26

op één lijn 54 1 e uitgave 2016 In de leer “Succes hè, doc” DOOR KOEN VAN HELMOND, EERSTEJAARS AIOS Met verbijstering heb ik gekeken naar de inmiddels veelbesproken documentaire over de Levenseindekliniek, die onlangs op de publieke omroep werd uitgezonden. Voor degenen die het niet gezien hebben; het is de moeite waard om dit nog eens terug te kijken. Ook de hieraan gelieerde documentaire over de totstandkoming van de euthanasiewet, met als groot voorvechtster wijlen oud-minister van Volksgezondheid Els Borst, is een aanrader. Het is niet mijn intentie om in deze column een betoog te houden voor of tegen euthanasie, want daarvoor is dit niet het juiste medium. Daarbij is het ieders eigen keuze om, al dan niet vanuit persoonlijke overtuiging, mee te werken aan euthanasie of niet. Wat ik echter wel hoop is dat wij, als huisartsen en huisartsen in spe, met elkaar en met de patiënten de dialoog aan gaan. We verkeren namelijk in ons kleine kikkerlandje in de unieke positie dat euthanasie onder strikte voorwaarden gelegaliseerd is. Ik pleit ervoor dat we ons bewust zijn van deze mogelijkheid in de Nederlandse wetgeving en hier zorgvuldig mee omgaan. Na deze ietwat zware introductie wil ik het nu over het wel en wee van een eerstejaars aios hebben. Onlangs hebben we de jaarlijkse videotoets/consulttoets in moeten leveren ter beoordeling van de communicatieve vaardigheden. In tegenstelling tot de voorgaande jaren waren het dit keer geen 40 consulten waaruit 6 willekeurige werden gekozen, maar ging het om een selectie van je beste werk. Uren hebben ik opnamen teruggekeken om de selectie van de 6 beste te maken en uiteindelijk met een gunstig eindresultaat. Moeilijkheid was nog wel de voorwaarde dat het 6 verschillende ICPC-categorieën moesten zijn, waaronder 1 psychisch consult. Deze laatste categorie patiënten komt al liever bij de eigen dokter, maar zijn sporadisch ook bij de aios in de spreekkamer te vinden. Helaas blijkt aldaar dat ze liever geen toestemming voor een video-opname, waardoor je als aios achter het net vist. Ik had ditzelfde probleem terwijl de deadline met rasse schreden naderbij kwam. Tja, hoe moest ik dit nou gaan oplossen? Met mijn opleider besprak ik de penibele situatie en hij stelde voor om Harry* wat eerder te laten komen. Harry is een drank- en drugsverslaafde man van rond de 30 jaar oud die al enkele keren bij mij op het spreekuur is geweest. Hij is uitvoerig bekend geweest bij verslavingszorg en meldde zich enkele maanden geleden bij mij om te vertellen dat hij merkte dat hij steeds meer aan het gebruiken was. Harry schildert niet alleen graag, maar hij praat ook graag en is wat dat betreft een prettige gesprekspartner. Door de verscheidene consulten was er sprake van een beginnende vertrouwensband in de arts-patiënt relatie. Harry zou de week erop pas komen voor een vervolgconsult, maar was op mijn verzoek wel bereid om een week eerder te komen en vond video-opnamen geen bezwaar. Na een “succes hè, doc” begon het consult en al na 5 minuten wist ik dat dit een consult werd wat waardeloos was. Geen structuur, geen hulpvraag, geen duidelijk plan, etc. Uiteindelijk heb ik het, met wat tekst en uitleg over de context, toch ingeleverd op hoop van zegen. De beoordelaar vond het prettig dat ik een psychisch consult erbij had gedaan, maar heeft zijn oordeel vooral gevormd op de andere 5 consulten. Gelukkig! Met een gunstige uitslag en een “er moet nog wel een hoop ontwikkeld worden” ga ik vol goede moed aan de slag met mijn leerpunten. We komen er uiteindelijk wel! En Harry…..Harry meldt zich over enkele weken wel weer een keer. *Harry is een fictieve naam. 26

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication