12

Ik zie wat jij niet ziet EN DE KLEUR IS ZWART God, grant me the serenity to accept the things I cannot change, Courage to change the things I can, And wisdom to know the diff erence. Reinhold Niebuhr (1892 – 1971) H et trillen van m’n mobiel maakt me wakker. Met een grom graai ik het ding onder mijn kussen vandaan. ‘Gast, waar blijft jouw input?’ Ik staar naar het schermpje, zucht en gooi het ding naast me op het matras. Een paar seconden later een nieuwe triling. ´Hallohoooo?’ Met moeite beweeg ik mijn duimen. ‘Nu ff niet Bas. Sorry.’ ‘Wat?! Die prezi moet morgen af!’ Ja, dat weet ik ook wel! Die stomme presentatie is de laatste dagen nog geen moment uit mijn gedachten geweest. Ik haal diep adem. ‘Morgen misschien?’ ‘Dat zei je gisteren ook al. Maar dit kun je echt niet maken, man! Dat pikt Pietsere nooit.’ Ik zucht en kom moeizaam overeind. Stel je niet zo aan, houd ik mezelf voor. Wees een vent! Je hebt twaalf uur aan één stuk geslapen, dus je kunt gewoonweg niet meer moe zijn. Maar ik ben het wel! Ik hang mijn benen over de bedrand en hark met m’n tenen mijn slippers dichterbij. Gewoon kleren aan, even wat eten en aan de slag. Hoe moeilijk kan dat zijn? Opnieuw een berichtje. ‘Hé, zal ik anders naar jou toe12 komen? Doen we het samen.’ Ik schud mijn hoofd. Dat al helemaal niet. ‘Beter maar niet. Voel me niet zo tof, man.’ Ik krijg een boze smiley als antwoord. Waarom ben ik zo onbeschrijfelijk moe? Ik slof naar het raam en schuif het gordijn open. Het is al twaalf uur geweest, maar buiten is alles nog steeds grauw en kleurloos. Ook niet echt bevorderlijk voor m’n humeur. Ik luister bij de deur of ik nog kamergenoten hoor, maar alles is stil. Zo te horen is iedereen naar college. Behalve ik dus. In de badkamer gooi ik een paar handen water in m’n gezicht en haal een kam door m’n haar. Ik ruik onder m’n oksels. Eigenlijk moet ik douchen. Ik kijk peinzend naar de douchecabine. Uitkleden… wassen, weer helemaal afdrogen. Ik zucht. Ik heb er de fut niet voor. De bus deo dan maar. Geleund tegen de wasbak staar ik een tijdje naar mijn spiegelbeeld. Twee waterige ogen kijken me vanuit een vaalbleek gezicht met een troebele blik aan. Na een paar minuten kan ik de blik niet langer verdragen en sla ik mijn ogen neer. Ik capituleer. Het gaat me vandaag weer niet lukken. Ik kan het gewoonweg niet. Met een woedend gebaar veeg ik de beker met tandenborstels van de wasbak. De beker belandt met een kletterend geluid op de tegelvloer. Als ik een stap VERHAAL

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication