7

7 De bewuste foto, waarop onderduikers en leden van het Benschopse verzet poseren. De foto viel bij de razzia in handen van de Duitsers. het verbergen van onderduikers (vooral jongemannen die weigerden om in Duitsland te gaan werken). Duitsers lieten zich amper zien in het kerkdorp en als er onraad dreigde dan vormden de beperkte toegangswegen - de provin cialeweg was er nog niet - een ideale bottleneck. Hoe kon het dan toch mis gaan? Overmoed speelde wellicht een rol. Op het hoogtepunt zou Benschop in totaal aan honderd onderduikers tegelijkertijd onderdak hebben geboden. En dat in zo’n klein dorp. Dat kon niet onopgemerkt blijven. Vooral omdat de onderduikers zich niet bepaald alleen in achterafkamertjes ophielden. Ze mengden zich gewoon in het dorpsleven. Daarbij ging de verzetsgroep zich ook steeds meer roeren en was niet bij iedereen even geliefd. Sommige boeren werden bijvoorbeeld gedwongen om extra vlees en melk af te staan voor de onderduikers. Aanjager van de hardere lijn was de genoemde Herman Struik, die onder een andere naam was ondergedoken in Benschop. Hij was dus een voormalige Nederlandse Waffen-SS’er, die aan het Oostfront had gevochten. Hij leerde de verzetsmensen in Benschop (en Polsbroek) schieten en had zelf ook altijd een pistool op zak. ‘Als ik ga, dan neem ik er minimaal één van hen mee’, zou hij gezegd hebben en tijdens de fatale razzia maakte hij die woorden waar. Alleen had hij als deserteur niets te verliezen, de dorpsbewoners wel… Het boek Het boek Het Verraad van Benschop bleef niet onopgemerkt. Het kreeg veel mediaaandacht, met als bekroning de genoemde uitzending van ‘Andere Tijden’. “Er zijn een kleine zesduizend exemplaren van verkocht”, stelt Bram de Graaf. TEKST: ROBERT VAN DER HEK Lezing van Bram de Graaf Bram de Graaf zou 17 april een lezing geven, maar deze gaat vanwege de coronamaatregelen niet door. In de lezing zou hij de focus richten op de verzetsgroep in Polsbroek, die destijds in verbinding stond met die in Benschop. De Graaf: “Ook in Polsbroek, waar eveneens diverse onderduikers zaten, werden op 13 februari 1945 door de Duitsers huizen doorzocht. Ik belicht deze situatie en ga daarnaast in op verzetsdaden van, zeg maar, gewone mensen. Zoals mijn opa en oma, die ook aan onderduikers onderdak hebben geboden. Daar kwam ik enkele jaren geleden bij toeval achter. Jammer, had ik het maar eerder geweten. Ze hebben er nooit over gesproken en nu kan ik het ze niet meer vragen.”

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication