22

KUNSTMEST 4. - 41 41 fosfaatmeststoffen. Het voordeel van dit proces is, behalve het verminderen van het gebruik van fossiele grondstoffen, dat de geproduceerde meststof nutriënten bevat die beschikbaar komen voor de bestemde gewassen. Bijdrage: Meststoffen Nederland ondersteunt nieuw onderzoek naar de toepassing van RWZI-slib en andere secundaire fosfaten in de productie van fosfaatmeststoffen. Figuur 20: Silo’s met as ten behoeve van de productie van fosfaatmeststoffen bij een van de leden van Meststoffen Nederland in Amsterdam. of de keuze van meststoffen met een hogere stikstofbenuttingsgraad (NUE)? • Wat is het optimale organische stofgehalte in de bodem en hoe kan hierop worden gestuurd? • Wat zijn indicatoren voor een goede bodembiologie ten behoeve van een gezonde bodem en goede gewasopbrengsten? 4.3 Schaalgrootte van het voedselproductiesysteem in relatie tot kringlooplandbouw Gezamenlijke kennisontwikkeling FOCUSGEBIED 4 4.1 Productie met alternatieve grondstoffen De Nederlandse situatie op het gebied van landbouw en veeteelt wijkt substantieel af van de situatie in Europa en in de wereld. De beschikbaarheid van dierlijke mest en de intensiteit van de akkerbouw met haar reststromen maken van Nederland een interessante proeftuin, ook omdat er momentum is om het huidige systeem verder te verduurzamen in de richting van kringlooplandbouw. Het volume toegepaste traditionele kunstmest in Nederland (12% van productie van kunstmest in Nederland) zal verder afnemen, maar vanwege de gevarieerde behoefte van bodem en plant, is engineering nodig om geconcentreerdere en beter aansluitende meststoffen te ontwikkelen om zo verliezen naar bodem, water en lucht te voorkomen. Bijdrage: De leden van Meststoffen Nederland zijn bereid om hun kennis en kunde in te brengen bij de ontwikkeling van industriële verwerkingsprocessen van (organische) reststromen. 4.2 Effectieve toepassing van meststoffen De omschakeling naar kringlooplandbouw waarbij meer alternatieve grondstoffen worden gebruikt met behulp van precisielandbouw vraagt beter begrip en kennis over de producten en de optimale toepassing van de variëteit aan producten op verschillende grondsoorten. De adviseurs van Meststoffen Nederland kunnen deze kennis vertalen naar passende adviezen voor hun klanten. Bijdrage: Ten behoeve van een effectieve toepassing van nieuwe middelen, wil Meststoffen Nederland bijdragen aan het verkrijgen en delen van kennis over de volgende vraagstellingen: • Hoe kunnen de emissies naar lucht (ammoniak/lachgas) en grond- en oppervlaktewater (nitraat (NO3-) en fosfaat) en andere nutriënten met bemesting verder worden gereduceerd, bijvoorbeeld via een andere bemestingspraktijk, specifieke producten zoals Controlled Release Fertilizers (CRF’s) het gebruik van nitrificatie en/of urease remmers, vloeibare meststoffen, Momenteel is er sprake van grote transportstromen van meststoffen over de wereld. Zo importeert Latijns-Amerika meststoffen om daar de productie van (veevoer)gewassen te ondersteunen. Vervolgens worden veevoer(ingrediënten) naar Europa verscheept en uiteindelijk worden er fracties mest naar de ons omringende landen gedistribueerd. Met het verkleinen van de kringlopen wordt ook het aanbod van nutriënten uit mest kleiner en de vraag naar alternatieven mogelijk groter. Alternatief is dat ook de voedsel- en biomassaproductie lokaal kleiner wordt. Een goede modellering van het effect van verkleinen van de kringlopen op benuttingsgraad van vruchtbaar land, productie van voedsel en biomassa en vraag naar energie en grondstoffen is nog niet beschikbaar. Bijdrage: Meststoffen Nederland zal zich in samenwerking met partners inspannen meer inzicht te verwerven in de gevolgen van schaalverkleining en implementatie van kringlooplandbouw in Nederland ten opzichte van een mondiaal toenemende vraag naar voedsel en biomassa. Aandachtspunten voor beleid De Nederlandse overheid heeft een eigen rol te vervullen bij het toewerken naar een duurzame plantaardige productie en kringlooplandbouw. Meststoffen Nederland heeft in dit kader een aantal voor de meststoffen sector relevante vragen geformuleerd voor beleidsverantwoordelijken: • Op langere termijn kan er een tekort aan nutriënten uit organische mest ontstaan als gevolg van inkrimping van de veestapel in Nederland. Dit heeft impact op de hoeveelheid organische mest die verwerkt kan worden tot minerale meststoffen. Kan de overheid onderzoeken welke limiet moet worden gesteld aan de (gesubsidieerde) verwerking van mest om toekomstige overcapaciteit te voorkomen? • De Nederlandse landbouwsector produceert net als bij de industrie het geval is voor 80% voor exportmarkten wat, vanwege de efficiënte productie hier, mondiaal grote milieuvoordelen oplevert. Een goed verdienmodel voor boeren blijft een basisvoorwaarde. Nederland kan niet te ver vooruitlopen op Europa omdat de investeringskosten in de voedselketen terugverdiend moeten kunnen worden. Kan de overheid in kaart brengen hoe de benodigde financiële ruimte aan de voorzijde in de productieketen voor de gevraagde voedseltransitie gerealiseerd kan worden? Nieuwe verdienmodellen die de nodige investeringen (en risicoafdekking) mogelijk maken en/of een andere kwaliteit accepteert of lagere opbrengst compenseert? • Kwaliteitseisen, toelating en acceptatie van nieuwe meststoffen zijn essentieel om het gebruik van (humane) excreten als grondstof voor meststoffen te realiseren. Kan de overheid gericht onderzoek ondersteunen voor technieken om deze kwaliteit te realiseren en garanderen (medicijnresten/ hormonale stoffen verwijderen)? • Om kringlopen voldoende te kunnen sluiten en aan de vraag naar voedsel te voldoen, is er voldoende landbouwareaal nodig. De groeiende vraag naar land voor de productie van biomassa en ook energie (zonneweides) concurreert hiermee. Kan de overheid samen met de sector een integrale afweging voor de gewenste inzet van de Nederlandse landbouwarealen maken?

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication