43

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 16 | 2020 ACHTERGROND43 in de EU-instellingen bevorderen. Daarnaast is Werken bij de EU bezig om met een nieuwe communicatiestrategie de EU beter te positioneren op de Nederlandse arbeidsmarkt onder studenten, bijna-afgestudeerden en young professionals. Het kabinet wil met name de instroom binnen de kleinere en minder bekende EU-traineeships bevorderen, zoals de traineeships van de Raad van de Europese Unie, de Europese Rekenkamer en het Europees Hof van Justitie. Verder overweegt het kabinet opnieuw beurzen te geven om te studeren aan het Europacollege in Brugge en Warschau. Die beurzen waren afgeschaft. Het kabinet wil meer aandacht voor werken bij de EU en voor het EU-concours voor medewerkers in het beginstadium van hun carrière. Trainees bij het rijk worden nu al aangemoedigd een van hun plaatsingen in te zetten als gedetacheerde bij de Permanente Vertegenwoordiging, of onder het National Experts in Professional Training-programma bij een EU-instelling, waarmee zij de EU leren kennen. Hoewel die rijkstrainees op moment van detacheren niet noodzakelijkerwijs een EU-carrière nastreven, nemen zij die EU-ervaring mee naar Nederland en wordt de drempel om COLUMN JAN VERHAGEN DE VOLGENDE EPIDEMIE Vaak wordt een ziekte overgebracht door mensen, maar soms door dieren. Vooral ratten en muizen zijn berucht. Het vervelende is dat die beesten bijna overal zitten. In steden, waar veel afval op straat ligt. Op boerderijen. Op plekken waar eten wordt bewaard, zoals in de horeca. En omdat een rat kilometers ver van zijn nest nog eten zoekt, en muizen door piepkleine gaatjes kunnen, komen die knaagdieren bijna overal. En kunnen ze dus bijna overal ziekten overbrengen. Niet alleen de pest, maar ook salmonellose, leptospirose, de ziekte van Weil, rattenbeetkoorts, de kattenkrabziekte. Het hantavirus, het seoulvirus. En wie weet welke nieuwe ziekten de komende jaren nog meer. U raakt besmet door het inademen van besmet opdwarrelend stof, bijvoorbeeld als u de schuur veegt. Of door te zwemmen in water waarin eerder een rat of een muis heeft gezwommen. Of op een andere manier – het kan iedereen overkomen. Het is een taak van de gemeenten om ratten en muizen, en ander ongedierte, in de openbare ruimte te bestrijden. Het RIVM – Jaap en zijn mensen – heeft onlangs onderzocht of het rijk en de provincies daarbij de gemeenten helpen. Dat blijkt vies tegen te vallen, zelfs als u er niet veel van had verwacht. Ik geef enkele voorbeelden. De bouwvoorschriften van minister Van Veldhoven van wonen staan kieren en openingen van 10 millimeter toe, al heeft een muis aan 5 millimeter genoeg om binnen te komen. Van staatssecretaris Keijzer van economische zaken mogen bedrijven in hun panden knaagdieren zelf bestrijden, en hoeven ze geen professionele bestrijding in te roepen – zelfs niet de horeca. Minister Van Engelshoven van onderwijs vindt ‘ Rattenbeetkoorts en kattenkrabziekte’ een officiële opleiding voor ‘rattenvanger’ niet nodig. De eisen van minister Van Nieuwenhuizen van infrastructuur voor waterberging zijn een feestje voor ratten. En de provincies mogen de gemeenten toestemming geven om gif te gebruiken zonder eerst vallen te zetten, maar de procedures daarvoor duren erg lang. Het is belangrijk dat we ratten en muizen, en ander ongedierte, beter gaan bestrijden. De gemeenten moeten dat doen. Maar die kunnen dat niet alleen. Ze hebben meer hulp, betere regels, en extra geld nodig van de ministeries en de provincies. Dat krijgen ze nu niet. Daar gaan we vreselijk spijt van krijgen. Bij de volgende epidemie. deel te nemen aan een EU-selectieprocedure lager. Ook het Junior Professional in Delegation-programma (JPD) biedt mogelijkheden EU-ervaring op te doen. Voor dit tweejarig programma, waarvoor lidstaten vrij zijn om boven op de twee vaste plaatsen extra plaatsen te financieren, geldt dat deelnemers vol meedraaien op een EU-delegatie. Het kabinet gaat onderzoeken in hoeverre het carrièreperspectief binnen de EU van JPD-deelnemers verbetert. Als dat significant is, beoogt het ook voor de volgende ronde in 2021 extra plaatsen te financieren. STRATEGISCH BELANG De instroom via de EU-selectieprocedures van het EPSO blijft voor de langere termijn de effectiefste manier om een goede personele vertegenwoordiging binnen de Europese instellingen te garanderen. Invloed op de uitkomsten van die EPSO-procedures heeft Nederland niet. Wel zou het contingent Nederlanders kunnen worden aangevuld met detacheringen. De grootste groep gedetacheerde Nederlanders wordt gevormd door de uitgezonden nationale experts, de zogeheten END’ers. Dat zijn er zo’n tachtig tot negentig. Het kabinet streeft ernaar dat END’ers op plaatsen werken die voor Nederland van strategisch belang zijn. Verder wordt onderzocht hoe strategische detacheringen steviger kunnen worden verankerd in het rijksbrede HR-beleid. Ook de begeleiding van gedetacheerde ambtenaren en hun terugkeer naar Nederland krijgt meer aandacht. Blok: ‘Het carrièreperspectief na een detachering bepaalt immers ook het succes van een detachering, en de bereidheid van kandidaten om te worden gedetacheerd.’ Voor benoemingen op het allerhoogste ambtelijke niveau zet het kabinet in op ‘een goede lobby’. Daarvoor is het volgens Blok essentieel via het informele circuit zicht te hebben op functies die vrijkomen, naast de reguliere vacatures die worden gepubliceerd. Vervolgens dient een keuze te worden gemaakt voor de functies waar Nederland op wil inzetten, gebaseerd op onder andere de zwaarte ervan en op de prioriteiten van het kabinet. Op basis daarvan kunnen potentiële kandidaten worden geïdentificeerd en kan de lobby beginnen. Om op termijn tot een grotere pool van potentiële kandidaten voor topposities te komen, wijst Blok er op hoe essentieel het is om stappen te zetten in de instroom en doorstroom op lagere niveaus.

44 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication