7

6 januari (Mattheus 2:13-13) ‘De maagd zal zwanger zijn en een Zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuël geven, wat in onze taal betekent ‘God met ons’.’ (Mattheus 1:23, Jesaja 7:14) Vanuit onbereikbare hoogten van de hemel, boog de Heer zich, als een kind geboren in een grot, verarmd zich aan ons om ons te vullen met geestelijke zegeningen. De apostel Paulus zegt: ‘U hebt toch de genade van onze Here Jezus Christus leren kennen? Hoewel Hij heel rijk was, werd Hij arm ter wille van u, opdat Hij door arm te zijn u rijk zou maken.’ (II Korintiërs 8:9). God werd mens, zodat het geschapen mens het beeld van God zijn Schepper zou kennen, Zijn wil zou erkennen, om rijk te zijn met het geloof en het woord van God en de redding verdienend het eeuwige leven zou erven. Mensen denken vaak dat het verbeteren van het leven te maken heeft met materiële overvloed. Echter, als de mens God niet in zijn hart heeft, zal het materiële de mens alleen maar scheiden van God en het leven ontdoen van vreugde en geluk. De rijken leven in onrust, de armen in verdriet. Voor de mens die met God is, zijn er andere normen en waarden: ‘Laat uw liefde geen schijnvertoning zijn. Keer u af van het slechte en houd u vast aan het goede. Houd veel van elkaar, als broeders en zusters, en laat elkaar uw waardering blijken.’(Romeinen 12:9-10). Het Heilige Schrift leert ons dat voortgaan met God en vermenigvuldigen van zegeningen en overwinningen de hemelse kracht zal worden toegekend. 7

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication