23

B OB OTA AL MET JE BROMMER HET KANAAL IN Onlangs stapten twee projectmanagers de kamer binnen. Beteutering droop van hun beider gezichten. Kort daarvoor hadden zij een drie uur durende bijeenkomst afgerond. Uit de lichaamstaal van de Junior onder hen sprak ronduit ontgoocheling. Met hangende schouders en een verbeten grijns om zijn mondhoeken, kondigde hij aan een dubbele espresso te gaan halen ‘om weer bij zinnen te komen’. De andere, een Dertiger, nam plaats op een stoel en begon zijn frustratie van zich af te Appen, waarschijnlijk met zijn vriendin. Nieuwsgierig bladerde ik intussen door hun online agenda’s om erachter te komen wat de beide heren doorstaan zouden kunnen hebben. Ik stuitte op een periodiek terugkerend overlegje met liefst zes externen. H I MET ‘Wat er net gebeurde, Erwin..’, zei de Junior, terwijl hij naast me kwam staan en hardop zijn gedachten probeerde te formuleren. ‘We zijn nu met dit groepje een jaartje verder in het proces. En zojuist is een nieuwe ambitie geformuleerd.’ ‘Door wie?’ ‘Door de focusgroep die de nieuwe kern vormt van de oorspronkelijke kerngroep.’ ‘Ga door.’ ‘Deze focusgroep denkt nu aan een vervolgstap. Meer precies aan de vorming van een kanaliseringsinstituut.’ Aan zijn stem was duidelijk te horen dat hij nog even moest wennen aan de term. ‘En wat doet zo’n kanaliseringsinstituut?’ vroeg ik belangstellend. De Dertiger stopte met Appen en mengde zich in het gesprek. ‘Het kanaliseringsinstituut faciliteert een tweevoudige match.’ ‘Ja, bij gebrek aan upfront middelen,’ vulde de Junior aan. ‘Dat is de bedoeling,’ zei de Dertiger. ‘Begrijp jij het?’ vroeg de Junior onzeker. Ik vroeg hoe zo’n kanaliseringsinstituut er volgens het focusteam van de oorspronkelijke kerngroep uit zou moeten zien. ‘Dat is nou het vreemde,’ merkte de Junior op. ‘Het kanaliseringsinstituut is gewoon een man. Met een brommer.’ ‘Met een brommer,’ herhaalde de Dertiger. ‘Om het aantal beslissers terug te dringen.’ Ik herkende de metafoor onmiddellijk. Zo’n jaar of wat geleden bewoog ik mij in het intermediaire veld. Ik bundelde toen krachten als crosssectorale multiplier - natuurlijk met een hoop subsidie in mijn binnenzak om uit te delen. De man-met-debrommer werd in die dagen van stal gehaald als oplossing voor processen die op een dood spoor zaten. Of, en dat leerde ik van ervaren Haagse ambtenaren, als een proces ook weer niet per sé tot een succes zou hoeven te leiden (knipoog, knipoog). Het beeld van de man-met-de-brommer werkte toen al bij mij op de lachspieren en ook in dit geval zag ik er weinig heil in. De volgende keer zou hun vergadering met echte lijstjes gaan werken, mompelde de Dertiger nog. Met namen en rugnummers (ook zo’n cliché!). En dat is dus wat er aan de hand is. Mannen op brommers rijden rondjes door de polder met in hun hand lijstjes waarop rugnummers staan. Hun taak is om her en der besliskracht te ontfutselen. Of ‘een stukje politieke dekking te realiseren’. Dat was tien jaar terug zo en dat is nu nog steeds aan de hand. Dat is ook waar de Junior - als hij zijn ontgoocheling eenmaal voorbij is - over tien jaar waarschijnlijk een goed boterhammetje mee zal verdienen... Erwin van der Linden is auteur van het boek ‘Bobotaal’ en deelt quotes via twitter als ‘De Wethouder’

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication