18

2e uitgave 201 1 algemeen een matig positieve houding ten opzichte van de NDF Zorgstandaard. De belangrijkste belemmeringen die zorgprofessionals rapporteerden bij de implementatie van de Zorgstandaard hadden betrekking op het aan aanbod van goede leefstijlinterventies, zorg aan moeilijk bereikbare groepen, financiering van de zorg, registreren en uitwisselen van gegevens en multidisciplinair samenwerken. In totaal had 16.7% van de patiënten de Diabetes Zorgwijzer (de patiëntenversie van de Zorgstandaard) in bezit, terwijl 50.8% er niet bekend mee was. Patiënten stonden overwegend neutraal tegenover de Zorgwijzer als handig hulpmiddel. Patiënten die de Zorgwijzer in bezit hebben, ervaren meer inbreng in de behandeling, geven aan beter hun gevoelens te kunnen delen met zorgverlener, beoordelen de omgang met hun diabetes en de instelling van diabetes beter, kunnen beter omgaan met hun diabetes en hun diabetes belemmert hen minder in het dagelijkse doen en laten dan patiënten die de Zorgwijzer niet in bezit hebben. Om succesvolle disseminatie van de NDF Zorgstandaard te bevorderen, dient aandacht te worden besteed aan de belangrijkste belemmeringen die zorgprofessionals ervaren in het werken conform de Zorgstandaard. Aanbevelingen thema’s NAD Thema 1 ‘Preventie’ Het gebrek aan goede toegang tot effectieve leefstijlprogramma’s werd door zorgprofessionals het vaakst genoemd als belemmering in de diabeteszorg. Er heerst bij zorgprofessionals een sterk idee dat effectieve leefstijlprogramma’s voor mensen met (een verhoogd risico op) diabetes niet bestaan. De bekendheid van relevante leefstijlprogramma’s alsmede de toegang tot relevante bestanden waarin leefstijlprogramma’s staan geregistreerd en beschreven dient derhalve te worden vergroot. Zorgprofessionals hebben de behoefte geuit deze toegang te willen verkrijgen via een elektronisch portaal. Thema 2 ‘Positie van de patiënt & cliënt’ Er wordt geadviseerd om in de implementatie van activiteiten omtrent de Zorgwijzer speciale aandacht te besteden aan het gebruik van de Zorgwijzer door patiënten. Tevens wordt aangeraden om de meerwaarde van de Zorgwijzer voor patiënten over te brengen op de zorgprofessionals. De meerderheid van de patiënten was niet in het bezit van een schriftelijk zorgplan. Er bestaat nog onduidelijkheid in het veld over wat een zorgplan is en hoe het ingezet kan worden bij de behandeling van diabetespatiënten. Vervolgonderzoek is nodig om de huidige bevindingen nader te verklaren. Bij patiënten is er behoefte aan de mogelijkheid om via internet het eigen zorgplan te kunnen inzien en bijhouden. Thema 3 ‘Kwaliteit, organisatie en kennis’ In het kader van kwaliteitsverbetering kwam naar voren dat hoewel zorgprofessionals de registratie van kwaliteitsindicatoren over het algemeen als nuttig beschouwden en het belang voor het waarborgen van 18 de kwaliteit van de zorg erkennen, velen kanttekeningen hebben bij de registratie en het gebruik van kwaliteitsindicatoren in de dagelijkse praktijk. Er lijkt vooral behoefte te zijn aan een kritische beoordeling van de huidige kwaliteitsindicatoren. Er wordt geadviseerd dit in overleg met zorgprofessionals uit verschillende beroepsgroepen te doen. Binnen de beroepsgroepen van apothekers en fysiothera peuten heerst de mening dat men een goede rol zou kunnen vervullen in de diabeteszorg, maar dat deze vaak niet wordt erkend en herkend door andere zorgprofessionals. Ook onder diëtisten lijkt het beeld te bestaan dat hun rol niet voldoende erkend wordt door andere zorgprofessionals. Een bijkomend probleem dat hierbij gezien wordt, is het wat negatieve imago dat onder diabetespatiënten en soms ook o nder zorgprofessionals bestaat over de diëtist. Verbeterde erkenning en herkenning van de rol van deze beroepsgroepen zou de samenwerking tussen de verschillende beroepsgroepen kunnen bevorderen. Thema 4 ‘Regelgeving en Bekostiging’ De financiering van de diabeteszorg werd door zorgprofes sionals als een belangrijke belemmering ervaren. De financiering schiet tekort om voldoende tijd en energie te kunnen stoppen in het verlenen van goede zorg. De beroepsgroepen waar deze belemmering het sterkst speelt zijn apothekers, fysiotherapeuten, diëtisten en diabetesverpleegkundigen. Voortgezet structureel overleg met relevante stakeholders (zoals CVZ, NZa en VWS) zal nodig zijn om alle (toekomstige) onderdelen van de Zorgstandaard in voldoende mate te laten terugkomen in het basispakket van de zorgverzekering en in de DBC afspraken. Thema 5 ‘Elektronische communicatie en ICT voorzieningen’ Meerdere beroepsgroepen ervaren belemmeringen bij het gestandaardiseerd registreren en uitwisselen van gegevens. Bij internisten en apothekers lijkt dit relatief de meeste belemmeringen op te leveren. Elektronische communicatie zou de gepercipieerde moeilijkheden bij communicatie en samenwerking binnen en tussen lijnen kunnen verminderen. Een dergelijk communicatiesysteem zou dan wel compatible moeten zijn bij de huidige systemen die binnen iedere beroepsgroep worden gebruikt, zodat dezelfde gegevens niet meerdere malen zouden moeten worden ingevoerd. Dankbetuiging Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Nationaal Actieprogramma Diabetes met een subsidie van het Diabetes Fonds (projectnummer 2010.105.1356). op één lijn 40

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication