyeth

26 4. Voorstudies (inkt op papier) en eindwerk van ‘Heilige Sebastianus’ van Titiaan (1520) Bemerk de kleine variaties: -hoe bijvoorbeeld onderaan links, de gestrekte arm als te lang overkomt. Titiaan heeft om die indruk weg te nemen; uiteindelijk die arm minder gestrekt geschilderd en de hand in de donkere achtergrond laten verdwijnen. - zie hoe de veranderde achterwaartse positie van de ton meer diepte schept tav van de voet ernaast in vergelijking met de werktekening. - het schilderij toont het gelaatmeer naar ons toe gewend en daaruit volgt meer ruimtelijkheid. - let ook op de mooie +- complementaire kleurenkeus: (Napels)geel t.a.v. blauwviolet. 5. Voorstudie in Grisaille en eindwerk ‘De grote Odalisk’ (naakt/haremdame) 1814 Ingres - in dit grisaillewerk ging het vooral om de plaatsing van het model tov de omlijsting (vormcompositie): let in dit verband op de ‘inwendige’ donkere rechthoek in de achtergrond en de draperiediagonaal die de liggende figuur (richting andere diagonaal X snijdt in een sterk punt X (gulden snede)

27 De compositie uit de grisaillestudie is bewaard gebleven. De toegvoegde kleuren (blauw/oranje) leveren een mooi complementair contrast van warm naar enigszins koud. Ook een warm/koud-contrast op het naakt. Licht/donker-contrast in de voorstelling van het naakt tov de achtergrond. 6. Zoek nu zelf naar mooie contrasten en compositievondsten in de volgende twee werken van John Singer Sargent: Spaanse Dans (1880) en El Jeleo (1881-1882)

28 9. Kernenergie Op zichzelf is de problematiek op sterven na dood. Onze kerncentrales liggen zo ongeveer stil. Hoe de aandeelhouders aan hun trekken zullen komen, hoe de stockering van kernafval en de problematiek van de klimaatverandering een oplossing zullen krijgen is een niet mindere zorg voor jan met de pet. ‘Honi soit qui mal y pense’ !

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
Home


You need flash player to view this online publication