39

“Wij krijgen meldingen binnen van mensen die een misstand (in verschillende fasen) op hun werk signaleren, zowel per telefoon als mail”, schetst Tomesen. “Als mensen nog niet precies weten wat ze willen doen, geven wij deskundig en betrokken advies. We bespreken bijvoorbeeld of er sprake is van een ‘maatschappelijke misstand’: iets wat de samenleving raakt. Denk aan iets wat gevaar oplevert voor de veiligheid of de volksgezondheid. Wij zijn er niet voor arbeidsconflicten, dan moet je naar je vakbond of naar een advocaat. Ook ‘kleinere’ schendingen van de integriteit binnen een organisatie hebben niet onmiddellijk impact op de hele Nederlandse samenleving. Ik doe daar niet licht over, maar het zijn meestal geen zaken voor ons. In fase twee heeft een melder een kwestie intern of bij een officiële toezichthouder aangekaart zoals een inspectiedienst. We zijn geen belangenbehartiger, maar ook dan adviseren en denken we mee. We wijzen de weg, geven tips, soms verwijzen we door naar anderen. We wijzen ook altijd op de vertrouwenspersonen op het eigen werk. Ten slotte kunnen we onderzoek doen naar de maatschappelijke misstand die er misschien is of naar de manier waarop de werkgever met de melder is omgegaan en hoe hij of zij is behandeld na iets gemeld te hebben. Want wie een misstand - of een vermoeden daarvan - aan de kaak stelt, mag daarvan geen nadeel ondervinden.” U heef “In het begin gaat het meestal gewoon om een alerte en attente collega die zich binnen de organisatie afvraagt of alles wel gaat zoals het hoort en daar een opmerking over maakt bij de chef of bij een vertrouwenspersoon. Te goeder trouw, met de bedoeling iets te verbeteren. Zo’n melder moet gewoon bedankt en gewaardeerd worden en wat hij meldt moet bekeken worden. Zo eenvoudig is dat. Als iemand officiële procedures volgt, gebruik maakt van een meldregeling, echt aan de bel trekt bij een vertrouwenspersoon, dan noemen we zo iemand een klokkenluider. Maar laat dat etiket er niet voor zorgen dat iemand buiten de groep wordt geplaatst of als buitenbeentje of lastpak wordt gezien. De melding moet opgepakt worden en de melder moet weer met zijn collega’s aan het werk kunnen.” W “We spreken over een vermoeden van een ‘maatschappelijke’ misstand. Iets wat een gevaar voor de samenleving op kan leveren. Dan hoort de samenleving ook de verantwoordelijkheid daarvoor te dragen en in de eerste plaats natuurlijk de veroorzaker ervan. De melder moet die druk niet meer op z’n schouders voelen, die moet er juist van af zijn. Vergis je niet: het doen van een melding levert stress op. Je twijfelt vooraf al. Misschien heb je slapeloze nachten, ruzie thuis en spanningen met collega’s. Dat hoort niet. Een eventuele misstand is de verantwoordelijkheid van de organisatie. Na een melding wordt díe de eigenaar van het probleem. Een melder zou geen ‘klokkenluider for life’ moeten worden. Hij moet na een diepe zucht weer verder met z’n gewone leven.” W v “Hier komt mooi tot uiting dat een vertrouwenspersoon eigenlijk twee ‘partijen’ dient. Ten eerste natuurlijk de werknemers: medewerkers moeten in vertrouwen bij hem of haar terecht kunnen. De tweede ‘partij’ is de organisatie, het management. Een vertrouwenspersoon kan - zo nodig volstrekt geanonimiseerd - een melding van een misstand of een integriteitsschending doorgeven aan het management en in de gaten houden dat de organisatie ermee aan de slag gaat. Bovendien geeft een vertrouwenspersoon signalen aan het management over trends en ontwikkelingen binnen de organisatie. Bij het advies van een vertrouwenspersoon aan een individuele melder moet de boodschap uiteindelijk zijn: je krijgt zeker nog iets terug te horen over je melding, maar laten we kijken hoe we weer zo gewoon mogelijk verder kunnen.” Dat klink slapen. De b “De boodschap moet natuurlijk oprecht zijn: de leiding van de organisatie moet wel écht aan de slag gaan met de melding die gedaan is. De kwestie moet op een goede manier onderzocht worden en er moet iets teruggekoppeld worden. Ook moet er aandacht worden geven aan de melder: hoe gaat het nu met je? Dat is een kwestie van goede personeelszorg. De melder hoeft zich niet meer moreel eigenaar te voelen van een misstand. Met zijn melding is die verantwoordelijkheid overgedragen naar de leiding van de organisatie.” H daarin een posit “Een vertrouwenspersoon moet het vertrouwen hebben van de werknemers, maar ook van de leiding. Onze boodschap is continu dat het voor werkgevers loont om te investeren in integriteit. De schade van langdurige, grootschalige integriteitsproblemen of van ongewenste omgangsvormen op het werk kan enorm zijn. Denk aan onderzoek, maatregelen, boetes en andere schadeposten. Bovendien schaadt het je reputatie bij klanten en het publiek. Daarnaast raken eigen medewerkers gefrustreerd, worden angstig of onzeker, leveren minder goed werk af, melden zich ziek of vertrekken. Alle reden dus om problemen in de kiem te smoren. Goed integriteitsbeleid betaalt zichzelf uit en sterke vertrouwenspersonen zijn daarbij onmisbaar. Werkgevers moeten daar naar handelen. Aan de vertrouwenspersonen moeten meer status en mogelijkheden worden geboden, ingebed in een breder integriteitsbeleid van de organisatie.” H luiders is hal 20 in init de T H aan mensen die in hun w die maatsc imp k doen: naar een miss en naar de v w luider w de laat w haar me is w T H luiders or g me s v - br de ei be k is er sinds de zomer v 20 -

40 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication