2

Symbolen In de maand februari begint het grote vasten (medz bakh) voor het Paasfeest (12 feb. – 31 maa.). In deze periode simboliseert iederen zondag een bepaalde levensweg. Voorbeelden hiervan zijn: ons geboorte, het zondigen, spijt hebben, berouwen en het tot inkeer komen. Omdat de zondagen verdeeld zijn over twee maanden worden de eerste drie zondagen van februari zijn in deze editie besproken. De overige zondagen worden besproken in de maart editie. Poon Paregentan (11 feb.): Het woord Paregentan betekent ‘het goede leven’. Op deze dag denken we terug aan het paradijs, waar Adam en Eva gelukkig leefden. Zij leefden samen met God en waren onschuldig. Deze dag staat in het teken van genot. Tijdens het vasten denken we aan hoe wij dit zijn kwijtgeraakt en laat het ook laat het ons zien hoe we terug kunnen keren naar het paradijs. De verdrijving (18 feb.): Wanneer Adam en Eva van de verboden vrucht aten, werden zij verdreven uit de tuin van Eden. De mens zondigde tegenover God, waardoor zij pijn ervaarden. Het zondigen van mensen leidt tot eenzaamheid. De band die Adam en Eva hadden in de tuin van Eden, hadden zij niet meer toen zij zondigden. De verloren zoon (25 feb.): Wanneer de zoon spijt heeft van wat hij gedaan had, keerde hij terug naar zijn vader met een gevoel van schaamte en schuld. Zijn vader nam hem in zijn armen en vierde een groot feest, omdat zijn zoon was teruggekeerd. De vastenperiode is een tijd van berouw. Wanneer wij onze fouten inzien en biechten voor onze Heer, zal God ons zegenen en ons in zijn armen nemen. 2

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication