0

KienhuisHoving informeert Betekent wanprestatie automatisch contractontbinding? Een man, een man. Een woord, een woord. Iedereen weet: als een contractspartij wanpresteert mag de andere contractspartij de overeenkomst ontbinden. Maar is dat altijd zo? Uit recente arresten van verschillende gerechtshoven in Nederland blijkt dat rechters daar nog wel eens genuanceerd over denken. Het blijkt sterk afhankelijk te zijn van de omstandigheden van het geval… Een contractspartij is verplicht om de gemaakte afspraken na te komen. Doet een contractspartij dat niet, niet tijdig of onbehoorlijk, dan is sprake van wanprestatie. Het uitgangspunt van de wet is dan dat de andere contractspartij de overeenkomst mag ontbinden. Maar de wet maakt ook een uitzondering, namelijk als de wanprestatie “gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt”, aldus artikel 6:265 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Kort gezegd komt het erop neer dat de wanprestatie van een contractspartij van voldoende gewicht moet zijn om de overeenkomst te mogen ontbinden. Om dit te beoordelen zal een belangenafweging moeten worden gemaakt, waarbij in beginsel alle omstandigheden van het geval kunnen worden meegenomen. Erg belangrijk voor de contractspartij die wanpresteert, is dat de rechter dit niet uit zichzelf doet. Een rechter zal pas deze belangenafweging toepassen, als hij door de procespartijen of één van hen wordt gevraagd dat te doen. Zo zijn kort geleden het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch gevraagd om zo’n belangenafweging toe te passen. Het ging daarbij om de vraag of huurovereenkomsten mochten worden ontbonden. De beide gerechtshoven kwamen ieder tot een andere conclusie: in de ene zaak mocht de huurovereenkomst wel en in de andere zaak mocht de huurovereenkomst niet worden ontbonden. Het was dus afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Zo heeft het Gerechtshof ArnhemLeeuwarden op 26 maart 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:2701) geoordeeld dat de huurovereenkomst niet zomaar op grond van wanbetaling door de huurder mag worden ontbonden. Hier speelde een rol dat de wanbetaling slechts een incident was en de inhouding van de huur door de huurder bedoeld was om de verhuurder te bewegen om een en ander recht te zetten. Daarentegen oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 februari 2019 dat het niet meewerken aan de Deze column is geschreven door: Mirte Beker, advocaat Huurrecht mirte.beker@kienhuishoving.nl Marlies Knook, advocaat Huurrecht marlies.knook@kienhuishoving.nl. opruimwerkzaamheden die nodig zijn om onderhoud en renovatie te plegen (naast het niet tijdig betalen van de huur, het niet melden van een lekkage en het niet plegen van onderhoud aan de tuin) wel van voldoende gewicht is om de huurovereenkomst te ontbinden. Ook het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde op 26 maart 2019 dat de wanprestatie van de huurder van voldoende gewicht was om de huurovereenkomst te ontbinden. Het hof bepaalde dat iedere hennepgerelateerde activiteit een wanprestatie oplevert die in beginsel kan leiden tot de ontbinding van de huurovereenkomst. In dit geval woog het woonbelang van de huurder niet op tegen de door hem gepleegde wanprestatie en kon de huurovereenkomst worden ontbonden. Heeft u vragen over deze bijdrage of loopt u tegen een soortgelijke situatie aan, bel dan gerust, dan kunnen wij hier samen naar kijken.

1 Online Touch

Index

Home


You need flash player to view this online publication