32

op één lijn 32 3e uitgave 2008 13-valent pneumokokken-conjugaatvaccin, wat sterk lijkt op het 7-valente vaccin voor kinderen maar is uitgebreid met 6 pneumokokken serotypen om een betere bescherming bij ouderen te bereiken. Als uitkomstmaat voor effectiviteit wordt gekeken naar het aantal longontstekingen veroorzaakt door pneumokokken van de serotypen die in het vaccin zitten. Met 85.000 deelnemers zijn er na twee jaar voldoende gevallen om een uitspraak over de effectiviteit te kunnen doen. Marc Bonten: “Die 85.000 mensen halen we in de eerste ronde niet. Ondanks alle problemen zijn we erin geslaagd zo’n 30.000 deelnemers te includeren, wat op zich al een prestatie van formaat is. Hiermee is het al één van de grootste onderzoeken ooit gedaan. Vooraf is rekening gehouden met het scenario dat we ook na de griepvaccinatie nog zouden includeren en dat bereiden we nu voor. Hiervoor breiden we een aantal regio’s uit. In Limburg hebben we huisartsen in de regio Roermond benaderd en we hopen dat zij massaal deelnemen. Daarnaast is het natuurlijk ook mogelijk dat huisartsen in de bestaande regio’s (in Limburg alles ten zuiden van Roermond) nog aansluiten.” Wat is de rol van de huisarts in het CAPITAonderzoek? Marieke Bolkenbaas: “Medewerking van huisartsen is cruciaal voor ons. Aan de huisartsen wordt gevraagd geschikte patiënten te selecteren op basis van leeftijd (65 jaar of ouder) en een korte lijst van exclusiecriteria. De vaccinatie van deelnemers aan het onderzoek wordt door het Julius Centrum uitgevoerd in lokale vaccinatiecentra die goed bereikbaar zijn voor de deelnemers. We nemen hierbij extra maatregelen om dichterbij mensen in de buurt te kunnen komen dan in het eerste deel van CAPITA mogelijk was. Daarnaast vragen wij huisartsen in de eerste 28 dagen na vaccinatie alle ernstige ziekten van deelnemers, zogenaamde serious adverse events, te melden aan het Julius Centrum. Gedurende de twee daaropvolgende jaren zal het Julius Centrum met een vaste regelmaat bij de huisarts navragen of er deelnemers zijn overleden of verhuisd. Uiteraard nemen wij de ‘lessen’ die wij hebben geleerd uit het eerste deel van de studie mee in de organisatie van een vervolg. Ons doel is samen met de huisarts dit unieke onderzoek te laten slagen.“ Vragen, opmerkingen of tips? Mocht u naar aanleiding van dit artikel vragen hebben, dan kunt u een e-mail sturen naar capitaonderzoek@umcutrecht.nl of bellen met Marieke Bolkenbaas, arts-onderzoeker, mobiel 06-41222907 Verslag van een symposium Echografie door huisartsen DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, REDACTIE & HUISARTSBEGELEIDER Co-assistentschap verloskunde: in 1978 nog een integraal onderdeel van het basiscurriculum. In het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam werden wij, tussen de vele bevallingen door, in kleine groepjes toegelaten tot een verduisterd kamertje, waar wij ademloos een t.v.-schermpje mochten bewonderen, waarop temidden van veel ruis een amorf, wittig vlekje schokkerige beweginkjes maakte: een foetus! In beeld gebracht door onschadelijke geluidsgolven. Asimov had het in zijn stoutste sf-dromen niet kunnen verzinnen, en ook niet, dat de echografie zich dertig jaar later een plek in de eerste lijn zou gaan veroveren. Want nu is dat realiteit. De belasting van echografie voor de patiënt is laag en de zo snel verkregen extra informatie over ziekte of gezondheid helpt ons verder in beslissingen voor een diagnose-behandelplan. De techniek is binnen bereik van de huisarts gekomen en de vernieuwde apparatuur garandeert betere beeldvorming. Als de behandelend arts zelf aanvullend echografisch diagnostiek kan doen, lijken zowel de arts als de patiënt hier (medisch gezien) profijt van te hebben. Bovendien is het kosteneffectief. 32

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication