5

onze inwoners – en dat gaat echt te ver. Ook al kan ik nu nog niet precies de output overzien, toch vind ik dat we werk moeten maken van de overheid als platform. Als provincies hebben we in de IDA afgesproken dat we dit platform gaan bouwen. Het is onze ambitie om dat op een volmaakt transparante manier te doen. Dat wil zeggen dat iedereen partner kan worden en kan meedoen op een wijze die voor iedereen navolgbaar is. De nieuwe overheid is immers van ons allemaal.’ Leeft het onderwerp digitale ethiek al bij de provincie? ‘Het agenderen van de morele kant van de digitalisering is mijn persoonlijke missie. Als ik aan Google vraag om betere gezondheidszorg, dan krijgt tachtig procent van de populatie het beter en twintig procent het slechter. Omdat het gemiddelde dan is verbeterd, zou dit vanuit een technologisch perspectief een optimale keuze kunnen zijn. Maar daarbij ga je voorbij aan vragen over inclusiviteit, rechtvaardigheid en vertrouwen. Digitalisering vraagt om een door waarde gedreven benadering. Ik maak me echt zorgen over wat er wereldwijd gaande is. In de Verenigde Staten zie je dat de invloed van de vijf grootste tech-bedrijven op het maatschappelijk verkeer toeneemt. In China wordt bigbrother-technologie ingezet om burgers overal de maat te nemen. Wij moeten laten zien dat wij in Europa het publieke domein op basis van waarden blijven benaderen. Als ik daar ook maar 0,001 procent aan kan bijdragen, dan ben ik tevreden.’ Hoe ga je dat aanpakken? ‘Door mijn verhaal te vertellen en mensen te verbinden aan onze opgave. Als ik over data en technologie praat, bereik ik de enkeling die technologie leuk vindt. Als ik over publieke waarden van de digitale overheid praat, dan willen er veel meer mensen met me meedenken. Bestuurders en ambtenaren willen bewust bijdragen aan het maatschappelijk belang. Met mijn verhaal appeleer ik aan hun oergevoel om publieke waarden te creëren. In eerste instantie moeten we samen op zoek gaan naar de juiste vragen. Ik hoop mijn verhaal in de komende periode te versterken doordat ik nu beter weet welke vragen ik moet stellen. Ik ben nog helemaal niet bezig met de antwoorden. Ik weet wel dat de digitale overheid absoluut geen ICT-project is waarbij we voor een paar miljoen euro een nieuw platform bouwen. Het is een verhaal over ethiek, waarden en moraliteit. Ik wil de overheid als platform operationaliseren door een handelingsperspectief te bieden voor uiteenlopende gevallen. Daarbij werk ik aan een ethische code. Dat is ambitieus en best ingewikkeld, dus start ik bij versie 0.1 in plaats van versie 1.0. De realisatie en acceptatie daarvan verloopt stap voor stap, zonder enige vorm van planning. Want ik laat de tijd liever los. Als ik naar echte oplossingen wil zoeken, dan kan ik de tijd nu even niet gebruiken.’ Welke vraagstukken moet die ethische code oplossen? ‘Neem bijvoorbeeld een project in het Westland waar vanwege de bloemenveiling veel vrachtverkeer is. Als daar tien vrachtwagens in colonne rijden en communiceren met sensoren dan krijgen ze een groene golf. Dat is prettig voor de chauffeurs, goed voor de bereikbaarheid en het vermindert de CO2-uitstoot. Tegelijkertijd roept dit morele vragen op. Kan ik als gewone autobezitter ook een groene golf kopen? Als er meerdere colonnes zijn, wie heeft er dan voorrang? Kan ik een vooraf gegarandeerde snelheid kopen als ik op de provinciale weg ga rijden? Aan de hand van dit soort casuïstiek voeren we bij de provincie het gesprek over de morele vragen. Die gesprekken tussen vakspecialisten en techneuten vinden gepland en weloverwogen plaats. Dan merk je al gauw dat we andere woorden nodig hebben om in brede kring het gesprek te kunnen gaan voeren. Hierdoor krijg je nieuwe taal die het begin vormt van een nieuw mentaal model bij de provincie.’ Moet je niet eerst de basis op orde brengen voordat je gaat transformeren? ‘Bij termen als de basis op orde denk ik: “Gefeliciteerd, de wereld draait door. Kan je alleen transformeren nadat je bent geoptimaliseerd?” Ik denk het niet. Het is wel van belang dat je voldoende hebt geëxperimenteerd voordat je transformeert. Dan snap je beter wat er gebeurt, en krijg je meer gevoel bij de beweging die je inzet. Toch is transformatie bij de overheid een enorme puzzel omdat dit niet van buitenaf kan komen, zoals bijvoorbeeld wel het geval is in de taxiwereld met Uber of in de hotelwereld met Airbnb. Ik heb onderzoeksbureau Gartner een tijdje geleden gevraagd om aan te geven in welke mate de private sector de overheid zou kunnen overnemen. Daar komt men nog niet uit, want zodra je een democratisch aspect aan je handelen verbindt, staat de wagen direct stil. Gelukkig maar, zeg ik als democraat in hart en nieren, want ik vind dat we in het algemeen belang afwegingen moeten maken zodat we een samenleving vormen op basis van maatschappelijke waarden. De overheid moet, zonder de disruptieve inbreng van private partijen, inzetten op zelf-transformatie en dat is best ingewikkeld.’ Waar begint de digitale transformatie van de overheid? ‘Door te erkennen dat digitalisering een politiek onderwerp is, want het gaat over moraliteit. Dat vergt een andere mindset bij onze medewerkers. We kunnen niet langer op een traditionele manier naar de wereld kijken vanuit het perspectief van beleid en realisatie. We zullen ook vanuit data en technologie naar maatschappelijke vraagstukken moeten kijken. Daar valt nog een wereld te winnen. Ik denk dat het helpt als ik vanuit mijn positie bij de provincie Zuid-Holland aandacht vraag voor digitale transformatie. Maar ik heb geen seconde de illusie dat ik dit in mijn eentje kan. Ook andere collega’s binnen de overheid moeten hiermee aan de slag. Ik kan hen aanmoedigen en mensen met elkaar verbinden.’ 5

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication