14

Preek 15 juli 2018 “Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is.” – Matteüs 18.10-11 Dit deel van de Evangelie wordt gevolgd door het verhaal van het verloren schaap, dat Christus ons heeft verteld. Dit gaat over hoe een man honderd schapen had en één daarvan verloor en hoe hij de negenennegentig schapen op de berg achterliet en op zoek ging naar het ene verloren schaap. Toen hij de verloren schaap vond, legde hij vol vreugde het schaap op zijn schouders en droeg het terug naar de kudde. Christus leert ons dat God in de hemel niet wil dat één van deze kinderen verloren gaat. Hier wordt duidelijk dat het God niet uitmaakt hoe klein of hoe oud iemand is. Het verschil tussen jong en oud hebben wij bedacht. Vooral in de tijd van Christus, werden kinderen als niet belangrijke mensen beschouwd omdat ze toch niks konden doen. Christus leert ons door deze boodschap dat niemand veracht moet worden, dat we niemand moeten verleiden, niet de oorzaak moet zijn van iemands verzoeking. Daarbij, wanneer Christus over het verloren schaap spreekt, richt Hij zich deels tot de Farizeeën, en bedoeld Hij met de “verloren schapen” de schuldigen. Allereerst moeten wij begrijpen wie de herder is. Als we in het Evangelie praten over herder, bedoelen we onze Heer Christus. Herders worden in het evangelie beschreven als 14 Khorhurd dappere en zorgzame mensen, die tegen de kou en tegen de hitte konden vechten, de gevaren van de nacht aandurfden, gevechten aangingen met wilde dieren om hun kudde te beschermen. Maar de herders hadden ook de mogelijkheid om meer na te denken, om aandachtiger en biddend met God te zijn. Het was geen toeval dat juist bij de herders de engelen kwamen in de nacht in Bethlehem. Het was tevens geen toeval dat Jezus zichzelf vaak met herders vergeleek, als de goede Herder. In dit deel van het evangelie vestigt Jezus onze aandacht op de daad van de herder, wanneer hij ziet dat zijn ene schaap verloren is. Hij verliet de negenennegentig anderen op de berg en ging opzoek naar die ene verlorene. De weg was gevaarlijk en moeilijk. Hij was opzoek naar het ene verloren schaap en riep steeds zijn naam. Jezus zegt dat hij ernaar zal zoeken totdat hij het vindt, zoals in het evangelie van Lucas wordt verteld. Het schaap was zo angstig en hulpeloos dat de herder het op zijn schouders legde en vrolijk terugkeerde en niet ontevreden, hij hield van de schaap. Het verhaal is ontroerend en begrijpelijk voor ons allemaal, omdat het zo eenvoudig is en verwijst naar ieder van ons. Jezus blijft tot op de dag van vandaag op zoek naar het verloren schaap. En ook hier,

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication