32

op één lijn 50 3e uitgave 2014 Filosoferen met Yvonne van Leeuwen ‘Vrouwelijke huisartsen verenigt U’ DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE Hoe het was om vroeger als vrouw huisarts te zijn, daar kan Yvonne genoeg anekdotes over vertellen. Ook zij werd aangezien voor de wijkzuster of bijvoorbeeld een vaag familielid van een patiënt. Ze schreef hierover jaren geleden al een ‘Praktijkperikel’ in Medisch Contact. In deze editie laat ze die gelegenheid graag over aan Mieke Winten en Gerrie Waagenaar. Wel kon ze zich weer opwinden toen recent presentator Jeroen Pauw werd gevraagd (interview AD) of er meer vrouwelijke gasten aan de tafel van zijn nieuwe programma zouden komen. Daarop gaf Pauw als antwoord: ‘Als ze langzamerhand iets in onze samenleving gaan betekenen wel. Maar feitelijk is dat niet zo.’ Dat zette haar weer aan het denken over de feminisering van het huisartsenberoep. Ze schetst de geschiedenis van de huisartsgeneeskunde van de afgelopen 40 jaar. Drie paradigma shifts: vlak nadat de huisarts ‘zich losmaakte ’ van de specialist, in de jaren 50, kwam het accent te liggen op de huisarts als trooster, begeleider. Gedragswetenschappers werden dé maatjes. Zo’n 15 jaar later schoven de epidemiologen en besliskundigen aan en schraagden de stoel van de huisarts met ‘harde evidence’ uit eerstelijns onderzoek. Op tijd werd ingezien dat klinisch vakmanschap gekoesterd moet worden. De kaderopleidingen zijn daar uiting van. Ook de organisatie van huisartsen ontsteeg het amateurisme en liefdewerk oud papier. Vrouwen in het vak Dit alles werd bereikt door veel idealisme en een straffe inzet van voltijdswerkenden. ‘Het vak als je leven, als roeping, bestaat dat nog?’ Yvonne antwoordt: ‘Niet meer zo uitgesproken’. Ze heeft daar best zorgen over. Kunnen we het vak kwalitatief sterk houden met een wat zakelijker groep van professionals die er minder tijd in wil steken? ‘Veel vrouwen in het vak’ heeft daar wel iets mee te maken, aldus Yvonne. Veel vrouwen zoeken naar een balans tussen werk en privé. In de opleiding begint dat zoeken al, maar niet iedereen vindt het. Er is een verschil tussen ‘goed combineren’ en ‘goed te combineren’. Het is te combineren, maar dan heb je een goed netwerk nodig en organisatietalent. Niet iedereen heeft dat, of heeft dat goed ontwikkeld. Yvonne heeft dan ook als belangrijkste boodschap: doe het samen. Bedenk als groep van parttime werkende vrouwen en mannen hoe je samen de toekomst van jou en je vak goed vormgeeft en de kwaliteit hoog houdt. Niet alleen klinisch maar ook met onderzoek, onderwijs en bestuur. Help elkaar om die inzet vorm te geven. Wat niet kan is ‘twee dagen spreekuur doen’ en de boel verder de boel laten. De opleiding mag gevraagd worden te helpen bij het ontwikkelen van een visie en debat. En ook de zorggroep zou een jongerenbeleid moeten voeren. Coaching bij inzet van kleine naar grote projecten. Maar laten we wel wezen. Veel-meer-dan-toen vrouwen in dit vak is winst! 32 Yvonne van Leeuwen en haar opvolger (als hoofd van de opleiding) Paul Ram

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication