2

interview leiderschap zit in netw niet in één sterke pers mark frequin over publiek leiderschap Tekst: Otto Thors, hoofdredacteur inGovernment In zijn rol van buitengewoon adviseur is Mark Frequin bij de Algemene Bestuursdienst bezig met een zoektocht naar publiek leiderschap op alle overheidsniveaus. Hij heeft, binnen en buiten de overheid, al circa tweehonderd sleutelpersonen gesproken. In dit interview met Otto Thors deelt hij nu zijn inzichten. Wat beweegt jou om je met publiek leiderschap bezig te houden? ‘Ik kijk al heel lang naar het functioneren van de overheid, en spreek me daar actief over uit. Ik doe dat met de Reuring! Cafés van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM), waarvan ik ook voorzitter ben. Verder schrijf ik boeken over politiek-ambtelijke samenwerking, en ik geef colleges hierover omdat ik graag wil bijdragen aan een nog betere overheid. Ik ben niet bang om me uit te spreken, en heb na zeven departementen een redelijke ervaring waaruit ik kan putten. Dus dat doe ik dan ook voor dit onderzoek naar publiek leiderschap.’ ‘dat plakkertje is vaak te groot voor het gat dat je wilt plakken in de band’ Is er een definitie van publiek leiderschap? ‘Ik probeer weg te blijven van het exact formuleren wat publiek leiderschap is. Bij dit soort onderwerpen denken we te vaak in termen van definities en competentieprofielen. Iets opschrijven kunnen we allemaal – maar leiderschap gaat vooral om voorbeeldgedrag, om doen. Leiderschap zie je pas als het er niet is. Ik wil dus niet direct een eenduidige definitie opstellen, maar diep liever het vraagstuk uit en voed daarmee het besef dat je leiderschap niet in drie hoofdpunten kan samenvatten. Bij voorbeeldgedrag hoort ook dat je fouten mag maken. Dat is lastig voor de overheid, want we zitten in een glazen kooi waarin er niet zo heel veel mag. In de publieke context heeft het dus niet echt zin om te pleiten voor de ruimte om fouten te maken. Dit soort dilemma’s pak ik in mijn zoektocht aan. Ik ben meer geïnteresseerd in wat de vraagstukken zijn, en ben op zoek naar verdieping.’ Waarom is er recent zo veel aandacht voor publiek leiderschap? ‘Zowel binnen als buiten de overheid vallen er de laatste tijd grote woorden als “transitie” en “transformatie”. De vraag is: waar komt deze verandergolf vandaan? Wat mij opvalt is dat niet zozeer de complexiteit van onze opgaven toeneemt, als wel het tempo van handelen, waardoor we op basis van heel veel informatie steeds snellere beslissingen moeten nemen. Dus ja, we weten steeds meer, maar de vraag is of we ook echt alle informatie beter benutten. Vroeger was er meestal één centrale informatiebron. Tegenwoordig ontbreekt deze, waardoor veel mensen de wereld zijn gaan ervaren als onoverzichtelijk, met alle onzekerheidsgevoelens van dien. Over die waargenomen complexiteit moet je niet discussiëren, wel over de turbulentie die dit teweegbrengt. Digitalisering heeft daar zeker een rol in gespeeld. Nieuwe netwerken bieden continu toegang tot informatie, maar hoe kan je dan nog weten welke informatie juist is? De toenemende aandacht voor leiderschap hangt samen met deze complexiteit en de daarmee gepaard gaande onzekerheid van mensen.’ Wat is de invloed van toenemende informatie op de overheid? ‘Onze samenleving heeft kennis nodig, maar onder welke condities we die kennis vergaren is de vraag. Je ziet bedrijven zoals Google en Apple ook kennis verzamelen. Als we daar ook gebruik van willen maken rijst de vraag of dat wel vertrouwd en veilig is. Bedrijven kunnen met overheidsdata meerwaarde bieden. Dus zorg dat je informatie gedeeld kan worden en toegankelijk is. De overheid kan voorwaarden stellen en standaardisatie als basis omarmen. Leiderschap kan je tonen door iets niet af te dwingen, maar ook door de tegenspraak hierover op te zoeken in het gesprek met belanghebbenden. Dat vereist een andere rolopvatting. Je moet dan niet een tegenligger zijn, maar een dwarsdenker. Als alles met de handrem erop gebeurt, moet je dat doorbreken 2

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication