12

5.3 Wat is er gebeurd sinds het verschijnen van Prognosetafel AG2016? Het model is niet veranderd: er zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de modelspecificatie. De wijzigingen in de prognose AG2018 ten opzichte van AG2016 zijn uitsluitend het gevolg van het toevoegen van sterftedata over de afgelopen twee jaar aan de dataset die de basis vormde voor de Prognosetafel AG2016 en het opschuiven van het startjaar van 2016 naar 2018. Er is wel onderzoek gedaan naar een aantal aannames. Dit onderzoek wordt nader toegelicht in hoofdstuk 6. 5.4 Definities van de levensverwachting Een klassieke definitie van levensverwachting is de zogenaamde periodelevensverwachting. Deze periodelevensverwachting is gebaseerd op de sterftekansen in een bepaalde periode, bijvoorbeeld één kalenderjaar, en gaat ervan uit dat sterftekansen in de toekomst gelijk blijven. Bij de periodelevensverwachting worden voor de sterftekansen die je over 1 en 2 jaar nodig hebt, de sterftekansen van dit moment gebruikt. De periodelevensverwachting houdt dus geen rekening met toekomstige verwachte ontwikkelingen in de sterftekansen. Deze definitie wordt vaak gebruikt om ontwikkelingen in de tijd te kunnen vergelijken, maar kan absoluut niet worden gebruikt om in te schatten hoe lang mensen naar verwachting nog leven. De tweede definitie, de cohortlevensverwachting, houdt daarentegen wel rekening met verwachte toekomstige sterfteontwikkelingen. Wanneer de cohortlevensverwachting bij geboorte wordt berekend, zijn ook de sterftekansen nodig van een nu 0-jarige, een over 1 jaar 1-jarige, een over 2 jaar 2-jarige en zo verder. Bij de cohortlevensverwachting gebruik je voor de sterftekansen die je over 1 en 2 jaar nodig hebt, de sterftekansen die over 1 respectievelijk 2 jaar geprognosticeerd worden. De cohortlevensverwachting is dus gebaseerd op de verwachte ontwikkelingen van de sterftekansen in de komende kalenderjaren. Voor het vaststellen van de cohortlevensverwachting heb je een projectie van sterftekansen nodig. De cohortlevensverwachting is bij een verwachte daling van de sterftekansen dus hoger dan de periodelevensverwachting. Waar in deze publicatie de term levensverwachting staat vermeld, wordt de cohortlevensverwachting bedoeld. Waar nodig wordt expliciet benoemd welke definitie van levensverwachting wordt bedoeld. Op dit moment bedraagt de periodelevensverwachting bij geboorte 80,6 jaar voor mannen en 83,9 jaar voor vrouwen. De cohortlevensverwachting bedraagt 90 jaar voor mannen en 92,5 jaar voor vrouwen, wanneer uit wordt gegaan van de projectie van de sterftekansen op basis van de Prognosetafel AG2018. De cohortlevensverwachting is hoger omdat we verwachten dat de sterftekansen af zullen nemen in de toekomst. De hoogte van de AOW-leeftijd wordt bepaald op basis van een projectie van het CBS. Met de meest recente inzichten vanuit het AG, dat gebruikt maakt van een eigen model en de meest recente beschikbare data, is de verwachting dat in 2029 de AOW-leeftijd 68 jaar zal bedragen. Dat is één jaar eerder dan op basis van de meest recente CBS-prognose kan worden afgeleid (2030). 5.5 Publicatie prognosetafels op de website van het AG Het AG heeft de prognosetafel AG2018, met daarin de technische beschrijving van het prognosemodel, gepubliceerd op haar website, zie www.ag-ai.nl/ActuarieelGenootschap/Publicaties. Ook staan daar Excelsheets met de datasets die gebruikt kunnen worden om de schattingen van de parameters in het model te reproduceren. Prognosetafel AG2018 Inleiding 11

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication