0

inGovernment platform v oor de digi tale o v e rh e i d september 2018 gebruiker centraal internetombudsman blockchain online communicatie legal delta samen organiseren klantreis online communicatie common ground smart city Kunnen gemeenten Common Ground samen organiseren? legal delta agenda digitale ove klantreis Legal Delta biedt ecosysteem voor technologie, recht en bestuur Welke prioriteiten stelt de Agenda Digitale Overheid? klantreis informatiesamenleving agenda digitale overheid nl digibeter blockchain fieldlab dienstverlening nl digibeter serviceformules smart city samen organiseren fieldlab smart city

inhoud 03 redactioneel Aandacht De aandacht erbij houden is voor organisaties een hele opgave. Aandacht is schaars en om focus aan te brengen moeten volgens Otto Thors echte keuzes worden gemaakt. Hoe organiseer je focus in een organisatie? interview 04 Agenda Digitale Overheid Met de Agenda Digitale Overheid, oftewel ‘NL DIGIbeter’, geeft het kabinet invulling aan het voornemen uit het regeerakkoord om een ambitieuze, brede agenda voor de verdere digitalisering van het openbaar bestuur op verschillende niveaus tot stand te brengen. Waarin verschilt deze nieuwe agenda van voorgaande visies? inGovernment ging in gesprek met Katja Verhulst. 06 interview Den Haag zoekt internationale internetombudsman Onder de noemer ‘Legal Delta’ wil de gemeente Den Haag – ‘internationale stad van vrede en recht’ – samen met kennisinstellingen en bedrijfsleven een nieuw ecosysteem neerzetten op het gebied van technologie, recht en bestuur. Ook moet de gemeente onderdak bieden aan een internationale internetombudsman. inGovernment in gesprek met wethouder Saskia Bruines. gebruiker centraal 09 Neem dienstverlening serieus Tachtig procent van wat we bij de overheid doen, draait om dienstverlening. Edo Plantinga vraagt zich af of de Agenda Digitale Overheid (ADO) dit voldoende onderkent. En nemen we het ontwikkelen van gebruiksvriendelijke dienstverlening wel serieus genoeg? 10 artikel Vertaal de klantreis in serviceformules Een serviceformule geeft aan welke dienstverlening burgers en ondernemers wensen op basis van een specifieke klantvraag. De gemeente Hengelo heeft vijf van die serviceformules ontwikkeld en wil dit initiatief met zo veel mogelijk andere gemeenten delen. artikel 12 Dimpact wil Common Ground versnellen De leden van Dimpact hebben het gedachtegoed van Common Ground tot onderdeel gemaakt van hun strategische koers. René Bal, Claudia Vermeulen en Hugo ter Doest leggen uit waar Dimpact innovatiekansen ziet voor de publieke dienstverlening en hoe zij de Common Ground-beweging verder willen versterken. 14 interview Common Ground als leidraad voor verandering Constance Boogers is chief information officer en hoofd ontwikkeling Informatisering en Automatisering bij de gemeente Nijmegen. Als lid van de Taskforce Samen Organiseren streeft ze ernaar om vakgenoten online te betrekken bij de vernieuwing van de digitale overheid. opinie 17 Fieldlab Dienstverlening De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Vereniging Directeuren Publieksdiensten organiseren eind september in Zwolle een Fieldlab Dienstverlening. Belangrijke vraag: hoe ontwikkelt de gemeentelijke dienstverlening zich de komende jaren? Jan Fraanje licht dit initiatief toe. 09 10 12 14 17 04 06

inhoud re d a ction e e l artikel aandacht 18 Platform Forus brengt blockchainoplossing stap dichterbij Als repetitief werk wordt geautomatiseerd is er meer tijd over voor mensgericht maatwerk. De gemeente Zuidhorn zet met Platform Forus een eerste stap naar het volledig automatiseren van aanvraag, toekenning en afhandeling van het Kindpakket. Sofie Berns vertelt hoe dit platform is opgezet en hoe het wordt toegepast. 18 20 artikel De mens centraal De burger informeren met op maat gesneden informatie die hij snapt en waarbij hij centraal staat – dat is in het kort de kern van het programma Mens Centraal. Dit nieuwe interbestuurlijke programma wil ruimte creëren om initiatieven samen te brengen, aan elkaar te verbinden, kennis te delen en de onderlinge banden te versterken. Een bijdrage van Kristel Dirkx en Han Rouw. 22 xander jongejan Alles is taal Xander Jongejan wil ons iets duidelijk maken. Dat doet hij met zwarte tekens die hij in een bepaalde volgorde zet. Een poëtische benadering van een alledaags informatieprobleem. 23 colofon Ben je er de afgelopen zomervakantie in geslaagd om je zinnen te verzetten? Heb je eindelijk dat boek gelezen of die lastige klus afgemaakt? Het is misschien een rare vraag, maar zeker nu je met je smartphone in heel Europa data kan roamen, is het moeilijk om los te komen van ingesleten routines. Even tussendoor je e-mail checken, een bericht posten of een like uitdelen. Onderzoekers spreken al van een aandachtscrisis: door de enorme fragmentatie van informatie in het digitale tijdperk zijn we bijna verleerd om ons zelf voor langere tijd echt te focussen op een taak. Zeker als die taak een beetje saai is, want dan vluchten we even in onze telefoon voor wat afleiding. En dat loont direct want je appjes zijn zo ontwikkeld dat er telkens iets nieuws te beleven valt als je terugkomt. De aandachtseconomie draait op volle toeren. 20 22 De aandacht erbij houden is ook voor organisaties een hele opgave. Hoe organiseer je focus in een organisatie? Het vergt een delicaat samenspel tussen mensen die naar buiten kijken (wat komt er op ons af) en mensen die dat vertalen (wat gaan we daarmee doen). Om naar buiten te kijken moet je op zijn minst een beetje geïnteresseerd zijn in wat er om je heen gebeurt en onderscheid kunnen maken tussen hoofd- en bijzaken. Om de vertaling te maken richting de organisatie ligt afleiding op de loer in de vorm van complexe processen en afhankelijkheden die vertragingen kunnen veroorzaken. Het omzeilen van deze interne afleiding vergt durf en stuurmanskunst. Zeker nu steeds meer overheden de innovatie samen organiseren. Samenwerking daagt het leiderschap binnen organisaties uit. Hoe houd je grip op nieuwe ontwikkelingen en zicht op je partners, zonder daarbij je eigen organisatie uit het oog te verliezen? Aandacht is schaars, om focus aan te brengen moeten echte keuzes worden gemaakt. inGovernment Dienstverlening nieuwe stijl vraagt om een andere overheid. Niet een overheid die alles zelf doet en zich beroept op vanzelfsprekend gezag. Wel een overheid die in gezond contact staat met burgers en bedrijven. Een overheid die werkt op basis van inclusiviteit, interactie en innovatie. inGovernment is het multimediale platform voor de digitale overheid. Naast verhalen over dienstverlening, digitalisering en gegevensmanagement wordt aandacht besteed aan actuele thema’s zoals smart city’s, blockchain en samen organiseren. We bieden naast praktijkervaringen ook ruimte voor opinie en reacties. Are you in? Tijdens het Fieldlab Dienstverlening dat eind september plaatsvindt hebben de deelnemers een week (!) de tijd om ongestoord te werken aan de dienstverlening van de toekomst. De organisatie wil koers zetten naar een nieuwe digitale overheid die de mens centraal stelt. De verwachtingen zijn hooggespannen, al was het maar omdat hiermee de proef op de som wordt genomen van de beleidsmatig bepleite vrije experimenteerruimte. Dat moet dan wel iets opleveren natuurlijk! Nu maar hopen dat de deelnemers zich niet laten afleiden maar hun aandacht erbij houden. Otto Thors is hoofdredacteur van inGovernment en zelfstandig adviseur dienstverlening en digitalisering @Thorsius

interview agenda digitale overheid hoe wordt nederland digibeter? Vlak voor het zomerreces verscheen de Agenda Digitale Overheid met als titel ‘NL DIGIbeter’. Daarmee geeft het kabinet invulling aan het voornemen uit het regeerakkoord om een ambitieuze, brede agenda voor de verdere digitalisering van het openbaar bestuur op verschillende niveaus tot stand te brengen. Waarin verschilt deze nieuwe agenda van voorgaande visies? inGovernment ging in gesprek met Katja Verhulst, plaatsvervangend directeur Informatiesamenleving en Overheid bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Tekst: Otto Thors, hoofdredacteur inGovernment Waarin verschilt NL DIGIbeter met eerdere visies van de Rijksoverheid? Verhulst: ‘Deze agenda staat natuurlijk niet op zichzelf. De Nederlandse Digitaliseringsstrategie – Nederland Digitaal – is een kabinetsbrede strategie voor álles wat met digitalisering te maken heeft. Onze Agenda Digitale Overheid richt zich daarbinnen specifiek op de overheid en haar digitale contact met burgers en ondernemers. Het mooie van deze agenda is, dat het een agenda van alle overheden gezamenlijk is en ook de verbinding legt met belangrijke publieke en private partners. Qua prioriteiten is het duidelijk dat deze agenda zeer actiegericht is. Het is niet alleen een visie, maar vooral ook een overzicht van wat we gaan doen. Deze agenda bevat de uitgangspunten en acties om de ambities van de overheid daadwerkelijk te realiseren. We weten dat de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering razendsnel gaan. Daarom is deze agenda nadrukkelijk een startdocument en niet in beton gegoten. De prioriteiten liggen daarbij op vier hoofdvlakken: investeren in innovatie; beschermen van grondrechten en publieke waarden; toegankelijk en begrijpelijke diensten voor iedereen; en persoonlijke dienstverlening.’ Op welke manier is er verder gebouwd op de inzichten uit het rapport Maak Waar! ‘Het rapport Maak Waar! is opgesteld door de studiegroep Informatiesamenleving en Overheid. Dit was een in 2016 door het vorige kabinet ingestelde studiegroep van topambtenaren, wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven, die in april 2017 haar eindrapport Maak Waar!heeft opgeleverd. Sinds maart 2017 hebben we een nieuw kabinet en voor het eerst ligt de verantwoordelijkheid voor de digitale overheid bij één bewindspersoon, de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De uitgangspunten van Maak Waar!en de nieuwste inzichten uit een reeks gesprekken met onder andere uitvoerders, wetenschap en het bedrijfsleven zijn in de Agenda Digitale Overheid vertaald naar actielijnen.’ 4 Waarin verschilt de aanpak van de zogeheten Gideonsbende van de staatssecretaris ten opzichte van een klassiek programmateam? ‘Staatssecretaris Raymond Knops heeft in de Tweede Kamer de Gideonsbende aangeduid als een “club dynamische, jonge ambtenaren die de wereld van buiten en de wereld van binnen de overheid met elkaar gaan verbinden”. Ze zijn niet allemaal heel jong, maar ze zijn in ieder geval jong van geest. Deze club helpt de staatssecretaris actief om op verschillende onderdelen van de digitale overheid met out-ofthe-box-innovaties en oplossingen te komen. Dat doen ze niet in een ivoren toren aan de Haagse Turfmarkt, maar dat doen ze door in contact te treden met mensen, organisaties en bedrijven buiten de muren van het ministerie. Deze groep richt zich op thema’s als innovatie, start-ups en blockchaintechnologie, en werkt vooral vanuit het perspectief hoe we dingen slimmer in de markt kunnen zetten.’ qua prioriteiten is het duidelijk dat deze agenda zeer actiegericht is Hoeveel ambitie mag de digitale overheid hebben, als we bedenken dat falende ICT-projecten aan de orde van de dag zijn? ‘We zijn in Nederland erg goed om onze eigen ambities te matigen door te benadrukken hoe het in het verleden mis is gegaan. We moeten juist lessen trekken uit onze fouten in het verleden. We zullen als overheid realistisch moeten zijn en moeten accepteren dat we werken in een hoger tempo dat aansluit bij de ontwikkelingen van deze tijd. ICT is hierbij al lang niet meer iets dat je in grote projecten bij de IT-afdeling gaat neerleggen. De complexiteit van de vraagstukken vraagt dat we als overheden gezamenlijk én met leiderschap verantwoordelijkheid nemen voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken door middel van nieuwe technologie. Digitalisering is meer dan bedrijfsvoering, het is een onderwerp voor op de bestuurstafels.’

digitalisering is meer dan bedrijfsvoering, het is een onderwerp voor op de bestuurstafels Gaat de Agenda Digitale Overheid een speelveld creëren waarin de Rijksoverheid, mede-overheden en private partijen beter samenwerken? Hoe wordt in de Digitale Agenda gekeken naar veranderen, experimenteren en fouten maken? ‘In de Agenda Digitale Overheid, NL DIGIbeter, worden twee lijnen geschetst. Enerzijds wordt de basisinfrastructuur op orde gebracht. We hebben in Nederland een goede basisinfrastructuur met voorzieningen als DigiD en MijnOverheid, waar we internationaal gezien best trots op mogen zijn. We werken aan standaarden, afsprakenstelsels en basisregistraties die een solide basis vormen om samen met maatschappelijke partners onze overheid te verbeteren. Aan de andere kant moeten we als overheid ook innoveren. De maatschappij stelt steeds hogere verwachtingen aan de overheid waar het gaat om digitale voorzieningen en dienstverlening. Innoveren kunnen we als overheid in onze huidige maatschappij niet meer alleen. Samen met de markt en de wetenschap, via start-ups, en ook in andere creatieve vormen van samenwerking gaan we oplossingen zoeken. Door te experimenteren en te innoveren willen we de dienstverlening aan burgers en ondernemers verbeteren, en moeten we niet bang zijn om risico’s te nemen. Dit nemen van risico’s en het durven experimenteren met nieuwe technologie vereist soms nieuwe kennis van onze ambtenaren. Om dit te bevorderen is bijvoorbeeld de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid opgericht en wordt er onder topambtenaren gewerkt aan het verbeteren van de IT-kennis.’ ‘Mensen verwachten dat ze niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden. We zetten in op een overheidsbrede aanpak om ervoor te zorgen dat wat mensen verwachten in hun contact met de overheid – gemak, vertrouwen en een persoonlijke benadering – centraal staat. Daartoe werken we aan gemeenschappelijke uitgangspunten en afspraken: de interactiestrategie, noemen we dit. Hiernaast zorgen we dat overheidsdienstverlening van verschillende overheden steeds meer in één herkenbare stijl wordt aangeboden. We noemen dit ‘integrale dienstverlening’. Tot slot is de agenda tevens een open uitnodiging aan partijen om mee te doen. Wij zoeken als overheid nadrukkelijk en actief de samenwerking op met wetenschap, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Dit doen we om problemen op te lossen en van elkaar te leren, en vooral door met elkaar het gesprek te voeren over wat prioriteit moet krijgen.’ Meer weten? De Agenda Digitale Overheid is gepubliceerd op www.digitaleoverheid.nl/nldigibeter. mensen verwachten dat ze niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden 5

interview den haag zoekt interna internetombudsman saskia bruines over smart cities en legal delta Digitalisering brengt nieuwe juridische en ethische vraagstukken met zich mee. Momenteel is kennis en expertise op het gebied van digitaal recht schaars en verspreid over de wereld. Het oplossen van die vraagstukken begint daardoor steeds verder achter te lopen bij het tempo waarin digitalisering plaatsvindt. Het sterke profiel van Den Haag als internationale stad van vrede en recht en de aanwezigheid van internationale bestuurlijke en juridische organisaties en kennisinstellingen maakt van Den Haag de logische plek om ruimte te bieden aan innovatie en vernieuwing voor digitaal recht en bestuur. Onder de noemer ‘Legal Delta’ wil de gemeente in samenwerking met kennisinstellingen en bedrijfsleven een nieuw ecosysteem neerzetten, waarin meerdere functies worden gecombineerd. Ook moet de gemeente onderdak bieden aan een internationale internetombudsman. Deze beweging komt voort uit de smart city-strategie waaraan de gemeente werkt. inGovernment in gesprek met wethouder Saskia Bruines over de ontwikkeling van recht en ethiek in de digitale wereld. Tekst: Otto Thors, hoofdredacteur inGovernment Wat is de positie van de internationale stad van vrede en recht in het digitale tijdperk? Bruines: ‘Eind mei vond in het Vredespaleis te Den Haag een congres plaats over Accountability & Internet Democracy: The Internet of Values. Vanuit de gemeente hebben wij dit congres inhoudelijk en organisatorisch ondersteund. Ons vertrekpunt was de vraag hoe we in het digitale tijdperk invulling kunnen geven aan ons credo “internationale stad van vrede en recht”. Het zal niemand zijn ontgaan dat, door virtuele en digitale oplossingen, de wereld snel verandert. Ons rechtssysteem is daar echter nog niet op ingericht en dat leidt tot onduidelijke situaties met het oog op de aansprakelijkheid. Waar staan we als overheid in de wetenschap dat er overal kopietjes van persoonsgegevens worden bewaard? Overal om ons heen neemt de roep om heldere afspraken over wat wel en niet mag in de digitale wereld toe. Dat leidt tot nieuwe complexe vraagstukken over aansprakelijkheid. Als bijvoorbeeld een zelfrijdende auto een ongeluk veroorzaakt, wie is dan verantwoordelijk? De autofabrikant, de software-producent, de 3D-printer waar de motor uit kwam of de overheid die de G5-systemen beheert? Het zou goed zijn als er een instantie komt waarbij je met dit soort vragen terechtkan, een soort internationale internetombudsman.’ Hoort die internationale internetombudsman dan thuis in Den Haag? ‘Dat is wel onze ambitie, ja. Het zou een eerste aanspreekpunt moeten zijn voor mensen, bedrijven en organisaties die een uitspraak willen krijgen over de aansprakelijkheid van partijen in een digitale omgeving. Daaromheen zou 6 een breder netwerk van specialisten kunnen ontstaan die het rechtssysteem toekomstbestendiger maken. Wij noemen dat ecosysteem in Den Haag de ‘Legal Delta’. Dat is een ecosysteem waarin innovatief internationaal recht wordt toegepast en ook onderwijs en onderzoek plaatsvindt. Onze stad kan daarbij als proeftuin fungeren. Daarmee creeren we op stedelijk niveau oplossingen voor wereldwijde uitdagingen. De kennis die we zo opdoen kunnen we actief delen tijdens congressen, op basis waarvan onze lokale economie ook nog meeprofiteert. Den Haag heeft hiervoor een unieke uitgangspositie, met de aanwezigheid van een groot aantal internationale organisaties op het gebied van vrede, recht en veiligheid. In combinatie met de aanwezigheid en nabijheid van kennisinstellingen, denktanks, onderzoeksinstituten en diverse innovatieve bedrijven, heeft Den Haag zonder meer de basis in huis voor een gezond ecosysteem op het gebied van technologie, recht en bestuur.’ overal om ons heen neemt de roep om heldere afspraken over wat wel en niet mag in de digitale wereld toe Hoe ver reikt die Legal Delta? ‘Tijdens het congres over Accountability & Internet Democracy zaten we met een internationaal gezelschap van vooraanstaande experts om de tafel. Conclusie van die gesprekken en discussies is dat aansprakelijkheid in het digitale tijdperk heel relevant is, maar dat het definiëren van een vraag

tionale Saskia Bruines is als wethouder in Den Haag onder meer verantwoordelijk voor de onderwerpen kenniseconomie, internationale zaken, innovatiebeleid en Smart City. Zij is bestuurlijk voorzitter van de G5-samenwerking Nationale Smart City Strategie, en recent ook toegetreden tot de VNG Commissie Informatiesamenleving. stelling en het operationaliseren van een ecosysteem zeer complex is. We zijn er nog lang niet! De grenzen van de thematiek zijn nog niet in kaart gebracht. Dat komt door het integrale karakter van de vraagstukken. Juristen beoordelen deze anders dan ICT’ers. Bovendien leggen ze verschillende accenten. Den Haag wil als gemeente initiërend zijn bij een verkenning van de kaders waarbinnen de Legal Delta zich beweegt. Dat is ook een beetje onze plicht, want het klassieke verhaal over vrede en recht is op een gegeven moment simpelweg niet meer actueel als de digitale wereld daar geen onderdeel van is. We moeten daar opnieuw invulling aan geven. Vandaar dat we, in samenwerking met UNESCO en ITU, werken aan een opvolger van dit congres in 2019. Het werkgebied is dit jaar verkend, en volgend jaar moeten we de thema’s verder concretiseren.’ In hoeverre zijn de vraagstukken van de Legal Delta toepasbaar op gemeenteniveau? ‘De vraagstukken zijn veelomvattend, maar houden het meeste verband met de Smart City-initiatieven die wij als gemeente ondernemen in samenwerking met andere steden. Vorig jaar is de Nationale Smart City Strategie opgesteld, met als intentie om de kwaliteit van leven in steden te verbeteren via innovatieve oplossingen. De gemeente Den Haag opereert daarbij als trekker in G5-verband, samen met Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Eindhoven. 7

interview Wat betreft Smart City’s zien wij een leidende rol voor onszelf als steden, en concluderen dat investeringen in slimme techniek noodzakelijk zijn om antwoorden te vinden op de grote maatschappelijke uitdagingen. Daarbij legt elke stad eigen accenten en zijn we complementair aan elkaar. Utrecht richt zich op Healthy Urban Living, Eindhoven op Smart Mobility. Circulaire economie ligt bij Amsterdam en Sustainability bij Rotterdam. Den Haag is de trekker voor Safety & Security, een dossier dat goed past bij de stad van vrede en recht.’ Op welke manieren kan een Smart City samenwerken met private partijen? ‘We moeten samen met het bedrijfsleven de discussie verbreden door de juiste mensen bij elkaar te brengen. Overheden en bedrijven maken momenteel een vergelijkbare ontwikkeling door, waarbij het de vraag is hoe die twee zich tot elkaar verhouden. Welke voorwaarden stellen we als gemeente aan openheid en de toegankelijkheid van data. Neem bijvoorbeeld de slimme lantarenpaal. De gemeente wenst palen die verlichting bieden, maar ziet ook andere toepassingsmogelijkheden zoals thermometers, microfoons, beveiligingscamera’s en bewegingssensoren. De lantarenpalen zijn aangesloten op een gemeenschappelijk open dataplatform. Dat betekent dat er vanuit allerlei domeinen databronnen aan kunnen worden gekoppeld. Uitgangspunt is dat iedereen die iets aan deze paal kan toevoegen, daarop moet kunnen aansluiten. Het mag geen besloten systeem zijn, dus gaan we op zoek naar manieren waarop je bedrijven toegang kan geven. Welke eisen kan je dan stellen? Als overheid moeten wij voor de informatieveiligheid zorgdragen. We moeten nu al met elkaar bespreken hoe we het potentiële misbruik van de data uit deze lantarenpalen kunnen tegengaan. We willen geen kant op waar we later spijt van krijgen. Dus moeten we vroegtijdig die discussie voeren, wat in dit specifieke geval al heeft geresulteerd in de toepassing van het Warning Advice and Reporting Point, oftewel WARP, dat is ontwikkeld door het internationale agentschap GSMA. Met dit soort inzichten willen wij de nationale Smart City-strategie voeden. Grote steden hebben hiervoor voldoende ontwikkelkracht en kunnen partijen bij elkaar brengen. Het is onze plicht om ervaringen en kennis te delen en schaalbaar te maken voor andere steden.’ Hoe concreet en herbruikbaar zijn de resultaten van de Haagse Smart City-strategie? ‘Op basis van onze eigen ervaringen kunnen wij handvatten bieden aan anderen. Denk in termen van aanbevelingen waaruit blijkt hoe je met bepaalde vraagstukken om kan gaan. Ik verwacht dus eerder een leidraad te kunnen delen dan concrete producten. Daarvoor heb je namelijk samenwerking met kennisinstellingen en bedrijfsleven nodig. De uitkomsten van die samenwerking zijn per stad verschillend, maar de aanpak, volgorde en benaderings8 wijze kan overeenkomen en dus gedeeld worden. Grotere gemeenten hebben de mogelijkheid om het voortouw te nemen, het leergeld te betalen waar andere steden weer van meeprofiteren. Die rol past ons wel. Tegelijkertijd vind ik dat er wel wat meer landelijke aandacht mag zijn voor Smart City’s. Dit is het moment om gezamenlijk door te pakken en focus aan te brengen op relevante zaken, in plaats van dat we van alles een beetje doen. Kijk naar een thema als cybersecurity. Iedereen vindt dat superrelevant en moet hier iets mee, maar een gezamenlijk stap naar voren blijft tot op heden uit. We mogen er wel wat steviger in gaan zitten. Het opstellen van de Nationale Smart City Strategie is slechts een eerste stap. Meer actie en ambitie is gewenst. We worden constant gevoed door kennisinstellingen en zouden op basis daarvan gezamenlijk ons handelingsperspectief moeten verkennen.’ grotere gemeenten hebben de mogelijkheid om het leergeld te betalen waar andere steden weer van meeprofiteren Zoek je daarbij ook aansluiting met onderwijsinstellingen? ‘Ja, de gemeente draagt bij aan HISDA, wat staat voor The Hague International School for Legal Data Analytics. Sinds september biedt HISDA een Engelstalige opleiding met Legal Data Analytics als vak. Hier kunnen zowel internationale rechtenstudenten als IT-studenten aan meedoen. Ook de Universiteit Leiden biedt een Executive Master in Digital Governance and Law aan in samenwerking met The Hague Security Delta. Als stad stimuleren wij de ontwikkeling van kennis die aansluit op nieuwe soorten werk die in de nabije toekomst ontstaan. Bovendien zijn we druk doende om start-ups en grote bedrijven met elkaar te verbinden. Het is onze taak om verbindingen in het bedrijfsleven te faciliteren, en ervoor te zorgen dat door opleidingen ons toekomstig arbeidspotentieel het juiste talent heeft om een relevante bijdrage te leveren. Slimme afstudeerders trekken immers ook weer bedrijven aan, en dat is goed voor onze stedelijke economie.’ Waar staat Den Haag als Smart City over tien jaar? ‘Ons doel is een stad waar voldoende hoog gekwalificeerde kennis aanwezig is, waarmee we de voorhoede van bedrijven en instellingen aan ons kunnen binden. De hele stad kan daarvan profiteren. Ik denk dat we door zelf technologische innovaties toe te passen uitdagingen slimmer kunnen organiseren zodat Den Haag schoon, gezellig en bereikbaar blijft. Ik zie kansen te over om onze stad te verbeteren. Dat profiel past ons ook als internationale stad van vrede en recht: samenwerken aan een slimme stad in een betere wereld.’

gebruiker centraal neem dienstverlening serieus en bespaar miljarden Tachtig procent van wat we bij de overheid doen draait om dienstverlening. Onderkent de Agenda Digitale Overheid (ADO) dit voldoende? En nemen we het ontwikkelen van gebruiksvriendelijke dienstverlening wel serieus genoeg? In de ADO ‘zetten we de behoeften en rechten van burgers en ondernemers centraal’. Daar zijn we het allemaal over eens. Maar laten we vanaf nu eens niet in de aloude valkuil stappen en ophouden met denken vóór de burger of ondernemer (laten we ze voor het gemak hierna ‘gebruiker’ noemen). Het is immers verleidelijk om te denken dat we zelf ook gebruikers zijn, en dat we dus wel weten wat de behoefte is. Dat we wel weten welke problemen andere mensen hebben. En welke diensten we dus moeten ontwikkelen. Want deze valkuil kost de belastingbetaler veel geld. Bij de overheid onderkennen we te weinig dat we in een risicovolle en innovatieve omgeving opereren. Met nieuw beleid en digitale ontwikkelingen zijn we als overheid immers vaak aan het pionieren. Heel vergelijkbaar met de omgeving waarin start-ups opereren. Maar geen start-up zal funding krijgen voor een ongetest, mooi idee zonder bewijs of eerste klanten. Binnen de overheid daarentegen tuigen we gerust iets als een lerarenregister op, terwijl dan pas bij de lancering blijkt dat er zo veel weerstand tegen is dat de boel toch maar afgeblazen wordt. Even vergeten de leraren zelf erbij te betrekken? Poef! – weer een paar miljoen in rook opgegaan. Start-ups testen daarom hun hypotheses zo vroeg en zo goedkoop mogelijk: ‘Wil iemand ervoor betalen? En is er dus écht een behoefte?’ ‘Snappen gebruikers onze dienst?’ ‘Lukt het ze om in te loggen?’ Bij de overheid nieten we echter rustig vijftig pagina’s met ongeteste aannames aan elkaar en noemen het dan een beleidsdocument. ‘Succes DUO! Bouwen maar!’ Het begin is er Dit moet natuurlijk anders. De ADO suggereert een aantal goede acties om dit gedrag te doorbreken (hoewel mijn ‘aanname-alarm’ bij het lezen ook een aantal keer afging). Het voornemen om bij het ontwikkelen van dienstverlening de gebruikers al te betrekken, juich ik toe. Ook ben ik blij dat de ADO stelt dat ontwerpprincipes van Gebruiker Centraal overheidsbreed gehanteerd zullen worden. Deze principes, ontwikkeld door professionals in de dienstverlening, vormen een stap in de goede 9 Vier miljard pond bespaard in het VK, nu nog in Nederland Kortgeleden namen we met het actieteam van Gebruiker Centraal deel aan een conferentie van de Government Digital Service (GDS) in Londen. Als we daar in het hoofdkwartier rondlopen, wordt het ons duidelijk dat UserCentred Design daar in de haarvaten zit: eerst begrijpen, dan ontwerpen, dan testen en weer herhalen. Met zijn inmiddels 800 medewerkers heeft de GDS de dienstverlening in Engeland sterk verbeterd. Waarmee ze en passant vier miljard pond hebben bespaard. Dat lijkt een hoog bedrag, maar zoals hun Head of Design Louise Downe aangaf: tachtig procent van wat de overheid doet is dienstverlening. Daarmee levert slechte dienstverlening de grootste onnodige kostenpost op bij de overheid. Tijdens de presentatie van de ADO stelde staatssecretaris Knops zich bescheiden op en liet merken dat hij ook niet alle antwoorden had. Dit is precies de open houding die we nu in de overheid nodig hebben. Nu is het tijd om daarop door te pakken – tijd voor een Nederlandse Government Digital Service! Meer weten? Zie www.gebruikercentraal.nl voor meer informatie. Edo Plantinga is mede-initiatiefnemer van Gebruiker Centraal – het overheidsbrede kennisnetwerk voor een gebruiksvriendelijke overheid – en schrijft deze column op persoonlijke titel. richting om aannames te blijven testen, te ontwerpen op basis van feiten, om dit te blijven itereren, en om de gebruiker daarbij centraal te stellen. Maar is het voldoende? De ‘wij-kunnen-wel-denken-voor-de-gebruiker’denkfout is immers een hardnekkige, die zich manifesteert in zowel beleidsvorming als ICT-ontwikkeling.

artikel vertaal de klantreis hengelo zet in op klantgedreven Een serviceformule geeft aan welke dienstverlening burgers en ondernemers wensen op basis van een specifieke klantvraag. De gemeente Hengelo heeft vijf serviceformules ontwikkeld en wil deze aanpak, in samenwerking met VNG Realisatie, met zo veel mogelijk andere gemeenten delen. Tekst: Quita Hendrison, redacteur VNG Realisatie D e kracht van formuledenken is dat het de klant echt centraal zet, en dat het herkenbaar en schaalbaar is. ‘Commerciële formules zoals die van Jumbo zijn daar mooie voorbeelden van’, aldus Annette Jutte, innovatiemanager dienstverlening bij de gemeente Hengelo. ‘De formule van Jumbo heet “de 7 Zekerheden”, en alles wat de supermarktketen doet, wordt aan die zekerheden getoetst. Kort gezegd: de formules geven een gezamenlijk referentiekader, een gemeenschappelijke taal van waaruit je handelt. Maar een gemeente is natuurlijk geen supermarkt. Gemeenten moeten rekening houden met alle doelgroepen (“inclusief”), en inwoners en ondernemers komen vaak uit noodzaak (“onmisbaar”) in contact met de gemeente. Daarbij hebben gemeenten een divers product- en dienstenaanbod, en is de klant minder eenduidig. Om maar eens wat te noemen: een inwoner voelt zich echt geen “klant” als hij of zij een boete krijgt. Gemeenten zullen het dus op hun eigen manier moeten doen.’ de vijf formules voor gemeentelijke dienstverlening De gemeente Hengelo heeft vijf serviceformules ontwikkeld. Vijf formules die hetzelfde onderliggende doel delen: burgers zekerheden geven bij het afnemen en gebruiken van gemeentelijke producten. Bij deze zekerheden horen voor elke formule interne afspraken om die zekerheden waar te maken. in de praktijk Om te laten zien hoe de formules in de praktijk werken, volgt hier een schets van de klantreis van Jesse. Jesse wil een café beginnen in de Hengelose binnenstad. Hij heeft al een leuk pand op het oog. Maar voordat hij de deuren kan openen, moet hij van alles regelen met de gemeente – niet bepaald zijn core business. Van een bevriende horecaondernemer uit een andere stad heeft hij gehoord dat het voortraject vreselijk tijdrovend is. Alleen al het downloaden, invullen, scannen en mailen van al die aanvraagformulieren! En dan moet hij ook nog naar het stadskantoor om uit te leggen hoe hij zijn café wil inrichten. Terwijl het wel zo praktisch is als de ambtenaar bij hem op bezoek zou komen, dan kan deze meteen zien om wat voor ruimte het gaat. Met gezonde tegenzin neemt Jesse contact op met de gemeente – hij moet immers wel. Daar wacht hem een aangename verrassing. voordat de aanvraag wordt ingediend, adviseert de gemeenteambtenaar de aspirant-ondernemer over wat er precies nodig is 10

in serviceformules dienstverlening De afdeling Ruimte en Bouwen (verantwoordelijk voor de vergunningverlening) en het programma Dienstverlening hebben geconstateerd dat de Wegwijsformule perfect aansluit op een horeca-aanvraag. Dat begint al bij het eerste, vrijblijvende gesprek: niet op het stadskantoor, maar op de beoogde horecalocatie. Voordat de daadwerkelijke aanvraag wordt ingediend, adviseert de gemeenteambtenaar de aspirant-ondernemer over wat er precies nodig is. Dat scheelt een hoop tijd. Weet Jesse eenmaal wat hij moet aanvragen, dan verloopt de rest van het proces bijna automatisch. Het formulier voor de horeca-aanvraag staat digitaal op de website en hoeft niet geprint te worden. Het digitale formulier is bovendien ‘slim’: het laat alleen de vragen zien die van toepassing zijn op Jesse’s situatie. Bovendien heeft Hengelo de drank- en horecavergunning, de terrasvergunning en de speelautomatenvergunning samengevoegd tot één nieuwe gecombineerde horeca-aanvraag. Het persoonlijke contact, het meedenken en de combinatie van meerdere producten zijn dé kenmerken van de Wegwijsformule. En daar blijft het niet bij. De vergunningverlener wijst ook op een aantal algemene regels die nageleefd moeten worden, zoals het naleven van sluitingstijden en het terrassenbeleid (Handhaafformule). het persoonlijke contact, het meedenken en de combinatie van meerdere producten zijn dé kenmerken van de wegwijsformule Na het vlot verlopen vergunningentraject gaat het café open. Jesse heeft het erg druk en wil graag een nieuwe leidinggevende op de vergunning laten bijschrijven. Dat is snel geregeld. Omdat de gemeente alle informatie al heeft, is het meteen duidelijk dat de beoogde leidinggevende bijgeschreven kan worden (Flitsformule). Nu Jesse’s café een tijdje open is, wil hij meer bezoekers trekken. Een aantrekkelijke binnenstad met veel evenementen kan hierbij helpen. Met een aantal collega-ondernemers neemt hij contact op met de gemeente om gezamenlijk een plan te maken (Cocreatieformule). Tot slot zou de straat waar zijn café ligt wel wat schoner mogen – de vuilnisbakken zitten overvol. Na een gesprek met de gemeente worden de vuilnisbakken vaker geleegd (Beheerformule). wat werkt voor hengelo, kan net zo goed werken voor amsterdam en zierikzee voor alle 380 gemeenten Wat werkt voor Hengelo, kan net zo goed werken voor Amsterdam en Zierikzee. Want dat is een ander sterk punt van het concept serviceformules: het is eenvoudig op te schalen naar alle Nederlandse gemeenten. Daarom trekken Hengelo en VNG Realisatie de komende tijd samen op om het formuledenken onder de aandacht van zo veel mogelijk gemeenten te brengen. Leonie Brouwer, projectmanager Kenniscentrum Dienstverlening van VNG Realisatie, legt uit: ‘De serviceformules en de samenwerking met Hengelo passen perfect bij Samen Organiseren, de beweging binnen de gemeenten waarin alles draait om samen ontwikkelen en gebruiken. Voor alle gemeenten biedt formuledenken een gedeelde taal en referentiekader. Tegelijkertijd is er genoeg ruimte voor elke afzonderlijke gemeente om de kenmerken van de formules aan te passen aan de eigen dienstverleningsagenda en identiteit. Mét de gemeenschappelijke taal van de vijf formules die voor alle gemeenten dezelfde zijn. Een mooi instrument om samen te werken aan klantgedreven dienstverlening vanuit het perspectief van inwoners en ondernemers.’ Meer weten? Kijk op www.vngrealisatie.nl/serviceformules 11

benut de ervaring van tien jaar samen artikel dimpact wil common Dimpact is enthousiast over Common Ground. Het samenwerkingsverband ziet hier prachtige innovatiekansen voor de publieke dienstverlening. Afgelopen juni hebben de bestuurders van de 34 Dimpact-lidgemeenten het gedachtegoed van Common Ground omarmd en tot onderdeel gemaakt van de strategische koers van het samenwerkingsverband. Hoe kan Dimpact de Common Ground-beweging verder versterken? Tekst: René Bal, directeur-bestuurder bij Dimpact, Claudia Vermeulen, manager innovatie, strategie en governance bij Dimpact, en Hugo ter Doest, business-architect bij Dimpact C ommon Ground helpt bij het centraal stellen van de klant. Want overheidsinformatie en -diensten worden opnieuw geordend –rondom burger en bedrijf die de regie over hun eigen gegevens krijgen. Zo ontstaat er een transparantere overheid met een klantgerichte dienstverlening. Publieke dienstverlening wordt beter als gemeenten minder energie in de techniek hoeven te stoppen. Het samen organiseren van voorzieningen maakt dit mogelijk, en Common Ground biedt daartoe een leidraad waardoor gemeenten wendbaarder worden. Dat is ook nodig om sneller in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en veranderende klantbehoeften. Met Common Ground worden gemeenten onafhankelijker van ICT-leveranciers, waardoor de ICT-markt in beweging komt en ook nieuwe spelers het veld kunnen betreden. Om in deze context de regie te voeren, hebben gemeenten elkaar nodig, en dus blijft goed samenwerken een uitdaging. De gemeenten die lid zijn van Dimpact kunnen daar nu, na ruim tien jaar gezamenlijke regievoering, over meepraten. publieke dienstverlening wordt beter als gemeenten minder energie in de techniek hoeven te stoppen fieldlabs De huidige voorzieningen binnen het Dimpact-samenwerkingsverband gaan uit van een gelaagde informatie-architectuur en een scheiding tussen interactie en registratie. Doorontwikkeling van deze architectuur is nodig om honderd procent Common Ground-bestendig te worden. In de Fieldlabs wordt daar nu aan meegebouwd. Tijdens het eerste Fieldlab heeft Dimpact in samenwerking met leverancier Atos de e-Suite (een zaaksysteem met zero-coding proces editor) aangesloten op het netwerk van Common Ground. Dit netwerk maakt het mogelijk om gegevens bij de bron op te halen en bij te houden. Het verhelpt veel problemen 12 Raymond Alexander licht Common Ground toe tijdens het Dimpact congres 2018 ‘Samenwerking is de toekomst’ met ICT-koppelingen en versterkt het principe van eenmalige opslag en hergebruik van gegevens. Hierdoor kunnen gemeenten bijvoorbeeld eenvoudiger apps van derden op de e-Suite aansluiten. Eind september is de volgende Fieldlab, met twee andere initiatieven waaraan Dimpact deelneemt: iSociaal en Kindpakket. zaaksystemen Dimpact verwacht dat Common Ground en Samen Organiseren een einde zullen maken aan de traditionele zaaksystemen. Het ligt voor de hand om de gegevenslaag uit deze zaaksystemen te halen en onder te brengen in de gegevenslaag van Common Ground. De procescomponenten van een zaaksysteem kunnen steeds meer beschikbaar komen als gezamenlijk georganiseerde landelijke voorziening. Dit past ook bij het standaardiseren van gemeentelijke processen. Maar voordat het landelijk gereed is, moeten gemeenten de stap daarnaartoe kunnen zetten via tussentijdse oplossingen.

ground versnellen werking en regie Best practice WIM Dimpact heeft praktijkervaring opgedaan met het opensource-initiatief WIM, een gemeentelijke hergebruik-website. Het is een voorbeeld voor gemeenten om zo samen de regie te voeren en met opensource-techniek te werken. In de techniek zijn interactie-laag en content gescheiden – een van de uitgangspunten van Common Ground. Daardoor gaan technische standaardisatie en lokale vormgeving toch samen. De Dimpactgemeenten beheren samen de website-standaard; ze bundelen hun wensen en geven gezamenlijk opdracht aan de (roulerende) onderhoudleverancier(s). Daarnaast kan elke gemeente lokaal deelopdrachten in het leveranciersnetwerk uitzetten. Alles wordt beschikbaar voor hergebruik, al dan niet gratis. Zo is WIM open en leveranciersonafhankelijk georganiseerd, terwijl gemeenten gezamenlijk de regie hebben over dit initiatief. samenwerking Landelijke samenwerking is noodzakelijk om landelijk beheer te regisseren. Gemeenten gaan de komende jaren steeds meer van de lokale naar de landelijke voorzieningen en dienstverlening. Landelijk beheer vraagt om gezamenlijke regie, en daarom is er een nieuwe governance nodig om landelijk grootschalig met elkaar te kunnen opereren. Ook praktische inzichten zijn nodig om de landelijke ambitie waar te maken. Dimpact regisseert nu bij 34 gemeenten het gezamenlijk beheer voor diverse voorzieningen. Om het landelijk beheer te organiseren, brengt ze die ervaring in bij de Common Ground-beweging. Common Ground wordt niet ontwikkeld door één organisatie, dus vraagt dit van de spelers samenwerking binnen de digitale overheid. Dimpact werkt niet alleen aan de opgave qua informatie-architectuur, maar bouwt ook mee aan de landelijke samenwerking die nodig is om Common Ground te realiseren. Een initiatief dat Dimpact in dit kader mede heeft opgezet, is het Kruispunt-overleg. Daaraan nemen de samenwerkingsverbanden WiGo4IT, Beware, Dimpact, Dataland, GBI en Birgit deel. Zij verkennen hoe ze elkaar kunnen versterken in de landelijke opgave, en daarbij is Common Ground een belangrijke stip op de horizon. dimpact verwacht dat common ground en samen organiseren een einde zullen maken aan de traditionele zaaksystemen 13 ervaring benutten De afgelopen jaren hebben de Dimpact-gemeenten in onderling overleg hun dienstverleningsprocessen gestandaardiseerd en deze van elkaar gebruikt.. Door zaakgericht te werken worden processen in het samenwerkingsverband geoptimaliseerd. Gemeenten voeren samen de regie over de bedrijfsprocessen, koppelvlakken en standaarden. Met een grafische proces editor (zero-coding) bouwen ze processen die in de online-bibliotheek worden uitgewisseld. Hergebruik, continue verbetering en leren van elkaar staan centraal in de praktijk. De Dimpact-gemeenten hebben nu samen diverse collectieve voorzieningen georganiseerd die ze beschikbaar stellen voor landelijk hergebruik. Zo kunnen alle gemeenten in Nederland meedoen. Andersom zal Dimpact zich inzetten voor het beheer van de landelijke voorzieningen die Common Ground biedt wat betreft de dienstverlening die alle gemeenten straks nodig hebben. Dimpact zet haar kennis en ervaring graag in om innovaties schaalbaar te maken en om regie en beheertaken samen met anderen in te richten. Meer weten? Kijk op www.dimpact.nl René Bal in gesprek met Dimpact-leden over innovatie

interview common ground als lei ‘ ik heb er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken!’ Constance Boogers is chief information officer (CIO) en hoofd ontwikkeling Informatisering en Automatisering bij de gemeente Nijmegen. Als lid van de Taskforce Samen Organiseren is het haar streven om vakgenoten online te betrekken bij de vernieuwing van de digitale overheid. ‘Zeker omdat expertise schaars is, moeten we de manier om bij te dragen aan de digitale overheid versimpelen.’ inGovernment in gesprek met Constance Boogers. Tekst: Otto Thors, hoofdredacteur inGovernment Hoe vult u de rol van CIO in? ‘Omdat vernieuwing naast de dagelijkse dingen plaatsvindt, is het van belang dat ik als CIO benadruk dat we taken slimmer kunnen doen. Vroeger stopten we een oplossing in een apparaat of IT-systeem. Vandaag de dag is het uitgangspunt om oplossingen kleiner en slimmer te maken. Dat vraagt om systeemvereenvoudiging. Wij proberen telkens na te gaan welke spullenboel we nodig hebben om de informatie goed te gebruiken en te verwerken. Dan komen er onderwerpen als veiligheid en privacy op je pad, vandaar dat ik met een breed team van specialisten samenwerk die goed zijn ingevoerd in dit soort complexe onderwerpen.’ dat is mijn belangrijkste focus: praktisch blijven en zaken simpel houden Welke focus hebt u op de veranderingen binnen de digitale overheid? ‘Ik denk na hoe we straks virtueel werken in onze stad van de toekomst. Hoe kunnen we met informatievoorziening de dagelijkse dingen die mensen dan nodig hebben ondersteunen? Ik vind alles in dat speelveld interessant en kan mij als CIO overal “tegenaan bemoeien”. Bij nieuwe ontwikkelingen stel ik meestal als eerste de vraag: “kan het makkelijker en goedkoper?” Als je ergens induikt, merk je dat het beantwoorden van die vraag nog niet zo simpel is. Aan veel veranderingsvraagstukken zitten meer aspecten dan je in eerste instantie voor ogen hebt. Denk aan beperkingen in wetgeving of complexiteit door samenwerking met partijen of bewonersbelangen. Achter elke vraag gaan er tien nieuwe schuil. Het vergt inventiviteit en samenwerking om deze vraagstukken te beantwoorden. Wat helpt is als je mensen kan verbinden en samen gaat kijken of we 14 een complex geheel simpeler kunnen maken. Dat is mijn belangrijkste focus: praktisch blijven en zaken simpel houden.’ Lukt dat simpel houden ook binnen de koepelorganisatie IMG 100.000+? ‘Ik denk dat tachtig procent van de Nederlandse gemeenten hetzelfde doel nastreeft, maar elke organisatie heeft een andere historie en kent een ander vertrekpunt. Dat maakt het vaak moeilijk om praktisch samen te werken, ook al komen onze opvattingen veelal overeen. We raken daarbij in een spaghetti-achtige warboel, want onze diverse informatiehuishoudingen zijn nou eenmaal anders opgebouwd. Oorzaak hiervan is dat veel collega’s in de domeinen de uitzondering op de regel te belangrijk maken. Het is mijn overtuiging dat we eerst de tachtig procent waarover we het wel eens zijn, moeten standaardiseren, en daarna pas kunnen gaan kijken naar de uitzonderingen.’ Wat is de meerwaarde van Common Ground als gezamenlijk denkmodel? ‘Common Ground is een helder informatiemodel, daarover zijn de meeste gemeenten het wel eens. Om dit model toe te passen, moeten we onze informatiehuishouding opknippen in vijf basislagen. Het moment waarop een gemeente dat doet en de huidige situatie ontvlecht en opknipt, moet eenieder zelf bepalen. Elke gemeente kiest haar eigen moment om deze beweging in te zetten. Het zou natuurlijk makkelijker zijn als dat moment landelijk en centraal werd afgedwongen, want dan ben je van een hoop discussies af. Dat kan echter alleen als er een centrale club is die alles regelt, maar die is er niet. Het is bovendien lastig voor gemeenten om lopende contracten met leveranciers open te breken. Dat leidt tot juridische problemen en dat kost bakken met geld. Bovendien leert de ervaring dat gemeentebesturen ook graag invloed willen houden op dit soort grote dossiers.’

draad voor verandering Constance Boogers is chief information officer (CIO) en hoofd ontwikkeling Informatisering en Automatisering bij de gemeente Nijmegen. Als lid van het dagelijks bestuur van vakvereniging IMG 100.000+ neemt zij mede namens de VIAG deel aan de Taskforce Samen Organiseren. Daarnaast is zij kernlid van het CIO-beraad van 100.000+-gemeenten. Hoe lang gaat het duren voordat de Common Ground een feit is? ‘Ik denk dat dit wel een jaar of tien zal duren voor het enige massa heeft bij alle gemeenten. Dat lijkt lang, maar het is ook wel verstandig dat dit zo geleidelijk plaatsvindt. Een big bang is niet haalbaar. De transitie heeft impact op de collega’s die ermee moeten werken. Het vergt namelijk veel menskracht om de Common Ground op te bouwen, en die is schaars bij gemeenten en leveranciers. Bovendien staat de tijd niet stil. Als komende jaren nieuwe innovaties ontstaan, dan wil je dit kunnen incorporeren in het informatiemodel. Modulair ontwikkelen biedt daarvoor mogelijkheden en voordelen. Een ander aspect van modulair ontwikkelen is dat je de taken kan verdelen. Om dubbel werk te voorkomen moeten initiatieven op belangrijke onderwerpen worden ingedeeld. Dus niet hetzelfde initiatief ontwikkelen in samenwerkende gemeenten in het noorden en dan tegelijk in het zuiden ook met hetzelfde bezig zijn. Laten we profiteren van elkaars inzichten. Om dat in goede banen te leiden, is er een programmatische aanpak nodig. Mijn focus binnen de Taskforce is om de Common Ground concreet te realiseren. We letten er daarbij op dat deze op basis van open source wordt ontwikkeld en schaalbaar is. Daarvoor moeten we de wensen en eisen vanuit de domeinen vertalen naar het informatiemodel en de techniek. Vanuit de vakverenigingen die ik vertegenwoordig proberen wij bij dit proces te helpen door vanuit onze achterban inhoudelijk te adviseren.’ Levert de consultatie van uw achterban tijdig en bruikbaar resultaat op? ‘Jazeker. De afgelopen vergadering waren er bijvoorbeeld 33 items geagendeerd bij de Taskforce. Ik heb deze online aan de achterban voorgelegd ter beoordeling en advies. Nu doen we dat nog vooral vanuit de besturen en de kerngroep 15

interview Ons vakgebied vernieuwt zich continu. Het wordt eenvoudiger om hierop te anticiperen als gemeenten hetzelfde werken. Vakverenigingen kunnen dit stimuleren, maar iedere koepel zal een eigen vorm kiezen om kennis over nieuwe innovaties te delen.’ wij proberen telkens na te gaan welke spullenboel we nodig hebben om de informatie goed te gebruiken en te verwerken van het CIO-beraad. We gebruiken daarvoor een handige online-manier van annoteren. Deze werkwijze willen we na de zomer verbreden via een website, zodat de vakgenoten in heel Nederland vanuit hun expertise mee kunnen denken. Daarbij maken we groepjes en wijzen we voortrekkers aan bij thema’s en domeinen, zodat Common Ground gaat groeien door de juiste kennis te ontsluiten. Het online samenwerken kan als werkvorm ook bij andere vakverenigingen worden geïntroduceerd – zo mogelijk verbonden met mensen uit onze vakvereniging. Zo kunnen we een landelijke community opzetten die nu voor Common Ground wordt gebruikt, maar op een later moment ook breder inzetbaar is.’ Is online samenwerken de sleutel tot succes voor de Common Ground? ‘Ja, want het helpt om mensen breed te verbinden van Opmeer tot Maastricht en van Goes tot Groningen. Verandering moet niet afhankelijk zijn van een te kleine groep. Zo lang we nadruk leggen op fysiek vergaderen op een centrale locatie in het land, doe je een onbedoeld groot beroep op de motivatie van vakgenoten uit Groningen of Maastricht om mee te doen. Online is die extra horde niet aan de orde. Dat online-aspect ben ik aan het entameren. 16 Wat draagt de gemeente Nijmegen bij aan de Common Ground? ‘Wij gaan tijdens het Fieldlab dienstverlening de principes van de Common Ground toepassen op een dienstverleningsproces. Daarmee willen we meebouwen aan de NLxroad. Concreet heeft de gemeente Nijmegen als speerpunt de digitale identiteit, op basis van ons bestuurlijk gedragen programma Open & Weerbaar. Digitale identiteit is in zo veel processen van belang dat dit vraagt om prioriteit. De ontwikkeling van een digitale identiteit vergt een samenspel van veel partijen. Momenteel wordt binnen een identiteitslab samengewerkt aan een oplossing waar wij als gemeente ook aan bijdragen. Nijmegen heeft een van de onderdelen hiervoor aangedragen – de IRMA-app die door de Radboud Universiteit is ontwikkeld op basis van tien jaar onderzoek. Deze toepassing zijn we nu aan het verrijken met BRP-attributen en willen we testen op een oplossing die handig is voor inwoners.’ Waar staan we over twee jaar? ‘Ik zou het geweldig vinden als we in de komende twee jaar de helft van alle Nederlandse gemeenten aansluiten op de Common Ground. Dan kunnen we gaan bouwen op basis van hetzelfde model. We moeten op korte termijn de eerste stappen zetten en oefenen. Dat hoeft niet in de volle breedte, dus ik verwacht niet direct dat alle processen op basis van Common Ground zullen werken. Aansluiten en bouwen is de eerste stap. Daarnaast verwacht ik dat we binnen een jaar weten hoe we omgaan met de digitale identiteit. Dat is van groot belang voor onze inwoners. Wij kunnen het proces van authenticatie zo veel makkelijker maken, binnen de overheid als ook daarbuiten bij banken en in het bedrijfsleven. Als het identiteitslab slaagt, weten we rond het einde van dit jaar hoe de basis eruitziet en kunnen we gaan doorontwikkelen.’ Wat hebben we daarvoor nodig? ‘We zullen bij gemeenten mensen moeten vrijspelen om nieuwe dingen op te bouwen. Dat kost extra inspanning, want ondertussen moet de winkel open blijven. Ik zal blij zijn als we mensen kunnen inzetten om te gaan bouwen aan de Common Ground, zonder dat ze met de huidige dienstverleningswinkel bezig zijn. Natuurlijk kost dat ook inzet, maar laten we met een groep mensen die nieuwe NL-winkel opbouwen, de basis ervoor leggen en dan doorpakken. Dan zou ik heel gelukkig zijn, en eerlijk gezegd heb ik er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken!’

artikel fieldlab dienstverlening innovatie van project naar beweging Van 24 tot en met 28 september organiseren De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Vereniging Directeuren Publieksdiensten (VDP) samen met hun partners een Fieldlab Dienstverlening in Zwolle. We gaan een week lang werken aan betere dienstverlening. Belangrijke vraag: hoe ontwikkelt de gemeentelijke dienstverlening zich de komende jaren? Aan het eind van de week willen we een strategische agenda hebben met een aantal sporen. Daarbij denken we aan dienstverlening, digitale identiteit, organisatie van klant contact en interactie, implementatie en verandering, en de vormgeving van de ‘+1-gemeente’. Tekst: Jan Fraanje, directeur van de VDP D e ‘+1-gemeente’ is de gemeente die je zou ontwerpen als je helemaal opnieuw zou mogen beginnen. Het denken begint ‘radicaal’ vanuit de klant, de burger, de ondernemer. Hoe ziet dat eruit? En welke stappen zetten we de komende jaren? Om dat te ontdekken, werken we met klantreizen en serviceformules. We vragen ons af hoe we de dienstverlening slimmer, beter en sneller kunnen laten verlopen. Zodat het past in ons nieuwe ‘Common Ground’-stelsel dat de data bevrijdt uit de systemen. Werkende toepassingen, daar mikken we op. ‘Eenmalig vastleggen, meervoudig gebruik’ is daarbij het devies. toegankelijk Het programma sluit nauw aan bij de ‘Agenda Digitale Overheid, NL DIGIbeter’ die staatssecretaris Raymond Knops op 13 juli jl. in Zoetermeer gepresenteerd heeft. Verbetering van de overheidstoegankelijkheid is een belangrijk thema. Lukt het ons om samen met de mensen van het programma ‘Informatie op Maat’ een plan uit te werken met één digitale entree voor alle overheidsproducten en -diensten? Lukt het ons om Mijnoverheid te verbeteren, mede in relatie tot Mijngemeente? En lukt het ons om te bedenken hoe we stappen kunnen zetten naar een volwaardige digitale postbus voor alle burgers? europa We hoeven natuurlijk niet alles zelf te bedenken. Europa wordt steeds belangrijker en dat bepaalt de verhoudingen tussen overheid en burger. Nederland speelt evenals andere Europese landen daarop in. Tijdens het Fieldlab kijken we wat we van die landen kunnen leren. Kunnen we het digitale stelsel uit Estland vertalen naar Nederland als Nederlandse X-road (NLX)? Of het digitale portaal ‘borger.dk’ uit Denemarken? En uit Vlaanderen de modulaire aanpak van werkprocessen en innovatief aanbesteden? We gaan kijken of zulke slimme oplossingen toe te spitsen zijn op de Nederlandse situatie, zodat we hier sneller kunnen ontwikkelen. agile Het Fieldlab maakt het ons mogelijk om agile te ontwerpen. Vaststellen waar we over vijf of tien jaar willen zijn, wordt steeds moeilijker. Niets is zeker, dus regulier plannen wordt lastig. Daarom is het op waarden sturen belangrijk: de werkelijkheid verandert, maar waarden als slimmer, sneller, veiliger en met respect voor de privacy, gelden altijd. En zijn toepasbaar op iedere nieuwe ontwikkeling. Daarnaast moeten we kijken naar hoe we verbeteren en ontwikkelen. Niet langer via een gedetailleerd programma van eisen, aanbesteding en gunning. Maar veel soepeler via co-creatie. de ‘+1-gemeente’ is de gemeente die je zou ontwerpen als je helemaal opnieuw zou mogen beginnen Daarom zou het goed zijn als Fieldlab Dienstverlening gevolgd zou worden door een aantal nieuwe Fieldlabs. Vooraf gepland, met een globale richting en strategische agenda. Met sporen die we na ieder Fieldlab uitwerken en in het volgende Fieldlab presenteren. Samen innoveren, interbestuurlijk, met ketenpartners. En vanuit het perspectief van klant, burger of ondernemer. Meer weten: https://werkenaaneenoverheid.pleio.nl/ 17

artikel platform forus brengt stap dichterbij kindpakket gemeente zuidhorn eerste toepassing Zo’n negentig procent van de controles die een gemeente uitvoert, kunnen ook automatisch. Daardoor komt er meer tijd beschikbaar voor de overige tien procent. Zo biedt automatisering gemeentelijke organisaties de kans om processen te verbeteren, zodat er weer meer tijd overblijft voor menselijk contact. De gemeente Zuidhorn zet met Platform Forus een eerste stap naar het volledig automatiseren van aanvraag, toekenning en afhandeling van het Kindpakket. Hoe is dit platform eigenlijk opgezet en hoe wordt het toegepast? Tekst: Sofie Berns, adviseur Digitale Innovatie bij Stichting Forus en Berenschot P latform Forus wil graag de uitvoering van gemeentelijke diensten radicaal en kwalitatief vereenvoudigen, versnellen en verbeteren. Het afzonderlijk aanvragen, toekennen en afhandelen van diensten wordt overbodig gemaakt door een openbaar decentraal platform gecombineerd met een soevereine identiteit. Met Platform Forus wordt er gestreefd naar een perfecte balans en interactie tussen IT-systemen en mensen, waarbij het menselijk oordeel bij controles leidend is, terwijl het systeem zorgt voor een transparante en efficiënte afhandeling. De toepassing hiervan kan de werkwijze van publieke organisaties sterk beïnvloeden, aangezien men repetitief werk kan automatiseren zodat er meer tijd is voor mensgericht maatwerk. Met de middelenbesparing die dit oplevert kan men nieuwe banen bekostigen die het menselijk contact verbeteren. implementatiestandaard Hoewel vele online-platformen in de private sector vraag en aanbod van producten en diensten samenbrengen – zoals eBay, Alibaba en Marktplaats.nl – vind je deze in de publieke sector nog nauwelijks. Platform Forus is voor overheden bedoeld en gebruikt blockchaintechnologie. Door de decentrale organisatie ervan worden gegevens betrouwbaarder en de gemeentelijke uitvoeringspraktijk efficiënter. Omdat de inzet van het platform en de hier aangewende toepassingen mogelijk grote invloed hebben op de gemeentelijke taakuitvoering, wordt er een implementatiestandaard opgesteld die de keuzemogelijkheden en implementatiegevolgen voor de gemeentelijke organisatie benoemd. Dit is essentieel voor het versoepelen van de te verwachten impact voor de gemeente, en neemt eventuele onduidelijkheid en onzekerheid weg. De implementatiestandaard is een statisch model, maar wordt herhaaldelijk verbeterd in ‘co-creatie’ met stakeholders. 18 techniek Momenteel wordt Platform Forus ontwikkeld met een zowel besloten als openbare decentrale blockchain back-end. Met de Kindpakkettoepassing voor de gemeente Zuidhorn wordt nu in de praktijk getest of de besloten variant goed functioneert. Als dit aan de technische, organisatiekundige en juridische randvoorwaarden voldoet, wordt het platform eind 2018 gemigreerd naar de openbare decentrale backend. Deze planning hangt ook samen met de roadmap van bijvoorbeeld de gebruikte Ethereum Blockchain-technologie. platform forus brengt fundamentele wijzigingen aan in hoe publieke en semi-publieke organisaties hun taken uitvoeren integrale projectaanpak Het succes van zowel de besloten en openbare platformvariant als de Kindpakkettoepassing zal blijken uit de praktijktoepassing die nu in Zuidhorn plaatsvindt. Het eindgebruikersperspectief is leidend bij de ontwikkeling, daarom worden alle stakeholders betrokken bij de systeemontwikkeling. Denk aan keuzes vanaf de front-ends van het systeem tot aan het opstellen van een samenwerkingsmodel voor het leveren van de opensource-programmeercode. Om op deze manier te kunnen ontwikkelen, zijn het platform en de Kindpakkettoepassing gebaseerd op de scrum-methode. Dat houdt in dat men, in opeenvolgende scrum-sprints, prototypes uitwerkt voor specifieke klantbehoeften aan de hand van user stories. Opeenvolgende sprints breiden de functionaliteiten uit en vormen samen het werkende platform- en toepassingsprototype.

blockchainoplossing impact De impact van het werken met Platform Forus is zowel op micro- als op macroniveau gericht. Op microniveau is de Kindpakkettoepassing vooral voor burgers die hiervan al gebruikmaken een verandering. Daarnaast leidt het vereenvoudigen van de aanvraag, toekenning en afhandeling van het Kindpakket ertoe dat de gemeente doelmatiger publieke middelen kan inzetten. Platform Forus brengt fundamentele wijzigingen aan in hoe publieke en semi-publieke organisaties hun taken uitvoeren. De wijze verandert waarop de overheid beslissingen neemt, omgaat met (financiële) transacties en interacteert met burgers en leveranciers. Hierdoor ontstaat er ruimte om gemeentelijke diensten echt anders in te richten dan tot op heden het geval is. Tot slot heeft de implementatiestandaard verschillende beoogde gevolgen. Deze standaard dient om onzekerheden te verminderen en de acceptatie van de oplossing te stimuleren. Op microniveau heeft dit betrekking op de acceptatie van de Kindpakkettoepassing, en op macroniveau op die van Platform Forus. De opschaling op toepassingsen platformniveau is bepalend voor het hergebruik van toepassingen, gevalideerde gegevens, en informatie voor overheid, burgers en leveranciers. technische haalbaarheid Het technische uitgangspunt is de Kindpakketoplossing in de gemeente Zuidhorn, gebouwd als centrale website op een traditionele back-end. Dat systeem levert vandaag al meerwaarde doordat dit het gebruiksgemak voor de burgers vergroot, de uitvoeringstijd van de gemeente aanzienlijk verlaagt, en de organisatie helpt om echt anders te denken. Er is sprake van verandering als het gaat om de gemeentelijke rol in onze maatschappij, om de rol die technologie daarbij speelt en om de inrichting van de organisatie. Nieuw is dat de architectuur en logica van Platform Forus en de Kindpakkettoepassing, zoals deze nu worden doorontwikkeld, een stapsgewijze decentralisatie faciliteren via het invoegen van een middenlaag: de Forus API. De eerste stap in de decentralisatie is migratie naar een besloten decentraal platform: alle logica wordt als smart contract op een besloten Ethereum-chain uitgevoerd. Gegevens worden op een besloten IPFS-node opgeslagen. schaalbaarheid Naast de Kindpakkettoepassing kan men Platform Forus inzetten bij andere diensten waar decentrale automatisering van repetitieve handelingen veel mogelijkheden biedt. Te denken valt aan de dienstenuitvoering zoals de aanvraag, toekenning en afhandeling van tegemoetkomingen, subsidies en vergunningen. De uitvoering hiervan ligt in binnen- en buitenland – bij gemeenten, provincies, de Rijksoverheid en fondsen (zoals goede doelen). Breedschalige inzet van Platform Forus heeft dus de potentie om niet alleen de overheid te versterken in Nederland, maar ook daarbuiten. Meer weten? Kijk op https://foundation.forus.io/nl/ 19

artikel de mens centraal niet het eigen webportaal De burger informeren met informatie die hij snapt en waarbij hij centraal staat – dat is in het kort de kern van het nieuwe programma Mens Centraal. De intentie is om de informatievoorziening en dienstverlening van de overheid zo in te richten dat deze voor de burger op maat voelt. Tekst: Kristel Dirkx en Han Rouw, programmamanager en programmasecretaris bij het interbestuurlijke programma Mens Centraal D e gevolgen van gebrekkige of onduidelijke communicatie bij dienstverlening aan de burger zijn ernstig, zoals regelmatig blijkt uit schrijnende voorbeelden die steeds vaker de media halen. Steeds meer stakeholders en adviesorganen onderschrijven de maatschappelijke urgentie van voor de klant meer op maat gesneden informatie en dienstverlening. Ze erkennen de noodzaak van een gezamenlijke en integrale aanpak van de overheid, waarin de mens centraal staat. Op diverse plekken binnen gemeenten, uitvoeringsorganisaties en het Rijk wordt eraan gewerkt om niet de eigen organisatie, maar de logica van de ontvanger leidend te laten zijn in de communicatie en dienstverlening. Bijvoorbeeld in gemeenten die hun dienstverlening hebben ingericht op basis van uitgewerkte klantreizen of die experimenteren met andere vormen van content, zoals in Rotterdam waar beelden worden gebruikt in de gemeentelijke communica20 tie. Een voorbeeld is ook de samenwerking tussen de Manifestgroep en de Voorlichtingsraad in het maken van checklists rond levensgebeurtenissen. Wat nog ontbreekt, is een structuur (een plek) om dit samen te brengen, aan elkaar te verbinden, te delen en de onderlinge banden te versterken. Een plek waar goed geluisterd wordt naar de stem van de gebruiker en waar de ervaring van de overheidsprofessional die in contact staat met de gebruiker (aan de balie of in de wijk) wordt benut. Het interbestuurlijke programma Mens Centraal, dat per 15 augustus van start ging, gaat hiermee aan de slag. de gevolgen van gebrekkige of onduidelijke communicatie bij dienstverlening aan de burger zijn ernstig

over mens centraal Doel van het programma Mens Centraal is om de mens in alle communicatie en dienstverlening van de gehele overheid centraal te stellen. Op maat, vanuit het perspectief van de ontvanger, digitaal waar het kan en met persoonlijk contact waar dat beter is. Zodat we het als gezamenlijke overheden voor iedereen zo duidelijk en eenvoudig mogelijk maken. Mens Centraal fungeert als een platform en is bedoeld om initiatieven overheidsbreed bij elkaar te brengen en om met communicatie-expertise en onderzoek daar ook actief aan bij te dragen. Het nieuwe Communicatie- en Dienstverleningsberaad Overheid, waar directeuren Communicatie en directeuren Dienstverlening van alle overheidslagen aan deelnemen, speelt een belangrijke rol in het maken van overheidsbrede afspraken. doel van het programma mens centraal is om de mens in alle communicatie en dienstverlening van de gehele overheid centraal te stellen overheid als geheel herkenbaarder en toegankelijker De beweging naar meer aandacht voor de mens in de communicatie is binnen de Rijksoverheid in 2014 in gang gezet door de Voorlichtingsraad – het communicatieoverleg waar alle directeuren communicatie van de departementen zitting in hebben. Uit onderzoek onder gebruikers van overheidsinformatie en -dienstverlening kwamen drie belangrijke noties naar voren, die de basis vormen voor de aanpak van de Voorlichtingsraad: als overheid moet je beter aansluiten bij de context van de ontvanger, als overheid moet je het geheel herkenbaarder en toegankelijker maken en als overheid moet je beter aansluiten op bestaande netwerken. mensen in een bepaalde situatie moeten doen en waarbij ze worden doorgeleid naar het juiste loket. De checklists worden gepubliceerd op Overheid.nl en Rijksoverheid.nl en kunnen door middel van een API ook toegankelijk worden gemaakt op andere platforms. De checklists komen tot stand op basis van uitgebreid onderzoek naar de informatiebehoefte van mensen die te maken hebben met bepaalde levensgebeurtenissen. De volgende stap is het koppelen van informatie aan transactie, zodat burgers niet alleen een overzicht krijgen, maar vanuit dit overzicht ook worden doorgeleid naar de plek waar ze de benodigde transactie kunnen verrichten. portaal als wegwijzer In de Agenda Digitale Overheid wordt gesproken over de modernisering van de overheidsportalen. De samenwerking tussen de bestaande portalen Overheid.nl, Rijksoverheid.nl, Ondernemersplein.nl en Mijnoverheid, die vorig jaar is ingezet, biedt mogelijkheden. De volgende stap is nu om gemeenten en uitvoeringsorganisaties erop aan te sluiten. Uit diverse onderzoeken blijkt namelijk dat mensen die online contact zoeken met de overheid, vooral kijken op de website van hun gemeente of de relevante uitvoeringsorganisatie (zoals Belastingdienst, DUO of UWV). Onderzoek wijst ook uit dat het voor burgers en ondernemers onduidelijk is waar welk overheidsportaal voor staat en wat je er kunt doen. Tegelijkertijd laten de cijfers zien dat de algemene overheidsportalen in een behoefte voorzien, met name waar het gaat om de wegwijzerfunctie in het woud van overheidsinformatie. Dit alles bij elkaar en de inzichten die zijn opgehaald uit ons omringende landen, zoals het Verenigd Koninkrijk (gov.uk) en Denemarken (borger.dk) maken de verkenning rondom samenwerking en samenhang van de portalen compleet. onderzoek wijst ook uit dat het voor burgers en ondernemers onduidelijk is waar welk overheidsportaal voor staat en wat je er kunt doen van informatie naar transactie De uitwerking van checklists rond levensgebeurtenissen, een samenwerking tussen Manifestgroep en Voorlichtingsraad, is een mooi voorbeeld van meer op maat gesneden informatievoorziening. Inmiddels zijn checklists gemaakt voor zo’n tien levensgebeurtenissen (zoals overlijden, scheiden of werkloos worden), waarin wordt uitgelegd wat 21

xander jongejan alles is taal Ik wil iets aan u duidelijk maken. De meesten van u ken ik niet. Ik doe een aanname over de manier waarop ik u kan bereiken. Want ik wil u bereiken. Ik wil u iets duidelijk maken. Als ik dat bedacht heb, verzamel ik ongeveer tweeduizend zwarte tekens en die zet ik in een bepaalde volgorde achter en onder elkaar op een wit vel. Elk tekentje is ongeveer even groot en heeft een eigen betekenis. In combinatie met andere tekentjes maken ze een nieuwe betekenis. De volgorde van de gecombineerde tekentjes maakt op zichzelf ook weer een nieuwe betekenis. Die ondersteunen het totaal aan betekenissen. Als ik zeker weet dat dit de best mogelijke volgorde is van de tekens, stuur ik het op naar een tussenpersoon. Hij zorgt ervoor dat al die tekens op een groen papier worden gezet. Opdat u weet van wie deze verzameling tekens komt, is mijn portret erbij geplakt. Het groene papier wordt toegevoegd aan andere papieren met tekens. Samen geven ze weer nieuwe betekenissen. De verzameling papieren wordt aan u verzonden en door iemand in een blauw/oranje pakje op de mat bij uw deur gelegd of in een verzamelbakje aan uw huis gedeponeerd. U neemt het papier mee naar uw stoel. u zit op uw stoel en houdt het groene papier met uw handen op een bepaalde afstand voor uw gezicht, zodat u de tekentjes scherp kunt zien U zit op uw stoel en houdt het groene papier met uw handen op een bepaalde afstand voor uw gezicht, zodat u de tekentjes scherp kunt zien. Misschien doet u een speciaal instrument op uw hoofd om doorheen te kijken naar de tekentjes. U bekijkt de tekentjes. Dat gaat niet lukraak, u doet dat op een vooraf bepaalde manier. Ooit is u geleerd dat u de tekentjes van links naar rechts en van boven naar onder bekijkt. U begrijpt de betekenis van de tekens. Mogelijk begrijpt u de betekenis van het geheel aan tekens. Misschien leidt het tot een emotie. Ergernis, verwondering, vrolijkheid. Dat bepaalt u zelf. Ieder van u reageert op zijn eigen manier. Misschien lijken sommige reacties op elkaar, maar exact gelijk zullen ze niet zijn. U verschilt namelijk van elkaar. Hoe u de betekenis van de tekens waardeert is persoonlijk. Het hangt af van uw situatie en uw karakter. Wat wilt u met deze tekens? Staat u open voor nieuwe betekenis? Welke betekenis geeft u zelf aan de verzameling tekens? Wilt u iets duidelijk krijgen? Ik wil iets aan u duidelijk maken. De meesten van u ken ik niet. Ik doe een aanname over de manier waarop ik u kan bereiken. Want ik wil u bereiken. Ik wil u iets duidelijk maken. Als ik dat bedacht heb, verzamel ik ongeveer tweeduizend zwarte tekens. Tekst: Xander Jongejan, manager dienstverlening bij de gemeente Leeuwarden en dichter 22

colofon inGovernment is het multimediale platform voor de digitale overheid. Naast verhalen over dienstverlening, digitalisering en gegevensmanagement wordt aandacht besteed aan actuele thema’s zoals smart city’s, blockchain en samen organiseren. inGovernment informeert professionals over relevante ontwikkelingen en focust op inclusiviteit, interactie en innovatie. inGovernment is een uitgave van de Vereniging Directeuren Publieksdiensten (VDP). inGovernment bestaat als kennisplatform uit een kwartaalblad dat ook als online magazine beschikbaar is via de website www.publieksdiensten.nl/ingovernment inGovernment verschijnt vier maal per jaar. Jaargang 12, nummer 3 (september) issn: 2213-2228 Oplage: 7100 Uitgever Otto Thors Redactie Otto Thors (hoofdredacteur) Jan Fraanje Eindredactie Taalanatomisch bureau De Twee Hanen, Kimswerd Vormgeving Villa Y, Henxel Druk Senefelder Misset, Doetinchem Redactieadres Postbus 2758 3500 gt Utrecht E-mail: info@ingovernment.nl Abonnementen Professionals werkzaam bij de overheid op het gebied van (digitale) dienstverlening kunnen zich kosteloos abonneren op inGovernment via www.publieksdiensten.nl/ingovernment Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomen heden, noch voor gevolgen hiervan. © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen of gedeelten daarvan over te nemen. over de vdp De Vereniging Directeuren Publieksdiensten (VDP) bestaat uit directeuren en managers verantwoordelijk voor overheidsdienstverlening. De 112 leden zijn werkzaam bij 75 gemeenten en vertegenwoordigen meer dan 8,5 miljoen inwoners. De VDP houdt zich bezig met strategische innovatie van dienstverlening zoals geformuleerd in de overheidsbrede visie op Dienstverlening 2020. De vereniging biedt een podium om het vakgebied te stimuleren en de leden te inspireren tijdens kwartaalbijeenkomsten. Missie Met kennis van dienstverlening aan burgers en bedrijven: • zijn we motor voor vernieuwing van de publieksdienstverlening. • organiseren we samenwerking met het Rijk en partners. • verbinden we initiatieven en beïnvloeden landelijk beleid. Activiteiten • positioneren van strategische belangen overheidsdienstver lening. • organiseren van het collectief van overheidsdienstverleners. • kwartaalbijeenkomsten (interactie en inspiratie). • kennisdeling. • uitbrengen van publicaties en opinie vormende artikelen. • monitoren uitvoerings programma. Samen organiseren we de digitale overheid oproep Blijf op de hoogte van innovatieve ontwikkelingen Meld je (gratis) aan als nieuwe abonnee Vul het aanmeldformulier in op de website www.publieksdiensten.nl/ingovernment 23

advertentie 5 NOVE EER ES EBRU AAL TI ientallen workshops & sessies voor een gebruiksvriendelijke overheid

25

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication