22

op één lijn 38 3e uitgave 2010 Drie generaties dokters Perquin Nature of nurture? DOOR MARIJKE PERQUIN, MEDEWERKER HUISARTSGENEESKUNDE (STUDIEADVISEUR) Mijn eerste kennismaking met mijn vader was in zijn functie als huisarts. Het was mijn geboorte als nakomertje in ons gezin. Hij is bijna vijftig jaar huisarts geweest in Leidschendam en de nabije boerendorpen Stompwijk, Nootdorp en Wilsveen. Hij deed circa 150 bevallingen per jaar, en zoals in die tijd niet ongebruikelijk, ook de bevallingen van zijn vrouw. Later heeft hij ook een deel van zijn eigen kleinkinderen op de wereld geholpen. Het hele gezinsleven stond in het teken van zijn beroep. Mijn vader was apotheekhoudend huisarts en maakte zelf zetpillen, hoestdranken, poeders en tabletten. Mijn moeder hielp mee in de apotheek om de medicijnen klaar te zetten, deed de administratie, nam de telefoon op en probeerde de patiëntenstroom te reguleren. Daarnaast had ze de zorg voor zes kinderen waar ze grotendeels alleen voor stond, omdat ze na slechte ervaringen met dienstmeisjes geen hulp meer in huis of in de praktijk wilde. Van mijn vier broers hebben er drie om die reden hun middelbare schooljaren op een internaat doorgebracht. Om van de woonkamer naar de keuken te gaan moesten we de gang oversteken waar tijdens de spreekuren vaak patiënten liepen of stonden te wachten omdat de kleine wachtkamer vol was. Mijn moeder vond die inbreuk op haar privéleven erg vervelend. Voortdurend werd er aangebeld door patiënten die hun medicijnen kwamen halen die klaarstonden op de kapstok in de gang, en wij kinderen mochten hen de medicijnen geven. Elk kwartaal schreven mijn ouders tot diep in de nacht de rekeningen, die we daarna zelf met de auto of scooter rondbrachten. Mijn vader werd door zijn patiënten op handen gedragen omdat hij altijd voor ze klaar stond. Naast zijn praktijk had hij het als voorzitter of penningmeester van het katholieke kerkbestuur, schoolbestuur, bejaardenhuis en armenbestuur altijd druk met vergaderen en het maken van bouwplannen voor een nieuwe katholieke school, een nieuw bejaardenhuis of de verbouwing van de kerk. Als dank kregen we taarten, bloemen, fruitmanden, verse melk en soms een fles wijn of cognac, en enkele malen per jaar zelfs een aangereden (of toch aangeschoten?) haas, die door mijn vader en mijn broer Wim vakkundig werd gevild en gebraden. Zijn takenpakket was veel breder dan dat van de tegenwoordige huisarts. Hij deed tangverlossingen, trok kiezen bij boeren die niet naar de tandarts durfden, mat 22 Van links naar rechts Wim, Stef, Arno, Phily, Marijke en Pam. (Bij het graf van hun vader.)

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication