38

Anneke en Suzanne bedachten samen een vrolijk paasverhaal speciaal voor jullie allemaal. Oh wat fijn, het is lente. Ik moet opschieten. Want ik moet de paaseieren zoeken. Ik heb ze vorig jaar goed verstopt. Kijk hier liggen paaseieren. En daar. Wat zijn het er veel. Hé, wat is dit een raar paasei? Piep, piep, wat is het donker. Kan iemand het licht aandoen? Wah, een ei dat kan praten! Ik schrik me een eierdopje. Maar dat kan toch niet? Hé, het licht gaat aan. Hé, wie ben jij? En wat ben jij groot! Wat ben jij aan het doen? Hihi, piep, piep. Nu kan ik eindelijk wat zien En heerlijke frisse lentelucht. Jippie! Piep, piep. Ja, gezellig, hartstikke leuk. Ik wil je graag helpen. We zoeken samen de paaseieren. Piep, piep. Ik ben de paashaas. Ik zoek de paaseieren. En toen vond ik jou. Een heel gek, maar leuk paasei! Wil jij mij helpen zoeken? Ik denk dat we klaar zijn. Wat zijn het er veel hè. Het is leuk om samen te zoeken. Ik vond het echt een fijne dag. Ik vond het ook een fijne dag. Piep, piep. 12 Vrolijk Pasen!

39 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication