36

op één lijn 50 3e uitgave 2014 Al doende leert men Haio Gerrie Waagenaar DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, REDACTIELID Schinveld, september 1980. Dorpsarts Hans Hermans had zich voor de piepjonge huisartsopleiding in Maastricht beschikbaar gesteld als opleider. En als eerste maakte daar Gerrie Waagenaar gebruik van: een vrouw! Dat was even wennen, maar leverde toch verbazingwekkend weinig problemen op. Kort daarvoor was ze afgestudeerd, en eigenlijk had ze nog een reis naar India in de planning. Jaargenoot Job Metsemakers attendeerde haar er echter op, dat er nog plaatsen waren in het huisartsenopleidingsgroepje, dat weldra zou starten. Ach, de opleiding duurde maar een jaartje, India kon daarna ook nog wel (het staat trouwens nog steeds in de planning). Het was de eerste groep aios aan de Maastrichtse huisartsopleiding die geheel bestond uit in Maastricht opgeleide dokters. En Gerrie was ook hier de enige vrouw, te midden van o.a. Paul Hufman, Koen van Vugt, Godfried Saes en Job Metsemakers. De groep werd bijgestaan door HAB Theo Lemmens en GW-er Jos op ’t Root. De terugkomdagen stonden vooral in het teken van gezellig spuien en veel lachen, van medisch inhoudelijk onderwijs kan Gerrie zich weinig tot niets herinneren. Nee, dan Schinveld: daar moest aangepoot worden! Drukke spreekuren en veel visites. Die laatste afgelegd in een roestbruine Ford Escort, op een terugkomdag even tussendoor aangeschaft voor 300 gulden, toen een nog roestiger Renaultje definitief instortte. Tanken deed je in het goedkope Duitsland, via een bosweggetje makkelijk te bereiken. Tot natuurlijk een keer twee mitrailleurtypes haar snapten, ampullen met morfine aantroffen en niet wilden geloven, dat dit jonge meisje dokter was. Uiteindelijk werd ze door de opleider met moeite vrijgepraat. En dan natuurlijk de diensten, door de week om de dag avond-nachtdienst, en 1 x per 3 weken een heel weekend. De opleider had dan vrij (!), achterwacht was collega Paul Hufman die in het naastgelegen Brunssum haio was bij de illustere Jo Baggen. Want er moest iemand de telefoon aannemen en de semafoonoproepen doen in dit mobielloze tijdperk. Maagklachten waren allemaal psychisch. Toen Gerrie een keer het gloednieuwe wondermiddel Tagamet voorschreef, kreeg ze onomwonden te horen, dat dit absoluut niet kon: pillen in plaats van praten! Veranderingen waren sowieso verdacht. Hypertensie behandelde je met Aldomet, en niet met nieuwlichterij als beta-blokker propanolol! Ook voldeed dit 24-jarige meisje zonder witte jas niet aan het Schinveldse beeld van een dokter. Bij het visite rijden waren vragen als: ‘komt je vader straks nog?’ of ‘u bent zeker de Avonconsulente?’ niet ongebruikelijk. Didactisch stond alles nog niet zo op de rails. Wel was er elke dag nabespreking: braaf luisteren naar de preken van de opleider, en vooral bewonderend kijken! Alles dus karakteristiek volgens het meester-gezel model: leren door te werken, en hoe harder je werkt, hoe meer je leert. Gewoon voor de leeuwen gooien en aan de slag. Gelukkig paste dit onderwijsmodel wel bij Gerrie. Belangrijkste leeropbrengsten van dat jaar huisartsopleiding: zelfstandig denken en beslissen. En aan het eind van het jaar een groot compliment van de opleider: in al die tijd heb je me in de dienst nooit gestoord voor telefonisch overleg! O tempora, o mores… Maar Gerrie was wel klaar voor haar eerste baan: 1 jaar ziektewaarneming in het prachtige nieuwe gezondheidscentrum Hoensbroek, waar nieuwlichterij juist welkom was (en nog steeds). En nu is ze al weer jaren verbonden aan het, met 40 jaar toch wel volwassen geworden, Maastrichtse Huisartsen Opleidingsinstituut, als HAB en als curriculumcoördinator, waarbij didactiek in al z’n facetten dagelijkse kost is. En nog 1,5 dag in de praktijk in Heerlen, voor het broodnodige doktersgevoel. En misschien nog een keer die reis naar India? 36

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication