22

biedt inzicht in wie waarvan is. Met die nieuwe structuur werd besluitvorming transparant gemaakt en zijn de acute financiële problemen die speelden bij aanvang van mijn opdracht, nu duurzaam opgelost. Het is mijn rol om partijen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en het aanjagen (of soms ook temporiseren) van initiatieven waarvan duidelijk is dat iedereen er baat bij heeft. Ook daar zie ik verbeteringen. Kijk naar gemeenten die een College voor Dienstverlening willen inrichten. Dat voorstel is mede voortgekomen uit de lijn die wij hebben gevoerd. Dat incasseer ik als een compliment. Tegelijkertijd constateer ik ook dat er de komende jaren een bewindspersoon moet komen die wel een eigen begroting en doorzettingsmacht heeft. Die stok die ik niet had, moet er wel komen.” VE IS N De hoogste tijd voor een staatssecretaris van ICT? Eenhoorn: “Ik vind het noodzakelijk dat er een bewindspersoon komt die digitalisering expliciet in zijn portefeuille heeft. Een bewindspersoon voor de digitale overheid zou ik zeer toejuichen. Als deze maar wel wat potten kan breken. Daarom pleiten wij in het adviesrapport Maak Waar!, opgesteld door de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid, voor een budget van 300 tot 500 miljoen om behoorlijk tempo te kunnen maken. Deze bewindspersoon heeft een voorbeeldfunctie en moet mensen motiveren om de ingezette gedragsverandering ten opzichte van digitalisering verder te stimuleren. Dit kost tijd en moeite. Het kan alleen maar slagen als alle neuzen in het kabinet dezelfde richting uit wijzen.” Moet die bewindspersoon iemand uit het bedrijfsleven zijn? Eenhoorn: “Zoals ik het zie moet de nieuwe bewindspersoon iemand zijn die 22 op de groei van de voorzieningen. In hoeverre zijn wij in staat om de huidige voorzieningen in de lucht te houden? We willen voorkomen dat bepaalde voorzieningen die nodig zijn, niet worden ontwikkeld omdat ze te duur zijn voor één partij om te ontwikkelen, of omdat de baten voor deze partij te beperkt zijn. In andere landen, bijvoorbeeld Denemarken, wordt dit soort projecten centraal gefinancierd. Wij gaan in Nederland niet richting dat Deense model, maar we zullen wel veel nadrukkelijker gaan sturen op cofinanciering. Nieuwe duurzame financieringsafspraken brengen financiele en bestuurlijke rust voor de bestaande en nieuwe voorzieningen.” Wat zijn uw wensen voor de GDI? Eenhoorn: “Ik zou graag zien dat we de GDI doorontwikkelen naar een echte nationale digitale infrastructuur met een publiek-privaat karakter. Een GDI die beter aansluit bij de behoeften en wensen van burgers en bedrijven. Moderniseren gelooft in de digitalisering van de samenleving. Iemand die nieuwe technologieën ziet als kans voor de overheid en voor de Nederlandse economie. In de afgelopen drie jaar is het mij opgevallen dat het wel helpt als je de Haagse rituelen een beetje kunt begrijpen en weet hoe de hazen hier lopen. Ik heb met het bureau Digicommissaris enorm veel profijt gehad dat wij met een kleine groep ervaren specialisten een Gideonsbende hebben gevormd. De nieuwe bewindspersoon moet, ongeacht zijn achtergrond, wel goede ondersteuning krijgen anders wordt het problematisch om effectief te zijn in Den Haag.“ Is een begroting van 300 tot 500 miljoen niet aan de bescheiden kant? Eenhoorn: ”Financiering van de GDI is met dit budget geregeld, maar het is niet duidelijk of deze voldoende is toegerust en doorontwikkelen blijft nodig. Denk aan DigiD, waarvoor nu een app is ontwikkeld. Gevolg zal zijn dat door de gebruiksvriendelijkheid het gebruik ervan enorm zal stijgen. De ontwikkelcyclus van bestaande systemen beslaat veelal drie maanden, terwijl de ontwikkelcyclus van een app binnen drie weken plaatsvindt. Dat vraagt om radicale verandering van de ontwikkelaanpak en het bijbehorende budget. Digitalisering vergt een sterke impuls binnen de overheid. Daarom hebben we in het rapport ‘Maak Waar!’ aanbevolen om een fors bedrag per jaar te reserveren voor initiatieven die bijdragen aan deze digitaliseringsimpuls.” Wat is het eerste resultaat dat u verwacht van de digitaliseringsimpuls? Eenhoorn: “Binnen het Nationaal Beraad is gesproken over een innovatieagenda. Steeds meer onderwerpen verschuiven naar het online domein. Denk aan cybercriminaliteit. Dat vergt specifieke kennis. Laten we de digitaliseringsimpuls vooral aangrijpen door te beginnen met het ontwikkelen van een kennisplatform. Er is al een specifiek platform voor de Belastingdienst, maar dit soort platformen zouden breder mogen worden ontwikkeld, over de grenzen van organisaties heen. Ik verwacht dat een bewindspersoon voor de digitale overheid, die substantieel budget meekrijgt, zaken in gang kan zetten.” Welke impact gaat digitalisering op de overheid zelf hebben? Eenhoorn: ”Ik denk dat wij op den duur kleinere overheden krijgen. Digitale systemen kunnen veel taken opvangen en worden zelflerend. Uiteindelijk zal de overheid het, net zoals de banken, met minder mensen af kunnen. Dat zorgt voor druk op de arbeidsmarkt. Medewerkers gaan ander werk krijgen. Inwoners gaan veel meer zelf doen en vergroten de regie op hun eigen informatie. We moeten leren hoe we met mensen omgaan die de voorzieningen van de digitale overheid zelfstandig gebruiken. Die inzichten moet je benutten om de dienstverlening continu te verbeteren. Daar wordt je een slimmere overheid van.”

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication