42

op één lijn 46 2e uitgave 2013 De samenstelling van het tuchtcollege Het college bestaat uit een voorzitter-jurist, een lid-jurist en drie leden-beroepsgenoot. De voorzitter kan bepalen dat een zaak die hem daartoe geschikt voorkomt, wordt behandeld door een college bestaande uit een voorzitterjurist en twee beroepsgenoten. Het college wordt bijgestaan door een secretaris-jurist. De behandeling in raadkamer Als het college op grond van de schriftelijke stukken tot het oordeel komt dat een klacht kennelijk ongegrond is, wijst het de klacht af in een schriftelijke, gemotiveerde beslissing. Ook de ingetrokken klachten worden door het college beoordeeld. Het college kan namelijk beslissen dat de behandeling van de ingetrokken klacht om redenen, aan het algemeen belang ontleend, toch moet worden voortgezet. De klager wordt niet-ontvankelijk verklaard als het college tot de conclusie komt dat het klaagschrift niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen, dat de klager niet als rechtstreeks belanghebbende kan worden beschouwd, dat de klacht is verjaard of dat er wordt geklaagd over handelen van een zorgverlener die op dat moment niet in het BIG-register stond ingeschreven. Het college kan ook de zaak voor verdere behandeling naar een openbare zitting verwijzen. De behandeling ter zitting Voorafgaand aan een zitting nodigt het college partijen uit om bij de zitting aanwezig te zijn. Zij zijn niet verplicht om te verschijnen. Echter, bij niet-verschijning lopen partijen het risico dat een stelling van een wel verschenen wederpartij voor juist wordt gehouden. De zittingen zijn openbaar, tenzij er gewichtige redenen zijn om daarvan af te wijken. Het publiek en de pers kunnen gedurende acht dagen vóór de zitting kennisnemen van de door het college in het openbaar te behandelen zaken. Ter zitting kunnen partijen hun standpunten nader toelichten en antwoorden op vragen van de voorzitter en de leden van het college. De opgeroepen getuigen en/of deskundigen worden in beginsel gehoord. Na sluiting van het onderzoek ter zitting trekt het college zich terug voor de beraadslaging. Het college toetst dan de klacht aan de wettelijke normen. Het college legt zijn bevindingen en beslissing vast in een schriftelijke, gemotiveerde beslissing. De beslissing wordt binnen twee maanden na de zitting in het openbaar uitgesproken. Publicaties staan op www.tuchtcollegegezondheidszorg.nl. De maatregelen Als het college een klacht gegrond vindt, wordt aan de aangeklaagde in beginsel een maatregel opgelegd. Het college kan de volgende maatregelen opleggen: • Een waarschuwing; • Een berisping; • Een geldboete van ten hoogste € 4.500; • Een schorsing van de inschrijving in het register voor ten hoogste één jaar; • Een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid het in het register ingeschreven staande betrokken beroep uit te oefenen; • Doorhaling van de inschrijving in het register. Bepaalde maatregelen mogen gecombineerd worden opgelegd. De maatregel schorsing van de inschrijving mag ook voorwaardelijk worden opgelegd met bepaling van een proeftijd van maximaal twee jaar. Het college moet opgelegde maatregelen melden aan het BIGregister. Zodra een maatregel onherroepelijk is geworden, wordt hij opgenomen in het BIG-register. Dat geldt niet voor de waarschuwing. Als een waarschuwing is opgelegd, wordt dat niet in het BIG-register opgenomen. Tot 1 juli 2012 werden ook berispingen en geldboeten niet in het BIG-register opgenomen. Beroep Beide partijen kunnen tegen de eindbeslissing van het college beroep instellen bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. De klagende partij kan alleen beroep instellen tegen de beslissing voor zover zijn klacht is afgewezen of voor zover hij niet-ontvankelijk is verklaard. Degene over wie is geklaagd kan altijd beroep instellen. De Inspecteur voor de Gezondheidszorg ontvangt een kopie van alle beslissingen. Ook de Inspecteur voor de Gezondheidszorg heeft het recht om in beroep te gaan. Het beroepschrift moet worden gestuurd aan het secretariaat van het regionale tuchtcollege tegen wiens beslissing het beroep is gericht. Het regionale tuchtcollege stuurt het beroepschrift met alle processtukken van de procedure bij het regionale tuchtcollege aan het Centraal Tuchtcollege. De samenstelling en werkwijze van het Centraal Tuchtcollege wijken iets af van de samenstelling en werkwijze van de regionale tuchtcolleges. Herstel Hierboven staat welke maatregelen kunnen worden opgelegd als een klacht gegrond is. De twee zwaarste maatregelen zijn: 1. een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid het in het register ingeschreven staande betrokken beroep uit te oefenen 2. doorhaling van de inschrijving in het register. Als zo’n maatregel is opgelegd, kan degene aan wie de maatregel is opgelegd bij Koninklijk Besluit in de hem ontzegde bevoegdheid worden hersteld of weer in het register worden ingeschreven. Vooraf wordt dan advies ingewonnen van het tuchtcollege dat de maatregel heeft opgelegd. 42

43 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication