48

Colomn: Vincent Bijlo Raad voor raden Ik heb een tijdje in een raad gezeten, een Burgerraad, die de overheid moest bijstaan met raad en daad. Het was een soort klankbordgroep, een panel eigenlijk dat een stukje feedback moest geven, moest monitoren zeg maar, waarmee de kloof tussen burger en overheid verkleind zou kunnen worden. Het was geen aanrader, deze raad. De burgers waren het alleen maar eens over het feit dat ze het nergens over eens konden worden. Hij had geen enkele status, deze raad, zoals een Wmo-raad of een participatieraad, een Deelraad, een Cliëntenraad, een Blinden- Doven- of patiëntenraad, het was een goodwillraad voor betrokken ingezetenen. We vergaderden in het Gemeentehuis en we kregen een faciliterende ambtenaar en koffie toegewezen. Er stond meteen een Burgerraadleider op. Onze vergaderingen, die meestal handelden over een rotonde, de ontmoediging van sluipverkeer of bomen met acute iepenziekte, kregen onder zijn leiding het karakter van crisisoverleg in de atoombomvrije kelder onder het Witte Huis. Met verhitte koppen zaten wij aan de ene kant van de kloof, de ambtenaar zat, glimlachend notulerend, aan de andere kant. Nooit greep hij in. Ook niet toen een ruzie over led-lantarenpalen zo hoog opliep dat een handgemeen bijna onvermijdelijk was. pas toen ik, te midden van het gescheld “jij bent een fascist” “en jij een racist” met mijn vuist op tafel sloeg en riep: ‘Hou op, jullie gunnen elkaar het ledlicht in de ogen niet! Neem een voorbeeld aan mij, ik heb helemaal geen lantarenpalen nodig’, pas toen bedaarde het gekrakeel enigszins. Op een dag dacht ik: dit kan niet langer zo. ik belde de raad Voor raden, dat is, de naam zegt het al, een raad die raden raad geeft. De raad Voor raden was duidelijk in zijn advies. ‘Dit probleem’, zei de raad, ‘heeft alles te maken met sturing. Jullie lullen maar een eind in de ruimte, dat zien we vaker, bij alle soorten raden. Het komt door een gebrek aan sturing, dat heb je al heel gauw met burgers. Weet je waar het om gaat in een goede raad? Om deskundigheid. Dat kan vakdeskundigheid zijn of ervaringsdeskundigheid. En die deskundigheid moet dan ook nog eens in goede banen worden geleid. Soms denkt de overheid, of een ziekenhuis of wat voor club ook, dat als je een paar burgers bij elkaar zet je meteen een goed functionerende raad hebt. Maar zo werkt het niet. ik ken een cliëntenraad van een ziekenhuis waar een man in zit wiens enige binding met het ziekenhuis is dat zijn broer erin gelegen heeft. Toen hij zes was. Voor zijn amandelen. Een goede raad hoeft niet duur te zijn, en kan heel veel opleveren. Betrokken en deskundige burgers zijn onbetaalbaar.’ Onze Burgerraad bestaat inmiddels niet meer. De kloof tussen enkele raadsleden is onoverbrugbaar geworden. De ambtenaar zie ik nog wel vaak, hij is een goede vriend geworden, in het café stuur ik hem aan, hij kan heel goed bier halen.

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication