211

of zes weken vakantie. Hoe ga je met alle regeltjes mensen inzetten over de grenzen van hun oude ‘sector’ heen? Hoe laat je ze samenwerken? De eerder aangehaalde Schumpeter stelde ook dat innovatie het gevolg is van ‘nieuwe combinaties’. Stevige sectorgrenzen en sector-regelingen kunnen het soepel laten functioneren van nieuwe combinaties moeilijker maken. De flexwerkers, inside & outside, vervagende organisatiegrenzen Waar we eerder hebben vastgesteld dat een steeds groter deel van de loonruimte buiten de cao om werd verdeeld (de Korte, 2000), kunnen we nu vaststellen dat een veel groter deel van de arbeidskosten buiten de cao wordt uitgegeven. Dit komt door de grote groei van het aantal flexwerkers: uitzendkrachten, payrollers, gedetacheerden, interimmers en zzp’ers die deel uitmaken van onze werkgemeenschap. Deze mensen vallen (meestal) buiten de ondernemings- of sector-cao maar horen er vaak ‘wel bij’. Bij de overheid gaat het om ongeveer 5 procent van de werknemerspopulatie, in de markt is het al 25 tot 30 procent. De cao is, in de gemiddelde organisatie, op een afnemend aantal werkenden van toepassing. Dit levert binnen werkgemeenschappen verschillen in behandeling op en ingewikkelde discussies. Bijvoorbeeld het gesprek in de directie over ‘wie krijgt er dit jaar een kerstpakket?’ Inside of outside de cao maakt ook verschil uit in de loonkosten en leidt tot verdringing. Werkgevers merken dat ze buiten de cao om goedkopere werkenden aan zich kunnen binden. Vaak niet vanwege het primaire salaris. Zo regelt de cao voor uitzendkrachten bijvoorbeeld de ‘inlenersbeloning’: een uitzendkracht heeft recht op hetzelfde salaris, ADV en vakantierechten en toeslagen als vaste werknemers. Maar wel vanwege allerlei andere voorzieningen in de cao waar werkgevers bij flexkrachten niet aan zijn gehouden, zoals verlofregelingen, afdrachten aan sociale fondsen, pensioenvoorziening of ontslagvergoedingen. Hierdoor wordt ‘inhuur’ goedkoper dan eigen werknemers en komen er steeds meer flexkrachten, tot grote ergernis van de vakorganisaties. Dit was de oorzaak van nogal wat arbeidsconflicten in de afgelopen jaren: de stakingen in de distributiecentra van AH tegen het grote aantal uitzendkrachten, acties bij Agentschap EZ wegens het grote aantal payrollers, rechtszaken over werk in de bouw in de Eemshaven en aan de A2 in Maastricht met onderbetaling door buitenlandse subcontractors, veroordelingen van champignontelers en van werkgevers van vrachtwagenchauffeurs en de discussie over de pakjesbezorgers van PostNL. Flexwerk verschuift ook van het traditionele uitzendwerk naar andere vormen van flexibele arbeid. Het uitzendwerk is in Nederland goed geregeld: een cao met inlenersbeloning, controle op naleving van de cao (NCSI), certificering van uitzendbureaus (SNA), een eigen pensioenfonds STAAT VAN DE AMBTELIJKE DIENST 2015 209

212 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication