11

op één lijn 40 2e uitgave 201 1 Polyfarmacie Interventie Limburg Een procesevaluatie WESP-STUDENT NADINÈ VISKER. BEGELEIDERS: MARJAN VAN DEN AKKER EN JELLE STOFFERS. Polyfarmacie Interventie Limburg (PIL) In september 2009 is de vakgroep Huisartsgeneeskunde gestart met de PIL studie in 24 huisartsenpraktijken in Zuid-Limburg. Het doel van deze studie is het verbeteren van de kwaliteit van leven door het medicatiegebruik bij ouderen met multimorbiditeit en polyfarmacie te optimaliseren. De PIL studie beoogt een intensieve samenwerking tussen de huisarts, de praktijkondersteuner, de apotheker en de medische specialist. Informatie die tijdens patiëntgesprekken wordt verzameld door de praktijkondersteuner, wordt gecombineerd met gegevens van de huisarts en de apotheker, die op grond daarvan een integraal medicatieadvies maken. Dit wordt vervolgens ‘ter goedkeuring’ voorgelegd aan de specialist. Eventuele wijzingen worden in overleg met de patiënt door de huisarts doorgevoerd. De kwaliteit van leven van de patiënt wordt in kaart gebracht via een vragenlijst. Tevens zal er door de apotheker maandelijks een pill-count gedaan worden, waarbij de patiënt elke maand naar de apotheek komt en lege medicatiedoosjes en -strips meebrengt welke vervolgens geteld worden door de apotheker, om zo de mate van therapietrouw na te gaan. Procesevaluatie Om de resultaten van de PIL studie te kunnen vertalen naar goede patiëntenzorg, is het belangrijk dat de interventie goed in te passen is in de dagelijkse praktijk. Omdat het hier een complexe interventie betreft, is een goede procesevaluatie op zijn plaats om na te gaan of PIL toepasbaar is. Via een procesevaluatie krijgt men inzicht in het verloop van de interventie. Door de ervaringen van de betrokken professionals na te gaan, kunnen knelpunten aan het licht komen, die gebruikt kunnen worden om de interventie te verbeteren of nieuw onderzoek te starten. Kwantitatief en kwalitatief onderzoek Om een goed inzicht te krijgen in het verloop van de interventie, is gekozen voor een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Het kwantitatieve onderzoek werd gedaan met enquêtes. Deze werden online verstuurd naar de huisartsen, apothekers en POH’ers die in de eerste interventiegroep zaten. Vragen over tijd, samenwerking, communicatie en het nut van de interventie, zijn in de enquêtes aan bod gekomen. De enquêtes zijn in een kwalitatief onderzoek verder uitgediept met individuele semi-gestructureerde interviews. Resultaten Vooralsnog lijken een goede training, een goede samenwerking en een structurele aanpak tijdens de reviews belangrijke bevorderende factoren te zijn. Belemmerende factoren zijn onder andere de tijd die deze interventie kost en de pill-count. De meeste professionals lijken de intentie te hebben om ook na afloop van de interventie een structurele polyfarmacie interventie voort te zetten. Uit de resultaten van de interviews moet blijken of het de moeite loont alle patiënten van 65 jaar en ouder met langdurig gebruik van 5 of meer medicijnen te evalueren, of dat dit beter bij een gerichte probleemgroep kan. Tevens variëren de meningen van de geïnterviewde professionals over het doen van huisbezoeken sterk (kosten versus baten). Dit geldt ook voor de wijze waarop het contact en de bijdrage van de specialist (is deze altijd nodig of alleen bij twijfelgevallen?) dienen te verlopen. Conclusie Deze polyfarmacie interventie wordt door alle betrokkenen als nuttig ervaren. Er zijn wel belemmerende factoren (zoals grote tijdsinvestering) die de implementatie ervan in de praktijk kunnen bemoeilijken. Er zal worden nagegaan welke adviezen ter verbetering gegeven kunnen worden. Een terugblik op de stage Tijdens deze stage heb ik de beginselen van zowel het kwantitatief als het kwantitatief onderzoek onder de knie gekregen. Tevens heb ik zicht gekregen op wat onderzoek doen binnen de huisartsgeneeskunde inhoudt. Ik heb deze stage ervaren als een leerzame en leuke stage! 11

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication