54

‘Hoe jonger je bent, hoe groter de kans dat je schouder vaker uit de kom gaat.’ Het een is het ander niet Bij sommige mensen raakt de schouder uit de kom vanwege een val of sportletsel, ook wel ‘trauma’ genoemd. Hoewel hier niet altijd voor gekozen wordt, kunnen deze mensen geholpen zijn met een operatie. Er zijn ook mensen die hun schouder uit de kom hebben omdat ze veel speling in hun gewrichten hebben. In dit geval zijn operaties vaak niet nuttig, maar fysiotherapie juist wel. Twee soorten operaties bij schouderinstabiliteit: 1. Kijkoperatie: het bumpertje wordt weer vastgezet aan de voorkant van de kom. 2. Een grotere operatie waarbij een snede gemaakt moet worden en schroeven geplaatst. De grotere operatie heeft een hogere kans op complicaties maar ook hogere succeskansen. De patiënt kiest Karin: ‘We doen alles in samenspraak met de patiënt. Samen overleggen we of het handiger is om te behandelen met fysiotherapie of om toch te opereren. En natuurlijk wanneer we dat doen. Soms is het bijvoorbeeld verstandig om de schouder eerst drie maanden te trainen en vervolgens pas te opereren. Dat kan een goede voorwaarde zijn om beter te revalideren. Sommige mensen willen echter zo snel mogelijk geopereerd worden om weer snel op het sportveld te kunnen staan. Dat mag, want de mening van de patiënt is erg belangrijk.’ Fysiotherapie versus operatie ‘Een operatie is niet altijd nodig. Een fysiotherapeut kan al veel doen om te voorkomen dat de schouder opnieuw uit de kom gaat, of om de actieve stabiliteit van de schouder beter te maken. Dit kan Karin zijn, maar we verwijzen ook door naar andere fysiotherapeuten. Ik opereer vaak patiënten die stukken bot missen doordat de schouder er vaker uit gaat. Hoe vaker de schouder uit de kom gaat, hoe eerder je kiest voor een operatie. Sommige patiënten hebben zoveel botverlies dat dit met fysiotherapie nooit meer goed kan komen. Gelukkig is dit maar een hele kleine groep.’ Even zoet ‘Als iemand voor een operatie kiest, dan is hij zeker een half jaar zoet,’ waarschuwt Dr. Van den Bekerom. ‘De eerste zes weken moet hij rustig aan doen omdat hij met een mitella rondloopt. Vervolgens gaat hij naar de fysiotherapeut om de stijfheid uit de schouder te krijgen en hem meer beweeglijk te maken. Daarna moeten de spieren getraind worden om de coördinatie terug te krijgen en kracht op te voeren. Uiteindelijk kijkt de fysiotherapeut welke sport de patiënt beoefent en hoe hij dat weer op dát niveau terugkrijgt. Vooral deze laatste fase kan heel lang duren.’ Behandeling op maat Karin: ‘Mijn behandeling bij schouderinstabiliteit wordt mede bepaald door iemands wens. Ik had bijvoorbeeld een patiënt die graag voetbalde en op skivakantie zou gaan. Dan hebben we het niet over een sporter met een bovenhandse activiteit, maar over iemand die weer moet kunnen vertrouwen op het vallen op zijn schouder en het opvangen van klappen. Met hem heb ik toen valtraining gedaan en hij heeft opvangreacties geleerd. Dit geeft een behandeling een hele andere insteek dan wanneer iemand bijvoorbeeld tennist. De patiënt krijgt dus altijd een behandeling op maat.’ 54 Jan van Goyen jubileummagazine

55 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication