18

2. Welke soorten vragen stel je? Stel mensen eerst op hun gemak, met relatief simpele vragen en duik niet meteen het diepe in. Stel ook niet teveel vragen, waarop mensen alleen met ja of nee kunnen antwoorden Luister met al je aandacht en zet je eigen oordelen opzij. Vat de antwoorden samen, als je twijfelt: “Als ik het goed begrijp, bedoel je dat...” Verhelderingsvragen • Hoe moet ik me dat voorstellen? • Is dat iemand die je goed kent? • Doe je dat vaker? Verdiepingsvragen • Welk gevoel krijg je daarbij? • Helpt dat jou? • Wat vind je daaraan zo leuk? Refl ectievragen • Wat heb je daarvan geleerd? • Wat betekent dat voor jou? • Wat wil je aan anderen doorgeven? Zintuiglijke vragen Wat zie / hoor / ruik / voel / proef je? 18 HANDIGE VRAAGWOORDEN Wie? Wat? Waar? Wanneer? aarom? Welke? Hoe?

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication