7

MAATSCHAPPELIjKE GEZONDHEIDSZORG Maatschappelijke Gezondheidszorg richt de hulpverlening op kinderen, jeugdigen en volwassenen met uiteenlopende problemen. Doel is niet alleen direct hulp bieden, maar ook het voorkomen en verminderen van problematische situaties en toeleiding naar de juiste instanties als men zelf de problematiek niet ervaart. Onder deze afdeling vallen het Meldpunt Overlast en Bemoeizorg, Meldpunt Bijzondere Zorg, Veilig Thuis en het Straathoekwerk. Regio Zaanstreek-Waterland landelijke proeftuin voor suïcidepreventie GGD Zaanstreek-Waterland werd in juli 2016 verkozen tot één van de zeven proeftuinen van het Suïcide Preventie Actienetwerk (SUPRANET). Dit landelijke programma heef tot doel het onacceptabel hoge aantal suïcides terug te dringen en wordt begeleid en ondersteund door Stichting 113 Zelfmoordpreventie. Het suïcidecijfer in Nederland stijgt sinds 2007 elk jaar met 5%. In 2015 was het aantal mensen dat suïcide pleegde 1.871. Elk jaar doen ongeveer 100.000 mensen een poging tot suïcide, waarvan circa 14.000 op de eerste hulp worden behandeld. Voor mensen tussen twintig en dertig jaar is suïcide nog altijd doodsoorzaak nummer 1 en 10% van de jongeren denkt hier wel eens aan: dat is 1 per klas. In de regio Zaanstreek-Waterland denkt 12% (1 op de 8) van de vierdeklassers en 15% van de tweedeklassers weleens serieus aan suïcide (Bron: Emovo onderzoek 2013-2014). In Zaanstreek-Waterland bestaat de aanpak van de proeftuin uit: • Het aanbieden van gatekeeperstrainingen aan professionals, gericht op het herkennen van suïcidalegedachten, deze bespreekbaar maken en mensen gericht door te verwijzen. • Het in kaart brengen van de zorgketen en het maken van samenwerkingsafspraken. • Het op- en inrichten van een meldpunt suïcide: een centrale plek om mensen aan te melden na een suïcidepoging. Zij kunnen actief benaderd worden om hen zo nodig naar verdere hulp te leiden. Het beoogde doel van de aanpak: • Gezondheidswinst door suïcide te voorkomen, bijvoorbeeld door mensen met suïcidale gedachten gericht te verwijzen naar passende hulp. Maar ook door het doorbreken van het taboe om te praten over suïcidale gedachten. • Ketenaansluiting: afstemming en samenwerkin met betrokken partners om de zorgketen sluitend te maken. Hierbij hoort ook het inventariseren van lacunes en knelpunten in het zorgaanbod en bij verwijzen. • Mensen sneller leiden naar passende vervolghulp; uit landelijk onderzoek blijkt dat 70% van de suïcidepogers die op de SEH belanden uiteindelijk niet aankomen bij vervolghulp. Belangrijk is het doorbreken van het taboe om over suïcide te praten. De GGD streeft ernaar met deze aanpak een significatie bijdrage te leveren aan het laten dalen van het aantal suïcide en suïcidepogingen in deze regio.

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication