43

we stil want Ian denkt dat hij de spotvogel heeft gehoord, een vogel die hij op zijn verlanglijstje had voor vandaag. Maar helaas, hij is gevlogen voor we hem konden bevestigen dus we kunnen hem niet noteren. Verder langs het spoor lopen we door de volkstuinen tot het eind van onze vierkante kilometer: onder andere tjiftjafs, een kwikstaartje en overvliegend (want die tellen ook) een aalscholver. Meer verrassende soorten ontdekken we nadat we over het brugje bij het station terug het dorp in zijn gekomen en naar het noorden gelopen naar het grasveldje met de heuvel bij it Spyk. Naar het westen kijkend (over het water) ontdekken we een paartje kneus (vooral het mannetje is bijzonder mooi) en horen we de zwartkop (bijzonder voor deze streek). We stappen op de fiets voor het eindje buiten het dorp richting Tsjeintgum, dat ook tot onze vierkante kilometer hoort. In de sloot langs de weg zitten verschillende eenden en we leren het verschil tussen wilde eenden en soepeenden (dat is dus echt een vogelsoort: alle eenden die een mengeling zijn van verschillende soorten). Nadat we bij Tsjeintgum kort zijn gestopt en ik alvast langzaam vooruit verder het dorp uit fiets, valt me in een boom links van de weg een geluid op dat ik in ieder geval in de Tuinvogel-cursus nog niet ben tegengekomen. Het intrigerende is namelijk dat het geluid duidelijk van één en dezelfde vogel afkomstig is maar de hele tijd varieert. Als Ian aansluit blijkt dat we beet hebben: het is de spotvogel. Hij was een week eerder voor het eerst in Nederland gesignaleerd dus Ian had al goede hoop hem te treffen. Heel kort zien we hem even op een tak zitten (een klein vogeltje met een gele borst) maar de 10 minuten daarna moeten we ons tevreden stellen met zijn concert van vogelimitaties zonder dat we hem nog te zien krijgen. Moeilijk te spotten, die spotvogel. Maar het geluid alleen al was geweldig. MANDEGUOD 41

44 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication