16

poëzie van Marc Dejonckheere Zonnebeke freelance journalist tekstschrijver © Marc Dejonckheere Genadige Dood Mocht je mij toevallig vinden, in deze stapel lijken, bekleed dan mijn kadaver, mijn karkas. Je weet nog, makker, hoe het voelde laatst. Kijk rustig rond. Er is geen haast. Geen hond die vragen stelt. Vraag aan de vlooien om wat bloed en bid die rare, boosaardige ratten om vlees voor mijn balg. Die beesten lusten ingewanden. Wees niet bevreesd, vriend, bedwing je walg. Vraag aan de moeder die mij dierbaar was de warmte van haar schoot en aan mijn lief de streling van haar handen. Wellicht vind je nog een kootje met een ring. Het geeft niet, maat, al was het van een kameraad. Pak hier een knie, raap daar een voet, herschik een hersenpan, zo goed je mag. Stik mij aaneen met prikkeldraad, maak mij weer héél, zodat ik verder slapen kan. Eén goede raad: geef ze terug, de generaals, hun loze idealen, hun lintjes en hun schertsmetaal. Hun adelborst is breed genoeg om vol te spelden. En stelp hun dorst naar helden niet met champagne uit kristal, maar met het vocht uit onze wonden. 16

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication