0

AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD KANSEN IN EEN CRISIS 16 ESSAY TEN STRIJDE TEGEN SEKSISME 22 SPECIAL FINANCIËN & CORONA ONZEKERE TIJDEN 37 1 mei 2020 | week 18 | jaargang 41 9 2020 BINNENLANDS BESTUUR PEILING ONDER 168 GEMEENTEN NADELIG EFFECT CORONA ONGEWIS Outlook Grondexploitaties ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Zijn we daar allemaal voor? Willen we dat?’ DISCUSSIE OVER KEUZE ONTBREEKT ANDERHALVE METER. WHY? De anderhalvemetersamenleving. Alleen al het woord is te lang. Maar wat ik niet snap is dat het als feit wordt gepresenteerd: dit is ons voorland, dit is ‘het nieuwe normaal’. Zonder discussie. Zijn we daar allemaal voor? Willen we dat? Rutte c.s. luisteren alleen naar medici, bekende hij tijdens een Kamerdebat. Dat is ontroerend, maar je kunt als leider en bestuurder van dit land niet slechts naar één beroepsgroep luisteren. Het is je plicht om ook naar andere deskundigen vanuit andere disciplines te luisteren. Het is ook je plicht om je verantwoordelijkheid te nemen en je niet te verschuilen achter het RIVM (of alle sectoren maar even op te roepen met een plan te komen hoe zij die anderhalvemetereconomie in hun sector willen vormgeven), maar zelf achter je politieke keuze gaan staan. Want ja, dat is het uiteindelijk: een politieke keuze. Volgens bestuurskundige Paul ’t Hart zal de technocratische benadering van de crisis plaats maken voor een meer politiek model van besluitvorming, waarbij meer wordt geluisterd naar allerlei andere vormen van expertise, niet alleen naar die van het RIVM. Allerlei belangengroepen zullen druk gaan zetten op het politiek besluitvormingscentrum. Dat zou tijd worden ook. Want zonder enige discussie wordt het hele land nu – en voor langere tijd – met die keuze voor anderhalve meter opgezadeld met inperking van bewegingsvrijheid, een grondrecht, net als recht op onderwijs trouwens. Zijn de sociale of psychologische gevolgen wel meegenomen? Hoe handhaaf je geloofwaardig dat mensen anderhalve meter afstand houden? Daar lijkt me simpelweg onvoldoende capaciteit voor. Tegelijk krijg je onmin tussen strikten en rekkelijken. En dat hoeft allemaal niet per se, bewijst Zweden. ‘Niet iederéén blijft thuis, maar vooral degenen die gevaar lopen, zei de Zweedse econoom Jonung in NRC. Die aanpak – eveneens een politieke keuze – kost weliswaar een paar duizend doden, maar de economie blijft redelijk overeind en voorkomen wordt dat we ons als verkapte robots via looplijnen moeten gaan bewegen in een anderhalvemetersamenleving. ADVERTENTIE JONG & ambtenaar 2020 Bestel nu gratis een exemplaar van het jaarboek JONG & ambtenaar 2020 via sales@binnenlandsbestuur.nl ALLES OVER WERKEN BIJ DE OVERHEID WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 INHOUD 03 6 COVERSTORY FINANCIËN Corona zadelt gemeenten op met onzekerheid over hun inkomsten en uitgaven. Maar nog veel meer zorgen leven er over de financiële gevolgen van de herverdeling van het gemeentefonds, zo blijkt uit een peiling onder 168 gemeenten. 12 INTERVIEW GEERT VAN RUMUND De burgemeester van Wageningen zou met pensioen gaan, maar de coronacrisis gooit roet in het eten. En toch ook weer niet. ‘Ik ben blij dat ik kan helpen, maar het is jammer dat ik dat even niet kan doen als burgervader.’ 37-45 SPECIAL FINANCIËN & CORONA 30 GEBRUIK MELDPUNT HELPT AANPAK FRAUDE IN ZORG LASTIG Als dagbesteding henneptoppen knippen. In het casino zorggeld vergokken. Fraude in de zorg is er in soorten en maten. Aanpakken? ‘De wet maakt het ons niet gemakkelijk.’ Lokale overheden zien door de corona-crisis hun uitgaven stijgen, hun inkomsten dalen. In welke mate dat het geval zal zijn, valt lastig te bepalen. Deels komt dat omdat onduidelijk is tot welke afspraken het rijk bereid is. Maak dan maar eens een begroting. GEMEENTEN MOETEN LEREN REKENEN MET ONZEKERHEID NIEUWS Compensatie voor derving inkomsten provincies 4 Eerste regenval lost weinig op 5 ACHTERGROND Serie: Ambtenaar in oorlogstijd (slot) Handboek aanpak van criminelen ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ESSAY Ten strijde tegen seksismer ACHTERGROND Herdenken met de knip erop Jagen op de jeukrups 16 19 22 26 34 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD KORT IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 5 9 10 29 44 46 47 50

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 04 NIEUWS FINANCIËN DOOR: YOLANDA DE KOSTER Als het rijk elektrische auto’s vrijstelt van motorrijtuigenbelasting is dat een aantasting van de belastinggrondslag van de provincies. Het ligt in de rede dat het rijk de gederfde inkomsten vergoedt, stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). ADVIES ROB MOTORRIJTUIGENBELASTING ELEKTRISCHE AUTO’S COMPENSATIE MRB-BELASTING VOOR PROVINCIES Het rijk wil elektrische auto’s in de periode 2021-2024 volledig vrijstellen van motorrijtuigenbelasting. Hybride auto’s hoeven volgens de kabinetsplannen in die periode maar de helft van de motorrijtuigenbelasting (MRB) te betalen. Dit heeft gevolgen voor de inkomsten van de provincies; de opcenten zijn de belangrijkste inkomstenbron voor de provincies. Binnenlandse Zaken vroeg de ROB mede namens provinciekoepel om advies hoe om te gaan met deze inkomstenderving. In zijn advies kijkt de ROB vooral naar de interpretatie van artikel 2 van de Financiele-verhoudingswet (Fvw). Daarin is vastgelegd dat het rijk zich rekenschap moet geven van de financiële gevolgen van zijn beleid voor decentrale overheden. Daarnaast moet het rijk aangeven hoe de gevolgen ervan kunnen worden opgevangen. De (gedeeltelijke) vrijstelling van motorrijtuigenbelasting is een eenzijdige rijksmaatregel die de open huishouding van de provincies aantast. Door de inperking van de belastinggrondslag lopen zij potentiële inkomsten mis. Bij de vaststelling of sprake is van derving moet niet worden gekeken naar de voorspelde groei van het aantal voertuigen op fossiele brandstoffen en zwaardere voertuigen, en daarmee toenemende inkomsten voor de provincie. Ook het feit dat de provincie hun meerjarenraming dan maar op de nieuwe situatie moeten aanpassen, gaat bij de vaststelling van de hoogte van de compensatie niet op, vindt de ROB. Het gaat voor de periode 2021-2024 om 372 miljoen Elke euro die de provincie aan opcenten kan heffen als de elektrische en hybride auto’s niet van de MRB waren vrijgesteld, moet door het rijk worden vergoed. Het gaat voor de periode 2021-2024 om 372 miljoen euro voor alle provincies. UITSCHIETER Als het rijk niet tot volledige compensatie wil overgaan – de Fvw verplicht dat niet –, krimpt het eigen belastinggebied van de provincies in 2024 met gemiddeld 5,9 procent, ten opzichte van het scenario waarin provincies wel (volledige) opcenten MRB hadden kunnen heffen op elektrische en hybride auto’s, zo berekent de ROB. Er zijn wel grote provinciale verschillen. Zo krimpt het belastinggebied van Zuid-Holland met 4,4 procent, en dat in Flevoland met 14,5 procent. Gemiddeld dalen de provinciale baten in 2024 met 2,2 procent, met Flevoland weer als uitschieter met een min van 4,9 procent. Als de provincies de inkomstenderving zelf moeten opvangen door de opcenten voor voertuigen op fossiele brandstoffen te verhogen, gaat dat gemiddeld om een verhoging van 6,2 procent (€12,57) in 2024. In Flevoland stijgen de opcenten met een krappe 30 euro; een stijging van ruim 17 procent. De Raad stelt dat het ‘onmogelijk is om eenduidig vast te stellen welke gevolgen de derving heeft voor de uitvoering van taken’. Sommige provincies zouden hun reserves kunnen aanspreken, maar dat is in de ogen van de ROB geen structurele oplossing. Het rijk kan er ook voor kiezen provincies vrij te laten in de keuze opcenten te blijven heffen voor elektrische en hybride auto’s. Met zo’n maatregel zijn echter hoge uitvoeringskosten gemoeid en de stimulans om elektrisch te gaan rijden wordt zo deels tenietgedaan, tekent de ROB aan. Het rijk kan provincies ook toestaan de gederfde inkomsten op te vangen door een verhoging van het opcententarief op voertuigen op fossiele brandstoffen. Dat zou elektrisch rijden stimuleren. Als het rijk besluit tot compensatie, adviseert de Raad de provincies zowel voorals achteraf te compenseren op basis van berekeningen van de gederfde inkomsten per provincie. Vooraf op basis van de voorspelde derving aan de hand van het voorspelde aantal elektrische en hybride auto’s per provincie. Achteraf op basis van de gerealiseerde derving aan de hand van het aantal geregistreerde elektrische en hybride auto’s.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BESTUUR NIEUWS 05 Deze maand werd NoordBrabant getroffen door ernstige bosbranden. De droogte begon in 2020 vroeg. Het einde is volgens heemraad Dirk-Siert Schoonman van Waterschap Vallei en Veluwe en bestuurslid van de Unie van Waterschappen niet in zicht. VOORJAAR 2020 EXTREEM DROOG EERSTE REGENVAL LOST WEINIG OP Zowaar, het regent tijdens het telefonische interview. Volgens Schoonman, droogte-expert binnen de Unie van Waterschappen, is de neerslag van deze week verre van voldoende. ‘Dit is hooguit van belang om het stof te helpen oplossen dat nu overal op de bodem ligt.’ Vooralsnog overtreft 2020 de recorddroogtes van 1976 en die van 2018 en 2019. Met de natte winter leek het jaar voor de waterschappen nog zo hoopvol te beginnen. ‘We hadden het gevoel dat de neerslagtekorten in het hele land grotendeels CARTOON BEREND VONK waren weggewerkt. Dat het grondwaterpeil ook op de hoger gelegen zandgronden weer op orde was.’ Het bleek toen de droogte begin maart inzette, toch niet het geval. Schoonman: ‘We hebben inmiddels moeten vaststellen dat het regenwater onvoldoende tot de diepere grondwaterlagen is doorgedrongen.’ Het minder voor droogte bevattelijke westen van het land kon de afgelopen tijd nog op de natte winter teren. Besproeiingsverboden bleven daardoor uit. Elders werd de droogte door waterschappen bestreden met het handhaven van een zo hoog mogelijke grondwaterstand, onder meer door waar mogelijk duikers af te sluiten. ‘Zo kunnen we het water tot in de haarvaten van ons systeem beter vasthouden.’ URGENTIE Schoonman merkt dat door de afgelopen droge zomers het probleem bij gemeenten steeds meer urgentie krijgt. ‘Ook de verplichte stresstest in het kader van de klimaatadaptatie draagt daaraan bij. Over de hele linie zie je zeker in de steden steeds meer initiatieven om het water via meer groen langer vast te houden.’ Het zal op de langere termijn de droogte beter helpen te bestrijden. Maar voor de zomer van 2020? Schoonman: ‘Ik kan niet in een glazen bol kijken, maar de voor de komende weken voorspelde regen lost het onderliggende probleem niet op. En de echte droogte komt doorgaans pas in de zomermaanden. Extra complicatie voor dit jaar is dat de waterstand in de Rijn nu al heel laag is. Het is een beetje koffiedik kijken, maar dat zou deze zomer nog weleens extra problemen kunnen veroorzaken.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Natuurlijk, de coronacrisis zadelt gemeenten op met een heleboel onzekerheid over hun (toekomstige) inkomsten en uitgaven. Maar nog veel meer zorgen maken ze zich over de financiële gevolgen van de herverdeling van het gemeentefonds. CORONA NIET GROOTSTE ZORG GEMEENTEN HERVERDELING GEMEENTEFONDS RISICO NUMMER ÉÉN Dat blijkt uit een peiling van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur onder 168 gemeenten – bijna de helft van het totale aantal. Gevraagd naar de risico’s voor de begroting van volgend jaar, noemt slechts één op de tien gemeenten direct aan corona-gerelateerde onderwerpen. Zoals dalende inkomsten uit onder meer toeristen- en parkeerbelasting en stijgende uitgaven voor met name cultuur, sport, bijstand en algemene zorgkosten als grootste bron van onzekerheid. Heel veel moeite om de corona-kosten bij te houden zeggen de financiële afdelingen overigens niet te hebben. De helft vindt het eenvoudig en een kwart neutraal. Echt lastig vindt een kwart van de gemeenten het. Op de vraag met welk financieel nadeel ze worden getroffen als gevolg van corona zegt 80 procent van de gemeenten het nog niet te weten. De overige variëren van nul euro tot boven de 100 euro per inwoner. Waar 10 procent van de gemeenten blijkens de peiling het meest bezorgd is over de direct aan corona-gerelateerde kosten, bezorgen de mogelijk dalende accressen als gevolg van de coronacrisis dubbel zo veel gemeenten (20 procent) serieuze hoofdbrekens. Gemeentefondsspecialist Dirk Jans van Frontin PAUW acht dat risico reëel op de langere termijn. Voor de jaren 2020 en 2021 zal dat wel meevallen. ‘Sterker nog, ik houd rekening Verwacht u de jaarrekening voor 15 juli bij de provincie in te dienen? Beantwoord: 168 Overgeslagen: 0 Nog niet bekend Nog niet bekend met een vastgeklikte stand, net als in de jaren 2009 tot en met 2011’, zegt Jans. Niet vastklikken zou immers betekenen dat door de hogere rijksuitgaven in verband met de coronacrisis gemeenten een veel hoger accres tegemoet kunnen zien. Bij hogere rijksuitgaven dan geraamd, krijgen gemeenten volgens de geldende bekostigingssystematiek van samen de trap-op, samen de trap-af namelijk naar rato een hogere uitkering van Den Haag. NNeeee JJaa ANTWOORDKEUZEN Ja Nee Nog niet bekend TOTAAL REACTIES 77.38% 2.98% 19.64% 130 5 33 168 TUSSENOPLOSSING Veruit de grootste bedreiging voor de begroting 2021 vormt een niet met corona verband houdende factor: de negatieve herverdeeleffecten als gevolg van het nieuwe verdeelstelsel dat per 2022 ingaat. De helft van de gemeenten bestempelt dat als risico nummer één. Daarbij zijn overigens wel aanmerkelijke verschillen te zien. Van de kleinere gemeenten schat liefst twee derde een nadelig herverdeeleffect als het grootste risico. Naarmate gemeenten groter worden, neemt de inschatting van het nadeel door herverdeeleffect spectaculair af. Grotere gemeenten blijken veel banger voor de stijgende kosten van het sociaal domein, en met name dan de jeugdzorg. Op de vraag met welk bedrag – in positieve dan wel negatieve zin – de gemeenten rekening houden bij de herverdeling van het gemeentefonds in 2022, verwacht een kwart er niet op vooruit, maar er ook niet op achteruit te zullen gaan. 40 procent geeft aan het nog niet te weten. Van de overige 35 procent

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 FINANCIËN NIEUWS 07 denkt 10 procent een voordeel te halen en 25 procent een nadeel. Zowel de ingeschatte voor- als nadelen schommelen rond de 50 euro per inwoner. Grote gemeenten boven 75.000 inwoners ramen nog geen of een beperkt voordeel van 25 euro per inwoner, hoewel zij er op basis van prognoses straks toch op vooruit zullen gaan. Onder dat inwonertal tendeert het naar forse nadelen, waarbij de meeste gemeenten uitgaan van een bedrag van 50 euro per inwoner. Dirk Jans vindt het getuigen van goed financieel beleid dat grotere gemeenten hun kruid nog droog houden, nu de resultaten van de herverdeling pas in het najaar bekend worden. Anderzijds vindt hij het voor kleinere gemeenten nodig om de gemeenteraad alvast mee te nemen in de ontwikkelingen. ‘Een nadelig effect ramen van 100 euro per inwoner is wellicht veel van het goede. De helft ramen is een goede tussenoplossing, aangevuld met vermelding in de risicoparagraaf.’ UITDELEN 'ZOET' Ondanks de vele onzekerheden, komen de meeste gemeenten (65 procent), zoals te doen gebruikelijk, voor de zomer nog met een kader- of perspectiefnota voor de periode 2021-2024. In die nota worden door het college van burgemeester en wethouders de grote lijnen en de prioriteiten van de nieuwe begroting aangegeven. Op basis daarvan geeft de gemeenteraad aan waar meer of minder moet worden uitgegeven, waarna het college aan de slag gaat om die voorstellen uit te werken in de begroting 2021 die in het najaar wordt behandeld. Nog niet één op de zeven gemeenten stelt deze nota uit tot na de zomer. Van de gemeenten die deze of volgende maand hun kadernota presenteren, geeft twee derde aan er ook nieuw beleid in mee te nemen en wijkt daarmee dus – alle financiële onzekerheden ten spijt – niet af van het normale patroon. Eén op de drie gemeenten actualiseert in de in voorbereiding zijnde kadernota uitsluitend het financieel perspectief. Opvallend is dat bijna geen enkele gemeente bezig is om, met de raadsverkiezingen 2022 in aantocht, extra nieuw beleid door te voeren in het jaar daaraan voorafgaand. In normale tijden komen juist in dat pré-verkiezingsjaar zogeheten jubel begrotingen veelvuldig voor en wordt uit electorale overwegingen relatief veel ‘zoet’ uitgedeeld. Verantwoording: De enquête van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur werd gehouden van 7 tot 22 april. Aan het onderzoek deden 168 gemeenten mee. Lees verder vanaf pagina 37 Wordt de kadernota c.q. perspectiefnota 2021 - 2024 uitgesteld tot na de zomer vanwege de coronacrisis? Beantwoord: 168 Overgeslagen: 0 Nog niet bekend N og niet bekend JJaa NNeeee ANTWOORDKEUZEN Ja Nee Nog niet bekend TOTAAL REACTIES 14.88% 65.48% 19.64% 25 110 33 168 Wat schat u in als de grootste risico's voor de begroting 2021? Beantwoord: 167 Overgeslagen: 1 Acc es g Anders, A nders, nameli k jj nameli k Accrres emeentefonds gemeentefonds Herverdeeleffect gemeentefonds Herverdeeleffect gemeentefonds gemeentefonds ANTWOORDKEUZEN Accres gemeentefonds Herverdeeleffect gemeentefonds Anders, namelijk TOTAAL REACTIES 21.56% 46.11% 32.34% Herverdeeleffect 36 77 54 167 2019: GROTE GEMEENTEN IN DE PLUS De coronacrisis raakt ook de jaarrekening 2019. Omdat het COVID-19 virus de voortgang in het opstellen en controle van de gemeentelijke jaarstukken 2019 in gevaar kan brengen, toonde minister Knops van Binnenlandse Zaken zich onlangs al bereid de termijnen voor de aanlevering van de jaarstukken te verlengen. De overheidsmaatregelen, zoals het thuiswerken en het vermijden van grootschalige bijeenkomsten, verstoren in zijn ogen immers de financiële processen en de verantwoordingsprocessen van de decentrale overheden. De noodzakelijke aanlevering van facturen door zorgaanbieders zouden bijvoorbeeld problemen kunnen opleveren voor de tijdige afgifte van de accountsverklaring. Blijkens de peiling van Frontin PAUW in opdracht van Binnenlands Bestuur is er op dat vlak sprake van een diffuus beeld. Meer dan de helft weet het nog niet. Met name grotere gemeenten zeggen weinig tot geen problemen te verwachten. Op de vraag of corona effect heeft op de planning van controlewerkzaamheden door accountant antwoordt een derde van de gemeenten het nog niet te weten, een derde antwoordt bevestigend en een derde zegt nee. Ook hier weer zijn het vooral grotere gemeenten die ‘nee’ zeggen. Blijkens het onderzoek denken veruit de meeste gemeenten, ondanks alle ongemak, de jaarstukken wel tijdig te kunnen indienen. Ruim driekwart zegt ze voor de normale deadline van 15 juli bij de provincie te kunnen hebben. Slechts een handjevol gemeenten – 3 procent – geeft aan die termijn niet te halen, de rest kan er nu nog geen uitsluitsel over geven. Kijkend naar de te verwachten resultaten over 2019 zijn iets meer gemeenten positief dan negatief – respectievelijk 55 en 45 procent. Het voordeel valt vooral bij de grote gemeenten met 100.000 en meer inwoners: 85 procent van die gemeenten rekent op een positief resultaat, met hier en daar grote uitschieters die oplopen tot boven 100 euro per inwoner.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 REVIVAL VAN DE GILDENCULTUUR Het was een opmerkelijk moment tijdens de persconferentie van minister-president Rutte, vorige week dinsdag. Hoe zat het eigenlijk met de tandartsen, wilde een journalist van het Algemeen Dagblad weten. In het advies van het Outbreak Management Team had gestaan dat ze wel weer open mochten, maar Rutte had er in zijn algemene verhaal niets over gezegd. Het leverde de journalist een opmerkelijk antwoord op. De overheid heeft de tandartsen niet gesloten, reageerde Rutte, dat hebben ze zelf gedaan. Tandartsen en mondhygiënisten konden altijd al open. Ruttes antwoord deed mij beseffen dat ik al die tijd ten onrechte de tandheelkunde had geschaard onder de verboden contactberoepen. Als kappers niet aan mijn haar mogen zitten om geen corona te krijgen, dan moet de rest van de dienstverleners toch zeker uit mond wegblijven, had ik bedacht. Toen ook tandartsen in het journaal mochten klagen over hun financiële nood, bevestigde dat mijn idee dat ze onder dezelfde regels vielen als de nagelstudio’s waar Rutte het telkens wel over heeft. Maar natuurlijk lag dat al die tijd anders. Tandartsen zijn de gezondheidszorg. Toch leek het mij sterk dat de rijksoverheid de mondzorg de afgelopen weken echt volledig aan het eigen lot had overgelaten. Al was het maar, omdat bij de tandartsen mondkapjes te vorderen moeten zijn geweest. Ik dook er na afloop van de persconferentie dus nog even in, en inderdaad: de poging van Rutte om zijn handen er nu anderhalve meter vanaf te trekken is niet helemaal juist. Weliswaar was het de Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) zelf geweest die in maart had geadviseerd om de niet-spoedeisende mondzorg op te schorten, maar daarna liet de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in een persbericht weten ‘het belangrijk te vinden dat deze tijdelijke beroepsnorm voor de mondzorg door de beroepsgroep wordt gevolgd.’ Ik zou daar als tandarts niet echt de boodschap in lezen dat ik zelf mag bepalen of ik nog wat kiezen ga trekken. Bovendien wilde de KNMT begin vorige week weer open gaan, maar ik begrijp uit mediaberichten dat het ministerie van VWS toen op de rem is gaan staan. Of de tandartsen dan toch in ieder geval wilden wachten tot de persconferentie van de minister-president. De rijksoverheid had de gang van zaken in de mondzorg dus niet volledig op zijn beloop gelaten, maar wel geleund op het eigen initiatief van de beroepsgroep. Er was slechts toezicht gehouden op grond van het algemeen belang. ‘In deze coronacrisis blijkt de functionele decentralisatie juist verre van dood’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Daarmee werd de casus een mooi voorbeeld van wat in de theorie functionele decentralisatie heet: het spreiden van publiekrechtelijke bevoegdheden op grond van specifieke taken of specifieke maatschappelijke groepen. Waterschappen zijn dat bijvoorbeeld al heel lang, of universiteiten. Functionele decentralisatie was de laatste decennia nogal op z’n retour. Territoriale decentralisatie is de norm: het verhaal van het Huis van Thorbecke met het rijk, de provincies en gemeenten. In deze corona-crisis blijkt echter juist de functionele decentralisatie verre van dood. Sterker nog, we zien een heuse opleving van het idee dat maatschappelijke verbanden het beste hun eigen zaakjes kunnen regelen. Het onderwijs vormt een eigenwijze club die afdwong dat de scholen werden gesloten, de kinderopvangbond hamert op harmonisatie van de schooltijden en kermisexploitanten ontwerpen regels voor een anderhalvemeterspookhuis. Allemaal functionele gemeenschappen die zelf in de benen zijn geschoten of daartoe nadrukkelijk door het rijk zijn uitgenodigd. Juist toen wij dreigden te wennen aan een persconferentie waarop iedereen naar de nationale minister-president kijkt om te vernemen hoe – uiteindelijk – de lokale regelgevende bevoegdheid zal worden gebruikt, juist toen kwam gelukkig die vraag over de tandartsen. De territoriale decentralisatie mag het zwaar hebben, de functionele bloeit!

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 10 KORT VAKGEBIEDEN DIGITAAL FINANCIËN RUIMTE EN MILIEU HOE (DATA)VOLWASSEN ZIJN GEMEENTEN? REVOLVERENDE FONDSEN NIET TRANSPARANT DUURZAAM BEGINT BIJ MEER COHESIE A&O fonds Gemeenten, VNG Realisatie en adviesbureau Berenschot hebben een model opgesteld waarmee gemeenten onder andere kunnen bepalen wat de publieke waarde is van datatoepassingen voor hun gemeente. Verder kunnen gemeenten inzien hoe ver hun kennis rijkt wat betreft de inhoudelijke kennis van data-analyse, hoe het gesteld is met de vaardigheden van de medewerkers en in hoeverre de gemeente structureel werkt aan leren en veranderen op datagebied. Het idee is dat door gebruik te maken van data gemeenten efficiënter hun doel kunnen bereiken. A&O fonds geeft hiervan in een downloadbare paper enkele voorbeelden: in het sociaal domein kan er dankzij het goede gebruik van informatie meer zicht komen op welke mensen een hulpvraag hebben, en in het fysieke domein kan men doelmatiger omgaan met bijvoorbeeld onderhoud, parkeren en het ophalen van afval. ‘Datagedreven werken vraagt nogal wat van gemeenten’, schrijft A&O fonds. Met het model en de bijbehorende scans kunnen gemeenten hun volwassenheid met betrekking tot data-analyse bepalen. ‘Om scherp en rationeel te bepalen waar je staat, waar je naartoe wilt, én wat daarvoor nodig is, is er het Ontwikkelmodel Datagedreven Gemeente.’ Voorbeelden van vraagstukken waar gemeenten mee aan de slag moeten, zijn: Leert en verandert de gemeente door experimenteren? Is er voor dit programma budget en tijd bij medewerkers beschikbaar? Hoe worden data-analytics toegepast binnen de verschillende domeinen? En welke risicobeperkende strategieën past de gemeente toe, conform privacy-by-design? Revolverende fondsen zijn weinig transparant. Slechts een handjevol fondsen hanteert een passende mate van openbaarheid waar het gaat om de beschikbaarheid van de gelden van het fonds, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria. Daardoor ontstaat een situatie waarbij publieke financiering aan eindbegunstigde wordt verstrekt, zonder dat het voor hen duidelijk is waar zij aan moeten voldoen om geld uit een revolverend fonds te ontvangen. De kans is daarmee niet uitgesloten dat eindbegunstigden geen gelijke kansen hebben om voor financiering in aanmerking te komen. Tot die conclusie komt Veerle van Waarde in haar boek Revolverdend financieren door overheidsinstanties (uitgeverij Celsus). Het lijkt er volgens haar op dat bij veel revolverende fondsen het beeld leeft dat zij bancaire financiering verstrekken. ‘Bij een bank worden de financieringsvoorwaarden ook niet klip-en-klaar op het internet gepubliceerd, dus waarom zouden revolverende fondsen dat wel moeten doen? Hierbij wordt een groot verschil uit het oog verloren. Revolverende fondsen zijn mijns inziens namelijk geen private banken. Het zijn fondsen die grotendeels publiek geld verstrekken; geld van de belastingbetaler dus.’ Het is volgens Van Baarle daarom wenselijk dat alle typen revolverdende fondsen zijn gebonden aan de transparantieverplichting. Uiteindelijk verstrekken zij immer allemaal publiek geld, in welke hoedanigheid zij ook opereren. Het zou in haar ogen mooi zijn wanneer voor dergelijke fondsen een wettelijk kader wordt gecreëerd. ‘Het blijft immers publiek geld dat door revolverende fondsen ronddraait.’ Het is een bekend probleem bij duurzame burgerinitiatieven in een wijk. Een paar enthousiastelingen trekken de kar, maar slagen er niet in om grotere groepen wijkbewoners bij hun plannen te betrekken. Dan loopt dat plan voor een gezamenlijke energie-aanpak van onderop al snel spaak. De pioniers trekken zich een illusie armer terug. Hoe krijg je dan wél meer animo voor lokale initiatieven? Als antwoord op die vraag komen Buurtkracht en TNO met het digitale werkboek Samen lokaal in beweging. Het is gebaseerd op de ervaringen van twee buurtprojecten in Friesland: in het dorp Nij Beets en de Leeuwarder wijk Zuiderburen. In Nij Beets kreeg een energieproject alsnog vleugels toen er een verbinding werd gemaakt met een jaarlijkse spelweek voor kinderen. In de duurdere nieuwbouwwijk Zuiderburen maakte de energietransitie pas een kans toen mogelijke besparingen op de woonlasten voor de bewoners inzichtelijk werden gemaakt. Ook ontstonden er kansen om het groen in de wijk te verbeteren. VERBINDEN Conclusie voor de onderzoekers is dat investeringen in de sociale cohesie aan een energieplan vooraf dienen te gaan. ‘De energietransitie heeft lang niet voor iedereen de hoogste prioriteit’, stellen Djoera Eerland van Buurkracht en Joke Kort van TNO. 'Door mensen te verbinden rond thema’s die ze bezighouden en waarmee ze actief zijn, verlaag je drempels en maak je kans op succes groter. Niet beginnen met de energietransitie; je moet het omdraaien.' Het werkboek is gratis te downloaden op de website www.buurkracht.nl.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 KORT 11 IN BEWEGEN MEER CIJFERS 65+ VOLGT OUDEREN BEWEEGRICHTLIJN 40% 2001 2019 22% In 2019 voldeed bijna de helft van de Nederlanders van 4 jaar of ouder aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad. 65-plussers voldeden minder vaak aan de richtlijnen zich per week 2,5 uur matig intensief in te spannen en twee keer spier- en bot versterkende activiteiten te verrichten. Ze bewegen wel meer. Bron: CBS/RIVM Amsterdam omarmt een ambitieus model voor een nieuwe, circulaire post-corona economie, gebaseerd op het idee van Britse econoom Kate Raworth: de donuteconomie. Een crisis is hét moment om zulke veranderingen door te voeren, vindt wethouder Marieke van Doorninck (duurzaamheid en circulaire economie, GroenLinks). ‘Ook al staat ons hoofd er misschien niet naar, we gaan toch kijken hoe we op een duurzame manier uit deze crisis kunnen komen’, zegt ze tijdens een livecast van debatcentrum Pakhuis de Zwijger. Het donut-model gaat ervan uit dat een economie niet per se hoeft te groeien, maar tussen binnen- en buitengrenzen moet blijven die aan de ene kant mensenrechten (de binnengrens) en aan de andere kant de planetaire capaciteit (de buitengrens) beschermen. Zo wil Amsterdam veel minder nieuwe grondstoffen gaan gebruiken en bij het rijk lobbyen om de belasting op arbeid te verschuiven naar primaire grondstoffen. Maar hoe dat Amsterdammers door de crisis loodst? Door nieuwe, duurzame banen te creëren, is Van Doorninck’s antwoord. De VNG waarschuwde al dat de banen die in de coronacrisis zijn verdwenen, niet zomaar terugkomen. 'Winter is coming’, vatte de Amsterdamse wethouder Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks) het samen. Van Doorninck: ‘Een circulaire economie, die zorgt voor werkgelegenheid. Want er zijn veel handjes voor nodig, om te recyclen, om te herstellen, om opnieuw te maken, om uit elkaar te halen… dus je hebt een hele andere economie, met veel werkgelegenheid die we snel kunnen inzetten.’ Raworth sluit zich erbij aan: ‘This could not have come at a more powerful time.’ De democratische invloed van de 29 dorps- en wijkraden in Haarlemmermeer is beperkt. Ook wordt de inzet, kennis en kunde ervan onvoldoende benut. Daarnaast ontbreekt het in het gemeentebeleid aan een langetermijnvisie op de lokale democratie. Dat concludeert de Rekenkamercommissie Haarlemmermeer (RKC) in haar rapport ‘Wijze raad is halve daad’. De kwaliteit van samenwerking tussen gemeente en dorps- en wijkraden wisselt en verloopt niet optimaal, constateert de RKC. ‘Zo worden dorps- of wijkraden niet betrokken bij woningbouwplannen, krijgen dorps- en wijkraden soms geen antwoord op verzoeken en worden ze onvoldoende op de hoogte gehouden van de voortgang van ontwikkelingen.’ De gemeente reageert onvoldoende snel en slagvaardig op vragen van dorps- en wijkraden. Vaak ontbreken basisafspraken over rollen en onderlinge werkwijze. Slecht een op de drie dorpsen wijkraden heeft samenwerkingsafspraken met de gemeente gemaakt. Dorps- en wijkraden en betrokken ambtenaren krijgen te weinig richting van het bestuur. De rekenkamercommissie adviseert het college een langetermijnvisie te ontwikkelen op de participatieve democratie, waarin de positie van dorps- en wijkraden moet worden meegenomen. Het college moet daarnaast de voorwaarden voor goede samenwerking tussen gemeente en dorps- en wijkraden op orde brengen. Goede heldere basisafspraken over de rollen van dorps- en wijkraden, de onderlinge communicatie en een gezamenlijke agenda voor een gebied en hoe te handelen bij conflicten zijn volgens de RKC belangrijk om effectief en efficiënt te kunnen samenwerken. SOCIAAL CIRCULAIR DE CORONACRISIS UIT BESTUUR EN ORGANISATIE WIJKRADEN ONVOLDOENDE BENUT

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 12 INTERVIEW GEERT VAN RUMUND DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: BERT BEELEN Burgemeester van Wageningen Geert van Rumund zou met pensioen gaan, maar de coronacrisis gooit roet in het eten. En toch ook weer niet. ‘Ik ben blij dat ik kan helpen, maar het is jammer dat ik dat even niet kan doen als burgervader.’ GEERT VAN RUMUND SCHUIFT DOOR CORONA PENSIOEN OP ‘NATUURLIJK BLIJF IK NOG EEN JAAR’ De reis dit najaar door Australië was in kannen en kruiken. Geert van Rumund zou er na zijn pensionering samen met zijn vrouw Corrie twee maanden lang rondtoeren. Maar dat feest gaat (voorlopig) niet door. Wageningen heeft zijn burgemeester in deze roerige coronatijden nodig, schreef de voltallige gemeenteraad zijn geliefde voorzitter, die in zijn nieuwjaarstoespraak had aangekondigd op 1 november te zullen vertrekken. Dat wordt nu 1 juni volgend jaar. ‘Het hoort zo bij mij om op het verzoek van de raad in te gaan’, zegt Van Rumund. ‘Natuurlijk blijf ik. We hadden thuis aan een paar woorden genoeg. Ik vond het hartverwarmend om te merken dat heel veel mensen in de stad het fijn vinden dat ik zeven maanden langer hun burgemeester blijf.’ Het leek Geert van Rumund (64) in januari nog wel zo’n goed idee om na vijftien jaar burgemeesterschap in november met pensioen te gaan. ‘Dan zou ik in Wageningen drie hoogtepunten hebben beleefd: 750 jaar stad in 2013, de opening van het ‘vernieuwbouwde’ stadhuis in 2016 en dan nu 75 jaar vrijheid. Die drie gebeurtenissen pasten perfect bij Wageningen en bij de rol die je als burgemeester/burgervader hebt om de gemeenschap te verbinden. 750 jaar stad hebben we een jaar lang gevierd. De verbouwing van ieder gemeentehuis is een ingewikkeld dossier, maar ik heb er altijd voor geijverd om het stadhuis hier op de Markt houden; midden in het centrum, tegenover de kerk. De heropening van het ‘vernieuwbouwde’ stadhuis vierden we op één dag met een prachtig feest. Met eten, drinken en muziek verbind je de twee werelden van Wageningen, waar een kwart van de bevolking student is. Ik had gehoopt dat we van 75 jaar vrijheid ook een mooi feest konden maken.’ Tja. Overal in de gemeente Wageningen wapperen rood-wit-blauwe vlaggen in tuinen en aan puien met daarop 75 jaar vrijheid Wageningen 1945-2020. Een lumineus idee van Robert Frijlink van de Gij IJzerhandel, schuin tegenover Hotel de Wereld. Zo’n vlag is voor 15 euro te koop bij GIJ, Hema en Boekhandel Kniphorst. ‘Ik heb begrepen dat de vlaggen als zoete broodjes over de toonbank gaan. Er zijn er duizend verkocht en er zijn er tweehonderd onderweg.’ LIBERATION ‘Bij ons thuis wappert er ook één’, zegt burgemeester Van Rumund trots. Her en der in de stad hangen ook vlaggen met liberation erop in plaats van vrijheid. ‘Die hadden we voor de buitenlandse toeristen laten maken. Nu die wegblijven, verkopen we vooral de Nederlandse vlag’, aldus GIJ-eigenaar Frijlink in De Gelder lander. De toeristen en de stokoude Engelse en Canadese oorlogsveteranen reizen dus niet naar Wageningen af om 75 jaar vrijheid te vieren. Corona versjteert het feest. Het was nog maar op 10 maart dat De Gelderlander optekende dat meer dan 200 loopgroepen in de nacht van 4 op 5 mei het bevrijdings‘Ik draag de ambtsketen eigenlijk altijd’ vuur zouden ophalen in Wageningen, dat op het Belmonte Arboretume een Liberty Breakfast zou worden georganiseerd, dat zo’n 140 WOII-veteranen zouden meedoen aan het bevrijdingsdefilé, dat op het Freedom Film Festival Anne Frank: Parallel Stories zou worden vertoond en dat gezinnen zich konden vermaken op het Foulkes Festival. ‘Je kunt het je nu niet voorstellen, maar vorige maand waren we bezig om 120.000 mensen in Wageningen te kunnen ontvangen en nu vragen we ons af hoe we corona-proof vijftien mensen bij elkaar kunnen krijgen om op 5 mei stil te kunnen staan bij onze bevrijders’, zegt burgemeester Van Rumund. Op 4 en 5 mei is alles zonder publiek, maar om toch het idee van een levende herdenking te geven, worden in Theater Junushoff corona-proof de Maut hausenliederen opgenomen en draagt de stadsdichter een gedicht voor. ‘Die videobeelden kunnen dan achter de herdenking worden geplakt’, aldus Van Rumund. ‘Het vrijheidsvuur wordt volgende week ook niet met loopgroepen door het land verspreid, maar we roepen iedereen op om mee te hel

INTERVIEW 13 CV GEERT VAN RUMUND (Zevenaar, 1956) behaalde in 1981 zijn kandidaats theologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Vervolgens ging hij aan de slag als jongerenbegeleider bij het Wegloophuis Nijmegen. Van Rumund was ambtelijk secretaris van de PvdA in de gemeenteraadsfractie van Nijmegen en werd in 1994 fractievoorzitter. Van 1998 tot 2005 was Van Rumund wethouder in Nijmegen. In het najaar van 2005 werd hij burgemeester van Wageningen. Op 6 januari van dit jaar kondigde Van Rumund aan dat hij per 1 november 2020 met pensioen zou gaan. Vanwege de coronacrisis heeft hij zijn pensionering uitgesteld tot 1 juni 2021. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground Gemeenten hebben een nieuwe, moderne, gezamenlijke informatievoorziening nodig voor het uitwisselen van gegevens. Want het huidige stelsel voor gegevensuitwisseling maakt het lastig om snel en fl exibel te vernieuwen, te voldoen aan privacywetgeving en effi ciënt om te gaan met data. Dat staat de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening in de weg. Vanuit die behoeſt e is Common Ground ontstaan; een hervorming van de gemeentelijke informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met gegevens. Data worden losgekoppeld van werkprocessen en applicaties. Inmiddels zijn de Common Ground ontwikkelingen in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Vragen die tijdens dit congres aan bod komen zijn: • Waar staan we met Common Ground? • Wat heeſt het tot dusver opgeleverd? En wat zijn de knelpunten en uitdagingen? • Wat zijn voorbeelden van praktijkcases en wat werkte daarbij wel en wat niet? • Hoe houd je grip op Common Ground projecten. Hoe laat je de transitie zo soepel mogelijk verlopen? En hoe verklein je hierbij de kans op budgetoverschrijdingen? • Wat is de rol van de leverancier? Bent u er ook bij op 8 oktober in Barneveld? Kijk snel voor het volledige programma en aanmelden op: ictenoverheid.nl 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld

INTERVIEW 15 ‘Ik zit er wat minder orthodox in’’ pen het vrijheidsvuur over heel Nederland te verspreiden. Ik hoop dat iedereen meedoet en op de vierde vanaf half negen ‘s avonds uur een eigen vrijheidsvuur ontsteekt – in eigen huis, tuin of digitaal.’ SCHLUSS Gelukkig kan Geert van Rumund zich volgend jaar – als Nederland hopelijk niet meer gebukt gaat onder het juk van de corona – nog één keer als burgervader over de herdenking en de bevrijding ontfermen. En voor 4 en 5 mei 2021 staan gelukkig alle activiteiten op het programma die ter ere van 75 jaar vrijheid georganiseerd zouden worden. Wel weer met minder oorlogsveteranen natuurlijk. Daarna is het voor Van Rumund toch echt schluss. Bas Eenhoorn mag op zijn 73ste nog waarnemer in Vlaardingen willen zijn en Van Rumunds partijgenoot Tjeerd van der Zwan mag op zijn 66ste hebben bijgetekend in Heerenveen, Geert van Rumund vindt het op zijn 65ste genoeg geweest. ‘Op een gegeven moment moet je weg; dat is nooit leuk, maar het moet een keertje. En ik ben niet van de burgemeestersstijl dat ik onmiddellijk zeg: doe mij maar een waarnemerschap. Het waarnemerschap is mooi en soms misschien ook wel verstandig, maar ik ben verknocht aan de kroonbenoemde burgemeester en zijn rol als burgervader. Dat maakte mijn beslissing om langer te blijven ook zo makkelijk. Wageningen verdient een kroonbenoemde burgemeester die zich met hart en ziel inzet voor de stad, maar die zou er niet komen omdat de commissaris de benoemingsprocedures voor kroonbenoemde burgemeesters heeft opgeschort. Van Rumund werd zelf een half jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 burgemeester van Wageningen. ‘Dat ging best, maar als je van buiten komt en de stad niet kent, is het fijner om tussen twee raadsverkiezingen in burgemeester te worden. Dat was óók een reden om op 1 november te vertrekken, in de hoop natuurlijk dat er een kroonbenoemde opvolger zou komen met hart voor de stad. Daarover had ik goed nagedacht en dan is een vertrek ook mooi.’ Mooi of niet, er ‘ging echt een schok door de zaal toen hij zei dat hij wegging’, vertelde raadslid Monique Heger na afloop van Rumunds nieuwjaarstoespraak tegen Omroep Gelderland. Dat hij nu niet weggaat, doet Van Rumund ook wel weer goed. ‘Ik ben blij dat ik de stad in deze moeilijke tijd kan helpen, maar het is jammer dat ik dat nu even niet kan doen als de burgervader die ik wil zijn.’ INFORMEEL Een informele burgervader die er het liefst uitziet als een ‘ouderwetse’ burgemeester. Die combinatie kom je niet zo vaak tegen. De eerdergenoemde Bas Eenhoorn is ook enorm informeel en zegt tegen ‘Jan en alleman’ je en jij, maar hij draagt ‘volgens de mensen van het protocol zijn ambtsketen wel veel te weinig’. ‘Je en jij past bij Wageningen’, zegt Van Rumund. ‘Ik vervul mijn rol van burgemeester zo goed mogelijk, maar je hebt altijd anderen nodig. Ik ben in deze coronatijd misschien wat meer burgemeester dan burgervader, maar de basis is dat je het met en voor elkaar doet. Door de jij-vorm in het contact te gebruiken, leg je daar de nadruk op. Ik weet dat sommige mensen het fijn vinden om netjes u te zeggen, maar als ik de kans krijg ga ik heel snel naar de informele kant.’ Je en jij, maar wel altijd keurig in het pak en het liefst zo vaak mogelijk met ambtsketen om. ‘Voor een PvdA’er is dat misschien wel raar’, lacht Van Rumund. ‘Ik vind: bij een bepaalde functie hoort bepaalde kleding. Een man in de buitendienst maait ook niet het gras met een stropdas om. Je accepteert maar gewoon dat je functie eisen stelt aan je kleding, hoewel lang niet iedereen daar zo over denkt. Als wethouder in Nijmegen had ik bij een overleg áltijd een stropdas om, maar collega Paul Depla droeg geen stropdas. Ik kwam als wethouder voor grote stedenbeleid in Nijmegen veel in Den Haag, en ik had ieder geval het gevoel dat ik op die manier makkelijker binnenkwam.’ Bij het burgemeesterschap horen de stropdas én de ambtsketen. Burgemeester Van Rumund: ‘Ik draag de ambtsketen eigenlijk altijd. Hij hoort echt bij het ambt; mensen vinden hem mooi. Ik vind het ook leuk om hem te dragen.’ Ook straks op de foto? Hij zou de eerste burgemeester zijn die voor deze serie interviews in Binnenlands Bestuur met ambtsketen om op de foto gaat. ‘Dan ga ik het doen’, reageert Van Rumund opgewekt. Maar als hij die keten straks officieel aflegt, dan is het ook goed hoor. ‘Het is prachtig om als burgemeester een stad te kunnen verbinden, maar ik ben er niet aan verslaafd. Je weet het natuurlijk nooit, maar ik denk niet in een zwart gat te vallen. Dat komt ook omdat ik meer dingen in het leven belangrijk vind. Ik heb theologie gestudeerd en ben geïnteresseerd in zaken die met zingeving en levensvragen te maken hebben.’ ZINGEVING Frans de Lange vond het als (ChristenUnie)burgemeester van Elburg op den duur echt een probleem dat hij niet meer kon delen van zijn geloof. ‘Dat ervoer ik steeds meer als een gemis’, zei hij in Binnenlands Bestuur. De Lange stapte daarom uit het openbaar bestuur en ging werken voor de zendingsorganisatie GlobalRize. ‘O nee, zo diep gaat het bij mij helemaal niet’, reageert Van Rumund. ‘Ik heb een katholieke achtergrond, maar ik volg geen strakke geloofslijn. Ik steek wel een kaarsje op en voel mij ook verbonden met mijn traditie. De traditie geeft mij best ankerpunten, maar ik ben niet iemand die zijn geloof wil uitdragen. Ik zou het belang van waarden en geloofstradities willen uitdragen, maar vooral het respect daarvoor. Ik zit er wat minder orthodox in.’ En welke vorm krijgt die zingeving na zijn pensionering? Geert van Rumund tot slot: ‘Ik ben sinds mijn studie theologie altijd wel verbonden geweest met de Dominicaanse geloofstraditie. Dominicanen staan voor een open manier van geloven en willen schijnbare tegenstellingen overbruggen; wat ook altijd mijn streven is geweest als burgemeester. Lang geleden zat ik in het bestuur van het Dominicanenklooster in Huissen. Het draadje met de Dominicaanse geloofstraditie is altijd in beeld gebleven. Ik ben bestuurslid van de Stichting Nieuw Wij in Amsterdam, die op een verbindende manier online het gesprek over waarden en geloof en zingeving van het leven wil voeren. Ik denk vaak: goh, ik zou die boeken best willen lezen in plaats van dat ik een voorstel beoordeel.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 16 SERIE AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD DOOR: MARIEKE OPREL, WIM VAN MEURS EN ANNABELLE JANSINK Door de afwezigheid van ministers voerden ambtenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog belangrijke hervormingen door. Dankbaar maakten zij gebruik van de crisis. Wat zijn daarvan de lessen voor de coronacrisis? Slot van de serie Ambtenaar in oorlogstijd. WAT DE OORLOG LEERT OVER AANPAK CORONA EEN CRISIS ALS BESTUURLIJKE KANS In een van zijn veelbekeken toespraken over de Corona-pandemie, deed premier Rutte op 20 maart bijna terloops twee frappante uitspraken. Aan een appèl tot medewerking en saamhorigheid, omdat we deze crisis alleen met 17 miljoen Nederlanders kunnen overwinnen, voegde hij toe: ‘Dit is geen lege, politieke zin. Het is de harde realiteit.‘ Met andere woorden: in een dergelijke nationale crisis is voor partijpolitieke profilering en retoriek geen plaats meer. De harde realiteit vereist doortastende besluitvorming en de onbureaucratische omzetting van deze maatregelen. Om de coronacrisis in perspectief te plaatsen, greep de premier vervolgens terug naar de enige historische vergelijking waarover Nederland beschikt: ‘de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog’. Wat we in de afgelopen weken hebben meegemaakt, is een acute bedreiging van de volksgezondheid, die het uiterste vraagt van de medische en zorgvoorzieningen. De economische gevolgen op de middellange termijn voor werkgelegenheid en bedrijfsleven zijn nog geenszins in te schatten, zoals de politieke boodschap ‘whatever it takes’ van minister van Financiën Hoekstra en de premier zelf aangeeft. Omgekeerd worden de burgerlijke vrijheden ingeperkt op een manier, die niemand een paar maanden geleden voor mogelijk zou hebben gehouden. Ook voor het complexe samenspel van democratische politiek, beleid en bestuur heeft het virus nu al grote consequenties gehad. De coronacrisis creëert een nieuwe politieke realiteit. Een VVD-premier vindt plots brede erkenning voor zijn staatsmanschap, ministers treden uit zijn schaduw en tonen onvermoede leiderschapskwaliteiten, de democratische controle wordt van plenaire debatten teruggebracht tot wekelijks overleg AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD De serie ‘Ambtenaar in oorlogstijd’ laat zien dat de Duitse bezetting kansen bood aan Nederlandse ambtenaren om beleidsterreinen naar hun hand te zetten. Deel 8: epiloog. met de fractievoorzitters en oppositieleiders benadrukken publiekelijk eensgezindheid in plaats van partijpolitieke verschillen. GEDEELD BELANG Belangenbehartiging maakt ook in het publieke debat plaats voor vertrouwen in de overheid en een gedeeld nationaal belang. De polls laten een plus zien voor met name die partijen die het schip van Staat door deze moeilijke tijden loodsen, maar ook een toegenomen vertrouwen in vitale (overheids)instanties en beroepsgroepen. Dat geldt voor medici en verplegers, maar ook voor de veel bekritiseerde experts van het RIVM en de ambtenaren in de ministeries (of in home-office). Als nationale besluitvorming tijdelijk slechts beperkt kan worden gelegitimeerd door democratische belangenafweging en controle, wordt de noodzakelijke rechtvaardiging elders gezocht en gevonden: bij de virologen en statistici van het RIVM als objectieve experts. En bij de uitvoerende instanties die apolitieke besluiten vertalen in maatregelen en afstemmen met burgemeesters, politiechefs en ziekenhuisbesturen. Niet alleen bij de premier dringt zich de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog op. Ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding hebben wij als onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen sinds januari 2020 in Binnenlands Bestuur beleidsontwikkelingen tijdens de oorlogsjaren onder de loep genomen, die de taakopvatting en werkwijze van het ambtenarenapparaat veranderden, maar ook de verhouding tussen partijpolitiek, ambtenarij en wetenschappelijke expertise. Deze historische vergelijking is juist interessant omdat gezagsdragers en het openbaar bestuur in de crisis van de Duitse bezetting (ook nu nog) vooral langs de meetlat van goed en fout worden gelegd. Ook het onlangs door het NIOD aangekondigde onderzoek in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal moeite hebben om zich aan dit perspectief te onttrekken. De ambtenaren hadden de opdracht om op hun post te blijven om zo erger kwaad van Nederland af te wenden (namelijk hun vervanging door NSB’ers of Duitse bestuurders). Of ze bij de uitvoering van deze opdracht de grens naar collaboratie en heulen met de vijand overschreden, is een morele vraag en niet aan historici om te beantwoorden. Het spreekwoordelijke dilemma van ‘de burgemeester in oorlogstijd’. BELANGRIJKE HERVORMINGEN Onze bijdragen sinds januari laten zien dat de crisis van de bezetting en het ontbreken van de naar Londen uitgeweken ministers de hoge ambtenaren in de ministeries juist motiveerden tot een

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 FOTOCREDIT: BEELDBAND NIOD SERIE 17 Ambtenaar van de nationaal-socialistische Winterhulp op bezoek bij een Nederlands gezin aantal belangrijke hervormingen die veelal na de oorlog stand hielden. Deze hervormingen konden alleen doorgang vinden als ze de goedkeuring van het nazi-regime konden wegdragen of ten minste niet tegen de belangen van de bezetter indruisten. De hervormingsplannen hadden niet zelden hun oorsprong in plannen die in de jaren dertig door experts en beleidsambtenaren waren ontworpen, maar die in de politieke polarisatie van die jaren waren gesneuveld. Het ging hier om maatregelen die bestuurlijk en maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk waren, maar waar partijpolitieke tegenstellingen een sta-in-de-weg bleken. De bezetting bood de ‘ministeries zonder minister’ een eenmalige gelegenheid. In deze crisissituatie legitimeerden de inhoudelijke deskundigheid van de experts en de bestuurlijke expertise in de ministeries belangrijke beleidshervormingen. Zo werd tijdens de bezetting het Nederlandse belastingstelsel in recordtempo grondig hervormd. Binnen twee jaar werden nieuwe loon-, omzet-, vennootschaps-, dividend-, ondernemings- en vermogensbelastingen ingevoerd, de rijwielbelasting afgeschaft en de belastingdruk aanzienlijk verhoogd. Plannen en ideeën uit de jaren dertig, die door bezwaren van werkgeversorganisaties niet waren doorgevoerd, werden door de ambtenaren bij de Belastingdienst nu enthousiast uitgewerkt. Op enkele correcties en aanpassingen na ontstond een belastingsysteem naar Duits voorbeeld (van voor Hitlers machtsovername in 1933) dat ook na de oorlog zou worden gehandhaafd. ACHTSTE LEERJAAR Ook in het Nederlandse schoolsysteem werden tijdens de Duitse bezetting wijzigingen aangebracht die al voor de oorlog door onderwijsvernieuwers waren geopperd. De leerplichtverlenging van 1942, waarmee een achtste leerjaar aan het lager onderwijs werd toegevoegd, was een lang gekoesterde wens van velen, die als gevolg van tegenstellingen in de verzuilde vooroorlogse politiek niet was ingewilligd. Onder Seyss-Inquart werd, dankzij een sterk staaltje verdeel-en-heers politiek, dat zonder grondige kennis van het Nederlands onderwijs niet mogelijk was geweest, het Voortgezet Gewoon Lager Onderwijs (VGLO) opgericht. Hoewel de duizenden nieuw opgerichte scholen de jeugd verkapt genazificeerd onderwijs boden, werd na de oorlog het achtste leerjaar niet meer afgeschaft. De rol van de bezetter werd zo goed mogelijk verzwegen en raakte in de vergetelheid, maar de onderwijsverbetering werd niet teruggedraaid. Een andere interessante casus is het ontslagrecht, dat in mei 1940 naar voorbeeld van een Duitse wet werd gewijzigd en na de oorlog door de Nederlandse wetgever werd overgenomen. De combinatie van een algemeen ontslagverbod en een preventieve toets door een onpartijdige ambtelijke instantie bleek dusdanig nuttig, dat de op nationaalsocialistische gedachte gebaseerde maatregelen van staatstoezicht op ontslag nog altijd de basis vormen voor ons huidige ontslagrecht. RUIMTELIJKE REGIE Ook ambtenaren bij Rijkswaterstaat en planologen kregen tijdens de Duitse bezetting hun zin. De oprichting van de Rijksdienst voor het Nationale Plan (RNP) in 1941 beantwoordde in zekere zin aan de roep om gecentraliseerd beleid en nationale coördinatie op het gebied van ruimtelijke ordening. De RNP werd naar Duits voorbeeld opgebouwd, maar op het personele vlak bestond er een duidelijke continuïteit met de initiatieven uit de jaren dertig. Ondanks de steun van de Duitse bezetter kon de RNP haar plannen nauwelijks uitvoeren. Botsingen met andere ambtelijke instanties, zoals de grotere Wederop

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 18 ACHTERGROND AMBTENAAR IN OORLOGSTIJD bouwdienst en het directoraat-generaal Voedselvoorziening, hinderde het streven naar centrale planning. Na de oorlog mocht de dienst blijven bestaan, tot ze in 1966 opgevolgd werd door de Rijksplanologische dienst, maar de oorspronkelijke ambitie een nationale regeling voor de stedenbouw te treffen werd nooit gerealiseerd. Wel speelde de RNP een belangrijke rol bij de totstandkoming van Nederlands beleid ten aanzien van natuurbescherming, met als belangrijkste wapenfeit de afkondiging van een lijst van te beschermen natuurgebieden op 28 juli 1942. Over een aantal jaren zal de corona-pandemie worden onderzocht als een wereldwijde crisis en een breukmoment voor deze generatie vergelijkbaar met de moord op John F. Kennedy in 1963, de val van de Berlijnse muur in 1989, de terreuraanslag van 9/11 of de bankencrisis van 2008. Historici zullen dan in de archieven dezelfde onwerkelijke gewaarwording hebben, die wij hadden bij het onderzoek naar Nederlandse ministeries direct na de Duitse inval. De maatschappelijk shock en ontreddering is enorm, niets is letterlijk meer zoals het een paar weken of dagen geleden was … En toch gingen de meeste ambtenaren uiterlijk na een week terug naar hun ministerie. ONVERSTOORBAAR Wie in het Nationaal Archief de beleidsdossiers uit die tijd terugleest, kan letterlijk alleen uit de naam van de leidinggevende afleiden dat een regimewisseling heeft plaatsgevonden (en zelfs dat niet altijd). De openstaande beleidsdossiers worden op maandag 20 mei 1940 onverstoorbaar voortgezet. Dat is ten minste de indruk die het archief wekt, en misschien wel de essentie van elk ambtelijk apparaat. De weerslag van de corona-crisis in de archieven zal niet anders zijn. De urgentie van de beleidshandelingen is gedocumenteerd, maar niet de twijfel of shocktoestand. De geschiedenis herhaalt zich niet en heeft dus ook geen kant-en-klare lessen te bieden. Toch kunnen de resultaten van verdergaand onderzoek naar ministeries in de crisis van de jaren dertig en tijdens de daaropvolgende jaren van bezetting en bevrijding interessant zijn voor ministeries en de scholing van rijksambtenaren anno 2020. Een historiADVERTENTIE sche dimensie ontbreekt nu volledig bij de verschillende ministeries in de toch omvangrijke zogenaamde Introductiedossiers voor nieuwe bewindslieden. Zelfs een beknopt overzicht van de namen en bijbehorende beleidsterreinen van de ministeries door de jaren heen, de ontwikkeling in de interne structuur en het aantal ambtenaren ontbreekt. Inzicht in de veranderingen in de werkwijze en rolopvattingen van beleidsambtenaren in de afgelopen decennia scherpt de blik voor actuele veranderingsprocessen. De beleidsdossiers uit de economische crisis van de jaren dertig of uit de tijd van bezetting en bevrijding bieden talloze casestudies en ‘lespakketten’ over de verhouding tussen partijpolitiek en bestuur, tussen wetenschap en publieke opinie of vrijheid en regulering die, zo leren we nu in 2020, nog niets van hun actualiteit hebben verloren. Marieke Oprel is docent en onderzoeker. Wim van Meurs is hoogleraar. Annabelle Jansink is onderzoeksassistent. Allen aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: CASPAR HUURDEMAN / H.H. ACHTERGROND 19 De aanpak van ondermijning verslapt makkelijk in coronatijden. Daar moet de nieuwe ‘Handreiking APV en ondermijning’ een eind aan maken. En met reden. ‘Bij hoge werkloosheid is het voor criminelen aanlokkelijk om in die groep mensen te werven.’ ONDERMIJNING NIET ALLEEN ‘BURGEMEESTERSFEESTJE’ HANDBOEK AANPAK VAN CRIMINELEN POLITIE-INVAL Garage Batman Auto’s in Huizen wordt onderzocht ‘De drugsindustrie is een lenige en financieel stevige industrie. Ook in deze coronatijd zoeken ze naar nieuwe producten. We zijn er niet ineens vanaf’, waarschuwt Peter Noordanus, voorzitter van het Strategisch Beraad Ondermijning. Criminelen hebben misschien even last van de coronacrisis, minder drugsaanvoer, maar zullen snel nieuwe wegen bewandelen. Daarbij ziet Noordanus ook gevaren van de aanstaande economische crisis. Bedrijven die failliet dreigen te gaan, zoals in de horeca, kunnen zich wenden tot niet zulke frisse weldoeners uit criminele hoek die hun geld willen witwassen.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 20 ACHTERGROND ONDERMIJNING Voorzitter strategisch beraad Peter Noordanus (links) projectleider Bart Engberts (rechts) In Italië heeft de maffia als woekeraar een comeback gemaakt. Niet alleen voor bedrijven, maar ook voor gewone burgers die hun baan daar en masse zijn verloren. In Nederland zal het op dat vlak waarschijnlijk niet zo’n vaart lopen, maar ook hier kan het voor mensen zonder baan aantrekkelijk zijn zich voor criminele hand- en spandiensten te lenen. ‘Bij hoge werkloosheid is het voor criminelen aanlokkelijk om in die groep mensen te werven.’ Aanleiding voor het gesprek is de lancering van de ‘Handreiking APV en ondermijning’. Die moet gemeenten als inspiratie dienen om de eigen APV uit te breiden. ‘Wij bestrijden de criminele drugsindustrie vanuit twee gedachtenlijnen: één overheid, dus gezamenlijk opereren, en publiek-private coalities met andere partijen. De APV is onderdeel van de één overheid-strategie.’ Politie en justitie hebben een belangrijke plek in de handhaving, maar dat geldt ook voor gemeenten. ‘In een aantal gemeenten wordt via winkeltjes witgewassen. In Tilburg had de autoverhuur een duidelijke rol in de logistiek van de drugsindustrie. Het helpt als je elkaar als gemeenten sterker maakt en enthousiasmeert. Met deze handreiking hoeft niet iedereen opnieuw het wiel uit te vinden.’ Noordanus waakt ervoor dat de handreiking als blauwdruk wordt gezien. ‘We schrijven gemeenten niet voor hoe het moet. Zij moeten zelf lokaal hun prioriteiten vaststellen, maar het is nuttig deze handreiking er dan bij te pakken.’ AANSPREKENDE VOORBEELDEN In de handreiking staan aansprekende voorbeelden van ondermijningsbepalingen uit APV’s van pionierende gemeenten. Volgens projectleider Bart Engberts gaat het er bij de handreiking niet zozeer om de resultaten van die APV-bepalingen te beschrijven. Doel is vooral om te laten zien welke bestuurlijke maatregelen er mogelijk zijn. De aanpak gebeurt langs de driedeling vergunningsplicht, sluitingen en verboden. Om een malafide ondernemersklimaat tegen te gaan, kunnen gemeenten de vergunningsplicht inzetten voor panden, gebieden en branches. Bijvoorbeeld voor autoverhuur, spyshops, glazenwassers, belwinkels, koeriersdiensten, shishalounges, zonne- en nagelstudio’s en kapperszaken. Veel gemeenten combineren dit met een apart aanwijzingsbesluit, waarmee de vergunningsplicht wordt ‘geactiveerd’. De noodzaak kunnen zij met deze constructie op maat en onderbouwd met analyse, onderzoek en politierapportage aantonen. Er zijn ook gemeenten die in een apart artikel in de APV een vergunningplicht voor een expliciet omschreven branche hebben opgenomen. Daar is een apart aanwijzingsbesluit dus niet nodig. ‘Veel voorbeelden komen uit de praktijk en zijn nog in ontwikkeling’, aldus Noordanus. ‘Vandaag is het autoverhuur, volgend jaar zijn het geldwisselkantoren of winkels met contante betaling. Alles wat met zwart geld te maken heeft kan voorbij komen. De gemeentelijke praktijk ontwikkelt zich en met deze handreiking hebben we een ‘foto’ gemaakt.’ Volgens Engberts gaat het er ook om hoe bepalingen bestuurlijk-juridisch zijn opgeschreven en welke vragen daarbij opkwamen. ‘De aanpak van een aantal gemeenten is bij lagere bestuursrechters langs geweest en over het algemeen succesvol.’ Voorbeeld is de vergunningsplicht voor autoverhuur in een hele gemeente, zoals in Tilburg, of voor industriegebieden, zoals ’s-Gravelandsepolder in Schiedam en Spaanse Polder in Rotterdam. ‘We telden uiteindelijk 36 autoverhuurbedrijven in een industriegebied zonder toeristen’, vertelt de Rotterdamse stadsmarinier Rien van der Steenoven in de handreiking. Naar verwachting dit (voor)jaar zal de burgemeester van Zaanstad een aanwijzingsbesluit nemen om glazenwassersbedrijven in die gemeente vergunningplichtig te maken. Glazenwassers die met geweld en bedreiging wijken innemen komen vooral uit Zaandam. Die bedrijven opereren ook in andere delen van Nederland. Om een waterbedeffect te voorkomen is de Zaanse aanpak een voorbeeld voor andere gemeenten. SPYSHOPS Een derde ondermijningsgevoelige branche die wordt uitgelicht zijn de spyshops, waar in Amsterdam een vergunningplicht voor is. De winkels, die camera’s en afluisterapparatuur verkopen, hebben grote aantrekkingskracht op (zware) criminelen. Een Amsterdamse wens is om nadere voorschriften aan de vergunning te kunnen verbinden, zoals pin only en een identificatieplicht voor de klant. Maar die moeten uit ‘Den Haag’ komen, want gemeenten mogen dat niet eisen. Een vergunningsstelsel voor kamerverhuur en kamerbemiddelingsbedrijven in Groningen en een vergunningsplicht voor de exploitatie van campings en recreatieparken in Zundert, bekend van camping Fort Oranje, staan ook in de handreiking. Groningse huisjesmelkers kunnen door de burgemeester worden getoetst op ‘slecht levensgedrag’ of ‘in het verleden gebleken slecht verhuurder- of bemiddelaarschap’. Ook kan hij de wet Bibob toepassen en vergunningen intrekken. Wel moet de aangiftebereidheid van studenten omhoog. En een Bibob-toets alleen is niet genoeg, aldus projectleider Iwan Tol in de handreiking. ‘Bovendien mist de omzettingsver‘Economische crisis vergroot risico op ondermijning’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 21 ‘36 autoverhuurbedrijven in een industriegebied zonder toeristen’ gunning de intrekkingsgrond die we juist zo nodig hebben.’ Landelijke wetgeving kan ervoor zorgen dat die omzettingsvergunning niet langer onbeperkt geldig is, maar gekoppeld is aan gedrag van een verhuurder. Om die landelijke inbedding geregeld te krijgen en Binnenlandse Zaken hierin van munitie te voorzien loopt een landelijke pilot ook in Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam. In de gemeente Zundert kan de burgemeester in bepaalde omschreven situaties de sluiting van een camping of recreatiepark bevelen. Deze bepalingen in de APV kwamen er na de ontruiming van Fort Oranje in 2017. ‘Recreatieparken zijn bestemd in bestemmingsplannen, maar veranderen naar hoe de eigenaar het doet tijdens de exploitatie’, zegt Noordanus. ‘Het helpt enorm om te vragen hoe de eigenaar het doet of een Bibob­toets te doen.’ GROTE PLAATJE Kijkend naar het grote plaatje is de vraag volgens Noordanus: wat is de plek van de APV in het verstoren van criminelen? ‘In recreatieparken zit soms fout volk of er vindt drugsproductie plaats, bij winkels gaat het om witwassen. Hoe maak je criminelen het witwassen moeilijk? Niet elke gemeente doet hetzelfde, maar gemeenten kunnen op een volwassen manier meedoen aan het terugdringen van de criminele industrie.’ Engberts noemt de illegaliteit in legale branches. ‘Nette bedrijfsvoering is het uitgangspunt en het doel, maar uitwassen kunnen plaatsvinden. Met een vergunningstelsel via de APV krijg je grip op branches, waar helaas ook ondermijnende activiteiten kunnen voorkomen. Er is hier een gemeentelijke belang en dat regel je met de APV, een vergunningsstelsel en daardoor ook toepassing van de wet Bibob.’ In de handreiking staat ook een aantal aandachtspunten voor het opstellen en succesvol toepassen van ondermijningsbepalingen in een APV. Volgens Engberts mogen gemeenten meer werk maken van het betrekken van alle relevante gemeentelijke diensten. ‘Men ziet ondermijning vaak als taak van de afdeling openbare orde en veiligheid, maar ruimte, bouw­ en woningtoezicht, burgerzaken en economische zaken spelen ook een rol. Het is integraal. Die kijk op ondermijning is in ontwikkeling, maar daar mag nog wel een tandje bij.’ De handreiking is ook bedoeld om die beweging in gang te brengen, aldus Noordanus. ‘Hij is niet in beton gegoten. Inspiratievoorbeelden uit andere gemeenten kunnen er bij.’ Ander aandachtspunt is de rol van het college bij het voorkomen en bestrijden van ondermijning. Wie bevoegd is tot het nemen van aanwijzingsbesluiten, is vooral afhankelijk van het motief en de onderbouwing van de betreffende APV­bepaling. Het college mocht het aanwijzingsbesluit vuurwerk van de gemeente Hilversum nemen, vond de Raad van State. Daarmee werd niet in de bevoegdheid van de burgemeester getreden. ‘We hebben daar niet voor niks aandacht aan besteed’, aldus Engberts. ‘De lokale regelruimte is per casus ingekleed, maar in die aanwijzingsbesluiten is een rol aan het college toegedicht. De burgemeester geeft een vergunning af of sluit een pand vanuit zijn openbare orde­rol. Maar meer kaderstellende taken, zoals welke gebieden je aanwijst, kun je als een collegebevoegdheid beschouwen.’ In de bestuurspraktijk is er samenwerking in het college, weet Noordanus. ‘De wethouder economie ziet veel winkels zonder handel, zoals bruidsmodezaken. Hoe maak je van wijkwinkelstraten weer een aanwinst voor de lokale economie?’ Hij noemt de aanpak in Rotterdam­Zuid interessant. ‘Je moet nadenken over die winkelstraten. Wat is de toekomst? Herverkaveling, actief makelaarschap in een publiek­private rol en waar nodig saneren.’ Engberts: ‘De aanpak van ondermijning is geen burgemeestersfeestje an sich. Het hele college mag volledig aan de bak.’ PRIVÉSFEER Gemeenten moeten hun hand ook weer niet overspelen. Daarvoor biedt de handreiking handvatten. In de Gemeentewet is verankerd waar de regelgevende bevoegdheid van gemeenten op ziet. Ze mogen lokale regelgeving maken in een APV, maar alleen over zaken waar men over gaat. ‘Komt het teveel in de privésfeer, dan is het niet meer te zien als algemeen gemeentelijk belang’, stelt Engberts. ‘En iets bepalen dat bijvoorbeeld al uitputtend in de Opiumwet of in het strafrecht is geregeld, behoort niet meer tot de zogenaamde gemeentelijke huishouding. Concrete handvatten voor lokale regelgeving rondom ondermijning zijn: het ondernemersklimaat, openbare orde en woon­ en leefklimaat. Houd ook goed in de gaten dat je niet treedt in grondrechten. Daarvoor moet een wettelijke grondslag zijn. En als jouw regelgeving in strijd is met landelijke regelgeving, gaat je bepaling eraan.’ Gemeenten zijn hier best van doordrongen, maar een opsomming hiervan werd toch als waardevol voor de bestuurspraktijk gezien. De handreiking is ook bedoeld voor gemeenten die in de aanpak van ondermijning nog stappen willen zetten. Maar we moeten waken voor landelijke APV­vrees, vindt Noordanus. ‘Jurisprudentie laat zien dat er vrij veel ruimte is voor gemeenten om zaken te regelen. Je loopt niet snel tegen grenzen aan. Om meer partner in de één overheidsaanpak te zijn, dienen gemeenten meer APV­bepalingen te hanteren en grenzen durven opzoeken. Mijn advies is: zoek grenzen op, maar onderbouw het met goede bestuursrapportages en analyses.’ WAT VALT ALLEMAAL ONDER ONDERMIJNING? Ondermijning kent vele definities. De handreiking bedient zich van de ruimhartige definitie van de politie Amsterdam-Amstelland: ‘Ondermijning is het verzwakken of misbruiken van de structuur van onze maatschappij, leidend tot een aantasting van haar fundamenten en/of van de legitimiteit van het stelsel dat haar beschermt.’ Het voordeel daarvan is dat je ook het schemergebied tussen legaal en illegaal en de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld erbij kunt betrekken. Sommige acties zijn immers niet strafbaar, maar kunnen in combinatie met andere gedragingen wel ondermijnende effecten hebben, zoals het beïnvloeden van raadsleden. ‘Je hebt maatwerk per gemeente nodig. Het rondrijden met een huurauto met grijs kenteken is niet strafbaar, maar wel als er drugs in verstopt is’, vertelt Noordanus. ‘Als burgemeester in Tilburg was dat mijn probleem. In een andere stad stuit je op andere dingen. Met deze ruime definitie van ondermijning kunnen gemeenten met de één overheid-strategie meedoen en tegelijkertijd hun gemeentelijke autonomie behouden.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 22 ESSAY POLITIEK FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. TEGEN SEKSISME ESSAY TEN STRIJDE Seksisme in de politiek is wijdverbreid, ook in Nederland. Politicologe Liza Mügge zet uiteen welke belemmeringen vrouwen ervaren en hoe die zijn op te heffen. Het begint volgens haar met kweken van bewustwording door er simpelweg wat van te zeggen als het zich voordoet. ‘Hier ligt een belangrijke taak voor burgemeesters, wethouders en de top van het openbaar bestuur.’ ‘En daar zit Femke!’ Terwijl haar collega’s worden voorgesteld met ‘burgemeester A of B’ wordt de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, in groepen bestuurders weleens geïntroduceerd met haar voornaam. Dit is wat de Amerikaanse feministische filosoof Judith Butler een ‘girling’-moment noemt. Een situatie waarin een volwassen vrouw niet als zodanig worden aangesproken, maar als meisje. Alhoewel het vaak aardig gebracht wordt, raakt het de kern van een diepgeworteld seksisme tegen vrouwen. Het burgemeestersambt is nog altijd een mannelijk domein en wordt daarom niet geassocieerd met vrouwen. Politici of bestuurders met lichamen die traditioneel zijn ondervertegenwoordigd – iedereen die geen witte man is – zijn in de woorden van de Britse socioloog Nirmal Puwar ‘space invaders.’ Space invaders zijn diegenen die als één van de weinigen zijn doorgedrongen tot een ruimte die niet ontworpen is voor mensen die eruit zien zoals zij. Space invaders zijn net als hun collega’s die wel tot de norm behoren, gekozen vertegenwoordigers of benoemde bestuurders en bij wet gelijk. Toch worden ze door de omgeving anders gezien en behandeld. Hierdoor bevinden zij zich in een grijze zone en zijn ze simultaan binnen- én buitenstaander. Door Halsema als enige aan te spreken met haar voornaam benadrukt de omgeving dat zij een uitzondering is, want met haar vrouwenlichaam past zij niet in het klassieke beeld van een burgemeester. De viering van honderd jaar vrouwenkiesrecht in 2019 heeft de structurele ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek vol op de politieke en publieke agenda gezet. Het onderwerp stond centraal in talloze tentoonstellingen, filmavonden, debatten, toneelstukken, lezingen, publicaties, radio- en televisiereportages en expertmeetings. De gemeente Heerenveen werd in 2019 zelfs symbolisch omgedoopt tot ‘Vrouwenveen.’ Lokaal en landelijk gingen beleidsmedewerkers, politici, journalisten, ondernemers, kunstenaars en wetenschappers met elkaar in discussie. Waarom zijn er zo weinig vrouwen in de politiek? Hoe krijgen we daar verandering in? Alhoewel dit belangrijke vragen zijn, is het cruciaal om aandacht te besteden aan de ervaringen van zittende vrouwelijke politici. Want niet alleen is de instroom van vrouwen in de politiek laag, de uitstroom is ook hoog. Welke belemmeringen ervaren zij en hoe kunnen we die opheffen? Interdisciplinair onderzoek laat zien dat de ervaringen van vrouwelijke politici niet op zichzelf staan, maar passen in een systeem van genderongelijkheid. Joan Williams en Rachel Dempsey noemen vier patronen van uitsluiting die vrouwen met functies die gepaard gaan met status en zichtbaarheid in de publieke ruimte ervaren: koorddansen, de moedermuur, dubbel bewijzen en de krabbenmand. Deze patronen zijn een voortvloeisel van stereotypen over vrouwen zoals: verzorgend, charmant, empathisch, zachtaardig en volgend. Deze stereotypen vormen de basis van impliciete en expliciete gedragsvoorschriften. Vrouwen die van het script afwijken omdat ze agressief, ambitieus, competitief, doortastend, leidend – kortom mannelijk – gedrag vertonen, worden hiervoor snel afgestraft. Stereotypen hebben niet voor alle vrouwen dezelfde uitwerking, maar zijn afhankelijk van onder andere etnische achtergrond, seksualiteit, sociaaleconomische status, religie, leeftijd en het hebben van een beperking. DUBBEL BEWIJZEN Het ‘dubbel bewijzen’ verwijst naar het patroon dat in beroepen die traditioneel door mannen worden uitgeoefend, mannen als competent worden gezien. Vrouwen daarentegen moeten keer op keer bewijzen dat ze even goed zijn, of misschien wel beter dan hun mannelijke collega’s. Mannen krijgen eerder het voordeel van de twijfel en worden of worden op potentie beoordeeld. Terwijl de fouten van vrouwen worden onthouden, worden die van mannen vergeten. Vertaald naar de Nederlandse

ESSAY 23 politiek, blijkt uit onderzoek van Maria Kranendonk dat vrouwen mannelijk gedomineerde gemeenteraden vanwege dit patroon als onprettig ervaren. Ze hebben het idee dat ze zich extra moeten bewijzen en voelen zich minder serieus genomen. Er wordt soms om vrouwen gelachen als ze iets inbrengen of gesuggereerd dat ze het niet snappen. Ook worden in sommige gemeenten denigrerende opmerkingen gemaakt. ‘Och leuk meisje’ of ‘dit is een typische vrouwenopmerking’. De indruk is dat de opmerking strategisch worden gebruikt: ‘Midden in het debat maken ze een opmerking over sekse. Impliciet zeggen ze: ‘omdat je een vrouw bent snap je het even niet, hou maar even je mond’. Een respondent werd bij een diner aangemerkt als ‘lekker hapje’ of er werd gezegd: ‘Ze hadden nog een lekker wijf nodig in de fractie.’ Zij vindt dat in gemeenteraden waar relatief veel vrouwen zitten, de politieke cultuur vaker positief ervaren wordt. Respondenten wijzen op een veilig klimaat zonder haantjesgedrag waarin goede discussies worden gevoerd. KOORDDANSEN Vrouwen in publieke functies dansen op een koord van normen over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Ze kunnen moeilijk goed doen. Of ze zijn te vrouwelijk en worden daarom niet serieus genomen. Of ze zijn te mannelijk: de kenau. Een tweet van journalist Jan Kuitenbrouwer onlangs is treffend. Het bericht is een foto van SP-Kamerlid Sandra Beckerman met de woorden: ‘Tweede Kamerlid in 2020.’ Hij reageert later: ‘Kleed je wat zakelijker en je wordt nóg serieuzer genomen. Er is rare glamourwedloop gaande onder sommige vrouwen in de Tweede Kamer.’ De verankering van dit patroon in populaire cultuur wordt uitvergroot in het filmpje ‘Be a Lady They Said’ dat eind februari viraal ging. De boodschap is een aaneenschakeling van opmerkingen en commentaren over uiterlijk en gedrag waar vrouwen dagelijks mee te maken krijgen. Wat ben je dun! Wat ben je aangekomen! Wat kijk je chagrijnig! En zo verder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

ESSAY 25 DR. LIZA MÜGGE UNIVERSITAIR HOOFDDOCENT POLITICOLOGIE EN VOORZITTER TASKFORCE SOCIALE VEILIGHEID AAN DE UVA. ZE SCHREEF MEE AAN DE ESSAYBUNDEL OP WEG NAAR EEN BETERE M/V-BALANS IN POLITIEK EN BESTUUR VOOR BINNENLANDSE ZAKEN. penning tijdens de ceremonie in het provinciehuis Noord-Holland. Altijd weer die eeuwige vraag: ‘Hoe doe je dat nou, al dat werken met die kinderen?’ Van der Weit beschrijft het als ‘zout wrijven’ in het schuldgevoel dat je als moeder hoort te hebben. En als het dan even niet zo lekker loopt met één van de kinderen, ligt dat natuurlijk aan het feit dat zij als moeder te veel van huis is. Maar ook vrouwen zonder kinderen knallen tegen de moedermuur. Zij ervaren een hogere werkdruk. Omdat ze geen kinderen hebben om voor te zorgen, worden zij eerder gevraagd om in te springen en overuren te maken. Bovendien heeft het ook effect op de perceptie van hun vrouwelijkheid. Want waarom hebben ze eigenlijk geen kinderen? Mannen hebben daar geen last van. Zijn er ooit kritische vragen gesteld over het vaderschap van onze voormalige premiers Balkenende, Kok en Lubbers? MOEDERMUUR De zogenaamde moedermuur beschrijft hoe opvattingen over moederschap de werkvloer beïnvloeden. Van vrouwen die kinderen hebben wordt al gauw gedacht dat ze geen ambitie meer hebben. Tegelijkertijd gedragen vrouwen hier zich al naar op jonge leeftijd. Nog voordat ze kinderen of zelfs een partner hebben, nemen ze gas terug vanwege mogelijke toekomstige zorgtaken. Sheryl Sandberg, chief operating officer van Facebook, roept in haar boek Lean In vrouwen op om niet vroegtijdig te vertrekken en ruim voor gezinsuitbreiding goede afspraken te maken met partners over een gelijke verdeling. In Nederland zijn volgens het CBS in slechts 1 op de 10 gezinnen de taken gelijk verdeeld. Alhoewel de jongste generatie moeders meer uren werkt en vaker financieel onafhankelijk is dan voorgaande generaties, blijven het vrouwen die minder gaan werken als er kinderen komen. Voorlopig zal dit niet veranderen. Uit het onderzoek van vrouwen die nu tussen de 12 en de 25 zijn, blijkt dat dit patroon vooralsnog niet zal veranderen: meer dan jongens vinden meisjes dat zorgtaken voor een jong gezin bij een vrouw horen. Een dergelijke standaard beïnvloedt denkbeelden over vrouwelijke politici met kinderen. Dit najaar kopte De Telegraaf naar aanleiding van de benoeming van Sophie Wilmès als interim minister-president van België: ‘Kan een moeder wel premier zijn?’ Vrouwelijke politici met kinderen worden voortdurend aangesproken op het moederschap. Manja van der Weit, VVD-raadslid in Purmerend, benadrukt dit in haar ontvangsttoespraak van de Ribbius PeletierKRABBENMAND Een enkele vrouw aan de politieke top verbetert de situatie voor vrouwen in het algemeen niet. Amerikaanse politicologen onderzochten 206 kabinetten in 15 landen, veelal westerse democratieën tussen 1980 en 2015. Ze vinden dat de aanwezigheid van een vrouwelijke premier of een vrouwelijke partijleider in de coalitie niet betekent dat het aandeel vrouwen in het kabinet ook hoger ligt. Het effect is het volgende: vrouwen die vrouwen benoemen worden al snel beticht van identiteitspolitiek, terwijl mannen daar juist op kunnen scoren. Bovendien trekken vrouwen vaak de deur achter zich dicht; soms gaat dat gepaard met gedrag dat discrimineert tegen andere vrouwen: de krabbenmand. Om hun machtpositie te behouden is het strategischer om loyaal te zijn aan de mannelijke partijelite. Er worden wel meer vrouwelijke ministers benoemd als er een bredere vrouwelijke elite, een ‘kritische massa’ is. Op die manier stromen meer geschikte vrouwen door vanuit andere posities. En hoog aantal vrouwen in het parlement en een vrouwelijke voorzitter van het parlement hebben wel positieve invloed hebben op de mate waarin vrouwen op gezaghebbende ministeries terecht komen. INDAMMEN SEKSISME Seksisme is onderdeel van de dominante politieke cultuur. Verschillende internationale onderzoeken laten zien dat mannelijke oververtegenwoordiging in de politiek samengaat met een politieke cultuur waarin regels en normen gelden waarin vooral (witte) mannen goed gedijen en die nadelig zijn voor vrouwen. Een studie van de ‘Vrouwelijk politiek talent dat al binnen is, gaat verloren’ Interparliamentary Union (IPU) naar seksisme en intimidatie van vrouwelijke parlementariërs in Europa concludeert dat een groot deel van de ondervraagden gebukt gaat onder seksisme, commentaren over hun uiterlijk en intimidatie. Invloedrijke vrouwen én mannen kunnen seksisme indammen door het niet te tolereren. Zij moeten hierin het voortouw nemen en het goede voorbeeld geven. Neem Mark Rutte. Hij reageert fel als PVV-kamerlid Raymond de Roon een debat over de benoeming van een vrouw tot voorzitter van de Europese commissie als een ‘dameskransje’ bestempelt. ‘Wat een verkeerde opmerking zeg, bluh!’ Ook Khadija Arib geeft helder aan dat onder haar voorzitterschap van de Tweede Kamer geen ruimte is voor vrouwonvriendelijke opmerkingen. Na een pittige discussie tussen Arib en GroenLinks Kamerlid Kathalijne Buitenweg, zegt CDAKamerlid Chris Van Dam: ‘Voorzitter, ik heb lang geleden afgeleerd dat als twee vrouwen van mening verschillen, dat ik daar als man mij helemaal [sic] in moet mengen.’ Arib reageert: ‘Hoezo twee vrouwen?’ Ze eist excuus: ‘Neem het terug!’ Het lijkt zo onschuldig: mannen die in bestuurlijke en politieke kringen andere mannen wél met de gepaste titel aanspreken en vrouwen niet. Maar het heeft grote effecten. Ze houden hiermee – vaak onbedoeld – geijkte politieke machtsverhoudingen in stand waarin vrouwen harder moeten werken dan mannen en mogelijk eerder uitstromen. Hierdoor gaat vrouwelijk politiek talent dat al binnen is, verloren. Een inclusievere cultuur waarin vrouwen kunnen floreren, vergt het bijstellen van normen en waarden. Het vergt aandacht voor zowel grensoverschrijdend gedrag als voor subtiele hints die benadrukken dat iemand afwijkt van de standaard politicus. Dat begint met kweken van bewustwording door er simpelweg wat van te zeggen. Hier ligt een belangrijke taak voor burgemeesters, wethouders en de top van het openbaar bestuur. *Dit essay is een uitgewerkte versie van de column ‘Meisjes en lekkere wijven: seksisme in de politiek’, gepubliceerd op de website van de Provincie Noord-Holland op 8 januari 2020. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: KEMAL RIJKEN FOTO: FLIP FRANSSEN / H.H. Steeds meer gemeenten krijgen te maken met burgerinitiatieven om de in de oorlog vermoorde joodse gemeenschap te herdenken. Via struikelstenen, een lichtjesmonument of een herdenkingssteen. Lang niet alle gemeenten reageren adequaat. GEMEENTEN WORSTELEN MET JOODSE OORLOGSMONUMENTEN HERDENKEN MET DE KNIP EROP ‘Ik vind het geweldig dat zovelen van jullie hier gekomen zijn,’ zegt oud-burgemeester Job Cohen van Amsterdam in januari tegen een volle zaal in Geertruidenberg. Vanavond zal hij buiten een oorlogsmonument onthullen. Cohen spreekt over het feit dat in Nederland relatief veel joden zijn vermoord en dat er moedige burgers waren die mensen hielpen onderduiken. ‘De vraag: wat zou ík doen? Die vraag moeten jullie jezelf eens stellen.’ Het publiek is stil. Na zijn voordracht en een groepsgesprek met scholieren onthullen Cohen en burgemeester Marian Witte buiten Levenslicht, een tijdelijk lichtjesmonument met gloeiende, blauwe stenen. Levenslicht is een rondreizend kunstwerk van Daan Roosegaarde, het Nationaal Comité 4 en 5 Mei en de VNG. Die laatste twee hebben het project in het kader van ’75 jaar herdenking en bevrijding’ opgezet, zodat de 104.000 joodse, sinti en roma­slachtoffers op lokaal niveau kunnen worden herdacht. Alle gemeenten werden aangeschreven en 172 besloten mee te doen. Iedere deelnemende gemeente moet 2.000 euro betalen; de overige kosten worden gefinancierd door het Nationaal Comité. In Geertruidenberg wilden vrijwilligers van de Geertruidskerk het rondreizende kunstwerk graag hebben, maar tot hun verbazing hield de gemeente aanvankelijk de boot af. Een gemeentelijke woordvoerder kan dat verklaren: ‘Wij hebben een burgemeesterswisseling gehad toen het Nationaal Comité erover communiceerde. De informatie is daardoor niet op de juiste plaats gekomen.’ Ook reageerde het Comité niet op gemeentelijke mails en telefoontjes. ‘Het heeft daardoor lang geduurd voordat duidelijk was wat de bedoeling was.’ De avond met Job Cohen werd een succes en het kunstwerk bleef nog een poosje staan. BARRIÈRES In Friesland doen alle gemeenten mee aan Levenslicht, behalve Smallingerland. Deze gemeente kreeg in 2018 een uitnodiging van het Nationaal Comité, maar gaf aan dat het lokale Comité 4 en 5 Mei over onvoldoende mankracht beschikte. In november 2019 meldde de Commissie Stroffelstiennen, die eerder vijftien struikelstenen (zie kader) plaatste, zich bij de gemeente. Er kwamen twee gesprekken met ambtenaren, vertelt commissielid Sofia Krol. ‘Ons werd gezegd dat Levenslicht er niet kon komen. Problemen met de roma­gemeenschap, onvoldoende vrijwilligers en te hoge kosten voor de bewaking werden als redenen opgegeven. Het bedrag van 2.000 euro was geen probleem.’ Toch probeerde de commissie het project voor elkaar krijgen, zij het dat alles voor 20 december – de deadline van het Nationaal Comité – rond moest zijn. De Drachtster schouwburg De Lawei bleek bereid mee te doen. ‘Hiermee waren de hoge kosten voor de bewaking gedekt,’ aldus Krol. Met succes werden andere geldschieters aangezocht. Alles leek in orde tot één sponsor zich vlak voor de deadline terugtrok. ‘Er waren nog geldmiddelen nodig, maar toen was het kerstvakantie en konden we niemand meer bereiken.’ De ambtenaar reageerde ook niet op een mail van de commissie en het project viel in het water. Krol is teleurgesteld. ‘De cultuurambtenaar kende ons en had contact met ons kunnen opnemen.’ De Stroffelstiennen­commissie voelt zich genegeerd. Krol: ‘Ik heb brieven gestuurd aan het college over hoe het is gegaan. Het college heeft daar nooit op gereageerd. Er was ook een bestuurscrisis. Toch heb ik plaatsvervangende schaamte over mijn gemeente.’ Volgens een zegsvrouw van Smallingerland was de gespannen relatie met de roma­gemeenschap geen reden om van Levenslicht af te zien. De gemeente herkent zich ook niet in het beeld. ‘Wij hechten veel waarde om alle mensen te herdenken uit de oorlogstijd. Levenslicht was een landelijke actie, die wij zeker kunnen waarderen. Maar helaas voor ons niet haalbaar.’ STRUIKELSTENEN Stolpersteine of struikelstenen zijn vierkante messing stenen van tien bij tien centimeter met de naam van een persoon die tijdens de Holocaust is vermoord. De stenen liggen voor de voormalige woningen van de slachtoffers in de trottoirs. De Duitse kunstenaar Günter Demnig begon in 1992 met het leggen van stolpersteine en heeft in heel Europa inmiddels 75.000 stenen gelegd. In Friesland worden ze stroffelstiennen genoemd. AFWACHTEND Hoogleraar Oorlogserfgoed Rob van der Laarse (Uva en VU) weet hoe dergelijke ongemakkelijke situaties kunnen ontstaan. ‘Een paar medewerkers krijgen het plotseling op hun bord waardoor gemeenten soms afwachtend of te laat handelen. Het hangt ook sterk samen met het draagvlak in gemeenten. Hoe kort zijn de lijntjes met burgers die dit soort dingen organiseren?’ Een toenemend aantal burgers wil een joods monument in hun gemeente. Of ze BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 27 ‘Het zou érg duur worden voor alle slachtoffers stenen te leggen’ willen stilstaan bij de namen van vermoorde joden in hun gemeente. ‘Herdenken neemt telkens nieuwe vormen aan’, zegt Van der Laarse. ‘Waar het vroeger draaide om traditionele monumenten, staan nu beleving, plek en identiteit centraal. De joodse overlevenden van de Holocaust zijn er meestal niet meer. Het is niet langer navoelbaar, dus moeten de namen herinnerd worden zodat het weer levend wordt.’ Hoewel gewild, zijn namenmonumenten niet nieuw, zegt voormalig NIOD-onderzoeker David Barnouw. ‘Na de Eerste Wereldoorlog werden in Frankrijk al stenen opgericht met namen van gesneuvelde soldaten. In Nederland zijn namenmonumenten voor niet-militaire slachtoffers sinds een jaar of twintig. Mensen vinden de ouderwetse monumenten maar kaal.’ Niet-joden zijn volgens Barnouw vaak de voortrekkers van projecten. ‘Dominees maken verwaarloosde joodse begraafplaatsen schoon en komen zo met hun kerkclubjes op het idee om een joods monument te stichten.’ Arnhem kent een bewogen verleden met joodse monumenten. Begin jaren 2010 wilde Hein-Willem Leeraar struikelstenen plaatsen voor zijn vermoorde joodse familieleden. Toenmalig burgemeester Pauline Krikke (VVD) werd ingelicht en polste de joodse gemeente. Die bleken tegen de struikelstenen te zijn omdat voetgangers erover lopen en honden erop kunnen poepen of plassen. Krikke deelde aan de familie Leeraar mee dat de stenen er niet zouden komen. ‘Ze had naar mijn mening geen ballen en zette niet door. Het nee van de gemeente Arnhem was voor mij een uitdaging om wél door te zetten,’ vertelt Leeraar. Na het vertrek van Krikke zocht hij in 2014 contact met D66-gemeenteraadslid Sabine Andeweg, die zich wilde hardmaken voor de stenen. Raadsbreed werd een voorstel aangenomen voor meer educatie over de Tweede Wereldoorlog in Arnhem, ook door het leggen van struikelstenen. Met de nieuwe burgemeester Herman Kaiser (CDA) ging Leeraar in gesprek. ‘Daarin werd en passant genoemd dat niet alle joden van onbesproken gedrag waren. Ik was met stomheid geslagen en zei maar niets terug. Andeweg zat er bij. Zij benadrukte dat er een raadsbesluit lag dat de burgemeester diende uit te voeren.’ In de oorlog zijn zeker 1.200 Arnhemse joden vermoord. Ook dat was een heikel punt. ‘Een ambtenaar merkte op dat het wel érg duur zou worden als we voor alle slachtoffers stenen zouden leggen.’ LOF Kaiser consulteerde na het gesprek allerlei spelers, waaronder opperrabbijn Binyomin Jacobs. ‘Die was niet vóór, maar ook niet tegen stolpersteine,’ vertelt Leeraar. ‘De burgemeester besloot vervolgens niets.’ Mettertijd werd Kaiser ernstig ziek en in zijn afwezigheid zette de raad door. Het leggen van de messing steentjes vond uiteindelijk plaats in 2018 en 2019. Leeraar: ‘De gemeente vroeg mij om de coordinator te zijn en ik heb daarmee ingestemd. Ik doe dat onbezoldigd en voor de dankbaarheid van de mensen. We hebben tot nu toe 39 stenen gelegd. Sinds de gemeente ‘om’ is, krijg ik alle medewerking van de ambtenaren. Niets dan lof.’ Jaap Clifford zette zich in samen met een bestuurslid van de joodse gemeente in voor de komst van een joods oorlogsmonument in Arnhem. ‘We zijn begin 2018 het gesprek aangegaan met burgemeester Ahmed NAMENMONUMENT Proefsteen voor het nationale Holocaust Namenmonument in Amsterdam

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 28 ACHTERGROND RUIMTE Marcouch. Die was enthousiast. Hij voelde meteen aan wat discriminatie betekent en dat daarom een monument in het centrum Arnhem zeer belangrijk is.’ De kosten voor het kunstwerk – enkele tienduizenden euro’s – werden betaald met giften. Clifford prijst de ambtenaren. ‘Ze deden het niet omdat ze het moesten doen, maar omdat ze er ook achter stonden. De joodse gemeenschap werkte wel mee, maar op afstand.’ Eind 2019 vond de onthulling plaats. De situatie in Arnhem is uitzonderlijk omdat die gemeente zich de meest getroffen stad van Nederland vindt, zegt deskundige Barnouw. ‘Rotterdam staat altijd voorop, maar vlak na de oorlog leek Arnhem veel zwaarder getroffen. Het zou kunnen dat de gemeentelijke houding te maken heeft met een stukje verwerking. Ook hangt het er bij elke gemeente van af welke ambtenaar er zit en hoe de burgemeester handelt.’ Collega Van der Laarse vindt de casus opmerkelijk. ‘Stolpersteine werden toen al tien jaar in Nederland gelegd, dus het was niet nieuw,’ zegt hij. Wel weegt de mening ‘Toch heb ik plaatsvervangende schaamte over mijn gemeente’ van een lokale joodse gemeenschap zwaar. ‘Het kan zijn dat die er niet achter staat. Het is dan aan de burgemeester om al dan niet door te zetten.’ ONLINE Hoewel de herdenkingen na 4 mei voorlopig voorbij zijn, zal het oprichten van joodse monumenten volgens experts doorgaan. Van der Laarse: ‘We weten niet wanneer deze golf stopt, want de oorlog blijft leven. De volgende trend zal online zijn. Er komen straks digitale koppelingen van namen en monumenten.’ Barnouw onderschrijft dit voornemen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat er een nieuw online programma komt waarop je van alle vermoorde joden een foto kan vinden.’ De komst van het nationale Holocaust Namenmonument in Amsterdam biedt soelaas voor gemeenten die uiteindelijk toch liever geen eigen namengedenkteken willen. ‘Ze kunnen dan verwijzen naar de namenwand in de hoofdstad, want daar komen straks alle 104.000 slachtoffers op.’ VIERDUIZEND OORLOGSMONUMENTEN Nederland telt vierduizend oorlogsmonumenten (struikelstenen niet meegerekend), waarvan 658 voor vervolgingsslachtoffers als joden, sinti en roma. De gemeente Amsterdam telt de meeste oorlogsgedenktekens (tweehonderd). In de laatste vijf jaar is vooral het slaan van stolpersteine en het realiseren van Joodse (namen-)monumenten in gemeenten toegenomen. Dit wordt onderschreven door het Nationaal Comité 4 en 5 Mei. Ook de belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog blijft groeien. Het Holocaust Namenmonument in Amsterdam moet volgend jaar gereed zijn. ADVERTENTIE

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 29 Een leidinggevende die op zijn ondergeschikten IN DE CLINCH ‘schiet’ – daar hoef je toch geen respect voor op te brengen? Daarom wilde een Amsterdamse ambtenaar niet naar zijn chef voor het jaarlijkse voortgangsgesprek. Waarom werd die ambtenaar daarvoor toch gestraft? GA RESPECTVOL OM MET GEZAG LEIDINGGEVENDE De geschiedenis lijkt zich in het geval van Henry Polsman*, gemeenteambtenaar te Amsterdam, te herhalen. In 2015 wordt hij door het college berispt omdat hij tweemaal een uitnodiging van zijn leidinggevende voor een gesprek negeert, hij een ‘onbehoorlijke’ mail naar zijn chef stuurt en niet correct verlof opneemt. Twee jaar later. Polsman weigert meer dan eens om het verslag van een planningsgesprek te ondertekenen en hij wil niet deelnemen aan een voortgangsgesprek. Hem wordt voorwaardelijk ontslag toegezegd, met een proeftijd van één jaar. Later dat jaar. Polsman moet opnieuw op een planningsgesprek verschijnen maar zegt per mail het vertrouwen op in zijn leidinggevende. Als het college hem een dienstopdracht geeft om te komen, is hij weliswaar aanwezig maar op het verslag van dat gesprek wil hij niet reageren. Wel laat hij de gemeentesecretaris weten dat hij de gang van zaken rond de verslaglegging ongebruikelijk en niet respectvol vindt, en dat hij zich eraan stoort dat de gemeente niet alle kosten op zich neemt van de mediation die beide partijen over het strafontslag zouden gaan voeren – daarom heeft Polsman de mediation niet geaccepteerd. Omdat hij geen vertrouwen heeft in zijn chef legt hij zijn werk neer. Hij wil pas weer komen als er een ‘bekwame leiding is die een inclusieve cultuur uitdraagt’. Pas nadat hij weer een dienstopdracht krijgt gaat Polsman aan de slag, omdat anders zijn salaris wordt stopgezet. Vruchtbare samenwerking zit er met deze man niet in Ook een nieuw voortgangsgesprek met zijn leidinggevende laat hij lopen: Polsman laat weer weten dat hij zijn leidinggevende niet als zodanig accepteert. Die heeft hem niet alleen met ontslag bedreigd, hij heeft ook met een luchtdrukgeweer op collega’s geschoten – tijdens een paintball-teamuitje. Met dergelijke leidinggevenden wil Polsman niet samenwerken. Het college is er dan klaar mee en schorst hem met onmiddellijke ingang, met behoud van bezoldiging. Later maakt het college het voornemen kenbaar om het opgelegde voorADVERTENTIE waardelijk strafontslag ten uitvoer te leggen. Steeds weigeren om op gesprek te komen, mails aan zijn leidinggevende en de gemeentesecretaris die als ‘niet respectvol’ worden aangemerkt – dat is doorgaand ontoelaatbaar gedrag, wat plichtsverzuim oplevert. Vruchtbare samenwerking met deze ambtenaar zit er volgens het college zo niet in. Bij de rechtbank Amsterdam vindt Polsman geen gehoor, en probeert de Centrale Raad van Beroep achter zich te krijgen. Die vindt de schorsing terecht, want een concrete verdenking van plichtsverzuim is in het algemeen voldoende om een ordemaatregel te treffen, zeker als aan de integriteit van de ambtenaar moet worden getwijfeld en het vertrouwen zozeer is geschaad dat het niet aanvaardbaar is dat hij zijn werk blijft doen. De eerste schorsing mét behoud van bezoldiging was terecht, de tweede schorsing zonder bezoldiging ook. En dat geldt ook voor het voorwaardelijk opgelegde strafontslag. Polsman mag dan een eigen ‘levensfilosofie’ hebben ontwikkeld, maar die verdraagt zich niet met de ambtelijke hiërarchische verhoudingen binnen de gemeente. Hij doet dan, om zijn hachje te redden, een beroep op de Universele verklaring voor de rechten van de mens. Dat veegt de Raad in zijn uitspraak van 16 april 2020 snel van tafel: aan dat verdrag kunnen geen rechtstreeks concrete aanspraken worden ontleend. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:968

30 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER ILLUSTRATIES: SHUTTERSTOCK Als dagbesteding henneptoppen knippen. Het gebeurt. In het casino zorggeld vergokken. Het indienen van declaraties van niet geleverde zorg. Fraude in de zorg is er in soorten en maten. Toch is nog niet de helft van de gemeenten aangesloten bij een gezamenlijk informatiepunt. MISBRUIK OPSPOREN EN AANPAKKEN IS TIJDROVEND ONTDEKTE ZORGFRAUDE TOPJE VAN IJSBERG De omvang van zorgfraude in Nederland is lastig in te schatten. ‘We hebben eind vorig jaar op basis van onderzoek geschat dat er jaarlijks 100 miljoen euro wordt gefraudeerd bij begeleid en beschermd wonen binnen de Wmo en de Wet langdurige zorg (Wlz). Als we dat met gemeenten bespreken, zeggen ze stuk voor stuk dat dit een onderschatting is’, zegt Carla Vianen, coördinator onderzoek en analyse van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). En begeleid en beschermd wonen is maar een klein onderdeel van de zorg. ‘Over de omvang van de totale zorgfraude in Nederland durf ik eigenlijk niets te zeggen, maar we ondernemen wel pogingen om het te onderzoeken. We kunnen ons hierbij alleen baseren op de meldingen die we krijgen. Volgens de gemeenten die we spreken, is er heel veel wat we niet zien.’ Momenteel is het IKZ met een onderzoek bezig naar fraude met persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Samen met het RIECOost Nederland (Regionaal Informatie- en Expertise Centrum) wordt daarnaast onderzoek gedaan naar de verwevenheid van criminaliteit in de zorg. Vianen: ‘We kregen signalen dat er een en ander aan de hand is. Als iemand thuis een hennepplantage heeft; is dat wel een goede zorgverlener?’ Gemeenten kunnen zich aansluiten bij het IKZ en kunnen meldingen indienen via het meldpunt zorgfraude, dat momenteel wordt gehost door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Als ze bij het IKZ zijn aangesloten, krijgen gemeenten ‘verrijkte’ informatie over fraude(signalen) die bij het IKZ terecht komen. Het is informatie die bij de zogeheten ketenpartners bij het IKZ aanwezig is. Gemeenten die niet zijn aanBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 31 ‘Voor criminelen is de zorg een goed verdienmodel’ gesloten, krijgen een ‘kale melding’ dat bij een aanbieder vermoedens van fraude zijn, vertelt Lieke Freeke van VNG Naleving, een van de ketenpartners van het IKZ. Met die verrijkte signalen hebben gemeenten meer ‘munitie’ in handen om actie te ondernemen, met de kale melding zijn ze vooral alert gemaakt. Bij fraude(signalen) gaat het zowel om de rechtmatigheid als om de kwaliteit van de geleverde zorg. FRAUDEBESEF Steeds meer gemeenten sluiten zich aan bij het IKZ, dat sinds 2016 bestaat. Inmiddels staat de teller op 152 en een aantal zit in de pijplijn. Maar nog niet allemaal dus. Is er onvoldoende ‘fraudebesef’ bij gemeenten? ‘Dat kan best nog bij vooral kleine gemeenten spelen. Zij denken wellicht dat het niet voorkomt omdat ze iedereen kennen’, aldus Vianen. Het aantal meldingen dat van gemeenten bij het IKZ terechtkomt, is de laatste jaren toegenomen. Vorig jaar kwamen er in totaal 613 fraudesignalen binnen, waarvan 118 van gemeenten. Het jaar daarvoor waren er 53 van de 558 signalen afkomstig van gemeenten en in 2017 kwamen er 10 signalen van de in totaal 675 signalen van gemeenten binnen. Een stijgende lijn, die echter ook te maken heeft met de toename van het aantal aangesloten gemeenten. De meeste signalen gaan over begeleiding individueel, beschermd wonen en dagbesteding, weet Freeke. Er wordt te weinig zorg geleverd en/of de kwaliteit van de geleverde zorg laat te wensen over. ‘Vaak wordt er wel iets van zorg of begeleiding gegeven, maar dat beperkt zich dan bijvoorbeeld tot een uurtje koffiedrinken per week. Dat is niet de begeleiding die in die indicatie staat die de cliënt heeft gekregen.’ Ook kreeg ze eens een melding dat cliënten als dagbesteding toppen uit hennepplanten moesten knippen. ‘Dat is ongetwijfeld vaker aan de orde.’ Beiden maken zich zorgen over de meldingen, en vooral over al die misstanden die niet boven tafel komen. Vianen vreest dat het IKZ slechts het topje van de ijsberg in beeld heeft. ‘Je ziet soms hoe makkelijk het is om te frauderen en hoeveel geld er mee is gemoeid. Ook voor criminelen is de zorg een goed verdienmodel. Het gaat echt niet om een rekeningetje dat verkeerd wordt ingediend. Er is veel meer aan de hand. Ook dat zijn we nu aan het onderzoeken.’ Emmen, Almelo en Hof van Twente zijn drie van de 152 bij het IKZ aangesloten gemeenten. Fraudebestrijding en vooral het voorkomen van fraude staan daar hoog op de politieke agenda. ‘Je hebt als gemeente beperkte middelen en die wil je laten landen waar ze het hardst nodig zijn’, stelt Raymond Wanders, PvdA-wethouder werk en inkomen en volksgezondheid van Emmen. ‘Geld voor de zorg moet in de zorg terecht komen’, stelt ook de Almelose zorgwethouder Eugène van Mierlo (CDA). In Almelo en Hof van Twente start alles aan de poort, zegt Van Mierlo. In 2018 is de Wmo en jeugdzorg opnieuw aanbesteed en is er nadrukkelijk op kwaliteit en integriteit gestuurd. ‘Daar gaat een preventieve werking van uit.’ Aanbieders die wilden meedoen met de aanbesteding moesten vooraf veel informatie aanleveren, over onder meer de opleidingsniveaus en registraties van de medewerkers en de financiële situatie van de aanbieder. ‘Ook moesten de inschrijvers een integriteitsbepaling ondertekenen, waarin ze verklaren dat er de afgelopen vijf jaar geen verdenkingen van of relaties tot strafbare feiten zijn geweest. Blijkt dit later toch zo te zijn, dan is dat voor ons grond om het contract te ontbinden’, aldus Van Mierlo. Het was een gigantische klus om alles te checken. Uiteindelijk is met 160 aanbieders een contract getekend. Voorheen hadden de gezamenlijke Twentse gemeenten 260 aanbieders gecontracteerd. ‘Met de screening vooraf scheid je het kaf van het koren, maar waterdicht is het nooit’, stelt Van Mierlo, die benadrukt dat niet alle buiten de boot gevallen aanbieders malafide zijn. Ook na het sluiten van het contract blijven Almelo en Hof van Twente er bovenop zitten. Er wordt stevig ingezet op contractmanagement. Onder meer om te kunnen blijven controleren of de aanbieders nog steeds aan de voorwaarden voldoen, zoals gekwalificeerd personeel. Ook wordt paal en perk gesteld aan de winst die aanbieders mogen maken. Daarnaast heeft dit college het aantal sociaal rechercheurs uitgebreid om signalen van fraude te onderzoeken. Als er sprake is van fraude, trekken de gemeenten alles uit de kast. ‘We zetten dan in op zowel bestuursrecht, als civielrecht en strafrecht’, aldus Van Mierlo. ‘Maar het is geen heksenjacht’, benadrukt de wethouder. ‘Het gros van de aanbieders heeft het juiste moreel kompas. Het is jammer dat een aantal de kluit belazert.’ BEROEPSVERBOD Ook Emmen pakt fraude breed en integraal aan. Niet alleen die in de Wmo en de jeugdzorg, maar ook uitkeringsfraude. ‘Met nieuwe wetgeving zie je dat er ook nieuwe markten ontstaan, om het maar netjes te zeggen’, aldus wethouder Wanders. De gemeente werkt volgens de zogeheten cirkel van naleving die vier stappen kent, vertelt Jessica van de Wouden, beleidsadviseur sociaal domein. Die lopen van voorlichting en het maken van duidelijke afspraken over de rechten en plichten van een regeling, via vroegtijdig signaleren en het oppakken van signalen tot en met sanctioneren. ‘Als er opzet in het spel is en we kunnen dat aantonen, dan gaan we over tot sanctioneren.’ Het gaat daarbij om zowel inwoners als aanbieders die bewust de fout ingaan. Een belangrijk onderdeel van de Emmense aanpak is het kernfraudeteam, die Wanders eigenlijk liever een kernpreventieteam noemt, omdat de gemeente vol inzet op het voorkomen van regelovertreding. ‘De regelgeving is best complex, waardoor er vaak ook onbedoeld regels niet juist worden nageleefd en dat willen we voorkomen.’ In het kernteam zit een breed scala aan professionals zoals een jurist sociaal domein, de toezichthouder kwaliteit Wmo en jeugd, een sociaal rechercheur en de toezichthouder rechtmatigheid voor de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet, stelt Heleen Kerssies, die die laatste functie bekleedt. Dat kernteam bespreekt de meldingen die vanuit diverse kanalen binnenkomen. ‘Dat kan de Sociale Verzekeringsbank zijn, andere gemeenten, zorgkantoren, politie, inwoners, maar ook collega’s. De alertheid in- en extern is heel groot’, aldus Kerssies. De meldingen kunnen (anoniem) telefonisch of per mail worden doorgegeven. Wekelijks komt het team bij elkaar om de meldingen geanonimiseerd door te nemen

veel zorgen Zorgzame Senioren Eigengereide Digitalen Zelfbewuste Aanpakkers Kritische Vernieuwers weinig zorgen economisch Stadse Nomaden Geïnformeerde Gezinsdrukte Honkvaste Buurtbewoners Gevestigde Beïnvloeders veel zorgen weinig zorgen Download de brochure via Citisens.nl of gebruik de QR-code Sociale cohesie bevorderen, zorgen voor de meest kwetsbaren, rust en stabiliteit in de openbare ruimte, economische veerkracht in stand houden? De Maatschappelijke Monitor COVID-19 geeft inzichten die daarbij helpen. gezondheid

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 33 ‘Geld voor de zorg moet in de zorg terecht komen’ en als het nodig is te verrijken met de informatie die voorhanden is. In het kernfraudeteam passeert volgens Kerssies veel de revue, van klein tot groot. ‘Waarbij wij er echt niet vanuit gaan dat er bij elke melding sprake is van fraude.’ STRAFVERVOLGING Oneigenlijk gebruik en misbruik opsporen en aanpakken is ‘enorm tijdrovend’, stelt Kerssies. ‘Als we zien dat een aanbieder willens en wetens de boel aan het saboteren is, dan gaan we in overleg met de Officier van Justitie of we een strafrechtelijke route kunnen bewandelen. Als de fraude bewezen is, is sanctioneren mogelijk. Ons doel is dat aanbieders in dat geval een beroepsverbod krijgen. Momenteel hebben wij wel een dergelijke zaak lopen, maar is een beroepsverbod bij ons nog niet voorgekomen en landelijk is dat een handjevol.’ Ook de Almelose wethouder Van Mierlo stelt dat het aanpakken van fraude lastig is en ‘vreselijk veel tijd en geld kost’, maar vindt dat malafide aanbieders hard moeten worden aangepakt. Hij vindt het dan ook onbegrijpelijk dat het Openbaar Ministerie (OM) afziet van strafvervolging van Victorie, dat in Almelo onder meer beschermd wonen aanbood. De directrice ervan vergokte een miljoen zorggeld in het casino. ‘Daar laten we het niet bij zitten’, aldus een strijdbare Van Mierlo. De gemeente wil naar aanleiding van de weigering van het OM om tot vervolging over te gaan een bijzondere klachtprocedure starten en de zaak rechtstreeks voorleggen aan een gerechtshof. De fraude door Victorie is een uitwas, maar ook bij een aantal aanbieders van huishoudelijke hulp is het contract ontbonden omdat er zaken niet pluis waren. ‘Ik had graag de financiële lijntjes onder de loep willen nemen, maar de wet (Wmo, red) maakt het ons niet makkelijk.’ Het is voor gemeenten niet makkelijk fraude op te sporen en te bestrijden. Zwarte lijsten aanleggen van malafide zorgverleners is in Nederland uit den boze. Buurgemeenten waarschuwen dat ‘zorgcowboys’ aan de slag zijn, kan dus niet. ‘Maar je kunt wel signalen met elkaar uitwisselen’, stelt Wanders. Ook via het IKZ kunnen signalen toch bij andere gemeenten terechtkomen. Van Mierlo hoopt dat de Wmo dusdanig wordt aangepast dat gemeenten wel onderling informatie kunnen uitwisselen. Ook zou het goed zijn als het rijk meer oog heeft voor de fraudeaanpak door gemeenten. Hij zou graag zien dat het rijk een pilot start met innovatiebudget voor forensisch financieel rechercheonderzoek. Het IKZ adviseert gemeenten vooral op de voorkant te letten, zoals bijvoorbeeld Almelo doet. Vianen: ‘Zorg dat je goede contracten sluit met zorgaanbieders waarop je kunt terugvallen. En screen zorgaanbieders aan de voorkant zodat je niet achteraf met de gebakken peren zit.’

34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: METER / H.H. Over circa twee weken slaat de eikenprocessierups weer aan het vervellen. Gemeenten zoeken naar natuurlijke vijanden om de overlast van de honderdduizenden jeukende rupshaartjes te beperken. Wat werkt? PREVENTIE MOET OPMARS STUITEN JAGEN OP DE JEUKRUPS Uitkijken, afstand houden en binnenblijven zijn omgangsvormen die ieder mens zich sinds anderhalve maand in het dagelijks contact heeft eigen gemaakt. Nu komen ze ook van pas bij de Thaumetopoea processiona, beter bekend als eikenprocessierups. Over pakweg twee weken is het weer zo ver. De klachten over de sterk irriterende haartjes van de rupsen zullen vanaf half mei niet van de lucht zijn. ‘Blijf binnen!’ ‘Ga niet naar het bos!’ Al vijfentwintig jaar is de eikenprocessierups in Nederland bezig met een onstuitbare opmars. Vrijwel iedereen kent de karakteristieke optocht van de rupsen - colonne over de bast van eikenbomen. In 1996 brak het beest door bij het grote publiek toen bij de start van de Tour de France in Den Bosch het halve peloton jeuk kreeg vanwege de brandhaartjes die zich als weerhaakjes in de huid van de DIT KAN BETER Nestkastjes zijn effectiever op nieteikenbomen

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ACHTERGROND 35 Mussen, koolmeesjes, spreeuwen lusten de processierups rauw gladgeschoren rennersbenen harpoeneerden. Met ernstige jeuk als gevolg. Het rupsje kroop dit jaar op proefstations begin april uit zijn ei, of liever met zijn duizenden tegelijk uit eipakketten. In 2019 werden iets minder vlinders waargenomen dan in het recordjaar 2018, maar vast staat dat ze ook dit jaar talrijk zullen zijn. En bleef de rups de eerste jaren onder de grote rivieren, intussen zitten ze overal. Uit een enquête van de VNG bleek vorig jaar dat in 75 procent van de gemeenten 25 procent van de eiken is aangetast. Sinds september vorig jaar bestaat het Kennisplatform Processierups waarin verschillende organisaties waaronder RIVM en Wageningen University&Research proberen de overlast voor gemeenten, provincies, waterschappen en natuurorganisaties beheersbaar te maken. WEINIG SELECTIEF Daarnaast gaan steeds meer gemeenten de rups preventief te lijf. Dat mag wat kosten, want voor het wegzuigen van de nesten vanaf juni betaal je ongeveer 160 euro per uur. Er zijn proeven met feromonen, zeg maar sekshormonen, die beogen de voortplanting van de mannetjes en vrouwtjes te verstoren. Maar die middelen zijn nog niet toegestaan, zegt Henry Kuppen, directeur van Terra Nostra, een adviesbureau voor bomen in de openbare ruimte en lid van de werkgroep bestrijding in het Kennisplatform. Gemeenten nemen wel hun toevlucht tot preventieve bestrijding met een bacteriepreparaat van de bacillus thuringiensis (BT), productnaam onder meer Xentari. ‘De bacteriën zijn effectief en doden de rupsjes, maar ze zijn niet selectief want ze doden de rupsen van alle vlinders’, zegt Arnold van Vliet van Wageningen Universiteit en voorzitter van weer een ander kenniscentrum Eikenprocessierups. ‘Maar ze doden geen wespen, kevers, spinnen, vliegen en muggen’, relativeert Kuppen. ‘Als gemeenten ze gericht inzetten op plekken waar de eikenprocessierups de meeste overlast veroorzaakt en ze afstand bewaren tot locaties met zeldzame vlindersoorten, dan kan het.’ Een derde verdedigingslinie is de inzet van nematoden, kleine wormpjes. ‘Die zijn evenmin selectief. Ze kunnen ook alleen jonge larven aanvallen en zijn bovendien slechts een paar uur actief’, aldus Kuppen. Nematoden bewijzen dus alleen dienst als gemeenten ze begin april al hebben ingezet op hotspots. Ronduit beroerd lijkt het middel Vermitec dat bij wijze van proef vorige maand zou worden ingespoten in 2.500 eikenbomen in de gemeenten Son, Bladel, Reusel, Eersel, Hasselt en Utrecht. ‘Dat gebeurde zelfs zonder dat de gemeente er weet van had’, zegt Kars Veling van de Vlinderstichting, die erover aan de bel trok. ‘De geïnjecteerde stof blijft lang actief in de boom en hindert niet alleen rupsen maar schaadt alle dieren en vogels die rupsen eten.’ Na het protest van de Vlinderstichting trok het Ctgb, de commissie die over de toelating gewasbeschermingsmiddelen gaat, de toestemming voor de proef in. Het middel wordt gebruikt in boomkwekerijen en de fruitteelt. Groothandel Q-chem dat het middel verkoopt, bestrijdt dat Vermitec het hele seizoen werkt, en zegt dat nietbladetende insecten ongemoeid blijven. ‘Doel van de proef was om eventuele schadelijke neveneffecten in kaart brengen. Een gemeente als Bladel wilde eerst wel, en toen niet meer meedoen’, aldus Q-chem. NESTKASTEN Subtielere oplossingen als rupsenvallen werken niet, aldus het Kennisplatform. De rupsencolonnes ‘spinselen’ domweg de ingang van de val dicht en vervolgen onverdroten hun tocht naar een nieuwe tak met verse eikenblaadjes. Het meest sympathiek en met positieve effecten op de openbare ruimte, is de inzet van natuurlijke vijanden. Huis-, tuin- en keukenvogels als mussen, koolmeesjes, spreeuwen lusten de rups rauw. Ook vleermuizen slaan een eikenrupshapje niet af. Verschillende gemeenten laten bewust bosschages in de buurt van rupsenhotspots verruigen en bevorderen wilde bermen om larven van gaasvliegen of het tweestippelig lieveheersbeestje te lokken. Die zetten hun tandjes uiteraard slechts in de eitjes en de larven in het kleinste rupsenstadium. ‘Het is nog te vroeg om te zeggen of deze aanpak vruchten afwerpt’, zegt woordvoerder Joost Mulder van de gemeente Amersfoort, een van de vele steden die sinds 2019 op verschillende locaties dergelijke ecologische bestrijding beproeft. De gemeente telt 20.000 eikenbomen, waarin medewerkers bij 7.500 exemplaren vorig jaar nesten telden. ‘We markeren de bomen met stickers en zuigen in juni en juli alle nesten weg’, aldus de website van de gemeente. De gemeente hangt ook mezenkastjes en vleermuiskastjes op om de natuurlijke vijanden te vertroetelen. Dat doen Breda en Enschede ook. In Nijmegen gebeurt het dit jaar als proef. ‘Het gaat om 240 kastjes’, aldus woordvoerder Janine Adriaansens. ‘Ze zijn gemaakt van lokaal hout en door de sociale zorginstelling in elkaar gezet’, meldt ze trots. Met de test wil de gemeente in beeld brengen in hoeverre de plaagdruk wordt verminderd. ‘De nestkasten zullen de plaag niet oplossen maar waarschijnlijk wel verminderen. We volgen ook de resultaten van andere gemeenten. Wanneer nodig, kan er een interne bioloog bij worden betrokken.’ Ook de VNG probeert in het Kennisplatform bij te dragen aan een landsdekkend beeld van de aanpak en wil ook een ‘digitaal landelijk netwerk’ helpen opbouwen. In april hield de VNG een enquête onder gemeenten om cijfers te verkrijgen over het aantal aangetaste bomen. Bovendien wil de organisatie weten wat het plan van aanpak behelst, of er contact in de regio is gezocht en er voldoende bestrijders zijn, aldus de vragenlijst. De enquête bevat ook vragen over het diversificeren van het bomenbestand. Een minder monotoon bomenbeleid helpt de overlast van de brandhaartjes te reduceren. Een blik op de ‘eikenbomenkaart’ van Amersfoort toont vooral binnen de rondweg vele straten met louter eiken. Die gaat de stad natuurlijk niet vervangen, maar, zegt woordvoerder Joost Mulder, ‘als er een boom in een storm of door ziekte omgaat, dan planten we zeker niet één op één een eik terug. Zeker op plaatsen waar we veel overlast noteren, kiezen we vaker voor een andere boomsoort.’ Arnold van Vliet van Wageningen Universiteit heeft een belangrijke tip voor de gemeenten die met nestkastjes voor koolmezen en vleermuizen aan de slag gaan. ‘Hang ze niet in de eikenbomen’, adviseert de bioloog. ‘De rupsen vinden zo’n nestkast ook wel fijn om hun eigen nest erin of erachter te bouwen.’

VAN ONZE KENNISPARTNER

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 ILLUSTRATIE: NICO VISSCHER FINANCIËN & CORONA SPECIAL 37 BEGROTING 2021 DESKUNDIGEN DOEN EEN GOOI NAAR DE RISICO’S 38 JAARREKENING 2019 WAT MOET ER WEL EN WAT NIET IN OVER DE CRISIS 42 EU-PROGRAMMA’S BRUSSEL WIL SNELLE WEDEROPBOUW 45 SPECIAL FINANCIËN & CORONA EFFECT CORONA-CRISIS REKENEN MET ONZEKERHEID De corona-crisis maakt veel anders en raakt van alles, zeker de gemeentefinanciën. Lokale overheden zien hun uitgaven stijgen, hun inkomsten dalen. In welke mate dat het geval zal zijn, valt lastig te bepalen. Deels komt dat omdat onduidelijk is hoelang de crisis aanhoudt, en tot welke afspraken met het rijk dat leidt. Dat maakt het opstellen van een begroting niet eenvoudiger. Zelfs de jaarrekening 2019 wordt erdoor geraakt.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 38 SPECIAL FINANCIËN & CORONA DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN FOTO: SHUTTERSTOCK Elke gemeente maakt een inschatting van mogelijke financiële risico’s. Maar de risico’s van een pandemie? Vier specialisten laten er hun licht over schijnen. ‘Dit hadden we niet voorzien en we hebben nog lang niet alles in beeld.’ ONGEWISHEID PROBLEEM BIJ VOORBEREIDEN BEGROTING 2021 ‘FOCUS JE OP DE 10 GROOTSTE RISICO’S’ De coronacrisis brengt voor elke gemeenten kosten met zich mee. Sommige kosten zijn direct zichtbaar, zoals de ictvoorzien ingen die nodig zijn om het gros van de ambtenaren vanaf hun thuiswerkplek en masse te laten inloggen op het netwerk van de gemeente. Andere kosten komen pas later, zoals een mogelijke toename van het aantal mensen met een bijstandsuitkering als de coronacrisis tot een economische recessie leidt. En terwijl de kosten stijgen, lopen de inkomsten voor gemeenten terug. Zonder toeristen geen toeristenbelasting, zonder winkelend publiek geen parkeergeld. ‘Het mooiste zou zijn als we in het verleden al een inschatting hadden gemaakt van de financiële risico’s van een pandemie, zoals we ook risico-inventarisaties gemaakt hebben van het sociaal domein en van onze grondexploitaties’, zegt Freek Verbakel, strategisch financieel adviseur van de gemeente Amersfoort en docent gemeentefinanciën bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. ‘Maar een pandemie heeft vrijwel niemand opgenomen in de risico-inventarisatie. Er dreigt een crisis die groter is dan die in de jaren dertig van de vorige eeuw. Hier kun je je nauwelijks op voorbereiden.’ ‘Het is lastig om een inschatting te maken van de financiële risico’s’, vindt Ricardo Kok van Exilo, een adviesbureau voor financiën, control en bedrijfsvoering van gemeenten. ‘Dit is een situatie die voor iedereen nieuw is, dus er zijn geen ervaringscijfers.’ Dat is ook de mening van Detlev Cziesso, wethouder (GL) in Apeldoorn en lid van de VNG-commissie Financiën. ‘De consequenties zijn op dit moment niet in te schatten’, stelt hij. ‘Niemand weet wat de gevolgen van deze intelligente lockdown zijn voor horeca, winkeliers, bedrijven en daarmee voor de werkgelegenheid. We hebben de afgelopen honderd jaar geen pandemie meegemaakt.’ Hij vertelt over een vergadering van de VNG-commissie Financiën medio april. ‘Ik merk dat we met z’n allen nog aan het zoeken zijn. Het grootste probleem is de ongewisheid. Wat staat ons te wachten?’ Verbakel zegt: ‘Dit is zo veelomvattend dat het slecht te overzien is. Moeten we ons voorbereiden op een anderhalvemetersamenleving? Wie moet dat beoordelen en handhaven? Staan gemeenten daarvoor aan de lat?’ Alle gemeenten kampen met dezelfde vragen. Daarom organiseren Naris (ontwikkelaar van risicomanagementsoftware) en Finolia (een trainings- en adviesbureau voor overheden op het gebied van planning, control en financieel management) in april en mei een tweewekelijks ‘corona-uurtje’, een gratis ‘De waarheid van vandaag is volgende week weer achterhaald’ webinar waar gemeenteambtenaren samen risico’s in kaart brengen en kijken hoe ze die financieel kunnen doorvertalen in scenario’s. Hilko de Boer van Finolia stelt: ‘Gemeenten krijgen enorm veel uitdagingen op hetzelfde moment. We kunnen veel van elkaar leren.’ Dat vindt ook Cziesso. ‘Het is belangrijk dat gemeenten ervaringen delen, bij VNG, in de G40, in buurgemeenten. Je moet niet het wiel in elke gemeente apart uitvinden.’ CREMATIES ‘Begin met een inventarisatie van de kosten die je nu maakt en die je verwacht te maken’, adviseert Verbakel. Hij vertelt dat in Amersfoort een breed samengestelde werkgroep de kosten in beeld probeert te krijgen. ‘We hebben de afdelingen gevraagd: welke kosten heb je? Probeer te voorkomen dat je dingen over het hoofd ziet.’

SPECIAL 39 Ook Kok adviseert om met een brede groep mensen samen te werken. ‘Niet alleen finance gedreven, maar bijvoorbeeld ook met de team leider Participatiewet en iemand die verantwoordelijk is voor de ict. Dan kun je met z’n allen kijken waar je tegenaan loopt. Het voor-deel van zo’n breed palet is ook dat de hele gemeentelijke organisatie doordrongen is van het feit dat het werk gedaan moet worden, maar dat je ook zicht op de kosten moet hebben, want je moet het verantwoorden.’ De effecten van de coronacrisis werken door op uiteenlopende terreinen. Verbakel vertelt dat momenteel in Amersfoort verzoeken binnenkomen voor betalingsregelingen voor onder andere de onroerendezaakbelasting (ozb). ‘Daarbij gaan we ervan uit dat bedrijven en instellingen die belasting nog wel gaan betalen’, zegt hij. ‘Maar er is ook een kans dat dat niet in alle gevallen gebeurt omdat er faillissementen volgen.’ De gemeente is aandeelhouder van theater Flint. ‘Het voorjaar is het topseizoen, maar de voorstellingen of congressen zijn verplaatst of geannuleerd.’ Het aantal begrafenissen en crematies stijgt. ‘Die diensten zijn voor de gemeente niet kostendekkend. Dat wordt deels gecompenseerd door de horeca die hoort bij een uitvaart, maar de koffie en cake mag nu niet meer worden geserveerd.’ Hij vervolgt: ‘Ook thuiszorgorganisaties hebben problemen met de anderhalvemetersamenleving. Hoe ga je daarmee om als gemeente? En hoe zit het met de afspraken over leerlingenvervoer? De meeste kinderen gaan niet meer naar school, dus die busjes rijden niet of nauwelijks meer. Hoef je dan geen vergoeding meer te betalen?’ Nog een voorbeeld. Gemeenten krijgen verzoeken om subsidies soepeler te verstrekken. ‘Blijf je vasthouden aan de prestatieafspraken met instellingen als je weet dat de instelling dan kan omvallen?’ Het grootste probleem in veel gemeenten op dit moment zijn de stijgende uitvoeringskosten voor de bijstand, dat blijkt ook uit een onderzoek van Naris en Finolia. Gemeenten hebben hun handen vol aan de TOZO, de tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandige ondernemers. Maar deze kosten worden toch vergoed door het rijk? ‘Dat is wel de toezegging door het rijk’, zegt Verbakel. Cziesso stelt: ‘De maatregelen die het rijk neemt moeten kostendekkend vergoed worden aan gemeenten.’ Hij wijst erop dat veel gemeenten door de grondcrisis en de decentralisatie van de zorg hun reserves al fors hebben moeten aanspreken. ‘Het merendeel van de gemeenten zit er op het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

Beste lezer, Hopelijk gaat het goed met u. Het zijn bijzondere tijden waarin wij, de onderzoekers bij I&O Research, zo goed mogelijk de vinger aan de pols van de Nederlandse samenleving blijven houden. Onderzoek waarbij fysiek contact nodig is, staat grotendeels stil. Logisch. Maar het zou jammer zijn als u hierdoor besluitvorming moet uitstellen of keuzes moet maken met minder volledige informatie. We doen nog steeds onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief. Er zijn ook genoeg redenen om juist nu onderzoek uit te voeren. Of: het is niet per se nodig (al) het onderzoek uit te stellen. We merken aan de respons en reacties dat respondenten juist nu bereid zijn vragen te beantwoorden. Niet alleen over alles rondom corona, maar ook over de mogelijke situatie ná corona. De coronacrisis kleurt mogelijk antwoorden, maar aan de andere kant is dit misschien wel ‘het nieuwe normaal’. De vraag is of het over een aantal maanden (of ooit) weer wordt zoals het was. Kwalitatief onderzoek doen we met online tools. Om ook kwantitatief (landelijk representatief) ontwikkelingen te kunnen volgen, introduceren we het Corona Continu Onderzoek. Tegen overzichtelijke kosten lopen uw vragen mee in het I&O Research Panel. Zie de planning en voorwaarden op onze website. We hopen u – ook in tijden van corona – van dienst te kunnen zijn. Gerben Huijgen Algemeen directeur I&O Research www.ioresearch.nl

SPECIAL 41 moment financieel niet rooskleurig bij en nu worden er veel onvoorziene kosten gemaakt.’ Dat brengt Verbakel op het volgende risico. Hij wijst erop dat ramingen van het IMF aangeven dat de Nederlandse economie dit jaar met meer dan 7 procent kan krimpen. ‘Dat betekent aan rijkszijde een forse daling van inkomsten. Dat heeft ook gevolgen voor het gemeentefonds. Dat kan gemeenten de komende jaren nog fors geld gaan kosten.’ Zijn er ook beleidsterreinen waar minder wordt uitgegeven? ‘Die zie ik nog niet voorbij komen’, zegt Verbakel. ‘Het stadhuis is ook nog open, want mensen moeten wel hun paspoort en rijbewijs kunnen ophalen. Er wordt hooguit minder geprint.’ SCENARIO’S De Boer adviseert gemeenten: ‘Focus je op de tien grootste risico’s. Die zijn niet in elke gemeente hetzelfde. Is er veel toerisme? Is er een haven? Zijn er musea? Hoe zit het met jeugdhulpverlening?’ Als de risico’s in beeld gebracht zijn, kan er een inschatting gemaakt worden, bijvoorbeeld op basis van de percentages uit de scenario’s van het Centraal Planbureau (CPB), vindt De Boer. Het CPB schetst in vier scenario’s de economische impact van het coronavirus in 2020 en 2021. In alle scenario’s leidt het virus tot een recessie. In het beste geval duurt de ‘intelligente lockdown’ maar drie maanden en veert de economie in de herfst alweer op. In het zwartste scenario zit Nederland twaalf maanden op slot, krimpt de economie dit jaar met meer dan 7 procent en ligt het werkloosheidspercentage op 9,4 procent. ‘Op basis van deze scenario’s kun je de financiële gevolgen doorrekenen in een meerjarenprognose’, stelt De Boer. Kok benadrukt dat het vooral belangrijk is om te kijken naar de lokale omstandigheden. ‘Economische groei zegt natuurlijk iets over de ontwikkelingen in een gemeente, maar lo‘Één tip: ga niet uit van een zwart scenario’ kale zaken zeggen nog meer. Zijn er bijvoorbeeld probleemwijken? Veel jongeren? Stel dat we twee jaar lang een anderhalvemetersamenleving hebben. Dan heb je in de ene gemeente misschien veel meer boa’s en handhaving nodig dan in de andere. Over de scenario’s moet je natuurlijk wel nadenken.’ Cziesso zegt: ‘Deze crisis kan ook op andere gebieden een nasleep krijgen. Nu zitten mensen opgesloten achter hun voordeur en zijn veel problemen onzichtbaar, zoals huiselijk geweld of psychische klachten.’ Hij stelt: ‘Je kunt nu niet een risicoanalyse opstellen en eenmalig een nota schrijven. Dit is een dynamisch proces, waarbij je voortdurend een vinger aan de pols houdt.’ PRINSJESDAG Hoe weet je dat je alle terreinen overziet en alle mogelijke risico’s in beeld hebt? ‘In alle eerlijkheid denk ik dat je gewoon moet accepteren dat je niet alles weet’, zegt Kok. Verbakel zegt: ‘Wij hebben op dit moment nog lang niet alle kosten en alle financiele gevolgen in beeld. Het is koffiedik kijken.’ Cziesso gebruikt dezelfde term. ‘Ik denk dat we eind juni, als we de kadernota presenteren aan de raad, nog steeds koffiedik kijken. We mogen blij zijn als er in de tweede helft van het jaar meer duidelijkheid is. Misschien kunnen we pas na Prinsjesdag iets meer zeggen. Wat gaat het rijk doen? Welke kosten worden vergoed?’ Verbakel: ‘Dat maakt ADVERTENTIE Prognose Model Gemeenten Eenvoudig en snel scenario’s coronacrisis opstellen Inzicht in het effect op de structurele exploitatieruimte Meerjarig beeld over ontwikkeling solvabiliteit en schuldpositie Heldere presentatie in een dashboard Vraag een gratis demo aan via fi nolia.nl/pmg BBV-proof, implementatie in een halve dag. het lastig om een goed onderbouwde begroting te maken voor de volgende jaren in de wetenschap dat je niet eens het lopende jaar kunt overzien.’ Kok zegt: ‘Dit is een bijzondere tijd. Het is soms ook van belang dat je eerst gaat handelen en zorgt dat de samenleving blijft draaien en pas achteraf kijkt naar de implicaties. Dat past bij een noodscenario zoals dat nu speelt. De waarheid van vandaag is volgende week weer achterhaald.’ Moeten gemeenten in deze onzekere tijd zoveel mogelijk de hand op de knip houden? ‘Je moet voorzichtig zijn met nieuwe investeringen, want misschien gaat dit heel lang duren’, vindt De Boer. ‘Werk vanuit scenario’s met bandbreedtes en bied zo nodig maandelijks een update van doorrrekeningen, zeker nu nieuwe inzichten zich snel ontwikkelen.’ Kok zegt: ‘Maar je moet wel de samenleving draaiende houden. Daar zijn gemeenten voor.’ Hij denkt dat wellicht een belangrijk risico van de coronacrisis is dat gemeenten er te negatief in gaan zitten. ‘We moeten de risico’s niet onderschatten, maar het kan ook kansen bieden. Er kunnen ook positieve dingen gebeuren die we nu niet voorzien. Dat het toerisme uit het buitenland wegvalt is een nadeel, maar de Nederlanders die deze zomer niet met vakantie gaan naar het buitenland geven hier misschien veel meer geld uit. We weten niet precies wat er gaat gebeuren.’ Ook Cziesso pleit voor een niet te sombere benadering. ‘Als je rekening houdt met een worst case-scenario, ga je bezuinigen, want je moet een sluitende begroting hebben. Dus dan sluit je de bibliotheek en twee zwembaden. En dan blijkt dat het wel meevalt. Als ik één tip mag geven: ga niet uit van een zwart scenario. Er is niet ergers dan voorzieningen sluiten en erachter komen dat het niet nodig was. En sluiten is makkelijk, maar opnieuw starten is duur en kost veel tijd.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

42 SPECIAL FINANCIËN & CORONA DOOR: ALEXANDER LEEUW Onzekerheid is de enige zekerheid tijdens deze crisis. Dat is onvoldoende informatie voor de gemeentelijke jaarrekening over 2019. Daarin moet al iets gezegd over corona. Al was het maar om de raad ‘wat houvast te geven over de mogelijke impact op de gemeentefinanciën’. GEMEENTELIJKE JAARREKENINGEN 2019 SCHADUW VAN CORONA HANGT OVER DE CIJFERS ‘Ik ben onder de indruk van hoe wendbaar en creatief we met elkaar zijn’, zegt Martine Koedijk, partner en sectorvoorzitter Lokale Overheid bij PricewaterhouseCoopers (PwC). ‘We waren al druk bezig met de controle toen de crisis uitbrak. Sommige gemeenten moesten de internetverbindingen versterken, om de vele videoconferenties aan te kunnen, maar voor de rest is het binnen no-time geregeld.’ Koedijk mist wel de laagdrempelige mogelijkheid om even bij iemand binnen te kunnen lopen, maar inmiddels zijn er voldoende digitale mogelijkheden. ‘We hebben even onze weg moeten vinden, maar het is snel opgepakt.’ Het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) was bang dat de getroffen maatregelen de deadline voor de jaarrekening over 2019 in gevaar zouden brengen. ‘BZK had gezegd dat er ruimte voor uitstel zou zijn’, zegt Koedijk. ‘In de praktijk zien wij daar nog geen aanleiding voor. Het zou te maken hebben met zorginstellingen die vertraging oplopen met de productieverantwoordingen, die gemeenten nodig hebben om te controleren of de beloofde zorg wel geleverd is. Als die niet geleverd worden, moet je wachten. Wij zien dat zorginstellingen ze grotendeels op tijd leveren. Het kan per gemeente verschillen. Er is wel wat vertraging, maar niet zodanig dat het de deadline van 15 juli in gevaar brengt.’ ‘De uitbraak van covid-19 (corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden.’ Het zijn de eerste twee zinnen van een tekst, opgesteld door de commissie BBV, als voorbeeld voor wat gemeenten in het jaarverslag moeten vermelden. Koedijk vindt dat de commissie niet ver genoeg gaat. ‘De voorbeeldteksten zijn heel erg algemeen en gelden voor elke gemeente. Dat vind ik ontzettend jammer. Ik zou hopen dat er lokale kleuring in zit, dat het aangeeft waar de onzekerheden zitten voor die gemeente. Het hoeft niet een impactanalyse op detail te zijn, maar ik denk dat raadsleden daarnaar op zoek zijn.’ Wat betreft mogelijk kwetsbaarheden denkt Koedijk aan hoeveel ondernemers er zijn, of er veel culturele instellingen op omvallen staan, en hoeveel de gemeenten verdienen aan parkeergelden en toeristenbelasting. Dat zoiets dergelijks niet vereist is in het jaarverslag noemt Koedijk een ‘gemiste kans om de raad alvast wat houvast te geven over de mogelijke impact van de crisis op de gemeentefinanciën’. VERPLICHTEN ‘Ik snap de opmerking’, reageert Rein-Aart van Vugt, partner bij Deloitte en lid van de commissie BBV. ‘Als een gemeente het uitgebreider wil doen dan mag dat. Maar waar vooral kritiek op kwam vanuit gemeenten zelf, was of we vooral niet te veel wilden verplichten. Daar stelde men veel vragen over: waarom moeten we dit eigenlijk in een jaarverslag over 2019 vermelden? Commissie, willen jullie het een beetje beperken? Daarom heeft de commissie besloten om zo min mogelijk tekst te vragen. Dit sluit ook aan op de motie van de Tweede Kamer die overheden nadrukkelijk verzoekt bureaucratie tot een minimum te beperken.’ Waarom moeten gemeenten eigenlijk in een jaarverslag over 2019 iets vermelden dat pas in 2020 effect heeft? Van Vugt vergelijkt het met in verslaglegging opschrijven dat een bedrijf financieel gezond is, terwijl het ten tijde van schrijven op het randje van faillissement staat. Niemand weet wat het effect van de coronacrisis op de financiële positie van gemeenten zal zijn, maar de commissie BBV heeft bepaald dat het zo veel effect kan hebben dat het in ieder geval in de jaarrekening 2019 moet worden genoemd. Overigens vindt ook Van Vugt dat de jaarverslagen over 2019 eigenlijk heel soepel verlopen. Deloitte loopt redelijk op schema, met een lichte achterstand vanwege het vele videobellen. ‘Er zit toch een zekere inefficiency in altijd thuiswerken. Het is makkelijker om te spreken aan een bureau of in een overleg.’ Voor 2020 spelen weer andere problemen. Vanuit ministeries en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de opdracht gegeven dienstverleners zoveel mogelijk door te betalen, maar Van Vugt geeft aan dat hierdoor de controleerbaarheid van kosten afneemt. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

SPECIAL 43 ‘Je kunt niet opschrijven dat je financieel gezond bent, terwijl je op het randje van een faillissement staat’ consulten waarvoor een contract is afgesloten met een zorgaanbieder, niet kunnen plaatsvinden terwijl de facturen wel gewoon worden betaald. ‘Op basis van de richtlijnen van de ministeries en de VNG moeten wij leveranciers ruimhartig ondersteunen’, zegt concerncontroller Robert van Twisk van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. ‘Anders kan het zijn dat ze in financiële nood komen.’ Maar als er een factuur betaald wordt voor bijvoorbeeld zorg die niet plaatsvond, is het dan nog wel rechtmatig? TE SNEL Het advies van Deloitte: regel het vooral goed aan de voorkant. ‘De neiging is misschien om te snel te handelen’, zegt Van Vugt. ‘Maar pak een paar simpele afspraken en vastleggingen mee. Bijvoorbeeld: als je toch facturen betaalt, kies dan voor lumpsumfinanciering in plaats van prijs maal hoeveelheid en documenteer dit goed. Zorg dat het transparant is. Maak duidelijk: dit doen we, met deze motivatie, wat achteraf misschien niet rechtmatig zal blijken maar het is goed gemotiveerd en gedocumenteerd. Dat zou zelfs bij Europese aanbestedingen kunnen.’ Misschien voelt het tegennatuurlijk om iets vast te leggen als de rechtmatigheid onder druk staat? ‘Dat is nu juist niet handig, omdat iedereen begrijpt dat je in deze heftige crisis regels moet overtreden om in het belang van de maatschappij effectief en efficiënt te handelen.’ De begrotingen voor 2020 zijn al klaar en zelfs zonder de coronacrisis waren die voor gemeenten niet makkelijk. Uit de Benchmark Nederlandse gemeenten van BDO Accountants & Adviseurs blijkt dat het oorspronkelijk verwachte tekort voor 2020 van alle Nederlandse gemeenten circa 1 miljard euro bedroeg. De boosdoener is het sociaal domein, waar gemeenten met name last hebben van tekorten in de jeugdzorg. Dit jaar zal naar verwachting 42 procent van alle gemeentelijke middelen naar het sociaal domein gaan. Maar de realiteit heeft de begrotingen al ingehaald, blijkt uit wat BDO schrijft: het tekort van 1 miljard euro ‘was echter vóór de uitbraak van covid-19, dat gemeenten voor hogere kosten en lagere inkomsten stelt. De financiële situatie zal dus alleen maar verder verslechteren.’ ‘De crisis voegt druk toe’, zegt Koedijk van PwC. ‘En veel is nog onzeker: er zal een financiële impact zijn, terwijl gemeenten misschien al kwetsbaar zijn vanwege het sociaal domein. Het is nog niet duidelijk wat het rijk zal vergoeden, al lijkt het er wel op dat er compensatie komt. Misschien moet er bezuinigd worden, maar dat weet je dus nog niet. Het zal zeker de beleidsuitvoering en prioritering beïnvloeden en tot andere keuzes leiden.’ De conclusie? ‘Wij denken dat de begroting voor 2020 aangepast zal moeten worden aan de nieuwe situatie en dat de begroting van 2021 er mogelijk heel anders uit komt te zien.’ MEER ZICHT Voor Utrechtse Heuvelrug is nu nog niet het moment aangebroken om de begroting aan te passen, aldus Van Twisk. ‘Hoewel we risicoanalyses maken, zijn op dit moment zijn de effecten nog niet voldoende kwantificeerbaar om de begroting aan te passen. ’ Na de zomer verwacht Van Twisk meer BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

44 SPECIAL FINANCIËN & CORONA zicht te hebben op de ontwikkelingen en de impact. ‘De ondersteuning voor zzp’ers en het regelen van bedrijfskredieten zijn regelingen die door het ministerie zijn getroffen en worden vergoed, dus dat heeft nog geen directe nadelige invloed. Op bijvoorbeeld toeristenbelasting en bijstandsuitkeringen worden wel tegenvallers voorzien.’ De gemeente rekent met de scenario’s van het Centraal Planbureau (CPB) en let op wat het Internationaal Monetair Fonds over Nederland heeft gezegd, maar kan daar nog weinig concreets mee omdat er veel onzekerheid is. Onzekerheid is de enige zekerheid. Om met de onzekerheid om te gaan, heeft Koedijk een tip: maak een zomernota en werk met scenario’s. ‘Ik zou uitgaan van minimaal drie scenario’s. Je hebt in ieder geval een positief, gemiddeld en negatief scenario. Maak daarbij een stevige impactanalyse van wat er nu gebeurt, wat dat betekent voor waar we stonden en waar we naartoe gaan. Het blijft onzeker, maar zo kun je een beter gevoel krijgen over wat de crisis kan betekenen. COLUMN JAN VERHAGEN Het helpt bij keuzes maken. Uiteindelijk moet je beslissen waaraan je je geld gaat uitgeven en die scenario’s kunnen dan helpen met de mogelijke impact. Zo weten raadsleden en collegeleden beter waar ze aan toe zijn.’ Dit punt wil Koedijk benadrukken: ‘Het is belangrijk om de gemeenteraad in positie te brengen.’ ONDERSCHEID Zo wil Van Vugt van Deloitte gemeenteraden ook iets op het hart drukken: geef aan wat er verwacht wordt qua informatievoorziening. ‘Ik snap wel dat het college het nu moeilijk vindt in te schatten wat de raad precies wil. Ik weet van bepaalde gemeenten dat ze geen voorjaarsnota gaan maken en de integrale keuzes bij de begroting 2021 zullen maken. Dat is dan het voorstel aan de raad. Dat kan, maar geef als raad zeker aan wat je van het college dan wél verwacht met betrekking tot de informatie over de effecten van de coronacrisis en in de aanloop naar de begroting 2021.’ Richting de gemeenteraad is Van Vugt een voorstander van het maken van onderscheid: tussen wat wel en niet zonder corona was gebeurd en tussen de korte- en langetermijneffecten van de crisis. ‘Als je corona loskop‘De begroting voor 2020 zal moeten worden aangepast’ pelt van wat je sowieso gedaan zou hebben dan kan de raad die lijn vasthouden volgen van de begroting 2020 naar de begroting 2021. Splits de gevolgen van de crisis in twee componenten: de korte- en langetermijneffecten. Kies een paar scenario’s, bijvoorbeeld gebaseerd op die van het CPB, en dan kun je zo de raad meenemen. Op de korte termijn worden gemeenten stevig geraakt, maar misschien is het effect van een milde recessie op de lange termijn te overzien.’ Utrechtse Heuvelrug richt zich met name op dit jaar en volgend jaar. ‘De economische vooruitzichten zijn zeer somber, maar we wachten tot na de zomer om de begroting van 2021 te actualiseren, zodat we meer en beter informatie hebben. We houden de vinger aan de pols.’ EUROBONDS We willen ze niet maar we krijgen ze toch: eurobonds. Dat zijn gezamenlijke schulden van alle landen die de euro hebben. Landen met weinig schuld staan zo garant voor de hoge schuld van andere landen. Zo zijn de landen solidair met elkaar. Iedereen weet al welke landen daar nadeel van hebben (Nederland, Duitsland) en welke landen voordeel (Italië, Frankrijk, Griekenland). Wij zijn solidair met die zuidelijke landen, zij niet met ons. De eurobonds kunnen Nederland meer dan 30 miljard euro kosten. Dat is 2.000 euro per Nederlander. En zonder twijfel wordt dat nog meer. De Tweede Kamer wil de eurobonds daarom niet maar minister Hoekstra van Financiën heeft er al mee ingestemd. Waarmee trouwens ook pijnlijk duidelijk is dat de Tweede Kamer niet meer over de rijksbegroting gaat. Kan het erger? Ja, het kan erger. Erger dan solidair zijn met schulden is solidair zijn met inkomsten. Landen die veel geld van de bevolking vragen, zoals Nederland, moeten dan een deel daarvan afstaan aan landen die weinig geld van hun bevolking vragen. Als de inkomsten zo ‘solidair’ worden gedeeld, kan iedereen wel raden welke landen dan geld moeten afstaan en welke landen dan geld krijgen. Gelukkig eist nog geen enkel euroland dat de inkomsten worden gedeeld. Maar als die eis komt, zal minister Hoekstra vast en zeker ook daarmee instemmen. Hoe ik dat weet? Hij is namelijk ook de beheerder van het gemeentefonds. Hij verdeelt het gemeentefonds – samen met de minister van Binnenlandse Zaken – tussen alle gemeenten. Die verdeling gaat veranderen. Met de nieuwe verdeling willen deze twee ministers de erfpachtinkomsten van alle gemeenten ‘solidair’ gaan verdelen. De ministers willen dat de gemeente Amsterdam, die veel erf‘ Hoekstra stemt ermee in’ pacht van zijn inwoners vraagt, vanaf 2022 een deel ervan afstaat aan de andere gemeenten. Die geen erfpacht van hun inwoners vragen. Daarvan heeft dus één gemeente, Amsterdam, nadeel en alle andere gemeenten voordeel. Dat is geen onderlinge solidariteit, dat heeft meer weg van onteigening. Als de Tweede Kamer tegen solidair zijn met schulden van eurolanden is, is hij zeker ook tegen solidair zijn met inkomsten van eurolanden. En als de Kamer consequent is, is hij dus ook tegen solidair zijn met de inkomsten van de gemeenten. En mag Amsterdam de Amsterdamse erfpacht zelf houden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

n BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 DOOR: HANS BEKKERS EN SIMON TROMMEL FINANCIËN & CORONA SPECIAL 45 De Europese Commissie zet alles op alles om de programma’s voor het cohesiebeleid in januari 2021 te laten beginnen. Nederland krijgt voor onder meer het EFRO-beleid en ESF+ circa 1,4 miljard euro. BRUSSEL WIL VAART ACHTER ECONOMISCHE WEDEROPBOUW ALLES OP ALLES VOOR SNELLE START EU-PROGRAMMA’S Meerdere Europarlementariërs maakten zich grote zorgen over het cohesiebeleid wat volgens hen en Eurocommissaris Elisa Ferreira (cohesie en regionaal beleid) het hart moet vormen van de wederopbouw straks, na de coronacrisis. Er waren in Brussel al grote zorgen om de toekomst van het budget voor de Europese Unie, omdat Nederland samen met Denemarken, Zweden en Oostenrijk de kont tegen de krib gooit en een verdere verlaging wil van het EU-budget. Deze zogeheten stingy four richten zich met name op het cohesiebeleid, terwijl de EP-leden dat beleid zien als het hart van de Europese samenwerking. In 2013 was het hetzelfde verhaal waardoor 2014 als programmajaar ongeveer verloren was. Dat wil de Europese Commissie voorkomen. ARMSTE REGIO’S Die zorgen worden nog verergerd door de coronacrisis: naar schatting is er 1.500 miljard euro nodig voor de economische wederopbouw. En dat wordt niet makkelijk. Ferreira stelde in de Regi-commissie van het Europees Parlement vast dat de Europese Commissie een sprint heeft getrokken door met vele tientallen miljarden en heel veel beleidsmaatregelen de eerste nood te lenigen. ‘Nu moeten we ons opmaken voor de herstelmarathon.’ En dat betekent dat er geld moet worden gezocht om de 1.500 miljard euro te vinden. Sommige EP-leden vinden zogeheten corona-bonds een goed idee. Maar dat heeft geen draagvlak bij de Duitse en Nederlandse regeringen. EU-vice-president Valdis Dombrovskis (economie) erkent dat en wil wel op een andere manier de kapitaalmarkten afgaan met de lidstaten. Hij kondigde een aangepast budget - voorstel aan. Veel Europarlementariërs zijn erg te spreken over de manier waarop de Europese Commissie het geld heeft verdeeld dat voor de periode 2014-2020 over was. Zonder bureaucratie en zonder cofinancieringseisen kunnen de lidstaten dat geld uitgeven aan de corona-crisis. ‘Kan dat niet altijd zo’, vroegen de afgevaardigden zich af. ‘Nee’, vindt Dombrovskis. Maar in de komende budgetperiode moet wel de mogelijkheid komen om halverwege de periode, dus eind 2024, naar de verdeling te kijken en desnoods te werken aan een herverdeling tussen fondsen en regio’s. ‘De wederopbouw mag niet ten koste gaan van de armste regio’s en lidstaten’, benadrukt hij. REGIONALE ECONOMIE Volgens ERAC-directeur Huub Smulders is het zaak dat gemeenten en regio’s snel handelen in reactie op de coronacrisis. ‘Daar waar de miljardenimpulsen je om de oren vliegen, richten decentrale overheden snel loketten op om informatie aan noodlijdende mkb’ers te bieden over de talloze noodmaatregelen. Over economische strategieën wordt nog niet gesproken, want het is nu vooral chaos en de effecten zijn ogenschijnlijk onduidelijk. Cafés, restaurants, hotels, de sierteelt, de logistiek, de luchtvaart en de maak industrie krijgen momenteel grote klappen te verduren.’ Het is volgens hem snel tijd voor een ‘flatten the curve’-aanpak voor de regionale economie, vergelijkbaar met de afvlakkingsmaatregelen om het zorgsysteem niet te overbelasten. ‘En daar moeten we nú mee aan de slag gaan.’ DOORGEEFLUIK Zijn pleidooi is krachtig regionaal beleid te vormen rond regionale weerbaarheid. In een tijd dat er vooral macro-economische ingrepen zijn door honderden tot zelfs duizenden miljarden euro’s vrij te maken, is er ook grip vanuit de regio nodig op het proces van toekomstig herstel. ‘Anders,’ zo voorziet Smulders, ‘resteert een functie als potentieel doorgeefluik van allerlei noodfondsen en -middelen, zonder in dat ecosysteem dat iedereen zo belangrijk vindt, de juiste interventies te plegen als overheid te midden van een recessie waarbij ondernemers een pro-actieve overheid nodig hebben. Als er ooit behoefte was aan een strategie waarbij de overheid ook even namens de ondernemer denkt, dan is dat nu. Even geen lange interviewlijsten afwerken, maar ageren met concrete maatregelen.’ ‘We moeten ons opmaken voor een herstelmarathon’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 46 RECENSIE BOEK DOOR: MICHIEL S. DE VRIES GESCHIEDENIS VAN HET COMPLOTDENKEN OOK WAAR GEEN ROOK IS, TOCH VUUR ZIEN Tijden van onzekerheid en crises lijken een voedingsbodem voor complottheorieën. In Nederland zien we dat momenteel in het vernielen van 5G-zendmasten. Op het internet is het zichtbaar in de berichten over een vermeend Chinees complot achter de coronacrisis, de complotten die worden toegeschreven aan George Soros, en de vermeende bepalende rol van het internet. De befaamde conservatieve historicus Niall Ferguson betoogt in zijn net vertaalde boek Het plein en de toren dat complottheorieën zo oud zijn als de mensheid zelf. Veel daarvan is onzin, maar dat neemt niet weg dat er altijd wel degelijk (verborgen) netwerken hebben bestaan met soms een enorme invloed. Er bestaat volgens Ferguson een dunne lijn tussen ongeloofwaardig complotdenken en het daadwerkelijk bestaan van zulke (verborgen) netwerken. Die netwerken bestaan en zijn soms in staat hiërarchieën te maken en te breken. Maar waar soms wel van complotten kan worden gesproken, kan dat veel vaker ook niet. Je moet vooral kijken naar netwerken van individuen Zo begint dit boek van Ferguson bij de beruchte Illuminatie. Het netwerk(je) heeft bestaan, maar veel invloed heeft het nooit gekregen. Hij gaat verder met de vrijmetselaarsorde met meer invloed op het ontstaan van onder meer de Amerikaanse staat. Daarna volgt de maffia als netwerkorganisatie, die pas in de problemen kwam toen zij te hiërarchisch georganiseerd werd. Het boek gaat verder met een veelheid aan voorbeelden over onder meer de dominante netwerken in Groot Brittannië in de 19e eeuw, de netwerken in de Verenigde Staten rond de eerdere minister van Buitenlandse zaken Henri Kissinger, het speculatiegedrag van George Soros, terroristische netwerken, en uiteindelijk de rol van internet. Het leidt tot een boek van 500 pagina’s (exclusief de bronvermeldingen) waarin het betoog uiteindelijk is dat als je wilt begrijpen wat heden ten dage en in de geschiedenis van belang is, je vooral moet kijken naar netwerken van individuen en organisaties rond machthebbers. Die zijn volgens Ferguson doorslaggevend in het verloop van de geschiedenis. Het boek biedt een veelheid aan voorbeelden over de kleinere of grotere invloed van netwerken. Soms krijg je het idee dat de schrijver meer in complotten gelooft dan hij zelf wil toegeven. Desondanks is dit boek een aanrader. Zeker als u in deze periode van thuiswerken wat tijd over heeft en u geïnteresseerd bent in geschiedenis, complotdenken en de invloed van netwerken. CITAAT UIT HET BOEK ‘Complottheorieën worden door een opmerkelijk groot aantal mensen geloofd of op zijn minst serieus genomen’ HET PLEIN EN DE TOREN: VERBORGEN NETWERKEN UIT DE GESCHIEDENIS Niall Ferguson Overamstel uitgevers, 2020 ISBN 9 789 048 857579 640 pagina’s; 31,99 euro ADVERTENTIE

OPINIE 47 BELANG ECONOMIE NIET MINDERWAARDIG DE CORONACRISIS IS OOK EEN MORELE CRISIS Mens en maatschappij worden geplaatst voor morele dilemma’s die decennialang irrelevant zijn geweest, en nu acuut zichtbaar worden. Eén van deze ethische problemen betreft de duur en aard van de intelligente lockdown, en de weging van volksgezondheid, economie, onderwijs, en andere maatschappelijke effecten. Uit onderzoek in de morele psychologie vallen twee conclusies te trekken die zeer relevant zijn in de context van de huidige coronacrisis. Ten eerste, zelfs binnen zeer homogene segmenten van de samenleving verschillen mensen aanzienlijk in hun morele principes; legt de één de nadruk op zorgzaamheid, de ander vindt bijvoorbeeld loyaliteit of eerlijkheid belangrijker. Ten tweede, zelfs mensen die dezelfde morele waarden onderschrijven, komen in concrete morele dilemma’s vaak tot volstrekt andere oordelen, keuzes en onderbouwingen. CASPAR CHORUS ‘Het is van groot belang dat al deze morele stemmen worden gehoord’ Deze inzichten helpen om tot een antwoord te komen op de vraag hoe de economische en andere effecten van de intelligente lockdown zich verhouden tot de medische urgentie. In de morele psychologie wordt deze afweging een taboe-uitruil genoemd: in de ultieme en meest cynische vorm wordt hier een heilige waarde (gezondheid) afgewogen tegenover een seculiere waarde (geld). Ons onderzoek laat zien dat er een grote mate van variëteit is in hoe mensen reageren op zo’n taboe-uitruil. Er is een groep, die er geen moeite mee heeft om tot een keuze te komen, waarin beide waarden expliciet worden gewogen. Een tweede groep verwerpt de afweging uit principe en zet zich consequent af tegen beleid waarin bijvoorbeeld mensenlevens worden gewogen tegenover andere maatschappelijke principes. Een derde groep zit daar tussenin. BEELD: SHUTTERSTOCK In de maatschappij van voor corona werden investeringen in de gezondheidszorg consequent gewogen in termen van hun kosteneffectiviteit. Weinig hanen die daarnaar kraaiden, want deze afwegingen gebeurden in bedekte termen zoals de financiële waarde van een statistisch levensjaar, die zelden het nieuws halen. Nu, in de eerste acute fase van de crisis ligt dat heel anders, en dat is volstrekt legitiem: we zetten alles op alles om onze zorg overeind te houden en onze kwetsbaren te beschermen. De overheid geeft op dit punt ook blijk van het nodige moreel leiderschap, door consequent de zorg op één te zetten. En terecht. Maar op korte termijn komen we in de chronische fase van de coronacrisis, waarin andere maatschappelijke problemen steeds meer zichtbaar worden; denk aan kwetsbare kinderen die bij gebrek aan onderwijs in de problemen komen, mensen die hun baan UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. verliezen en de armoede in glijden. Ook deze problemen raken aan morele waarden, zoals ‘gelijke kansen voor iedereen’. Er hoeft dus zelfs helemaal geen sprake te zijn van een taboe, als de discussie zorgvuldig gevoerd wordt. Het is onvermijdelijk dat in de nabije toekomst de volle maatschappelijke variëteit aan morele principes en oordelen naar de oppervlakte komt. Recente debatten in de media wijzen al deze richting op. Het is van groot belang dat al deze morele stemmen gehoord worden. Deze discussie is al pijnlijk genoeg – maak hem niet nog pijnlijker, door mensen die wijzen op het belang van sectoren als de economie en het onderwijs het gevoel te geven dat hun mening moreel minderwaardig is. Ook hier geldt: alleen samen krijgen we corona onder controle. Caspar Chorus is hoogleraar Keuzemodellen aan de TU Delft, en leidt een onderzoeksprogramma naar moreel keuzegedrag. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

MEER GEMEENTEN IN HET ROOD, TEKORTEN LOPEN OP DATA SCIENCE HOE KOPPELZONES DE JEUGDZORG KUNNEN HELPEN Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/BDO Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ ErasmusAcademie Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ SkillsTown

HUISVESTINGSTOETS CRISISOPVANG TOONAANGEVENDE NRTOERKENNING Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Arcadis MONITOR LEEFBAARHEID Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Companen Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Stipter

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Burgemeester Pauline Bouvy-Koene van Voorschoten is voor langere tijd uit de roulatie. Totdat een waarnemer is benoemd, neemt locoburgemeester Paul de Bruijn de taken waar. JACK VAN DER HOEK Jack van der Hoek is benoemd tot nieuwe burgemeester van Schouwen-Duiveland. De benoeming gaat in op 12 mei 2020. Van der Hoek (56) is lid van D66 en is momenteel gedeputeerde in de provincie Noord-Holland. Hij volgt Gerard Rabelink op, die met pensioen gaat. GEERT VAN RUMUND Geert van Rumund (PvdA) blijft langer burgemeester van Wageningen. Hij stelt zijn pensioen uit tot 1 juni 2021. De gemeenteraad kan straks op deze manier alsnog op zoek naar de best mogelijke opvolger, en is er geen waarnemend burgemeester nodig. Vanwege de coronacrisis zijn in heel Nederland de benoemingsprocedures voor burgemeesters stilgelegd. LISELOTTE FRANSSEN In Goirle is Liselotte Franssen benoemd tot wethouder. Ze volgt Bert Schellekens op, die in januari om gezondheidsredenen zijn functie neerlegde. Franssen is sinds 2014 voor Lijst Riel Goirle (LRG) actief in de Goirlese politiek. Eerst als raadslid en sinds 2018 ook als fractievoorzitter. THEO LEMMEN In Grave is Theo Lemmen (VVD) benoemd tot wethouder. Lemmen is de opvolger van Ben Peters (CDA), die op moest stappen vanwege onenigheid in de coalitie LPGCDA. Lemmen is onder ander ouddirecteur van een afval- en reinigingsbedrijf. MAARTEN BOTH In Reimerswaal is Maarten Both (SGP, 45) benoemd tot wethouder. Hij volgt Jaap Sinke op. Sinke vond het na veertien jaar wethouderschap een goed moment om te stoppen. Both is sinds mei 2018 lid van de gemeenteraad van Reimerswaal en was fractievoorzitter van de SGP. Van 2002 tot 2010 was hij raadslid in Nederlek. Hij was eerder werkzaam als docent bij het Calvijn College in Krabbendijke en als examenontwikkelaar bij Cito. WILMA DE BOERLEIJSMA In Eemnes is Wilma de Boer-Leijsma (PvdA) voorgedragen als nieuwe wethouder. Ze is daarmee de beoogde opvolger van Sven Lankreijer, die zijn vertrek aankondigde. De Boer-Leijsma was in de periode 2010-2019 fractievoorzitter van de PvdA in Eemnes en het afgelopen jaar Statenlid voor haar partij in de provincie Utrecht. KOMEN & GAAN WENDY ONRUST Wendy Onrust is benoemd tot griffier van Appingedam tot 1 januari 2021. Vanaf dan gaat Appingedam op in de nieuwe gemeente Eemsdelta. Onrust werkte als plaatsvervangend griffier in Delfzijl en statenadviseur bij de provincie Groningen. Zij volgt Tineke Kramer-Klein op. AD VAN OUDHEUSDEN Ad van Oudheusden stopt als gemeentesecretaris van Gemert-Bakel. Hij gaat aan de slag als directeur van Baanbrekers, de publieke onderneming voor werk en inkomen vanHeusden, Loon op Zand en Waalwijk. Hij was eerder onder meer gemeentesecretaris van Werkendam en Geertruidenberg.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 PERSONALIA 51 NIET-WESTERSE ACHTERGROND 6,8% JEROEN HEERKENS In Oost Gelre is Jeroen Heerkens de nieuwe gemeentesecretaris. Hij wordt daarmee de opvolger van Marjan Nekkers, die op 1 november 2019 de overstap maakte naar Beter Wonen Almelo. Heerkens was gemeentesecretaris in Grave. 6,8% 5,5% JOOST DE GOFFAU Joost de Goffau (CDA, 29) is benoemd tot wethouder in Goes. Hij volgt Derk Alssema op, die binnenkort burgemeester wordt in Gilze en Rijen. De Goffau werkte als verenigingsmanager en secretaris bij Bouwend Nederland voor de afdeling Zeeland en Brabant Mid-West. OVERLEDEN Op 87-jarige leeftijd het oud-Tweede Kamerlid Ali Doelman-Pel overleden. Zij maakte in de Kamer 15 jaar deel uit van de CDA-fractie en was onder meer fractiesecretaris en vicefractievoorzitter. Doelman was afkomstig uit de ARP en werd, na werkzaam geweest te zijn in het maatschappelijk werk, raadslid en Statenlid en in 1982 wethouder in Hoogezand-Sappemeer. Wethouder Henk Cuijpers is op 57-jarige leeftijd overleden. Cuijpers was sinds 1990 lid van de lokale partij Jongeren Akkoord Nederweert (JAN). In 1998 werd hij raadslid. Vanaf 2015 bekleedde hij de functie van fractievoorzitter. Op 5 juli 2018 werd hij benoemd tot wethouder binnen de nieuw gevormde coalitie van de partijen JAN, Nederweert Anders en D66. Oud-wethouder van Rotterdam Henk van der Pols is op 96-jarige leeftijd overleden. In 1970 werd Van der Pols (PvdA) benoemd tot wethouder Sport, Recreatie en Wijkaangelegenheden en later als wethouder Haven en Economische Ontwikkeling en ook Bedrijven en Openbare Werken. Hij bleef tot 1986 wethouder. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia PAUL HEIJMERINK In Bunnik is Paul Heijmerink (P21) benoemd tot nieuwe wethouder. Heijmerink volgt Erika Spil op, die wethouder in Voorschoten is geworden. Heijmerink zat van 2006 tot 2017 in de gemeenteraad voor P21. Hij was jarenlang fractievoorzitter en heeft in die functie drie keer een coalitie gevormd. PERSONEEL 10,2% van de mensen, werkzaam in het openbaar bestuur, heeft een niet-westerse achtergrond. In het onderwijs en in de veiligheidsbranche is dat respectievelijk 6,8 % en 5,5 %. Bron: Trends en Cijfers 2019 HANS VAN DER GRAAFF Hans van der Graaff is de nieuwe griffier van de gemeenteraad van West Betuwe. Hij was hiervoor raadsadviseur ad interim in Hoeksche Waard. Eerder was hij wethouder voor de PvdA in Albrandswaard. Van der Graaff volgt in West Betuwe Arthur van den Brink op. Van den Brink werkt sinds december 2019 bij de provincie Gelderland als accounthouder Sterk Bestuur. COMMISSARIS VAN DE KONING VACATURE NOORD-BRABANT Het ambt van commissaris van de koning in de provincie Noord-Brabant is per 1 oktober 2020 vacant. De bezoldiging behorende bij het ambt van commissaris van de Koning bedraagt € 12.246,36 bruto per maand. U kunt de profielschets en nadere informatie verkrijgen bij het hoofd van de afdeling politieke ambtsdragers/kabinet van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. U kunt solliciteren op deze vacature tot 14 mei 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 april 2020 op www.overheid.nl/ overheidsinformatie, officiële bekendmakingen, Staatscourant.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE HERMAN VERAART In Baarle-Nassau is Herman Veraart benoemd tot griffier. Hij is de opvolger van griffier Herman Dame, die met pensioen gaat. Veraart was raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Zwolle. RICK NILLISEN In Beesel is Rick Nillisen benoemd tot waarnemend gemeentesecretaris. Nillisen was al werkzaam in de gemeente als hoofd algemene zaken. Hij volgt Ellen Janssen op. ARJEN SCHEP Arjen Schep is benoemd tot bijzonder hoogleraar Heffingen van Lokale Overheden aan de Erasmus School of Law en tot directeur Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale overheden. LUUK HEIJLMAN Bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is Luuk Heijlman het nieuwe hoofd Concernstaf. Heijlman was de afgelopen 16 jaar griffier en gemeentesecretaris in Ouder-Amstel. GRITTA NOTTELMAN Bij het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht wordt Gritta Nottelman de nieuwe secretaris-directeur. Momenteel is Nottelman hoofd bestuurs- en directieondersteuning bij Waternet. ARTHUR VAN DIJK Het bestuur van het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel heeft de Noord-Hollandse cdk Arthur van Dijk benoemd als voorzitter. Hij volgt Wim van de Donk op. BRIEVEN CORONA EN EFFICIËNTE POLITIEK Peter Castenmiller betoogde in BB nr. 7 dat de coronacrisis er in ieder geval voor heeft gezorgd dat de gemeenteraden een stuk efficienter kunnen gaan vergaderen. Want zo stelt hij, voor de corona de samenleving platlegde: “… verdrinken raadsleden of Statenleden in de informatie, verlopen vele vergaderingen soms hopeloos inefficiënt en is de vastlegging en archivering van de gebeurtenissen in de vergaderzaal en commissiekamers lang niet op orde.” Het slotpleidooi van Castenmiller luidt: “Door de onvoorziene coronacrisis is er plots sprake van dringende urgentie voor digitale innovatie in het besluitvormingsproces van overheden. Never waste a good crisis!” Ik ben sinds 1974 actief in de lokale politiek en herken veel in wat Castenmiller naar voren brengt, maar juist het digitale tijdperk is één van de redenen dat raads- en Statenleden verzuipen in de informatie. In het verleden werd een aantal keer goed nagedacht welke informatie wel en welke niet in de envelop voor de raadsleden ging. Immers die stukken moesten nog wel op het gemeentehuis gekopieerd worden. Veel van de stukken met achtergrondinformatie lagen in die tijd voor de raadsleden ter inzage op de fractiekamer en werden door een enkeling geraadpleegd. In het huidige tijdsgewricht is alles digitaal en hup, daar gaat weer een megabyte. Met de ogen dicht doorsturen naar de gemeenteraadsleden kost minder tijd dan te bekijken wat wel en wat niet relevant is. “Kunnen we ook nooit het verwijt krijgen dat we onze actieve informatieplicht hebben verzaakt.” Dat raadsleden daardoor absoluut niet in positie worden gebracht is niet in strijd met enige bepaling van de gemeentewet. Een stuk achterhouden kan dat wel zijn, omdat dan die actieve informatieplicht (artikel 169 van de gemeentewet) niet wordt nageleefd. In de tijd dat ik wethouder was (in de jaren 80 van de vorige eeuw en de eerste jaren van het dualisme) was er twee keer een burgemeester die vond dat de vergaderingen van B&W efficiënter konden. De middagsessie van B&W met drank aan het eind werd vervangen door een ochtendbijeenkomst tussen 10 en 12 uur. Het gevolg was dat een paar beleidsambtenaren en twee van de vier wethouders tijdens de vrijdagmiddagborrel over de toekomst van de gemeente discussieerden. De burgemeester en de rest van het college waren dan al aan het weekeinde begonnen. Die twee wethouders hadden daardoor heel wat meer invloed op het gemeentelijk beleid dan hun collega’s in het college. De B&W-vergadering was wel een stuk efficiënter. Steven Dijk Actief in de gemeenteraad van Diemen van 1974-2004 en sinds 2005 lid van enkele rekenkamers ONTSPOORDE DEMOCRATIE In BB nr. 6 geeft staatsrechtjurist Geerten Boogaard kritiek op onze campagne voor zeggenschap van de inwoners van Den Haag over wie hun nieuwe burgemeester moet worden. Wij stellen dat gemeenten daarvoor de wettelijke mogelijkheden hebben, door hun burgers zeggenschap te geven over welke kandidaat de gemeenteraad voordraagt. Boogaard verwijt ons zuiver formalistische redeneringen en zelfs cynisme. In werkelijkheid redeneert juist Boogaard zuiver formalistisch. Hij wijst erop dat ‘de wetgever’ in 2008 het experiment met gekozen burgemeesters heeft beëindigd. Maar we zijn drie Kamerverkiezingen verder, er zit een andere coalitieregering en de parlementaire steun voor de gekozen burgemeester is zodanig gegroeid dat de grondwet al gewijzigd is met het doel om deze laatste mogelijk te maken. Wij waren destijds niet rouwig dat een Kamermeerderheid het ‘burgemeestersreferendum’ afschafte. Het ging hierbij alleen al om nep-verkiezingen omdat de gemeenteraad hierbij bepaalde tussen welke twee kandidaten de strijd zou gaan. In de praktijk stonden regelmatig twee kandidaten tegenover elkaar die als twee druppels water op elkaar leken en soms zelfs uit dezelfde partij kwamen. En de term ‘burgemeestersreferendum’ was een uiterst slechte omdat het verkiezen van politici enz. helemaal niets met referenda te maken heeft. Vertegenwoordigende democratie draait om de selectie van politici terwijl burgers via directe democratie (waaronder referenda) juist buiten die politici om, zelf direct besluiten. Deze conceptuele spraakverwarring speelt Boogaard ook parten als hij ons verwijt dat wij de bepaling in de Haagse referendumverordening negeren die referenda over persoonsbenoemingen uitsluit. Die bepaling is totaal irrelevant. Het lokale referendum zoals dat in vele gemeentelijke referendumverordeningen is geregeld, is een totaal andere juridische figuur dan een burgemeestersverkiezing. Ten slotte verwijt Boogaard ons dat wij de Gemeentewet negeren die het geheime karakter van de benoemingsprocedure regelt. Wel, in feite regelt de Gemeentewet niet meer dan dat de raadsleden in de vertrouwenscommissie achter gesloten deuren vergadert en dat de stukken die de raadsleden ontvangen, geheim zijn. De Gemeentewet laat toe dat kandidaten zichzelf bekend maken. Maar misschien mogen wij op dit punt een wedervraag stellen. Waarom zien we onder staatsrechtjuristen altijd die neiging om dergelijke wettelijke juridische principes alleen in te roepen wanneer het bestaande regime moet worden verdedigd en overeind gehouden? Iedereen weet dat het leeuwedeel van de benoemingen in het openbaar bestuur door de gevestigde politieke partijen onder de eigen leden wordt verdeeld – totaal niet meer dan 2 procent van de bevolking, waarvan nog een veel kleiner deel echt actief is. Niesco Dubbelboer en Arjen Nijeboer, Meer democratie

INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT CAV Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Gemert-Bakel Gemeente Vijfheerenlanden JS Consultancy / Gemeente Venray Provincie Noord-Brabant Stichting CAV Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Waterschap Scheldestromen BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Publiek Netwerk / Gemeente Amsterdam FINANCIËN EN ECONOMIE Haute Equipe JS Consultancy / Sociale Dienst Drechtsteden Publiek Netwerk / Gemeente Baarn Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant ICT EN AUTOMATISERING Baanbrekers Publiek Netwerk / Gemeente Amsterdam OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Brandweer Gooi en Vechtstreek PERSONEEL EN ORGANISATIE Castanho / Gemeente Alkmaar lid raad van toezicht raadsadviseur gemeentesecretaris/algemeen directeur voorzitter en leden voor de eerste rekenkamer 2 teammanagers bedrijfsvoering commissaris van de koning twee leden raad van toezicht sectormanager strategie & bedrijfsvoering resultaatcoördinator Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl teamleider dienstverlening pagina 54 medior financieel adviseur senior adviseur planning & control/businesscontroller coördinerend strategisch financieel adviseur concerncontroller Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 54 Binnenlandsbestuur.nl chief information security officer (ciso) contractmanagers (beheer & onderhoud en ict) Binnenlandsbestuur.nl pagina 54 bestuursadviseur Binnenlandsbestuur.nl organisatie-ontwikkelaar/hr-manager Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

54 INDEX RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Gemeente Gorinchem Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Oldebroek Gemeente Rotterdam Gemeente Rotterdam Gemeente Zaanstad JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe Publiek Netwerk / Gemeente Sliedrecht Publiek Netwerk / Gemeente Sliedrecht Publiek Netwerk / Gemeente Velsen SOCIAAL BMC Gemeente Brielle Gemeente Utrecht Gemeente Utrecht Gemeente Wageningen JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe JS Consultancy / Gemeente Venray OVERIGE Provincie Overijssel beleidsmedewerker milieu en duurzaamheid beleidsmedewerker openbare ruimte beleidsadviseur vergunningen, toezicht en handhaving beleidsadviseur ruimtelijke ordening en volkshuisvesting landschapsarchitecten specialisten grondzaken en gebiedsontwikkeling strategisch adviseur ruimte teamleider ruimtelijk beleid en projecten beleidsadviseur verkeer & vervoer beleidsmedewerker riolering & water medior en senior ruimtelijke ontwikkeling Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 54 pagina 54 pagina 54 consulent inkomen consulent voorzieningen wmo senior beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling / onderwijs senior beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling/onderwijs manager team sociale dienstverlening teamleider beleid en samenleving teammanager sociaal domein Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 allround adviseur facilitaire diensten Binnenlandsbestuur.nl OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 18 | 2020

Zet de stad weer in beweging. Werk mee aan de woningbouwopgave voor 2040. De wereld is tot stilstand gekomen. Zelfs de stad die kolkt van energie beweegt nauwelijks nog. Maar in Rotterdam weten we: samen komen we sterker uit de strijd. Dus denken we nu al na over de uitdagingen van morgen, zoals het realiseren van 50.000 extra woningen. Een enorme opgave, waar onze Landschapsarchitecten en Specialisten Grondzaken en Gebiedsontwikkeling hulp bij kunnen gebruiken. Dus kom in beweging en verander stilstand in vooruitgang. Onze stad wacht op jou. Ontdek meer op werkenvoorrotterdam.nl/woningbouw.

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van Bedrijfs2 Teammanagers Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 12 max. € 80.849,- bruto per jaar Ervaren inspirerend en faciliterend manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Ruimtelijk Beleid en Projecten Teamleider Beleid en Samenleving 36 uur | schaal 12 max. € 80.800,- bruto per jaar (incl. IKB) Twee ervaren leidinggevenden die medewerkers weten te motiveren, verbinden en verder te brengen als individu en als team. Hebben affiniteit met de betreffende vakgebieden. Zijn mens- en resultaatgericht, brengen een netwerk mee. Zijn pro-actief en politiek-sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Sociaal Domein 36 uur | schaal 12 max. € 80.849,- bruto per jaar Ervaren inspirerend en faciliterend manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Adviseur Planning & Control / Businesscontroller 36 uur | schaal 11 - 12 max. € 71.172,- € 80.849,- bruto per jaar Ervaren Senior Adviseur met ervaring binnen gemeentefinanciën en kennis van het Sociaal Domein. Analytisch, energiek, enthousiast, proactief en ambitieus in het bereiken van doelen. Heeft visie en kijkt vooruit op de langere termijn. Staat stevig in de schoenen, beschikt over goede communicatieve vaardigheden en is bovenal een uitstekend verbinder en netwerker. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
Home


You need flash player to view this online publication