10

Preek 8 juli 2018 Vandaag is een van de vijf hoofdzakelijke feestdagen van onze Heilige Kerk, de transfiguratie van onze Heer Jezus Christus, die plaatsvond op de berg Tabor. Dit feest vertelt ons wie wij volgen en op wie we onze hoop vestigen. Enkele weken vóór Zijn kruisiging vroeg de Heer Jezus aan zijn discipelen: “’Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’” (Matt. 16:13-14) Voor Jezus was echter de mening van anderen niet van belang, maar die van Zijn discipelen en dus vroeg Hij hen: “En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel.” (Matt. 16:15-17) Het was voor de Heere Jezus niet van belang wat de wereld over Hem zei. Jij, die Christen is, die Christus volgt, voor jou is het antwoord op wie Christus is belangrijk. Onze Heer is geen gewoon mens,God is in Hem. Hij is net als wij, maar er is iets heel anders in Hem dan in onszelf. God bestaat in hem en daarom verdient Hij dat wij Hem volgen en onze hoop op Hem te vestigen, want “Hij is God uit God” en “Licht uit Licht”. 10 Khorhurd Maar de Heere Jezus wilde niet dat wij Hem blindelings zouden volgen. Daarom beklom Hij na dit gesprek een berg samen met drie van Zijn discipelen; Petrus, Jakobus en Johannes om samen te bidden. En terwijl Jezus aan het bidden was, veranderde Hij van gedaante voor de ogen van zijn discipelen ... “En Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn klederen werden wit als licht” (Matt. 17:2). Op dat moment verschijnen ook de profeten Mozes en Elia en beginnen ze met Christus te spreken. De apostelen willen niet dat deze verschijning eindigt en dat zij van de berg van Tabor moeten afdalen. De apostel Petrus wendt zich tot Jezus. “ Heere, het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia.” Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!”. Ten slotte vallen de doodsbange apostelen op de grond en durven ze hun hoofd niet meer op te heffen. En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zei: “Sta op en wees niet bevreesd.” Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. (Mattheus 17:2-8)

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication