23

op één lijn 46 2e uitgave 2013 Arianne Elissen ontvangt haar bul 18 zorggroepen bleek, dat de intensieve manier van zorgverlening vooral profijt heeft voor een kleine groep patiënten met slecht gecontroleerde diabetes. Hun klinische waardes zoals HbA1c, cholesterol en bloeddruk waren na een jaar sterk verbeterd. Patiënten die bij aanvang van de studie al gezonde waarden hadden, bleven deze houden. Maar het lijkt aannemelijk dat dit net zo goed en vooral goedkoper kan worden bereikt met minder intensieve zorg en goed zelfmanagement. Eerder onderzoek suggereert dat in elk geval. Ook de recente EFFIMODI (EFFiciënte MOnitoring van DIabetes) studie laat zien dat mensen met goed gecontroleerde diabetes genoeg hebben aan twee in plaats van vier consulten per jaar, zonder dat het negatief is voor hun gezondheid. De bevindingen uit het proefschrift pleiten voor een overgang van standaardzorg naar zorg op maat. Mensen die baat hebben bij stevige regie door de huisarts, bijvoorbeeld vanwege complexe problematiek of gebrek aan sociale steun, dienen intensief en proactief te worden behandeld. Zij die bereid en in staat zijn tot goed zelfmanagement, kunnen daarbij worden ondersteund. Probleem is dat dergelijk maatwerk moeilijk te realiseren is. Volgens managers, huisartsen en verpleegkundigen bestaan er belemmeringen in de financiering en in de beschikbare informatiesystemen. Zorgverleners zien het belang in van actieve betrokkenheid van patiënten in hun zorg in, maar weten niet hoe. Het is dan ook belangrijk dat maatwerk in de praktijk wordt gefaciliteerd in de toekomst. We onderzoeken nu zogeheten ‘patiëntprofielen’ om hier naar toe te werken. Dat lijkt veelbelovend! Het doel is optimale combinaties van zorg en ondersteuning te bepalen voor patiëntengroepen met vergelijkbare zorgbehoeften, wensen en mogelijkheden. Dit leidt tot een betere en meer persoonsgerichte zorgervaring, maar biedt ook veel mogelijkheden voor kostenbesparing in de eerste lijn. Het merendeel van de Nederlandse diabetespatiënten is namelijk relatief gezond is en wordt nu mogelijk ‘overbehandeld’. Verder onderzoek is nodig om te bepalen hoe we patiëntprofielen kunnen ontwikkelen én inzetten als instrument voor maatwerk in de toekomstige diabeteszorgpraktijk. Over de onderzoeker Arianne Elissen (Heerlen, 1984) rondde in 2007 de masteropleiding Health Policy, Economics and Management af aan de Universiteit Maastricht, waarna zij bij de toenmalige vakgroep BEOZ in dienst trad als junior onderzoeker. In 2009 begon zij als promovendus te werken aan het Europese DISMEVAL (‘Developing and Validating Disease Management Evaluation Methods for European Health Care Systems’) project, dat werd gefinancierd door de Europese Commissie en waarin naast Nederland ook onderzoekers uit Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Oostenrijk en Spanje participeerden. Promotoren waren prof. dr. Bert Vrijhoef en prof. dr. Cor Spreeuwenberg; copromotor was dr. Inge Duimel-Peeters. In 2012 kreeg Arianne een postdoctorale positie binnen CAPHRI aangeboden. Momenteel houdt zij zich bezig met het opzetten van onderzoek naar de ontwikkeling en haalbaarheid van het gebruik van patiëntprofielen in de diabeteszorg. Promotie Janaica Grispen Self-testing: To do or not to do? Development and evaluation of a decision aid on diagnostic self-testing for cholesterol and diabetes Datum 12 juni 2013 Promotoren prof.dr. Nanne de Vries en prof.dr. Trudy van der Weijden Info op1lijn@maastrichtuniversity.nl 23

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication