43

met resultaatgerichte sturing neerzetten en veel meer toe naar één Amsterdam, zowel binnen de organisatie als naar buiten. De stadsdeelraden zijn opgeheven en vervangen door bestuurscommissies. In de nieuwe organisatie zijn de diensten verdwenen en vervangen door resultaatverantwoordelijke eenheden, die binnen vier clusters vallen: Sociaal, Ruimte en Economie, Dienstverlening en Informatie en Bedrijfsvoering. Daarnaast zijn er zeven stadsdeelorganisaties en het staforgaan Bestuur en Organisatie. Alle bedrijfsvoeringsfuncties zijn gecentraliseerd. Deze centralisatie gaat gepaard met digitalisering van interne en externe processen. De ambtelijke aansturing vindt nu plaats vanuit het Gemeentelijk Managementteam, waarin de gemeentesecretaris, vier stedelijke directeuren en de concerncontroller zitten. De gemeentesecretaris stuurt ook de stadsdeelsecretarissen aan. Met deze ordening geeft Amsterdam invulling aan het sectorenmodel. 3 DE PROVINCIES Ook de provincies wortelen in de geschiedenis. Zij zijn – met uitzondering van de nieuwe provincie Flevoland – de rechtstreekse opvolgers van de soevereine landsdelen die de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden hebben gevormd. Evenals de gemeenten hebben de provincies op grond van de Provinciewet allemaal dezelfde organisatie. Het aantal provincies is in de afgelopen periode constant gebleven. Er is wel regelmatig discussie geweest over het takenpakket van de provincies en over het aantal provincies. Daarbij is in het kader van het laatste regeerakkoord opnieuw gekeken naar de vorming van landsdelen, een voorstel dat eerder werd gedaan in het eindrapport van het onderzoek naar de bestuurlijke organisatie uit 1975 en door de commissie-Geelhoed in 2002. Hier bleek uiteindelijk onvoldoende politiek draagvlak voor te bestaan. Eerder werd een einde gemaakt aan de bijzondere positie van Rijnmond. De provinciale organisatie is vergelijkbaar met die van de gemeente. De secretaris/algemeen directeur staat aan het hoofd van de ambtelijke organisatie en vormt de verbinding met het bestuur, dat bestaat uit een commissaris van de Koning en gedeputeerden. De provincies kennen in het algemeen een organisatiestructuur volgens het sectorenmodel, waarbij de taken zijn verdeeld over directies, afdelingen of clusters. Ondersteunende afdelingen zijn gecentraliseerd. De provincie Noord-Holland kent een directiemodel met vier directies: Beleid; Subsidies, Vergunningen en Toezicht; Beheer en Uitvoering; en Middelen. Deze indeling is gebaseerd op de oriëntatie op de burger. Ook de provincies kennen een collegiaal bestuur, waarbij de portefeuilles inclusief de bedrijfsvoering zijn verdeeld over de bestuurders. ORGANISEREN ALS PERMANENTE OPGAVE 41

44 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication