14

En de Joden zeiden: ja! De schedel was de naam, waar Jezus werd naar toe gebracht. En God zei: ja! Die berg was de offerplaats waar er Iemand werd gestraft. En ze namen Jezus mee en brachten Hem naar de plaats buiten de stad, Golgotha genaamd. Jezus droeg zelf zijn kruis. En er werd over Hem geschreven: Jezus, de Nazoreeër, De Koning van de Joden. Onschuldig gespijkerd, tussen twee rovers. En ze namen zijn kleren die ze verdeelden door er om te loten. En Hij zag zijn moeder bij zijn beste vriend staan. Kijk, je zoon en je hoeder, zei Hij tegen haar. Zie, zij word je moeder van nu af aan. Jezus dacht: Dit is het eind, alle schuld is nu betaald. En Hij riep: Dit is de strijd waar Ik ben voor gegaan. Jezus zei: Ik heb dorst. Er was een spons vol zure wijn, die men bracht aan zijn mond. Het is volbracht, het is voorbij. Die avond begon de sabbat. Daarom wilden de Joden niet dat de mannen nog langer aan de kruisen zouden hangen. En ze vroegen aan Pilatus: passieverhaal van Jezus Christus | pastorale vorming | 2020 14|17

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication