0

DE TOEKOMST VAN UW PENSIOEN. EEN INFORMATIEF MAGAZINE VAN DE CMHF – 2017 Samen of ieder voor zich? SPAREN VOOR EEN GOED PENSIOEN VERDER Zo werkt het pensioenstelsel De Grote CMHF Pensioenquiz 7 belangrijke pensioenmomenten Wie komt er op voor uw belangen?

Quiz 1 Het ABP is een van de grootste pensioenfondsen. Welk percentage van de pensioenspaarders heeft een pensioenpotje bij dit fonds? A 1 op 6 B 1 op 8 C 1 op 10 2 3 Daphne is 62 jaar en wil haar ABP-pensioen laten ingaan. Kan dat? A Ja, tegen extra premie B Ja, maar ze krijgt een lager bedrag per maand C Nee, dat kan pas bij de AOW-leeftijd Welk gedeelte van het salaris telt mee voor de pensioenopbouw bij het ABP? A Het brutojaarsalaris B De franchise C Het jaarsalaris minus de AOWfranchise 4 Het voordeel van indexatie is dat … A Pensioenspaarders die meer dan tien jaar sparen, een bonus krijgen B De pensioenen het koopkrachtverlies door de inflatie bijhouden C Pensioenspaarders zo rente op rente ontvangen 5 Willem, getrouwd met Tineke, met twee kinderen, Pieter (19) en Meike (23), komt te overlijden. Eerder was hij getrouwd met Ans. Wie ontvangen er nabestaandenof wezenpensioen? A Tineke, Ans, Pieter en Meike B Tineke, Pieter en Meike C Tineke, Ans en Pieter 6 Wie kunnen er niet pensioensparen bij het ABP? A Militairen B UWV-medewerkers C Ambtenaren 7 De dekkingsgraad geeft aan … A De verhouding tussen de bezittingen van een pensioenfonds en (toekomstige) verplichtingen aan pensioenspaarders B Hoeveel procent van de werknemers aan een pensioenfonds deelneemt C Hoe goed de beleggingen van een pensioenfonds scoren op de beurs 8 Geeske raakt werkloos. Bouwt ze nu nog pensioen op bij het ABP? A Nee, wie geen baan heeft, bouwt ook geen pensioen op B Ja, als ze zelf de premie doorbetaalt, wel C Ja, bij een WW-uitkering betaalt de laatste werkgever nog 37,5 procent van de pensioenopbouw 9 Hoeveel procent van de Nederlanders heeft een pensioengat? A 25 procent B 50 procent C 75 procent De Grote CMHF Pensioenquiz Kennen pensioenen voor u geen geheimen of kunt u nog wat opsteken? Doe de quiz! 2 P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL Juiste antwoorden: 1: A, 2: B, 3: C, 4: B, 5: C, 6: B, 7: A, 8: C, 9: C

Inhoud De toekomst van ons pensioenstelsel is een ‘heet’ onderwerp, zeker met de verkiezingen op komst. Waar gaat de discussie precies over? Hoe staat de CMHF erin? Wij bieden onze leden gratis deze P’oen aan, waarin u antwoord kunt vinden op prangende pensioenstelselvragen. U weet alles al? Doe dan eerst eens De Grote CMHF Pensioenquiz … 4 2 De Grote CMHF Pensioenquiz Test uw kennis en weet waarin u zich nog moet verdiepen! 4 Het Nederlandse pensioenstelsel … kraakt in zijn voegen. Hoe zijn de scheuren ontstaan? 8 Drie CMHF-leden over hun pensioen ‘Het staat nog ver van me af, maar het is natuurlijk wel belangrijk.’ 11 Zij werken voor jouw pensioen De CMHF-vertegenwoordigers op een rij. 8 12 Even stilstaan Er zijn 7 momenten in het leven waarop u over uw pensioen móét nadenken. 14 Waarover praten zij? Het debat over de aanpassing van het pensioenstelsel is nog lang niet verstomd. Waar gaat het over? 20 Meningen Hoe staan belangenbehartigers in de pensioendiscussie? 24 Actueel Het pensioenstelsel in het nieuws. 14 Colofon P’oen is een speciale uitgave van de CMHF over pensioenen, verschenen december 2016. • Redactie: Jan Hut, Jacqueline van Langeraad-Goes, Martin Weusthuis • Conceptontwikkeling, coördinatie en eindredactie: Marjan Agerbeek/Bindkracht 12 • Vormgevingsconcept, opmaak en illustraties: Netty Arriëns en Chiel van Rijn | Fier.media • Teksten: Marjan Agerbeek, Jaan van Aken, André de Vos • Fotografie: Fred van Diem, Bas de Meijer, Fototeam K&M P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL 3

Wat is er mis? Voorheen: het beste pensioenstelsel E i g e n a a Lijfrente, kapitaalre ke n gever & w e rkn e m e an pensio e n fo n d s rheid 4 P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL n v u ll e n Werk af a i n g , (b r d ra t. b . v. pe de o v e P e n s io i n ga n ks paren) ioen van gen vastgestelde p nsioen werkneme of beleggen AOW Basispens r remie

Wat is er mis? Het Nederlandse pensioenstelsel gold als het beste ter wereld. Maar de afgelopen jaren worden de manco’s van het systeem steeds duidelijker. Wat is er mis? Het huidige stelsel van oudedagsvoorzieningen is gevormd in de jaren vijftig. In de negentiende eeuw waren er in een paar bedrijfstakken al pensioenfondsen, maar veel werk nemers hadden niets. Daarom voerde Willem Drees in 1947 de voorloper van de AOW in: het staats pensioen voor iedere Nederlander. De pensioenleeftijd werd vastgesteld op 65 jaar. De AOW is nog steeds de eerste pijler van onze oudedags voorziening. Om ervoor te zorgen dat elke werknemer kon sparen voor een aanvullend pensioen, werd in 1952 de Pensioenwet van kracht. Hierin zijn de taken en verantwoordelijkheden van werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder geregeld. Zo staat er bijvoorbeeld in dat werknemer en werkgever samen de pensioenpremie betalen. Ook is vastgelegd dat een pensioenfonds een minimale dekkingsgraad moet aanhouden. Dit betekent dat tegenover iedere euro die een pensioenfonds aan pensioen moet uitbetalen, een bepaald bedrag in kas moet zijn om pensioenuitkeringen te kunnen betalen. De derde pijler is het geld dat werkenden zelf opzijzetten voor hun pensioen. Vooral zelfstandigen en ondernemers zijn aangewezen op deze pijler, maar ook werknemers moeten steeds vaker bijsparen. Veel mensen denken dat zij na hun pensionering over 70% van het laatstverdiende loon kunnen beschikken. Maar dat gaat niet meer op door een Mensen denken dat ze 70% van het laatstverdiende loon krijgen Dekkingsgraad Bij een dekkingsgraad van 100% heeft een pensioenfonds precies genoeg geld om alle toekomstige pensioenen uit te betalen. Dan is de verhouding tussen de bezittingen en de verplichtingen in evenwicht. De bezittingen van de fondsen zijn sinds de kredietcrisis in 2008 verdubbeld, maar de verplichtingen stegen nog harder. Dat komt door de renteontwikkeling. Hoe lager de rente, hoe meer pensioenfondsen aan vermogen moeten hebben. Bij een rente van 1% moet een pensioenfonds nu € 780 euro in kas hebben om over 25 jaar € 1.000 euro uit te keren. Maar als de rente 4% is, hoeft er nu maar € 375 euro opzij te worden gezet. De rente is dus heel bepalend voor de gezondheid van een pensioenfonds. P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL Verplichtingen ABP stijgen sterker dan vermogen 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 2005 2006 Vermogen (€ mln) 2007 2008 2009 2010 Verplichtingen (€ mln) 2011 2012 2013 2014 Dekkingsgraad (%) 5 2015 160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% BRON: ABP

Wat is er mis? De sterk dalende rente was de belangrijkste tegenvaller voor de fondsen 2007 4,85% 2006 4,25% Rekenrente sterk gedaald 1,67% 2015 1,85% 2014 2,75% 2013 2,43% 2012 3,57% 2008 2009 3,87% 3,46% 2010 2,74% 2011 Rekenrente Een pensioenfonds berekent de waarde van de pensioenverplichtingen volgens een door De Nederlandsche Bank (DNB) gecontroleerde methode. Die komt er grofweg op neer dat pensioenfondsen moeten rekenen alsof hun geld op een spaarrekening staat en de rente van vandaag de komende jaren hetzelfde blijft. Dit is de zogeheten rekenrente. Door een rekenrente op te leggen die ervoor zorgt dat een pensioenfonds voorzichtig moet zijn bij het uitbetalen van de pensioenen, is er zeker voldoende geld in kas, is de redenering. De rekenrente is sinds het begin van de kredietcrisis in 2008 in een duikvlucht beland door het beleid van de Europese Centrale Bank. Het gevolg: de dekkingsgraden zakken onder de minimumeisen en de pensioenfondsen moeten veel meer geld in kas zien te krijgen om ervoor te zorgen dat er straks voldoende geld is om de pensioenuitkeringen te betalen. 6 verandering van het stelsel van eindloon naar middelloon, zoals het ABP dat in 2004 invoerde. Daarbij is er vaker sprake van pensioenbreuk door de overstap naar een andere werkgever of minder pensioenopbouw door flexcontracten of korter werken. Torenhoog Tot de eeuwwisseling gold het Nederlandse pensioenstelsel als het beste ter wereld. De dekkingsgraden van de pensioenfondsen, de graadmeter voor hun gezondheid, waren zo hoog dat premies omlaaggingen of een tijdje helemaal niet werden betaald: de premieholidays. Ook de overheid profiteerde mee en hielp de schatkist aan ca. 25 miljard euro door in haar rol als werkgever een extreem lage premie in de ABP-kas te storten. Zo zijn er in de decennia voor de grote pensioneringsgolf van de babyboomgeneratie miljarden minder in de pensioenpotten gestopt dan de bedoeling was bij de oprichting van het stelsel. Kredietcrisis Maar toen waren de gouden jaren voorbij. Door de kredietcrisis in 2008 kelderden de beurzen en daarmee de aanwas van de pensioenpotten. Maar dat niet alleen. De afgelopen zestig jaar is de levensverwachting voor mannen van 65 jaar met vier jaar gestegen en voor vrouwen met ruim zes jaar. Daardoor moeten pensioenfondsen langer uitkeringen betalen dan bij de introductie van het stelsel was voorzien. De belangrijkste tegenvaller was echter dat de rente sterk daalde door het beleid van de centrale banken, zowel in P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL BRON: ABP

Wat is er mis? Hoeveel jaar leeft een 65-jarige nog? 1950 1955 1960 1965 1966 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 14,4 14,4 14,5 14,2 14,2 13,9 13,8 14,3 14,4 14,7 15,1 15,7 16,8 18,0 18,6 14,9 15,5 16,1 16,6 16,6 16,9 17,6 18,8 19,1 19,4 19,5 19,6 20,4 21,2 21,4 1950 1955 1960 1965 1966 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 Levensverwachting 65-jarigen Mensen worden steeds ouder, dus 65-jarigen hebben steeds meer jaren voor de boeg waarin ze pensioen nodig hebben om van te leven. Geen wonder dat de pensioenfondsen steeds meer geld opzij moeten zetten om aan hun verplichtingen te voldoen. Europa als in Amerika. Door die, historisch gezien, extreem lage rente van op dit moment hooguit één procent, moeten de pensioenfondsen veel meer vermogen aanhouden om in de toekomst de verschuldigde uitkeringen op te brengen. Verlagen of verhogen? Vakbonden en werkgeversorganisaties, die samen de pensioenfondsen bestieren, kunnen twee dingen doen om de pensioenpotten weer op peil te krijgen: de pensioenuitkeringen verlagen of de premies verhogen. De eerste oplossing is eigenlijk taboe, omdat deelnemers een vaste uitkering is beloofd. Het ABP, dat eind september aankeek tegen een veel te lage dekkingsgraad, zal de komende jaren daarom extra worden gevoed door een flinke verhoging van de premies. Dat is begin november in de Pensioenkamer overeengekomen. Terwijl de premie eind 2013 nog met 5,6 procentpunt is verlaagd van 25,4 tot 19,8 procent, om ambtenaren meer koopkracht te geven. Of de premiestijging voldoende is, moet worden afgewacht; de kans dat er komende jaren toch op de uitkeringen moet worden gekort, is met de premie stijging zeker niet verdwenen. Het pensioenstelsel is niet gebouwd op gegarandeerde uitkeringen P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL Schok De te lage dekkingsgraden, kortingen op de pensioenen en de uitblijvende verhoging van de uitkeringen om die gelijke tred te laten houden met de cao-lonen, hebben een schok teweeggebracht bij gepensioneerden en werknemers. Ons stelsel is toch het beste ter wereld? We hebben toch recht op een waarde- én welvaartsvast pensioen? Nu blijkt dat het pensioenstelsel niet is gebouwd op dergelijke garanties. Misschien waren de problemen niet zo groot geweest als in de gouden jaren voorzichtiger met het spaargeld was omgesprongen, maar een gegarandeerd pensioen bestaat niet, er zijn altijd onvoorziene omstandigheden. Dat is niks nieuws, maar pensioenfondsen hebben dat nooit zo duidelijk overgebracht op hun deelnemers. Met als gevolg dat het vertrouwen in pensioen fondsen nu lager is dan in commerciële verzekeraars en banken. 7 BRON: CBS

CMHF-leden Jorien Rippen (26) Beroep praktijkdocent mariene biologie en ecologie Lid van UNIENFTO Thuissituatie woont samen met Rik Veldhuis ‘Pensioen is voor mij iets dat nog ver van me afstaat. Ik werk nog niet zo lang, ik heb net mijn tweede jaarcontract gekregen. Ik denk dat er op mijn loonstrook wel iets staat over pensioenafdracht, maar zeker weten doe ik het niet. Mijn ouders werken allebei nog, zij hebben het er ook zelden over. Ik hoor in het nieuws dat het pensioen voor jongeren er niet rooskleurig uitziet. Daar schrik ik wel van, maar wat dat betekent, kan ik slecht inschatten, omdat de situatie in de tussentijd ook weer kan veranderen. Ik neem aan dat er straks minder geld is om uit te keren. De post die ik daarover krijg, lees ik niet echt grondig. Ik heb het druk en ik heb er toch geen invloed op. En extra sparen kan ik ook niet. Ik moet nu eerst mijn studielening afbetalen en daarna zijn er weer andere dingen waarvoor ik wil sparen. Maar op termijn ga ik er wel over nadenken, want het is natuurlijk wel belangrijk.’ 8 ‘Ik moet eerst mijn studielening afbetalen’ P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL

CMHF-leden Jos Veldhuis (68) Beroep officier logistieke dienst landmacht, nu gepensioneerd Lid van Nederlandse Officieren Vereniging Thuissituatie getrouwd met Ria Coomans, twee kinderen en twee kleinkinderen ‘Toen ik militair werd, zeiden ze: “Over één ding hoef je je ‘Dit pensioen is niet wat mij is voorgehouden’ P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL nooit zorgen te maken, dat is je pensioen.” Dat heb ik altijd aangenomen, ik zag het ook om me heen bij gepensioneerde collega’s die hun leven op dezelfde manier konden voortzetten. Toen ik op mijn 65ste stopte met werken, kreeg ik een financieel overzicht en dacht ik: inderdaad, dat zit wel goed. Maar sindsdien komen er slechte berichten van het ABP: geen inflatiecorrectie, korting vanwege de huidige lage marktrente. Een pensioen bouw je in jaren op, moet je dan niet rekenen met een gemiddelde rente? Er zit veel geld in de pensioenkas, waarom dan minder uitgekeerd? Dit is niet het pensioen dat mij is voorgehouden. De voorlichting heeft in ieder geval al die tijd tekortgeschoten. En dan die discussie over de positie van jongeren in het pensioenstelsel. Als het systeem onvoldoende rekening houdt met veranderde arbeidsmarktomstandigheden, moeten we dat repareren, anders is het niet eerlijk. Maar hoe kan dat nu ineens? Wij hebben toch een van de beste pensioenstelsels ter wereld?’ 9

CMHF-leden Niels Jacobs (40) Beroep verpleegkundige spoedeisende hulp Lid van NU’91 Thuissituatie partner, geen kinderen ‘Bij pensioen denk ik aan een tijd waarin ik niet meer hoef te werken in het ziekenhuis. En aan sparen, het geld dat ik nu betaal aan het pensioenfonds voor later. Soms vraag ik me af of ik wel genoeg spaar en hoeveel mijn euro’s straks waard zijn als ik stop met werken. Ik zou me er meer in moeten verdiepen, denk ik. Laatst zei iemand dat je bijdrage aan het pensioenfonds helemaal geen sparen is, dat je geld meteen wordt uitgegeven aan de huidige gepensioneerden en dat je maar moet zien of jongeren straks genoeg voor jou hebben gespaard. Dan denk ik: help, wat moet ik doen? Mijn vriend is medisch specialist en heeft een eigen inkomen. We hebben afgesproken dat we ieder financieel op eigen benen blijven staan. Ik zou wel graag willen dat mijn vriend nabestaandenpensioen krijgt als er iets met mij gebeurt. Dat is nu niet zo, want we hebben juridisch niets geregeld. Dat wordt na elf jaar relatie misschien weleens tijd.’ 10 ‘Soms vraag ik me af: spaar ik wel genoeg?’ P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL

CMHF-vertegenwoordigers uw pensioenbelangen? Wie behartigt ‘Het pensioenstelsel moet verbeteren en het ABP is daar nu al mee bezig. Ik ben vooral betrokken bij het veranderen van de organisatie van het ABP.’ Hans Couzy, Gepensioneerd luitenant-generaal, lid van de Nederlandse Officieren Vereniging (NOV) en namens de CMHF lid van het Verantwoordingsorgaan ABP. De CMHF laat uw mening horen in diverse overlegorganen. Het Verantwoordingsorgaan ziet toe op de juiste uitvoering van de uitkeringen door het ABPbestuur. In de Pensioenkamer stellen werkgevers en werknemers de pensioen regelingen binnen de overheids- en onderwijssector vast. In de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Stichting van de Arbeid wordt gesproken over de ‘Ik vind het belangrijk dat er een rechtvaardige balans in rechten is tussen gepensioneerden en werkenden. Andere belangrijke punten: duurzaam beleggen, meer transparantie in kosten en opbrengsten belegd vermogen.’ Pauline van Tets, Gepensioneerd docent informatica, lid van de Vereniging van Academici bij het Wetenschappelijk Onderwijs (VAWO) en namens de CMHF lid van het Verantwoordingsorgaan ABP. ‘Het is terecht dat pensioenen binnen het geheel van de arbeidsvoorwaarden een steeds prominentere plek innemen.’ Jan Hut, Hoofd beleidszaken CMHF, ondersteunt de beleidsadviescommissie waar het pensioenbeleid wordt geformuleerd. ‘Bij een belangenafweging dient de positie van de gepensioneerden naast die van de actieven en de voormalige deelnemers benadrukt te worden.’ Paul Müller, Gepensioneerd adviseur arbeidsvoorwaarden en pensioen, lid van de VMH Politie en namens de CMHF lid van het Verantwoordingorgaan ABP. P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL 11 inrichting van het pensioenstelsel als geheel. ‘Ik wil ervoor zorgen dat alle generaties een gedegen pensioenvoorziening opbouwen, waarin waarden als collectiviteit, solidariteit en verplichtstelling een belangrijke rol vervullen.’ Klaartje de Boer, Beleidsmedewerker pensioenen en medezeggenschap bij de Vakcentrale voor Professionals (VCP), mede namens de CMHF belangen behartiger bij de SER en de Stichting van de Arbeid. ‘Door nu mee te denken en mee te praten, hoop ik dat we de goede collectieve zaken kunnen behouden.’ Jacqueline van Langeraad, Bestuurder/onderhandelaar UNIENFTO en namens de CMHF lid van de Pensioenkamer en het Verantwoordingsorgaan ABP. ‘Een bijdrage leveren aan de invulling en uitvoering van het pensioen is fascinerend, maar vooral ook van groot maatschappelijk belang.’ Geraldine Leegwater, CEO ABN AMRO Pensioenfonds en op voordracht van de CMHF bestuurslid van het ABP. ‘Hoe gaan we de Nederlandse pensioenen zo aanpassen dat generaties het eens blijven over deze prachtige oudedagsvoorziening?’ Martin Weusthuis, Pensioenadviseur, beleidsmedewerker pensioenen bij de Gezamenlijke Officierenverenigingen en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (GOV|MHB) en namens de CMHF lid van de Pensioenkamer.

Even stilstaan Lief & leed 1 Nieuwe baan Annelies vindt een nieuwe baan als ambtenaar en gaat automatisch pensioen opbouwen bij het ABP. Haar pensioenpot bij een ander pensioenfonds kan ze naar het ABP overhevelen. Laat het pensioenfonds berekenen of dat voordelig is. Een nieuwe baan en een huwelijk, maar ook minder leuke zaken als scheiden en overlijden kunnen invloed hebben op je toekomstige pensioen. 2 Trouwen/samenwonen Daar is Annelies’ grote liefde Bas, ze stappen in het huwelijksbootje. Komt een van beiden te overlijden, dan ontvangt de ander nabestaandenpensioen. Stellen die samenwonen of in het buitenland wonen, moeten een samenlevingscontract opstellen en dat aanmelden bij het ABP. 3 Werkloos Ai, een reorganisatie. Annelies belandt in de WW. Haar voormalig werkgever betaalt nu nog maar 37,5 procent van haar pensioen. Annelies kan binnen drie maanden besluiten zelf bij te sparen tot 50, 75 of 100 procent van haar eerdere pensioenopbouw. Dat stopt zodra de uitkering eindigt. 12 P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL

Even stilstaan Op ABP.nl staat een interactieve video ‘Uw situatie verandert’, waarin je in verschillende situaties de gevolgen voor je pensioen kunt zien. Zie www.abp.nl/uw-situatie-verandert/video.aspx. 4 Baby geboren De ooievaar komt langs. Annelies en Bas nemen ouderschapsverlof op. Tijdens het verlof blijven ze hetzelfde pensioen opbouwen. Het hangt van hun cao af of de werkgever de premie blijft betalen. Gaan ze na het verlof minder werken, dan bouwen ze ook minder pensioen op. 7 Overleden Als Annelies of Bas komt te overlijden, heeft de overgebleven partner bij het ABP recht op nabestaandenpensioen en jonge kinderen op wezenpensioen. Bij stellen waarvan de partner niet is geregi streerd bij het ABP, is er geen recht op nabestaandenpensioen, wel op wezen pensioen. 5 Uit elkaar Mochten Annelies en Bas scheiden, dan kunnen ze afzien van het nabestaandenpensioen. Dat is vooral van belang als ze een andere partner krijgen. Ook kunnen ze afspraken maken over de verdeling van het ouderdomspensioen. Spreken ze niets af, dan kan de ander later de helft opeisen. 6 Met pensioen Annelies is het werken moe. Vanaf 60 jaar kan ze ervoor kiezen het pensioen (gedeeltelijk) in te laten gaan. Dat betekent een lagere pensioenuitkering, maar als Bas een goed pensioen heeft, is hij niet afhankelijk van Annelies’ nabestaandenpensioen en kan zij dat deel overhevelen naar haar eigen pensioen. P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL 13

Waarover praten zij? Een veilige toekomst voor ons pensioen 14 P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL

Waarover praten zij? De pensioenfondsen zijn vooral door de huidige lage rente in zwaar weer terechtgekomen. Maar zelfs als die rente aantrekt, is het de vraag of het stelsel de toekomst aankan. Welke oplossingen zijn er? Ons gezamenlijke pensioenvermogen is, ondanks de kredietcrisis, door hogere premie-inkomsten en goede beleggingsresultaten de afgelopen tien jaar verdubbeld tot 1.370 miljard euro. Toch is dat niet genoeg. Voor elke pensioeneuro die er in de toekomst moet worden uitgekeerd, is er nu een paar eurocent te weinig in kas. De grote pensioenfondsen, zoals het ABP en Zorg en Welzijn, scoren beduidend slechter. Zij komen tien cent per euro tekort. Protesten Er moet opnieuw worden ingegrepen, en dat terwijl de al ingevoerde maatregelen tot protesten leiden. Werkenden maken zich boos over de hoge premies: een werknemer werkt één dag per week voor de financiering van zijn oude dag. Gepensioneerden zijn verontwaardigd over de (dreigende) kortingen op hun uitkeringen. Oudere werkenden winden zich erover op dat ze tot op steeds hogere leeftijd moeten doorwerken, terwijl dat allerminst eenvoudig is: werkgevers staan niet te springen om oudere werknemers. Toch is langer doorwerken een voor de hand liggende methode om de uitkeringen op peil te houden, want het is een tweesnijdend zwaard. Er wordt langer premie betaald door de werknemers en het aantal jaren pensioenuitkering stijgt niet meer. Vertrouwen terug Wat nu? Vernieuwen is essentieel, zegt Theo Nijman, hoogleraar pensioenbeheer en wetenschappelijk directeur van pensioenonderzoekscentrum Netspar. ‘Het huidige stelsel houdt te weinig rekening met de manier waarop de maatschappij P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL ‘Een nieuw stelsel kan het vertrouwen terugbrengen’ is veranderd en de verschillen tussen mensen. Het is één rente en één beleggingsaanpak voor een heel diverse groep. Dat pakt voor iedereen ongunstig uit. Jongeren nemen te weinig risico, ouderen te veel. Eigenhuisbezitters sparen net zo veel als huurders, terwijl ze minder pensioen nodig hebben. Het stelsel moet echt anders. Niet omdat er dan ineens meer geld is, maar omdat de belangentegenstellingen eruit moeten.’ Nijman is van mening dat een nieuw stelsel ook het vertrouwen kan terugbrengen in pensioenen. ‘Mensen hebben behoefte aan een pensioen dat bij hun persoonlijke situatie past. Dat maatwerk hoeft geen geld te kosten, sterker nog, het kan ons 15

J J NN K K D D N N E E AA L L R R A A N E N E A A O O B N N R R B O O N N E E R R T T N N V V M M Waarover praten zij? E E I allemaal geld opleveren, doordat inkomsten en uitgaven beter worden gespreid over je leven.’ Nieuwe stelsels De Sociaal-Economische Raad (SER), een samenwerking van werkgevers en vakbonden, aangevuld met onafhankelijk deskundigen, heeft een aantal mogelijke nieuwe stelsels onderzocht. Aanvankelijk ging het om vier mogelijke oplossingen, maar daarvan krijgen er slechts twee steun van het kabinet. De eerste is voortborduren op het bestaande collectieve en solidaire stelsel. Gekozen kan worden voor een stelsel met of zonder garanties. In deze variant wil staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid af van de zogeheten doorsneesystematiek: de gelijke premie en de gelijke pensioenopbouw voor jong en oud. De gelijke premie mag blijven, maar de pensioenopbouw moet gaan dalen met de leef16 tijd. Immers: hoe korter een premie uitstaat, hoe minder rendement. De tweede variant is de opbouw van individuele pensioenpotjes waarin iedereen een bedrag spaart voor zijn eigen pensioen. Risico’s worden zo veel mogelijk gedeeld. Zo ligt risicodeling bij overlijden en arbeidsongeschiktheid voor de hand. Het beleggingsrisico wordt gedeeld door collectieve buffers op te bouwen voor slechte tijden. Zo voorkom je dat er pech- en geluksgeneraties ontstaan. Bij individuele potjes is de stand van de beurzen en de rente op het moment van pensionering namelijk allesbepalend. Lage beurzen en lage rente betekenen een laag pensioen. Obstakels Een belangrijk obstakel bij de invoering van een nieuw pensioenstelsel vormen de opgebouwde miljarden in het oude stelsel. Gaan die allemaal over naar het nieuwe stelsel, of is die keuze per pensioenfonds verschillend? Een mogelijkheid is een nieuw stelsel alleen voor de nieuwe pensioenopbouw en het oude stelsel voor de reeds opgebouwde miljarden. Voordeel van die laatste oplosP’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL I Elke deelnemer een eigen potje, dat maakt het stelsel eenvoudiger N N A A A A I I E E

Waarover praten zij? DISCUSSIE 1 Collectief of individueel Het geld van een pensioenfonds is collectief bezit, niemand heeft een ‘eigen’ potje. Zolang er voldoende geld is, gaat dat goed. Maar is er te weinig in kas, dan is het moeilijk om de pijn eerlijk tussen werkenden en gepensioneerden te verdelen. Het is immers niet duidelijk meer welk geld van wie is. Om dat te ondervangen, moeten de pensioenfondsen werken met een uitgebreide set regels en daarnaast met stevige financiële buffers: extra geld boven op de minimale hoeveelheid die nodig is om pensioenen te betalen. Als elke deelnemer een eigen spaarpotje heeft, wordt het stelsel wel eenvoudiger. Er zijn minder ingewikkelde regels nodig om alle belangen veilig te stellen. Echter, afhankelijk van de mate van risicodeling, kan het aantal regels weer stijgen en wordt het weer ingewikkeld. Meer risico De andere kant van het verhaal is dat er bij individualisering geen garanties kunnen worden afgegeven op de hoogte van de pensioenuitkeringen. Die worden immers afhankelijk van het rendement op elk individueel potje. ‘Naarmate je minder zekerheid belooft, zijn pensioenfondsen in staat om risicovoller te beleggen en is het verwachte resultaat hoger’, aldus DNBdirecteur Klaas Knot in januari in Buitenhof. ‘We moeten pensioenfondsen de ruimte geven om dat beleggingsbeleid te voeren.’ De verschillen tussen een collectief en een individueel systeem zijn kleiner dan het lijkt. In de praktijk van de afgelopen jaren is maar al te zeer gebleken dat ook in een collectief systeem de hoogte van de pensioenuitkering niet kan worden gegarandeerd. DISCUSSIE 2 Rekenrente als uitgangspunt Vakbeweging, sommige politieke partijen en veel ouderenorganisaties vinden het onzin dat de dekkingsgraad van een pensioen fonds moet worden berekend met behulp van de huidige rekenrente van minder dan één procent. Pensioenfondsen hebben in het verleden veel hogere rendementen dan dat ene procent gerealiseerd. Uitgaande van gemiddelde rendementen in het verleden, kom je op zeven P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL procent. Als je daarmee rekent, hebben pensioenfondsen geld zat. Maar toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) wil niet afstappen van de veilige renteberekening. Die voorkomt dat de pensioenpotten te snel leeglopen en dat jongeren geen pensioen meer hebben als de rendementen van de pensioenfondsen de komende jaren zouden tegenvallen. En volgens de toezichthouder is dat helemaal niet zo onwaarschijnlijk. 17 Troy Emma Komal Luuk Ali

Waarover praten zij? ‘Een pensioenopbouw die varieert met leeftijd, is leeftijdsdiscriminatie’ sing is dat er dan geen gesteggel ontstaat over hoe de miljarden naar het nieuwe stelsel overgaan. Een tweede obstakel kan de afschaffing van de doorsneesystematiek worden. Want alle deelnemers vanaf zo’n 45 jaar hebben dan in hun jonge jaren ‘te veel’ aan premie betaald. Dat geld zouden ze dan niet meer terugzien. Volgens het Centraal Planbureau is er honderd miljard euro nodig om dit probleem op te lossen. Maar Marcel Lever van het CPB denkt dat de uiteindelijke rekening meevalt. ‘Als je de premies niet verlaagt, zoals de bedoeling is in een nieuw stelsel, heb je al zestig miljard verdiend. Bovendien hoef je niet iedereen tot de laatste cent te compenseren. Als je het bedrag dat dan nog overblijft, uitsmeert over de decennia waarover we praten, gaat het om 1 à 2 miljard per jaar. Dat is te overzien.’ Interessante discussie Pensioen is een arbeidsvoorwaarde, en daarover gaan werkgeversorganisaties en vakbonden gezamenlijk. Maar het gaat om veel geld en belangrijke maatschappelijke gevolgen. En een verandering van het pensioenstelsel heeft grote invloed op de belastinginkomsten: pensioenpremies zijn immers aftrekbaar voor de inkomstenbelasting, althans onder bepaalde voorwaarden. En die voorwaarden bepaalt de politiek. Vrijwel alle politieke partijen hebben dan ook in hun verkiezingsprogramma’s passages opgenomen over pensioenen. Die variëren van terugkeer naar een DISCUSSIE 3 Zelf beslissen Uit onderzoek komt steevast naar voren dat pensioendeelnemers meer keuzevrijheid willen bij de invulling van hun pensioen. De meest extreme vorm van keuzevrijheid is dat iedereen zelf mag kiezen of hij pensioen opbouwt of niet. Daar is weinig draagvlak voor. Andere opties zijn keuzes uit pensioenfondsen, uit beleggingsvormen of de manier van pensioenuitkering. ‘Mensen zijn in onderzoeken altijd vóór keuzevrijheid’, zegt Kène Henkens, hoogleraar pensi18 oensociologie en verbonden aan het demografisch instituut NIDI, die er veel onderzoek naar heeft gedaan. ‘Maar waarschijnlijk is er maar een heel kleine groep die er gebruik van maakt.’ Verkeerde keuzes Er kleven ook nadelen aan keuzevrijheid. ‘Als je mensen de ruimte geeft om zelf de hoogte van de premie te bepalen, geef je ze de vrijheid om mínder te sparen. Ik vraag me af of dat wenselijk is.’ Als verkeerde keuzes ertoe leiden dat iemand geen pensioen opbouwt, wordt een deel van de rekening naar de belastingbetaler geschoven, via een hogere zorgtoeslag en eventueel een huurtoeslag. Volgens hoogleraar Henkens is bij pensioenen keuzevrijheid alleen in de uitkeringsfase verstandig. ‘Geef mensen meer ruimte om te bepalen wanneer en hoe ze met pensioen gaan. Daar is echt behoefte aan.’ P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL

Waarover praten zij? E D M I E E pensioenleeftijd van 65 jaar tot bijna volledige vrijheid op pensioengebied. ‘Pensioen is een van de grote dossiers voor een volgend kabinet’, constateert Theo Nijman van Netspar. ‘De opvattingen verschillen nogal, dus het wordt een interessante discussie. Maar een nieuw kabinet moet echt knopen doorhakken. Dit stelsel is niet toekomstbestendig.’ De belangrijkste discussiepunten in het komende debat zijn: al dan niet individualisering van het stelsel, de rekenrente als uitgangspunt voor de dekkingsgraden, het al dan niet afschaffen van de doorsneepremie en het vergroten van de keuzevrijheid voor de deelnemer. In de kaders bij dit artikel is daarover meer te lezen. DISCUSSIE 4 Eerlijker verdeling pensioenpremies Er is iets voor te zeggen dat jonge werknemers weinig pensioenpremie moeten betalen, omdat hun geld langer rendeert, en ouderen meer, omdat hun geld korter kan worden belegd. In het huidige pensioenstelsel betaalt elke werknemer met hetzelfde salaris, ongeacht leeftijd, evenveel pensioenpremie en bouwt hij hetzelfde pensioen op. Aan het eind van zijn loopbaan heeft iedereen dan precies genoeg betaald. Dit heet de ‘doorsneesystematiek’. Voordeel van dit systeem is dat oudere P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL werknemers niet te duur worden voor werkgevers. De doorsneesystematiek gaat ervan uit dat mensen hun leven lang in loondienst werken. ‘Dat past niet bij de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt’, zegt Raymond Gradus, hoogleraar economie van de publieke sector. ‘Het gaat mis als iemand voor zichzelf begint of van de ene sector naar de andere overstapt, dan is hij een deel van zijn geld kwijt.’ Leeftijdsdiscriminatie Hoogleraar pensioenrecht Erik Lutjens ziet geen reden om de doorsneepremie af te schaffen. Volgens hem mag dat niet eens en worden verkeerde, economische redenen aangevoerd voor afschaffing. ‘Pensioen is een vorm van beloning. Als je de pensioenopbouw gaat variëren met de leeftijd, is dat leeftijdsdiscriminatie. Bovendien kun je de problemen met de doorsneepremie ook op een andere manier oplossen. Laat mensen die op hun veertigste zelfstandig worden, gewoon in het pensioenfonds blijven.’ 19 JP R E M I G E E R O N E P O E U R R

Meningen BELANGENBEHARTIGERS Dit vinden zij ervan De discussie over het pensioenstelsel is in volle gang en komt ook in de aanloop naar de verkiezingen weer aan bod. Hoe denken verschillende belangenbehartigers over de inrichting van het stelsel? Martin Weusthuis CMHF-pensioenspecialist Geen individuele pensioenpotten ‘De CMHF kiest, als het om het ABP gaat, voor de SER­variant die voortborduurt op het bestaande stelsel’, zegt pensioenspecialist Martin Weusthuis. ‘Wij zien de Nederlandse samenleving als een collectief en solidair geheel. Een pensioensysteem met individuele pensioenpotten sluit daar niet op aan. Maar het is duidelijk dat de pensioenfondsen, bij de huidige lagere rendementen en dalende rentestand, de hoogte van de pensioenuit keringen niet langer kunnen garanderen. Daarom wil de CMHF het huidige stelsel voor het ABP behouden, maar dan zonder gegarandeerde pensioenuitkering. Wij zijn echter geen voorstander van degressieve opbouw, een systeem met gelijke pensioenpremie voor iedereen, waarbij de deelnemer minder pensioen opbouwt naarmate hij ouder wordt, omdat de premie korter rendeert. Jongeren zien de degressieve opbouw als een oplossing voor hun gevoel dat zij in het huidige systeem ouderen subsidiëren. Die bouwen immers per 20 ingelegde euro evenveel uitkering op als zij, terwijl de inleg van een jongere langer uitstaat en meer rendement oplevert. Dat is inderdaad een probleem als een jongere vroegtijdig het stelsel verlaat, bijvoorbeeld om zzp’er te worden. Maar in de ambtenarensector speelt dat heel beperkt en wordt de jonge premiebetaler vanzelf de oudere. Bovendien heeft de invoering van het degressieve systeem veel nadelen: de overgang is duur en ouderen die pas op latere leeftijd pensioen fondsdeelnemer worden, krijgen op hun beurt het gevoel dat zij jongeren subsidiëren. Zij bouwen immers minder pensioen op dan een jongere, terwijl ze dezelfde premie betalen. Al met al zie ik voor het ABP geen goede reden om over te stappen op een degressief systeem.’ P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL MARTIN WEUSTHUIS

Meningen Geraldine Leegwater bestuurslid ABP op voordracht van de CMHF en CEO van ABN AMRO Pensioenfonds Verplicht pensioensparen behouden ‘Het ABP­bestuur wil niet voorsorteren op een bepaalde SER­variant’, aldus Geraldine Leegwater. ‘We vinden het belangrijk om verplicht pensioensparen en vormen van solidariteit en collectiviteit te behouden. Het langlevenrisico bijvoorbeeld. Ook het risico op arbeidsongeschiktheid (arbeidsongeschiktheidspensioen) is te kostbaar om alleen te dragen. Het kabinet wil de doorsneepremie afschaffen. De kosten van de overgang naar een ander pensioensysteem zijn dan een aandachtspunt. Je wilt niet dat de kosten onevenredig over generaties zijn verdeeld. Steeds meer zzp’ers stappen uit het systeem. Langs die lijn redenerend, kan ik me voorstellen dat je naar individuele potjes wilt. Anderzijds kan ik ook de redenering volgen dat CMHF-leden veelal in dezelfde sector blijven werken en daarom geen individuele potjes willen. Als 44-jarige kom ik negatief uit alle pensioenberekeningen. Ik hoor echter niet dat mijn generatie er ’s nachts wakker van ligt. Iedereen zou zich meer in zijn pensioen moeten verdiepen.’ Carola Schouten Tweede Kamerlid ChristenUnie (CU) Hypotheek aflossen met pensioen ‘De ChristenUnie kiest voor individuele potjes met een collectieve buffer, omdat we zo het beste aan ieders belang tegemoetkomen’, aldus Carola Schouten. [tekst]‘Nu is iedereen ontevreden: ouderen is van alles beloofd, wat pensioenfondsen niet waarmaken, en het draagvlak onder jongeren begint weg te slaan. Er is een groeiende groep zzp’ers die niet meer vanzelf voor zijn pensioen spaart. Binnen het huidige stelsel is dat niet op te lossen. Met persoonlijke potjes en een gezamenlijke buffer, voor onder meer arbeidsongeschiktheid en het langlevenrisico, creëren we een stelsel waaraan iedereen wil meedoen. Het is transparanter, want iedereen weet precies wat van hem of haar is, en sluit beter aan op de arbeidsmarkt: iedereen kan zijn potje eenvoudig meenemen naar een andere werkgever. De ChristenUnie pleitte in het vorige verkiezingsprogramma al voor meer vrijheid om een deel van de pensioenpot te gebruiken om je huis af te lossen. Die flexibiliteit willen we behouden.’ P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL 21 CAROLA SCHOUTEN GERALDINE LEEGWATER

Meningen Semih Eski voorzitter CNV Jongeren en bestuurslid Pensioenlab Steven van Weyenberg Tweede Kamerlid D66 Een premievakantie moet kunnen ‘D66 wil individuele pensioenpotjes met meer keuzevrijheid en maatwerk’, vertelt Steven van Weyenberg. ‘Dan worden mensen baas over hun eigen pensioen en wordt helder wat van jou is. Bovendien leveren individuele potjes gemiddeld een beter pensioen op, doordat je op maat kunt beleggen: offensiever voor jonge werkenden, voorzichtiger voor gepensioneerden. We blijven collectief beleggen om het langlevenrisico, nabestaandenpensioen en arbeidsongeschiktheid af te dekken. Pensioenen zijn nu teveel eenheidsworst en D66 wil meer maatwerk. Mensen mogen kiezen voor een premievakantie van vijf jaar in het spitsuur van het leven. En ouderen mogen 10 procent van hun pensioen ineens opnemen om bijvoorbeeld een droomreis te maken. Ook willen we dat mensen hun eigen pensioenfonds kunnen kiezen. Dan blijft je pensioen op één plek als je van baan wisselt of zzp’er wordt, en voorkom je versnippering. Voor mensen die niet willen kiezen, blijft er een standaardpensioen.’ 22 Generaties niet tegen elkaar uitspelen ‘Pensioenen moeten aansluiten bij het werkzame leven van jongeren. Daarom zijn we voor individuele pensioenpotjes en collectief risico delen’, vertelt Semih Eski. ‘Pensioenen zijn een complex, maar wel heel belangrijk vraagstuk voor jongeren. Je werkt immers een dag per week voor je pensioen. Het is van belang dat pensioenen aansluiten bij het werkzame leven van jongeren. De arbeidsmarkt is veranderd door flexibilisering en jongeren wisselen vaker van baan. Daar moet het nieuwe stelsel rekening mee houden, zodat iedereen een toereikend pensioen opbouwt. Daarom zijn we voor individuele pensioenpotjes en samen risico’s delen, zoals de SER voorstelt. Daarbij zijn er drie belangrijke uitgangspunten: collectiviteit, solidariteit en verplichtstelling. We zijn voorstander van afschaffing van het doorsneesysteem, zodat jongeren niet langer ouderen subsidiëren. Daarbij moeten we voorkomen dat generaties tegen elkaar uitgespeeld worden. Het is een uitdaging het pensioenbewustzijn van jongeren te vergroten en hen te blijven betrekken bij de pensioenstelseldiscussie.’ P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL SEMIH ESKI STEVEN VAN WEYENBERG

Meningen Henk Krol Tweede Kamerlid 50PLUS Pensioenzekerheid is Roos Vermeij Tweede Kamerlid PvdA Uitbreiding van het hoog/laag pensioen ‘De PvdA is er nog niet uit wat de beste oplossing voor het pensioenstelsel is’, zegt Roos Vermeij. ‘Ik houd heel veel van het pensioenstelsel: collectief geld opzijzetten voor later en de risico’s delen. Ook verplicht sparen is een belangrijk element dat we willen behouden. Als zelfstandigen en flexwerkers ook in het pensioensysteem zouden zitten, hoef je de doorsneepremie niet af te schaffen. Door duidelijker te maken hoe het met je eigen pensioen staat, wordt de pensioenopbouw transparanter, en dat is goed voor het vertrouwen. Ook zou je naar meer maatwerk kunnen kijken. Mensen van 25 à 35 jaar kunnen risicovoller beleggen, maar vanaf 55 jaar wil je zekerheid. Het hoog/laag pensioen (eerst een hogere uitkering en later een lagere in plaats van een vast bedrag) kan worden uitgebreid, zodat je meer kunt opnemen als je er in de eerste fase van je pensioen nog veel op uit wilt.’ elementair knelpunt ‘50PLUS wil het huidige pensioen stelsel behouden, maar we moeten het ook onderhouden’, stelt Henk Krol. ‘Het huidige stelsel heeft zijn kracht bewezen en scoort internationaal goed. De SER-varianten spreken ons minder aan. Zij staan verder af van het huidige stelsel, dat verplichtstelling, solidariteit en collectiviteit heeft. Deze elementen zijn essentieel voor een robuust pensioenstelsel. Het heeft echter een elementair knelpunt: de beloofde pensioenzekerheid van 97,5 procent is niet haalbaar. Met het mes op de keel lijkt de SERvariant die voortborduurt op het bestaande stelsel, nog het meest acceptabel. Die bevat de sterke kanten van het huidige pensioensysteem. Daarbinnen zijn we voor beperkte keuzevrijheid. We zijn tegen afschaffing van de doorsneepremie, omdat er nog geen generatieneutrale oplossing is. Net als veel mensen ben ik het belang van een goed pensioen pas gaan inzien bij mijn eerste leesbril. Met 50PLUS wil ik mij inzetten voor een behoorlijk pensioen voor jong en oud.’ We zijn tegen P’OEN MAGAZINE I WWW.CMHF.NL 23 afschaffing van de doorsneepremie HENK KROL ROOS VERMEIJ

Actueel Premie pensioenen bij ABP omhoog AOW-leeftijd omhoog door hogere leeftijdsverwachting Dekkingsgraad van ABP zakt onder de 90 procent ‘MEER WERKLOZEN DOOR HOGERE AOW-LEEFTIJD’ ‘Aantal gepensioneerden stijgt van 3 naar 4 miljoen’ Kans op korting van pensioenen groter In 2015 steeg de koopkracht van alle burgers, behalve van gepensioneerden Pensioen komt bij een op drie scheidingen niet aan bod Pensioenfondsen roepen staatssecretaris op btwheffing te schrappen POSITIE PENSIOENFONDSEN VERSLECHTERD IN DERDE KWARTAAL Klijnsma: meer tijd voor herstellen pensioenen

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication