8

Er zijn 2 opdrachten in de A-klasse die door bijna iedereen fout zijn gedaan. Te weten: voor dijk R en de opeenvolgende opdracht aanhoudend 1e weg L gevolgd door weg passeren. Voor dijk R In artikel 9.a. van het DRR staat toch heel duidelijk dat bij het gebruik van het voorzetsel ’voor’, het oriënteringspunt zich GEHEEL in de voor-positie moet bevinden. De dijk bevond zich ook in de bij- en de na-positie en dan kan de opdracht niet worden uitgevoerd. Bij het gebruik van het voorzetsel ‘na‘ geldt iets analoogs, namelijk dat het oriënteringspunt zich GEHEEL in de na-positie moet bevinden. Bij het gebruik van het voorzetsel ‘bij’ daarentegen dient het oriënteringspunt zich GEHEEL of GEDEELTELIJK in de bij-positie te bevinden. Aanhoudend 1e weg L gevolgd door weg passeren. Indien u 2 keer de aanhoudend opdracht heeft uitgevoerd dan komt de vraag kan ik met de volgende opdracht beginnen. Dat hangt dan af waar de oriënteringspunten van de aanhoudend opdracht en de passeeropdracht zich bevinden. Het oriënteringspunt dat u het eerste bereikt, bepaalt welke opdracht u kunt uitvoeren. In dit geval bereikte u de weg naar links (van aanhoudend 1e weg L) eerder dan de weg voor u (van weg passeren). Vanwege het eerder bereiken van het oriënteringspunt van de aanhoudend opdracht gaat u door met de aanhoudend opdracht. C-KLASSE Een deelnemer in de C-klasse had wel heel precies naar routeopdracht 8 gekeken en geconstateerd dat dat de aanhalingstekens aan het eind van de tekst anders: “ in plaats van ” waren en had op grond van deze constatering de opdracht niet uitgevoerd. Op zich heel scherp, maar de eerste reactie is dan, maar dat maakt toch niets uit. Pas later komt het besef dat dit scherpe waarnemingsvermogen meer beloond had mogen 9

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication