14

14 een andere lading hebben, dan wanneer deze transacties going concern worden uitgevoerd. Als een curator kan aantonen dat schuldeisers door bepaalde transacties zijn benadeeld, zal hij de bestuurder hiervoor aansprakelijk stellen. Als een intermediair aan deze transacties heeft meegewerkt, loopt hij het risico zelf ook aansprakelijk te worden gesteld.” McGregor Het faillissement van de McGregor Fashion Group in 2016 ziet Van Dijk als een voorbeeld van wat we in de komende jaren meer gaan zien. “Het bedrijf ging failliet, maakte een doorstart en failleerde toen opnieuw, waarbij de schuldeisers het nakijken hadden.” Kan gebeuren, zou je als leek zeggen, maar hier was wel iets meer aan de hand. Van Dijk: “De aandeelhouders hadden kort vóór het faillissement de bankfinanciering van McGregor overgenomen en ondergebracht in een commanditaire vennootschap. Met deze constructie verkregen de aandeelhouders de belangrijkste zekerheidsrechten op de activa van McGregor en konden zij feitelijk de doorstart-kandidaat bepalen.” ‘De intermediair dient signalen op te pakken’ In het faillissement van McGregor hadden de aandeelhouders daardoor de touwtjes in handen. “We moeten er rekening mee houden dat dit vaker gaat gebeuren. Aandeelhouders zijn niet langer bereid risico te nemen. Wel graag de dividenden in goede tijden, maar in slechte tijden zien we steeds vaker dat het eigen vermogen van de aandeelhouders wordt vervangen door vreemd vermogen mét de nodige zekerheidsrechten. Onze wetgeving is nog steeds geënt op het familiebedrijf met de bestuurders/aandeelhouders als meewerkend voormannen. Dat is niet meer van deze tijd.” “Het ergste vind ik dat dit juridisch allemaal kan,” gaat Van Dijk verder. “Nu de crisis voorbij is, verwacht ik niet dat de wetgever deze hiaten in de wetgeving snel zal repareren. Wij zullen als maatschappij dus nog meer de gevolgen van faillissementen gaan voelen.” Leidraad De nieuwe leidraad voor aanpak van faillissementsfraude, die vorig jaar juni aan toenmalig minister Blok werd aangeboden, biedt curatoren goede en praktische handvatten om fraudegevallen sneller te traceren en aan te pakken. “Maar, daarmee is de problematiek van het Openbaar Ministerie, kennis en capaciteit, niet opgelost. Vooralsnog zie ik bij de politiek onvoldoende bereidheid om hierin te investeren. Ook bij de rechterlijke macht bemerk ik dat er nog steeds vrij lankmoedig wordt omgegaan met fraudegevallen. ‘Het valt allemaal wel mee’, hoor ik vaak. Of ‘die Van Dijk ziet overal fraude’. ‘Ik zie het tenminste!’, denk ik dan bij mezelf. Nu de rust is weergekeerd ben ik groot voorstander om een meer bestendige aanpak van faillissementsfraude te gaan formuleren, waarbij we ook de oorzaken durven te onderzoeken en aan te pakken. Dan zijn we bij de volgende crisis tenminste voorbereid. En wie weet hoeven we dan misschien de volgende keer wat minder te bezuinigen.” ■ NOAB Activa | Nummer 1 - 2018

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication