45

IN HET PUBLIEKE DOMEIN baar als het gaat om de relatie tussen register- en surveydata. De eerste ontwikkeling is het koppelen van registerdata aan de uitkomsten van vragenlijstonderzoek, zodat vragenlijsten korter worden en verzamelde data nauwkeuriger. De tweede ontwikkeling is registerdata als alternatief voor surveydata. Door het systematisch analyseren van grote databronnen, bestanden en registraties, zou ‘klassiek’ surveyonderzoek overbodig worden. De laatste ontwikkeling is surveydata als alternatief voor registers. Foutieve, onvolledige en/of niet toegankelijke registraties of registers die niet op elkaar aansluiten, komen in de praktijk veel voor. Uniform uitgevoerd surveyonderzoek kan dan een betrouwbaarder beeld opleveren. Voor onderzoeksbureaus is het werken met registerdata lastig. Ze zijn moeilijk toegankelijk en hoe zorg je voor een goede koppeling met surveydata? Ook hier spelen privacyvraagstukken een rol. Met informed consent worden respondenten op de hoogte gebracht van koppelingen met registraties en de voorzichtigheid die daarin betracht wordt. 7 Nieuwe technische mogelijkheden De techniek biedt steeds meer mogelijkheden om het gedrag van burgers beter (lees: nauwkeuriger) te meten dan met een ‘klassieke’ vragenlijst. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van GPS en het daarop gestoelde geo-fencing. Maar ook met behulp van mobiel (survey)onderzoek kan er dichter op het feitelijke gedrag worden gemeten. Onderzoekers zullen hierin moeten meegaan door de nieuwe technieken te omarmen en te innoveren waar dat kan. De uitdaging daarbij is wel om vooraf (in de ontwerpfase) scherp na te denken over de best passende onderzoeksopzet. 8 Aandacht van de respondent Er wordt veel onderzoek gedaan en respondenten zijn steeds drukker en multimedialer. Het wordt daarmee steeds lastiger om een onderzoek top-of-mind te krijgen en niet verloren te gaan in dagelijkse stroom aan informatie die iemand op zich afgestuurd krijgt. Dit betekent dat het zaak is om op te vallen en vooraf goed na te denken over benaderstrategieën. Voorbeelden hiervan zijn het werken met aantrekkelijk vormgegeven kaarten, in plaats van formele brieven, het gebruik maken van social media of door telefonisch of face-to-face te motiveren. Schriftelijk onderzoek scharen we hier ook onder: mensen krijgen tegenwoordig zoveel digitale post en enquêteverzoeken dat het gaat opvallen als er een keer een schriftelijke vragenlijst op de mat valt. Een belangrijk uitgangspunt bij het opvallen is dat het niet mag leiden tot irritatie. 9 Inzetten incentives Respondenten zijn steeds minder bereid om voor ‘niets’ aan onderzoek mee te doen en daarmee valt nauwelijks meer aan de inzet van incentives te ontkomen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat vooraf (onconditioneel) belonen een positief effect heeft op de respons. Beter nog dan achteraf belonen. Met deze aanpak wordt dan ook steeds meer geëxperimenteerd. Andere incentives die we tegenkomen zijn verloting (bijvoorbeeld van iPads), VVV-bonnen, Bol.com-codes, en zelfs cash. Maar ook niet-monetaire incentives, zoals de terugkoppeling van resultaten, tips, et cetera worden regelmatig ingezet. 10 Faciliteren respondent De tijdsbesteding en het gebruik van techniek en media door mensen zijn veranderd. Potentiële respondenten - laten we ze zo maar even noemen - zijn steeds mondiger, veeleisender en minder volgzaam. Dit vraagt om respondentvriendelijke vragenlijsten, goed nadenken over het moment en tijdstip van veldwerk, de inzet van helpdesks en respondentenwebsites met veelgestelde vragen, et cetera. 11 Alternatieve rapportages Het klassieke rapport is aan het verdwijnen. Ze kosten teveel tijd (en geld) en leveren te weinig op. Opdrachtgevers zijn steeds meer op zoek naar output die ze eenvoudig en snel in de organisatie kunnen brengen, waaruit ze snel relevante informatie kunnen trekken en die ze liefst ook zelf nog kunnen (na) bewerken. En dus worden nieuwe manieren van rapporteren en ontsluiten ontwikkeld: geautomatiseerd rapporteren, dashboards en het online beschikbaar maken van uitkomsten. Relevante vraag die hierbij gesteld moet worden is of deze nieuwe manier van rapporteren voldoende ruimte laat voor duiding. Daar ligt een taak voor onderzoekers: zij moeten opdrachtgevers helpen - bijvoorbeeld in een duidingssessie - om de resultaten op de juiste manier te interpreteren en in de organisatie te ‘verwerken’.

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication