25

dyscalculie wordt gesignaleerd door de ouders en/of leerkrachten, maar kan alleen worden vastgesteld na onderzoek door een GZ-psycholoog of een orthopedagoog met een bIG registratie. kenmerken Koppelen van hoeveelheden aan teken (Inzicht in de waarde van cijfers) 1. bij schrijven: cijfers spiegelen of omdraaien (37/73). 2. bij een getal als 4251 niet overzien dat de 4 staat voor 4000, de 2 voor 200, enzovoort. 3. moeten nadenken over de hoeveelheid nullen die horen bij ‘een ton’ of ‘een miljard’. Geheugen: onthouden en ophalen en van rekeninformatie (Automatiseren) 4. bij de tafels vaak niet meteen de uitkomst weten, maar via een omweg: 4x8= 5x8 – 8. 5. moeite hebben met het onthouden van prijzen, jaartallen en andere getallen. 6. snel hoofdrekenen is lastig. Procedures – inzicht en toepassing 7. staartdelen en vermenigvuldigen is lastig om te leren. 8. bij het rekenen halverwege de draad kwijtraken en opnieuw moeten beginnen. 9. bij procenten en breuken toepassen wat is geleerd, maar het eigenlijk niet begrijpen. Ruimtelijke oriëntatie en inzicht 10. bij een nieuwe situatie niet kunnen bedenken welke rekenprocedure van toepassing is. 11. niet met een plattegrond overweg kunnen. 12. een tent meerdere keren moeten opzetten voor hij goed staat. 13. moeite hebben met opgaven met driehoeken en andere meetkundige figuren. comorbiditeit en andere combinaties niet iedereen met dyscalculie loopt tegen hezelfde aan. problemen in de jeugd kunnen op latere leeftijd opgelost zijn. en er zijn grote verschillen te signaleren. • Heb je dyslexie, AD(H)D of autisme, dan is het goed mogelijk, dat je een aantal kenmerken min of meer herkent, vanwege de overlap van deze 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication